Zoeken naar rechterlijke uitspraken en jurisprudentie

Via Uitspraken.nl kunt u eenvoudig zoeken in onze online uitspraken databank door het invoeren van één of meerdere trefwoorden. Het is uiteraard ook mogelijk om te zoeken op wetsartikelen, zaaknummer, ECLI nummer of het oude LJN nummer.

Voorlopige voorziening Omgevingsrecht

23 augustus 2024
ECLI:NL:RBGEL:2024:5749

Op 23 augustus 2024 heeft de Rechtbank Gelderland een voorlopige voorziening procedure behandeld op het gebied van omgevingsrecht, wat onderdeel is van het bestuursrecht. Het zaaknummer is AWB- 24_5503 en 24_5477, bekend onder ECLI code ECLI:NL:RBGEL:2024:5749. De plaats van zitting was Arnhem.

Soort procedure
Rechtsgebied
Zaaknummer(s)
AWB- 24_5503 en 24_5477
Datum uitspraak
23 augustus 2024
Datum gepubliceerd
23 augustus 2024
Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem

Bestuursrecht

zaaknummers: ARN 24/5503 en 24/5477

uitspraak van de voorzieningenrechter van

in de zaak tussen
[verzoeker]
, uit
[plaats]
, verzoeker,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden en de burgemeester van de gemeente Rheden, verweerders

(gemachtigde:

[naam gemachtigde]
).

Als derde-partij neemt aan de zaken deel:

[derde-partij]
uit
[plaats]
(vergunninghouder)

(gemachtigde:

[naam gemachtigde]
).

Samenvatting

1. Deze uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening gaat over de besluiten van verweerders om aan vergunninghouder:

- een vergunning en ontheffing op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening Rheden (APV) en een ontheffing op grond van de Alcoholwet (samen: de evenementenvergunning) en

- een tijdelijke omgevingsvergunning

te verlenen voor het houden van het evenement Carolinafestival in Dieren. Verzoeker is het niet eens met deze besluiten en heeft tegen beide besluiten bezwaar gemaakt. Hij voert daartoe een aantal gronden aan. De gronden die verzoeker aanvoert tegen de evenementenvergunning zijn grotendeels dezelfde als de gronden die verzoeker aanvoert tegen de tijdelijke omgevingsvergunning. De voorzieningenrechter zal de gronden daarom gezamenlijk behandelen.

2. De voorzieningenrechter beoordeelt de verzoeken aan de hand van deze gronden. Hij beoordeelt in deze uitspraak of het bezwaar tegen de besluiten een redelijke kans van slagen heeft.

3. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening deels toe. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.

Procesverloop

4. Vergunninghouder heeft op 13 juni 2024 een aanvraag voor een tijdelijke omgevingsvergunning, een evenementenvergunning en een ontheffing op grond van de Alcoholwet ingediend ten behoeve van het Carolinafestival op 30 en 31 augustus 2024 in Dieren.

4.1.

De burgemeester heeft op 9 juli 2024 de vergunning voor het houden van het evenement en de ontheffing op grond van de Alcoholwet verleend en het college op 16 juli 2024 de omgevingsvergunning voor het tijdelijk inrichten van het Carolinapark ten behoeve van het festival.

4.2.

Verzoeker heeft tegen beide besluiten bezwaar gemaakt. Omdat de vergunningen zijn verleend voor de periode van woensdag 28 augustus 2024 (opbouw van het terrein) tot en met zondag 1 september 2024 (afbraak) en de beslissingen op de bezwaarschriften niet voor die tijd zullen zijn genomen, heeft hij ook verzocht om als voorlopige voorziening de vergunningen te schorsen.

4.3.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening op 20 augustus 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verweerders alsmede

[persoon A]
,
[persoon B]
,
[persoon C]
,

[persoon D]
,
[persoon E]
, namens verweerders. Namens vergunninghouder hebben aan de zitting deelgenomen: de gemachtigde van vergunninghouder en
[persoon F]
.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

Is er een spoedeisend belang?

