verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 3.6 bewezen is verklaard;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
aan zijn schuld de dood van een ander te wijten zijn;
verklaart de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 20 (TWINTIG) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot 4 (VIER) MAANDEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij het Leger des Heils Midden Nederland aan de Zeehaenkade 30, 3526 LC te Utrecht of een andere door de reclassering aan te wijzen adres en op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zolang deze de reclassering dat noodzakelijk acht en daarbij:
- de reclassering helpt aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is;
- de reclassering inzage geeft in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- zich niet vestigt op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
- meewerkt aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht;
- zich – indien dat tijdens de proeftijd noodzakelijk is en de veroordeelde daarmee instemt – voor een time-out laat opnemen door een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of door een nader door de reclassering te bepalen zorgverlener. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de veroordeelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
- niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden zal afreizen, zonder daaraan voorafgegane toestemming van de reclassering;
- zich gedurende de proeftijd, of zoveel korter als zijn behandelaars in overleg met de reclassering nodig achten, laat opnemen in een forensische verslavingskliniek, althans een soortgelijke intramurale instelling te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing, waarbij de veroordeelde zich houdt aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van deze instelling worden gegeven. De opname start direct na detentie en het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- gedurende de proeftijd verblijft in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering in samenspraak met de kliniek die hiertoe een woonprofiel opstelt, en zich houdt aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld. Het verblijf duurt zo lang de reclassering dat nodig acht;
- zich gedurende de proeftijd inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
- gedurende de proeftijd meewerkt aan controle van het gebruik van harddrugs, cannabis en alcohol. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen.
de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] ;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij deels toe tot een bedrag van € 75,00 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 25 augustus 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [benadeelde partij 1] ;
bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
de schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van [benadeelde partij 1] ;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 75,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 25 augustus 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [benadeelde partij 1] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 1 (één) dag; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen.
de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] ;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij deels toe tot een bedrag van € 75,00 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 25 augustus 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [benadeelde partij 2] ;
bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
de schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van [benadeelde partij 2] ;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 75,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 25 augustus 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [benadeelde partij 2] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 1 (één) dag; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen.
de vordering van de benadeelde partij gezamenlijke erfgenamen van [slachtoffer] ;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij (te weten [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 4] , [benadeelde partij 5] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 6] en [benadeelde partij 1] ) toe tot een bedrag van € 8.028,62 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 25 augustus 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan de gezamenlijke erfgenamen van [slachtoffer] (te weten [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 4] , [benadeelde partij 5] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 6] en [benadeelde partij 1] );
de schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de gezamenlijke erfgenamen van [slachtoffer] ;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 8.028,62, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 25 augustus 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van de gezamenlijke erfgenamen van [slachtoffer] (te weten [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 4] , [benadeelde partij 5] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 6] en [benadeelde partij 1] );
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 75 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.M. Zandbergen, voorzitter,
mr. T.A.B. Mentink, rechter,
mr. A. Dantuma-Hieronymus, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. D.D. Jongen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 oktober 2025.
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Hij op of omstreeks 25 augustus 2023 te ’s-Gravenhage [slachtoffer] opzettelijk
van het leven heeft beroofd, door
- die [slachtoffer] vanaf de Pletterijkade en/of de Uilebomen en/of de Boomsluiterskade in het water te duwen en/of trekken, althans die [slachtoffer] te duwen en/of aan die [slachtoffer] te trekken, althans een beweging te maken met/tegen het lichaam van die [slachtoffer] terwijl die
dichtbij de waterrand stond als gevolg waarvan die [slachtoffer] te water is geraakt,
- terwijl hij, verdachte, wist dat die [slachtoffer] niet kon zwemmen,
- terwijl hij, verdachte, wist dat die [slachtoffer] extreem dronken was en/of
- ( vervolgens) weg te gaan en die [slachtoffer] in het water achter te laten zonder te controleren hoe het met hem ging of hulp te verlenen, danwel in te schakelen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 25 augustus 2023 te ’s-Gravenhage roekeloos, in elk geval grovelijk, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onachtzaam en/of nalatig
- vanaf de Pletterijkade en/of de Uilebomen en/of de Boomsluiterskade [slachtoffer] in het water heeft geduwd en/of getrokken, althans die [slachtoffer] heeft geduwd en/of aan die [slachtoffer] heeft getrokken, althans een beweging te maken met/tegen het lichaam van die [slachtoffer] terwijl die dichtbij de waterrand stond als gevolg waarvan die [slachtoffer] te
water is geraakt,
- terwijl hij, verdachte, wist dat die [slachtoffer] niet kon zwemmen,
- terwijl hij, verdachte, wist dat die [slachtoffer] extreem dronken was en/of
- ( vervolgens) weg is gegaan en die [slachtoffer] in het water achter heeft gelaten zonder te controleren hoe het met hem ging of hulp te verlenen, danwel in te schakelen, waardoor het aan zijn schuld te wijten is dat [slachtoffer] is overleden;