Rechtbank Den Haag, eerste aanleg - enkelvoudig personen- en familierecht
ECLI:NL:RBDHA:2023:3786
Op 21 March 2023 heeft de Rechtbank Den Haag een eerste aanleg - enkelvoudig procedure behandeld op het gebied van personen- en familierecht, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is C/09/644666 / JE RK 23-564, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBDHA:2023:3786. De plaats van zitting was Den Haag.
Indicatie
Voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing; spoedvoorziening
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/644666 / JE RK 23-564
Datum uitspraak: 21 maart 2023
Beschikking van de kinderrechter
Voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing; spoedvoorziening
in de zaak naar aanleiding van het op 21 maart 2023 ingekomen verzoekschrift van:
de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden,
hierna te noemen: de Raad,
-
[minderjarige01]
, geboren op [geboortedatum01] 2020 te [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen: [minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de man01] ,
hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats01] ,
[de vrouw01] ,
hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats02] .
De kinderrechter merkt als informant aan:
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.
Procesverloop
Het procesverloop
De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift met bijlagen.
Feiten
- [minderjarige01] is erkend door de vader.
- De vader en de moeder zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag.
- [minderjarige01] verblijft feitelijk bij de tante moederszijde.
Verzoek
Het verzoek strekt tot ondertoezichtstelling van [minderjarige01] , met toepassing van artikel 1:257 van het Burgerlijk Wetboek en tot het verlenen van een machtiging om [minderjarige01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een voorziening voor (netwerk)pleegzorg voor de duur van de ondertoezichtstelling.
Het verzoek strekt ook tot toepassing van het bepaalde in artikel 800, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Overwegingen
Beoordeling
Op grond van de informatie, zoals gebleken uit het verzoekschrift en de daarbij gevoegde bijlagen, komt de kinderrechter tot het oordeel dat het dringend en onverwijld noodzakelijk is [minderjarige01] , hangend een nader in te stellen onderzoek naar de vraag of de ondertoezichtstelling geboden is, voorlopig onder toezicht te stellen. Ook is de kinderrechter van oordeel dat [minderjarige01] in het belang van de verzorging en opvoeding uit huis dient te worden geplaatst.
Het verhoor van de verzoeker en de overige belanghebbenden kan niet worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [minderjarige01] . De reden daarvoor is dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling en de acute fysieke en emotionele veiligheid van [minderjarige01] . Er zijn de afgelopen maand meerdere drugsgerelateerde zorgmeldingen bij Veilig Thuis binnengekomen. [minderjarige01] is daarom op 17 maart jl. met instemming van de ouders bij de tante moederszijde geplaatst om haar rust en stabiliteit te bieden. De houding van de moeder is echter ambivalent en zij heeft op 20 maart jl. aangegeven dat zij niet meer achter de plaatsing van [minderjarige01] bij de tante staat en dat zij niet meer wil samenwerken met de medewerker van Veilig Thuis. Om de veiligheid van [minderjarige01] te kunnen waarborgen acht de kinderrechter de verzochte maatregelen noodzakelijk. Het verhoor zal op hierna te melden zitting plaatsvinden.
Daarom zal als volgt worden beslist.
Beslissing
Beslissing
De kinderrechter:
stelt [minderjarige01] van 21 maart 2023 tot 30 maart 2023 voorlopig onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,
machtigt Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, [minderjarige01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een voorziening voor (netwerk)pleegzorg, voor de duur van de ondertoezichtstelling en verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan tot de zitting van:
28 maart 2023 te 14:15 uur
;
gelast de griffier tegen voormelde zitting op te roepen:
de Raad voor de Kinderbescherming;
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland;
de vader;
de moeder.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.M. van der Kleijn, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V.A.H. Schoorl als griffier en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2023.
Voor zover deze beschikking betrekking heeft op de machtiging tot uithuisplaatsing, kan hoger beroep worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.