Rechtbank Den Haag, eerste aanleg - meervoudig strafrecht overig

ECLI:NL:RBDHA:2025:20406

Op 4 November 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een eerste aanleg - meervoudig procedure behandeld op het gebied van strafrecht overig, wat onderdeel is van het strafrecht. Het zaaknummer is 09/167589-25, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBDHA:2025:20406. De plaats van zitting was Den Haag.

Soort procedure:
Instantie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
09/167589-25
Datum uitspraak:
4 November 2025
Datum publicatie:
4 November 2025

Indicatie

Veroordeeld voor zesmaal bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht (meermaals gepleegd), belaging (meermaals gepleegd) en een ander dwingen iets te dulden. Gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 voorwaardelijk en een proeftijd van 3 jaren met bijzondere voorwaarden welke dadelijk uitvoerbaar zijn verklaard. Contact- en locatieverbod ook dadelijk uitvoerbaar verklaard.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht

Meervoudige kamer

Parketnummers: 09/167589-25, 09/050268-25 en 10/006319-25 (ttz. gev.)

Datum uitspraak: 4 november 2025

Tegenspraak

De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1961 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),

BRP-adres: [adres 1] , [postcode] [woonplaats] ,

op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting [plaats] , locatie [locatie 1] .

1
Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 27 augustus 2025 (pro forma) en 21 oktober 2025 (inhoudelijke behandeling). Op de terechtzitting van 27 augustus 2025 zijn de onderhavige zaken gevoegd.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. P. de Mos en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. J.P. van Rossum naar voren is gebracht.

2
De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

Beslissing

3
De bewijsbeslissing
3.1.

Opgave van bewijsmiddelen

De rechtbank zal voor de feiten met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft deze bewezen verklaarde feiten namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit.

De officier van justitie heeft met betrekking tot deze feiten eveneens gerekwireerd tot bewezenverklaring.

De opgave van de bewijsmiddelen is als bijlage II aan dit vonnis gehecht.

3.2.

De bewezenverklaring

De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:

parketnummer 09-167589-25:

1

hij in de periode van 12 november 2024 tot en met 1 juni 2025 te Rijswijk en Rotterdam en Delft, in elk geval in Nederland, meermalen, [naam 1] , algemeen directeur van [instelling 1] , heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door (telefonisch):

- tegen een medewerker van [instelling 1] te zeggen: 'ik kom naar het kantoor en ik ga de baas en jullie afmaken' en/of 'hallo met [verdachte] . Ik wil even zeggen dat ik er zo aankom en dat ik jullie allemaal ga afmaken' en

- tegen een medewerker van de beveiliging van [instelling 1] te zeggen: 'bewaking... Dat was stilte voor de strom. Nu moet [naam 1] zestien, minstens badding arcineren, want ik heb 18 kogels. Hij moet nu echt uitkijken want jullie hebben voor bepaald berichten gestuurd naar politie. Hij is nu in levensgevaar' en

- tegen een medewerker van politie Eenheid Den Haag te zeggen: ‘ik beloof het jou, zodra ik buiten ben. Ik ga naar buiten en ik ga mensen vermoorden. Dat is geen grap, geen grap zeg ik je. Ik ga drie mensen vermoorden! Ik kan die namen noemen hoor. Die directeur van [instelling 1] ', in elk geval woorden en/of gedragingen van gelijke bedreigende aard en/of strekking;

2

hij in de periode van 29 november 2024 tot en met 6 december 2024 te Leiderdorp en Rotterdam, in elk geval in Nederland, meermalen, [naam 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door (telefonisch) tegen een medewerker van [instelling 2] te zeggen:

- ' [naam 2] over 25 minuten ben ik bij jullie. Bel de politie. Ik kom [naam 2] ophalen. Ik wil je zeggen [naam 2] gaat niet leven naar huis' en

- ‘ Zeg maar tegen [naam 2] . Ik ben nog niet klaar met haar. Ze moet uitkijken waar ze loop en wat ze doet. Ik wil haar doodmaken!', in elk geval woorden en/of gedragingen van gelijke bedreigende aard en/of strekking;