5. Indien tegen een besluit bij de bestuursrechter beroep is ingesteld dan wel,

voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de bestuursrechter, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, kan de voorzieningenrechter van de bestuursrechter die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

5.1.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat verzoeker een spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening, omdat het festival op korte termijn gehouden zal worden en niet te verwachten is dat voor die tijd op de bezwaren van verzoeker zal zijn beslist.

Geen beoordeling van de ontheffing van de Alcoholwet

6. Aan vergunninghouder is een ontheffing op grond van artikel 35 van de

Alcoholwet verleend voor het schenken van alcoholische drank aan de bezoekers van het festival. Verzoeker vraagt zich af of het volgens de erfdienstbaarheden die op het park rusten, is toegestaan om in het park alcohol te schenken. Op zitting heeft verzoeker te kennen gegeven dat het op de weg van de burgemeester ligt om in de beslissing op bezwaar duidelijk te maken welke erfdienstbaarheden er gelden. Omdat dat op dit moment niet helder is, hoeft deze grond wat hem betreft in deze procedure verder niet te worden besproken. De voorzieningenrechter laat deze grond daarom buiten beschouwing.

Wettelijk kader evenementen- en omgevingsvergunning

7. Degene die een festival houdt moet over een evenementenvergunning beschikken

op grond van artikel 2:25, eerste lid, van de APV. Op grond van artikel 2:25, vierde lid, van de APV kan de burgemeester een evenementenvergunning weigeren indien er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

7.1.

Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet (Ow) in werking getreden. Met de

inwerkingtreding van deze wet heeft elke gemeente direct een omgevingsplan van rechtswege dat regels geeft over de fysieke leefomgeving voor het gehele grondgebied van de gemeente. Dat omgevingsplan bestaat voor nu uit een tijdelijk deel, waarin onder meer alle bestemmingsplannen zijn opgenomen die vóór 1 januari 2024 golden. Op het perceel is het bestemmingsplan “Dieren 2017, Woongebieden - Zuid” van toepassing. Dat bestemmingsplan maakt dus onderdeel uit van het tijdelijk deel van het omgevingsplan van de gemeente Rheden. Volgens het bestemmingsplan geldt op het perceel de enkelbestemming “Groen” en de dubbelbestemmingen “Waarde - Cultuurhistorie” en “Waarde - Archeologie 1.

7.2.

De voorzieningenrechter overweegt dat uit artikel 5 van de planregels volgt dat evenementen op deze locatie niet zijn toegestaan. Uit artikel 23 van de planregels volgt dat incidentele evenementen waarvoor volgens een wettelijk voorschrift vergunning, ontheffing of vrijstelling is verleend, dan wel waarvoor een melding is gedaan, mogen worden gehandhaafd. Het college stelt zich op het standpunt dat het Carolinafestival een jaarlijks terugkerend evenement is en dat er dus geen sprake is van een incidenteel evenement. Het plan is daarom in strijd met het vigerende bestemmingsplan.

7.3.

Een activiteit die in strijd is met het omgevingsplan wordt een buitenplanse omgevingsplanactiviteit genoemd. Op grond van artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Ow is het verboden om zonder omgevingsvergunning een omgevingsplanactiviteit te verrichten. In het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) staan beoordelingsregels. Deze beoordelingsregels vormen het toetsingskader dat geldt wanneer het college de omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit verleent. In artikel 8.0a, tweede lid, van het Bkl staat dat de omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplan-activiteit alleen wordt verleend met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties.

Hebben verweerders in redelijkheid beide vergunningen voor het evenement kunnen verlenen?