3

hij in de periode van 14 augustus 2024 tot en met 25 april 2025 te Rijswijk en Leiderdorp en Rotterdam, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam 1] en [naam 2] , door:

- veelvuldig naar [instelling 1] en [instelling 2] te bellen en bedreigingen naar die [naam 1] en [naam 2] te uiten en

- een vriendschapsverzoek op Facebook naar die [naam 2] te sturen, met het oogmerk die [naam 2] , te dwingen iets te dulden en vrees aan te jagen;

parketnummer 09-050268-25:

1

hij op 9 oktober 2021 te 's-Gravenhage [naam 3] en een of meerdere medewerkers van [instelling 1] waaronder [naam 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [naam 3] en [naam 2] dreigend de woorden toe te voegen:

- " Ik schiet je dood ik kom je doodschieten ik maak iedereen dood";

- " Je staat boven aan mijn lijst. Ik heb niks meer te verliezen",

althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

2

hij in de periode van 12 februari 2022 tot en met 14 februari 2022 te Rijswijk [naam 2] en meerdere medewerkers van [instelling 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door:

- een chatbericht te sturen met de tekst "Jij bent niet meer veilig als jij ontslag neemt van [instelling 1] of [locatie 2] dicht gaat llaat ik jullie met rust anders is een oorloog wie gaat winnen";

- een chatbericht te sturen met de tekst "Ik ben klaar om dood te gaan maar ik neem een aantal van jullie mee";

- zijn Facebook profielfoto te veranderen in een foto van [naam 2] en daarbij de tekst te plaatsen "een van ons moet dood";

- zijn Facebook foto te wijzigen in een lijst met namen van medewerkers van [instelling 1] , gevolgd door het wijzigen van zijn Facebook profielfoto in de foto van een machinegeweer;

- zijn Facebook omslagfoto te veranderen in een foto van [naam 2] en daarbij de tekst te plaatsen "Ik blijf gewoon bij er moeten doden valleb";

3

hij op 21 mei 2024 te Leiderdorp, een ander, te weten [naam 2] , door enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander en derden, te weten [naam 2] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten contact met [verdachte] , door [naam 2] 22 keer te bellen en aan haar assistente de woorden toe te voegen "Zeg maar tegen [naam 2] dat ik haar heb gevonden" en "Ik zet de filmpjes van de directeur online als jullie nog een keer de politie inzetten";

parketnummer 10-006319-25:

1

hij op meer tijdstippen op 6 december 2024 te Rotterdam, een medewerker van [instelling 3] , te weten met personeelsnummer [nummer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die medewerker telefonisch ten overstaan van de receptioniste van [instelling 3]

dreigend de woorden toe te voegen:

- " [naam 4] moet oppassen omdat ik hem dood ga schieten",

- " dit is de laatste keer dat je [naam 4] levend hebt gezien" en

- " ik kom maandag naar de locatie, ga de keel van [naam 4] door snijden en gooi hem vervolgens in de sloot",

althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en welke dreigende woorden waren gericht aan het adres van en bestemd voor voornoemde medewerker;

2

hij op 6 december 2024 te Rotterdam, een medewerker van [instelling 3] met personeelsnummer [nummer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,

door die medewerker dreigend de woorden toe te voegen "hoe ga je straks naar huis, ik schiet je kop eraf", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4
De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5
De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6
De strafoplegging
6.1.

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en als bijzondere voorwaarden de voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. De officier van justitie vordert tevens de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden.

Verder heeft de officier van justitie een vrijheidsbeperkende maatregel voor de duur van vijf jaren gevorderd, inhoudende een contactverbod met alle medewerkers van [instelling 1] , [instelling 2] en [instelling 3] en een verbod voor de verdachte zich binnen 250 meter van een vestiging en/of locatie van [instelling 1] , [instelling 2] en [instelling 3] te begeven. Daarbij vordert de officier van justitie een vervangende hechtenis van twee weken bij iedere geconstateerde overtreding, met een maximum van zes maanden. De officier van justitie vordert tevens de dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel.

6.2.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft verzocht een gevangenisstraf van 9 maanden op te leggen waarvan 4 maanden en 21 dagen onvoorwaardelijk en de rest voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en als bijzondere voorwaarden de voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. Subsidiair heeft de raadsman verzocht de eis van de officier van justitie te volgen. De raadsman heeft de rechtbank verder in overweging gegeven de verdachte ook een taakstraf op te leggen.

6.3.

Het oordeel van de rechtbank

Na te melden straf en maatregel zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.

Ernst van het feit

De verdachte heeft in een periode van ruim drie jaar een groot aantal personen met de dood bedreigd. De slachtoffers bestaan uit (oud-)directeuren, beveiligers en andere medewerkers van [instelling 1] , de oud-werkgever van de verdachte, [instelling 2] en [instelling 3] , een instantie waar de verdachte onder behandeling heeft gestaan. Ook heeft de verdachte (oud-)directeuren van [instelling 1] belaagd door deze herhaaldelijk te bellen en via Facebook te benaderen. Verder heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan dwang jegens één van de oud-directeuren van [instelling 1] door haar steeds te bellen en door tegen haar assistent te zeggen – nadat hij haar al langdurig en herhaaldelijk met de dood had bedreigd – dat hij haar (weer) gevonden had.

De gedragingen van de verdachte getuigen van een groot gebrek aan respect voor de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen. De uitingen van de verdachte zijn angstaanjagend en hebben het gevoel van veiligheid van de slachtoffers zwaar aangetast. Dit komt mede door de lange periode waarin de gedragingen van de verdachte hebben plaatsgevonden, de aard van de bedreigingen en de intensiteit van het door de verdachte gezochte contact met zijn slachtoffers. Een van de slachtoffers van de verdachte heeft zelfs een noodknop bij zich gedragen en met een stok naast haar bed geslapen. De impact van de gedragingen van de verdachte is dan ook bijzonder heftig geweest.

Persoon van de verdachte

De rechtbank heeft kennisgenomen van de justitiële documentatie van de verdachte. Daaruit blijkt dat de verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen.

De rechtbank heeft verder acht geslagen op de bevindingen van H.E.W. Koornstra, psycholoog, in zijn Pro Justitia-rapport van 9 september 2025. Volgens de psycholoog is de verdachte een ernstig alcoholverslaafde man die de afgelopen 20 jaar in toenemende mate drinkend doorbracht. Na zijn ontslag in 2022 verdween de rem op zijn gebruik van alcohol in het geheel. Alle feiten zijn onder invloed van alcohol gepleegd en gelet op het verband tussen de feiten en de alcohol wordt geadviseerd de feiten in verminderde mate aan hem toe te rekenen. Er is sprake van een matig tot hoog recidiverisico. De psycholoog adviseert de verdachte in het kader van een deels voorwaardelijke straf op te laten nemen in een verslavingskliniek. Verder is het van belang dat de verdachte in aansluiting op het klinische deel van zijn verslavingsbehandeling onder strikt toezicht van de reclassering dagbesteding krijgt.

De rechtbank is van oordeel dat het rapport van de psycholoog deugdelijk is gemotiveerd en dat de overwegingen in dit rapport de conclusies kunnen dragen. De rechtbank neemt die conclusies dan ook over en zal het bewezenverklaarde in verminderde mate aan de verdachte toerekenen.

De rechtbank heeft ook kennisgenomen van een reclasseringsadvies over de verdachte van 10 oktober 2025, waaruit volgt dat de reclassering de bevindingen van de psycholoog onderschrijft. De reclassering adviseert bij veroordeling van de verdachte hem op te leggen een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden, te weten: een meldplicht bij de reclassering, opname in een zorginstelling aansluitend aan zijn detentie, ambulante behandeling met de mogelijkheid tot een kortdurende klinische opname, een alcoholverbod en dagbesteding. De reclassering acht verder dadelijke tenuitvoerlegging van de bijzondere voorwaarden noodzakelijk.