8. Verzoeker betoogt dat hij een ontoelaatbare overlast van het evenement ervaart. Het college heeft de geluidsnorm op maximaal 80 db(A) op de gevel vastgesteld, maar dat veroorzaakt te veel lawaai in de woning en in de tuin van verzoeker. Een evenement met dergelijke geluidsnormen past niet in een woonwijk. Ook zijn er nooit geluidsmetingen op zijn gevel verricht. Daarnaast is verzoeker niet door vergunninghouder geraadpleegd over het evenement, is er in de vergunning geen toestemming verleend voor het gebruik van een aggregaat, geldt er een toegangsverbod van zonsondergang tot zonsopgang voor het park, levert het festival schade op aan de beplanting in het park en is onduidelijk of bij een calamiteit tijdig een ontruiming kan plaatsvinden omdat de ingangen mogelijk niet breed genoeg zijn en geblokkeerd worden door fietsen. Ook is niet gebleken dat alternatieve locaties door het college en vergunninghouder zijn onderzocht. Verzoeker betwijfelt of dit festival een positieve bijdrage levert aan de kern Dieren, zoals door vergunninghouder ten doel is gesteld.

Participatie

9. De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Het uitgangspunt onder de Omgevingswet is dat participatie door de initiatiefnemer (in dit geval vergunninghouder) bij omgevingsvergunningen vrijwillig is, maar de gemeenteraad kan gevallen aanwijzen waarin participatie een verplicht aanvraagvereiste is. Op zitting hebben verweerders verklaard dat de gemeente Rheden op dit punt niets heeft vastgelegd. Dat betekent dat vergunninghouder voor dit project niet verplicht aan participatie heeft moeten doen.

9.1.

Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter nog het volgende. Op zitting heeft vergunninghouder toegelicht dat het Carolinafestival al enkele jaren plaatsvindt. In het verleden werden informatiebijeenkomsten georganiseerd voor omwonenden, maar daar was weinig belangstelling voor. Vergunninghouder is daarom gestopt met het organiseren van deze bijeenkomsten en heeft er voor gekozen om ongeveer twee weken voor het evenement een informatiebrief aan de omwonenden van het park te sturen.

9.2.

Nu participatie voor dit project niet verplicht is en vergunninghouder naar het oordeel van de voorzieningenrechter op vrijwillige basis aan een vorm van participatie heeft gedaan, slaagt het betoog van verzoeker op dit punt niet.

Aggregaat

10. De voorzieningenrechter overweegt dat uit de aanvraag, de besluiten en de plattegrond blijkt dat er gebruik wordt gemaakt van een aggregaat met een capaciteit van 60 kVA. Verzoeker voert weliswaar aan dat hij overlast ervaart van de uitstoot van dit aggregaat, maar op zitting is gebleken dat vergunninghouder al in 2021 het aggregaat op verzoek van verzoeker heeft verplaatst naar de andere kant van het park. Ook dit jaar zal het aggregaat op die plek worden geplaatst. Nog daargelaten dat het voor de voorzieningenrechter niet duidelijk is welke belangen van verzoeker worden geschaad, heeft verzoeker onvoldoende onderbouwd dat een dergelijk aggregaat niet vergund kan worden.

Schade aan de beplanting van het park

11. Aan vergunninghouder is ontheffing verleend om het park met voertuigen te betreden en om kramen te plaatsen. Naar aanleiding van het betoog van verzoeker dat er na het festival nog langdurig bandensporen in het park te zien zijn, heeft vergunninghouder op zitting toegelicht dat er een voor- en naschouw zal plaatsvinden. Toen vorig jaar bleek dat een bandenspoor in het gras was ontstaan, is die strook ook opnieuw ingezaaid. Met de gemeente Rheden, als eigenaar van het park, zijn dit jaar weer afspraken gemaakt over herstel van eventuele schade. Deze voor- en naschouw is ook opgenomen in de voorschriften. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de burgemeester hier terecht geen reden in gezien om de ontheffing te weigeren.

Toegang park

12. Ook dit betoog van verzoeker faalt. De gemeente Rheden is eigenaar van het park en heeft als eigenaar bepaald dat het niet is toegestaan om het park te betreden tussen zonsondergang en zonsopgang. Deze bepaling staat naar het oordeel van de voorzieningenrechter de mogelijkheid van het verlenen van een evenementenvergunning en een tijdelijke omgevingsvergunning niet in de weg.