Tot slot adviseert de reclassering de verdachte een contactverbod voor de duur van 5 jaar op te leggen met alle medewerkers van [instelling 1] en alle betrokkenen in de onderhavige strafzaak en een locatieverbod van 5 jaar inhoudende dat de verdachte zich niet binnen 500 meter afstand van de locaties van [instelling 1] mag bevinden. Gelet op de risico’s adviseert de reclassering ook de dadelijke tenuitvoerlegging van het contact- en locatieverbod.

Straf en maatregel

De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die vrijheidsbeneming van na te melden duur met zich brengt. Daarbij houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat het bewezen verklaarde in licht verminderde mate aan de verdachte wordt toegerekend.

Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot een strafoplegging die gelijk is aan wat door de officier van justitie is gevorderd. Gelet op alle omstandigheden, en in het bijzonder de ernst van de feiten en de reeks aan feiten, acht de rechtbank oplegging van een gevangenisstraf van 12 maanden passend en geboden. De rechtbank zal een deel van die straf, te weten 6 maanden, voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd van drie jaren en daaraan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden verbinden, om de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken en te bewerkstelligen dat een oplossing wordt gevonden voor de problematiek van de verdachte en zo de kans op recidive terug te dringen.

Gelet op het rapport van de psycholoog, het reclasseringsadvies en het daarin tot uitdrukking gebrachte hoge risico op recidive, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Daarom zal zij bevelen dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn.

Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

Naast de onvoorwaardelijke gevangenisstraf legt de rechtbank conform de vordering van de officier van justitie aan verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel op zoals bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht. Het doel van deze maatregel is beveiliging van de maatschappij en voorkoming van strafbare feiten. De rechtbank legt de maatregel op omdat zij van oordeel is dat er rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich op een andere manier belastend naar personen toe zal gedragen.

Deze maatregel bestaat allereerst uit een contactverbod, inhoudende dat verdachte gedurende 5 jaren op geen enkele wijze direct of indirect contact mag opnemen met alle medewerkers van [instelling 1] , [instelling 2] en [instelling 3] waaronder/en [naam 1] en [naam 2] . Ook legt de rechtbank aan verdachte een gebiedsverbod op, inhoudende dat verdachte zich gedurende 5 jaren niet mag ophouden binnen een straal van 250 meter vanaf de adressen van de vestigingen/locaties van [instelling 1] , [instelling 2] en [instelling 3] .

Voor iedere keer dat verdachte deze maatregel overtreedt, zal vervangende hechtenis worden opgelegd voor de duur van 2 weken, met een maximum van 6 maanden.

Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens de hierboven genoemde (rechts)personen beveelt de rechtbank, op grond van artikel 38v, vierde lid, Sr, dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

7
De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen:

- 14a, 14b, 14c, 14e, 38v, 38w, 57, 284, 285 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

8
De beslissing

De rechtbank:

verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.2 bewezen is verklaard;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:

ten aanzien van feit 1 op de dagvaarding met parketnummer 09/167589-25:

bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermaals gepleegd;

ten aanzien van feit 2 op de dagvaarding met parketnummer 09/167589-25:

bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermaals gepleegd;

ten aanzien van feit 3 op de dagvaarding met parketnummer 09/167589-25:

belaging, meermaals gepleegd;

ten aanzien van feit 1 op de dagvaarding met parketnummer 09/050268-25:

bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;

ten aanzien van feit 2 op de dagvaarding met parketnummer 09/050268-25:

bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermaals gepleegd;

ten aanzien van feit 3 op de dagvaarding met parketnummer 09/050268-25:

een ander door enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te dulden;

ten aanzien van feit 1 op de dagvaarding met parketnummer 10/006319-25:

bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermaals gepleegd;

ten aanzien van feit 2 op de dagvaarding met parketnummer 10/006319-25:

bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;

verklaart de verdachte daarvoor strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 12 (TWAALF) MAANDEN;

bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;

bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot 6 (ZES) MAANDEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op drie jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;

en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:

- zich gedurende de proeftijd meldt bij de SVG Reclassering Fivoor aan de [adres 2] op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zolang deze de reclassering dat noodzakelijk acht. De reclassering zal contact met de veroordeelde opnemen voor de eerste afspraak. Binnen dit toezicht werkt de veroordeelde aan bewustwording van zijn levensstijl en middelenproblematiek. Hiertoe volgt betrokkene de begeleidingsmodule Stap voor Stap;

- zich gedurende de proeftijd onthoudt van het gebruik van alcohol en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan ademonderzoek, bloedonderzoek of urineonderzoek. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;

- zich gedurende de eerste 12 maanden van de proeftijd, direct aansluitend aan de detentie van de veroordeelde, of zoveel korter als zijn behandelaars in overleg met de reclassering nodig achten, laat opnemen in een zorginstelling te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing, althans een soortgelijke intramurale instelling, waarbij de veroordeelde zich houdt aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van deze instelling worden gegeven. Indien er meer informatie bekend is over een plaatsingslocatie en/of -datum zal het OM hierover geïnformeerd worden. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen en/of controle op het innemen van de medicatie, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;

- zich laat behandelen door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start wanneer de reclassering dit nodig acht. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor detoxificatie en/of stabilisatie. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal de veroordeelde zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;

- zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, vrijwilligerswerk en/of

vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;

geeft opdracht aan SVG Reclassering Fivoor tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;

voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:

- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;

- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen.

beveelt dat bovengenoemde bijzondere voorwaarden en het -op grond van artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht- uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;

legt op de maatregel:

- dat de veroordeelde voor de duur van 5 (vijf) jaren op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met medewerkers van [instelling 1] , [instelling 2] en [instelling 3] , [naam 1] en [naam 2] ; en

- dat de veroordeelde zich voor de duur van 5 (vijf) jaren niet zal bevinden in een straal van 250 meter van vestigingen/locaties van [instelling 1] , [instelling 2] en [instelling 3] ;

beveelt dat de vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van twee weken voor iedere keer dat de maatregel wordt overtreden, met een maximum van zes maanden;

toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de maatregel niet op;

beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde gevangenisstraf;

Dit vonnis is gewezen door

mr. G.A. van Essen, voorzitter,

mr. M. Rootring, rechter,

mr. S. Pereth, rechter,

in tegenwoordigheid van mr. A. Copier en J. Timmer, griffiers,

en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 november 2025.

Bijlage I

Tekst tenlasteleggingen

parketnummer 09-167589-25:

1

hij in of omstreeks de periode van 12 november 2024 tot en met 1 juni 2025 te Rijswijk en/of Rotterdam en/of Delft, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, [naam 1] , algemeen directeur van [instelling 1] , heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door (telefonisch):

- tegen (een) medewerker(s) van [instelling 1] te zeggen: 'ik kom naar het kantoor en ik ga de baas en jullie afmaken' en/of 'hallo met [verdachte] . Ik wil even zeggen dat ik er zo aankom en dat ik jullie allemaal ga afmaken' en/of

- tegen een medewerker van de beveiliging van [instelling 1] te zeggen: 'bewaking... Dat was stilte voor de strom. Nu moet [naam 1] zestien, minstens badding arcineren, want ik heb 18 kogels. Hij moet nu echt uitkijken want jullie hebben voor bepaald berichten gestuurd naar politie. Hij is nu in levensgevaar' en/of

- tegen een medewerker van politie Eenheid Den Haag te zeggen: ‘ik beloof het jou, zodra ik buiten ben. Ik ga naar buiten en ik ga mensen vermoorden. Dat is geen grap, geen grap zeg ik je. Ik ga drie mensen vermoorden! Ik kan die namen noemen hoor. Die directeur van [instelling 1] ', in elk geval woorden en/of gedragingen van gelijke bedreigende aard en/of strekking;

2

hij in of omstreeks de periode van 29 november 2024 tot en met 6 december 2024 te Leiderdorp en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, [naam 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door (telefonisch) tegen die [naam 2] en/of (een) medewerker(s) van [instelling 2] te zeggen:

- ' [naam 2] over 25 minuten ben ik bij jullie. Bel de politie. Ik kom [naam 2] ophalen. Ik wil je zeggen [naam 2] gaat niet leven naar huis' en/of

- ‘ Zeg maar tegen [naam 2] . Ik ben nog niet klaar met haar. Ze moet uitkijken waar ze loop en wat ze doet. Ik wil haar doodmaken!', in elk geval woorden en/of gedragingen van gelijke bedreigende aard en/of strekking;

3

hij in of omstreeks de periode van 14 augustus 2024 tot en met 25 april 2025 te Rijswijk en/of Leiderdorp en/of Rotterdam, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam 1] en/of [naam 2] , door:

- ( veelvuldig) naar [instelling 1] en/of [instelling 2] te bellen en (vervolgens) bedreigingen naar die [naam 1] en/of [naam 2] te uiten en/of

- een vrienschapsverzoek op Facebook naar die [naam 2] te sturen, met het oogmerk die [naam 1] en/of [naam 2] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;

parketnummer 09-050268-25:

1

hij op of omstreeks 9 oktober 2021 te 's-Gravenhage [naam 3] en/of een of meerdere medewerkers van [instelling 1] waaronder [naam 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [naam 3] en/of een of meerdere medewerkers van [instelling 1] waaronder [naam 2] dreigend de woorden toe te voegen:

- " Ik schiet je dood ik kom je doodschieten ik maak iedereen dood";

- " Je staat boven aan mijn lijst. Ik heb niks meer te verliezen",

althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

2

hij in de periode van 12 februari 2022 tot en met 14 februari 2022 te Rijswijk [naam 2] en/of een of meerdere medewerkers van [instelling 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door:

- een chatbericht te sturen naar [naam 2] met de tekst "Jij bent niet meer veilig als jij ontslag neemt van [instelling 1] of [locatie 2] dicht gaat llaat ik jullie met rust anders is een oorloog wie gaat winnen";

- een chatbericht te sturen naar [naam 2] met de tekst "Ik ben klaar om dood te gaan maar ik neem een aantal van jullie mee";

- zijn Facebook profielfoto te veranderen in een foto van [naam 2] en daarbij de tekst te plaatsten "een van ons moet dood";

- zijn Facebook profielfoto te wijzigen in een lijst met namen van medewerkers van [instelling 1] , gevolgd door het wijzigen van zijn Facebook profielfoto in de foto van een machinegeweer;

- zijn Facebook omslagfoto te veranderen in een foto van [naam 2] en daarbij de tekst te plaatsen "Ik blijf gewoon bij er moeten doden valleb";

3

hij op of omstreeks 21 mei 2024 te Leiderdorp, een ander, te weten [naam 2] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander en/of derden, te weten [naam 2] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, te weten contact met [verdachte] , door [naam 2] 22 keer te bellen en aan haar assistente de woorden toe te voegen "Zeg maar tegen [naam 2] dat ik haar heb gevonden" en "Ik zet de filmpjes van de directeur online als jullie nog een keer de politie inzetten";

( art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )

parketnummer 10-006319-25:

1

hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 6 december 2024 te Rotterdam, een medewerker van [instelling 3] , te weten met personeelsnummer [nummer 1] heeft bedreigd

met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,

door die medewerker (telefonisch ten overstaan van de receptioniste van [instelling 3] )

dreigend de woorden toe te voegen:

- " [naam 4] moet oppassen omdat ik hem dood ga schieten",

- " dit is de laatste keer dat je [naam 4] levend hebt gezien" en/of

- " ik kom maandag naar de locatie, ga de keel van [naam 4] door snijden en gooi hem vervolgens in de sloot",

althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en welke dreigende woorden waren gericht aan (het adres van) en/of bestemd voor voornoemde medewerker;

2

hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 6 december 2024 te Rotterdam, een medewerker van [instelling 3] , te weten met personeelsnummer [nummer 2] heeft bedreigd

met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,

door die medewerker dreigend de woorden toe te voegen "hoe ga je straks naar huis, ik schiet je kop eraf", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

Bijlage II