Veiligheid bij calamiteiten

13. Het is de voorzieningenrechter gebleken dat verzoeker zich afvraagt of er voldoende veiligheidsmaatregelen zijn genomen bij de ingangen van het park. De voorzieningenrechter stelt vast dat er een veiligheidsplan door vergunninghouder is ingediend en dat er veiligheidsvoorschriften in de vergunning zijn opgenomen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verzoeker onvoldoende onderbouwd waarom dit veiligheidsplan gebrekkig zou zijn, zodat dit betoog van verzoeker faalt.

Geluid

14. Verzoeker stelt verder dat de geluidsnormen dit jaar soepeler zijn dan eerder. De burgemeester heeft in de evenementenvergunning als voorschrift opgenomen dat het geluidsniveau op de gevels van de omliggende woningen maximaal 80 dB(A) mag bedragen. In eerdere vergunningen voor het Carolinafestival was echter aanvullend opgenomen dat, als er binnen 50 meter van het podium geen woningen aanwezig zijn, de genoemde beoordelingsniveaus gelden op een afstand van 50 meter. Op zitting heeft verzoeker toegelicht dat deze 50 meter regel voor hem van belang is, omdat zijn woning op meer dan 50 meter van het podium staat, maar zijn tuin binnen die afstand ligt. Als de 50 meter regel niet wordt opgenomen, betekent dat dus dat het maximaal toegelaten geluidsniveau hoger wordt. Op zitting hebben verweerders bevestigd dat de 50 meter regel is gebaseerd op het “Handboek Evenementen Rheden”. Dat is op 28 november 2017 vastgesteld, maar is nog steeds van toepassing op evenementen in de gemeente Rheden. In de evenementenvergunning is niet gemotiveerd waarom wordt afgeweken van de 50 meter regel die in dit beleid is opgenomen. Op de zitting hebben verweerders ook verklaard dat het niet de bedoeling was om dit jaar van die bepaling af te wijken. Voor zover zij stellen dat de 50 meter regel ook dit jaar geldt omdat in de evenementenvergunning naar het Handboek wordt verwezen, volgt de voorzieningenrechter dat niet. De tekst van de voorschriften in de vergunning zelf is immers bepalend. Verder heeft de vergunninghouder nog betoogd dat de 50 meter regel in de praktijk niet nodig zal zijn, maar de voorzieningenrechter acht het niet uit te sluiten dat de bepaling toch relevant kan zijn. Daarbij blijkt uit de zitting dat het de bedoeling van verweerder was om de 50 meter regel te laten gelden, zodat er geen reden is om deze dan niet op te nemen als voorschrift. De voorzieningenrechter zal, in het kader van de rechtszekerheid, het verzoek om voorlopige voorziening dan ook deels toewijzen en bij wijze van voorlopige voorziening de geluidsvoorschriften van de evenementenvergunning zo aanpassen dat de maximale geluidsnormen van 80 dB(A) en 90 dB(C) gelden op een afstand van 50 meter wanneer daarbinnen geen woningen aanwezig zijn.

Belangenafweging

15. Voor een verdergaande voorziening ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding. Het evenement betreft een jaarlijks relatief kleinschalig evenement van twee dagen met als doelgroep families en vriendengroepen. Verweerders hebben in de vergunningen voldoende toegelicht waarom zij een dergelijk festival in het belang achten van de gemeente en haar bewoners. De voorzieningenrechter begrijpt van verzoeker dat hij veel hinder ervaart van het geluid van dit evenement, maar acht het niet aannemelijk dat de tijdelijke geluidshinder van dit evenement onaanvaardbaar is gelet op de belangen van vergunninghouder en de bezoekers van het festival. Bovendien hebben verweerders op zitting toegelicht dat er in eerdere jaren geluidsmetingen door de ODRA hebben plaatsgevonden op verschillende locaties aan de randen van het park en dat het geluidsniveau binnen de gestelde geluidsnormen bleef. Ook heeft vergunninghouder op zitting benadrukt dat hij zal toezien op naleving van deze geluidsnormen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter hebben verweerders daarom redelijkerwijs een doorslaggevend gewicht kunnen toekennen aan de belangen die gediend zijn bij het houden van het festival. Dat nu binnen twee weken drie evenementen plaatsvinden in de nabije omgeving (op 16 augustus het Kadefestival aan de IJsselkade in Dieren en op 31 augustus zowel het Carolinafestival als Wilspa in Spankeren) maakt dit niet anders. Dat is niet zo’n grote samenloop van evenementen, en de afstand tussen die evenementen is ook niet zo klein, dat dit tegengegaan zou moeten worden.

Alternatieve locaties

16. Met betrekking tot het betoog dat verweerders ten onrechte niet hebben onderzocht of dit evenement elders kan plaatsvinden overweegt de voorzieningenrechter dat op grond van vaste rechtspraak geldt dat als een project op zichzelf aanvaardbaar is, het bestaan van alternatieven alleen dan tot het onthouden van medewerking dwingt, indien op voorhand duidelijk is dat door de verwezenlijking van één of meerdere alternatieven een gelijkwaardig resultaat kan worden bereikt met aanmerkelijk minder bezwaren. De voorzieningenrechter overweegt dat verzoeker geen gelijkwaardig alternatief heeft aangedragen waarvan op voorhand duidelijk is dat daar aanmerkelijk minder bezwaren tegen zullen bestaan. Daarbij is van belang dat de vergunninghouder ook heeft toegelicht dat het Carolinafestival een lokaal ontstaan initiatief is.

Conclusie en gevolgen

17. De voorzieningenrechter wijst het verzoek deels toe en treft de voorlopige voorziening dat tijdens het Carolinafestival op 30 augustus 2024 en 31 augustus 2024 het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau op de gevels van de woningen ten hoogste 80 dB(A) en 90 dB(C) mag bedragen. Wanneer er binnen 50 meter van het podium geen woningen aanwezig zijn, gelden de genoemde beoordelingsniveaus op een afstand van 50 meter.

17.1.

De voorzieningenrechter ziet aanleiding te bepalen dat verweerders het griffierecht aan verzoeker moeten vergoeden. Er zijn geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten.

Beslissing

De voorzieningenrechter:

- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening deels toe;

- schorst de evenenementenvergunning, uitsluitend voor wat betreft de geluidsvoorschriften;

- bepaalt dat de geluidsvoorschriften als volgt komen te luiden:

het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau mag op de gevels van woningen ten hoogste 80 dB(A) en 90 dB(C) bedragen. Wanneer er binnen 50 meter van het podium geen woningen

aanwezig zijn, gelden de genoemde beoordelingsniveaus op een afstand van 50 meter;

- wijst het verzoek voor het overige af;

- bepaalt dat verweerders het griffierecht van € 187,- aan verzoeker moet vergoeden.

Deze uitspraak is gedaan door mr. G.A. van der Straaten, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van A. de Wijse-Hageman, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op

griffier

voorzieningenrechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

ABRvS 31 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2058. Deze uitspraak is weliswaar gebaseerd op de Wabo (en dus op het oude recht), maar de voorzieningenrechter is van oordeel dat deze rechtspraak ook onverkort toegepast kan worden onder de Omgevingswet.

Zie ook

Oozo.nl
Weten wat er in jouw buurt of straat gebeurt?
FaillissementsDossier.nl
Alle faillissementen en surseances in Nederland
FaillissementsDossier.be
Alle faillissementen en opschortingen in België
ProcedureCollective.fr
Alle faillissementen in Frankrijk
DatIsSlimBedacht.nl
Tips - Ideeën - Slimmigheden
  • Uitspraken.nl is een produkt van Binq Media B.V. - Mart Smeetslaan 1, 1217 ZE Hilversum - Kvk nummer 54506158