1
De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een door de militaire kamer toegewezen vordering tot wijziging van de tenlastelegging ten aanzien van parketnummer 05/760042-18, tenlastegelegd dat:
feit 1
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 maart 2018 tot en met 14 juli 2018 in de gemeente [woonplaats], althans in Nederland en/of in België (telkens) zonder erkenning één of meer wapens en/of onderdelen behorende bij één of meer wapen(s) van categorie II en/of III, te weten
? een MG30 (dossier pag. 15 en 16) en/of
? een K98 (dossier pag. 16 en 17) en/of
? een M1 Garand (dossier pag. 17 en 18) en/of
? een G43 (dossier pag. 18) en/of
? een MP35 (dossier pag. 18) en/of
? een MG42 (dossier pag. 19 en 20) en/of
? een Lee Enfield No. 4 (dossier pag. 20 en 21) en/of
? een STG (Sten-Gun) (dossier pag. 22) en/of
? een MP40 (dossier pag. 24) en/of
? een MG34 (dossier pag. 24) en/of
? één of meer magazijnen (dossier pag. 24)
en/of munitie van categorie II en/of III , te weten
? zes, althans een aantal, mortiergrana(a)t(en) (dossier pag. 13 en 14) en/of
? zeventig, althans een aantal, scherpe patro(o)n(en) (dossier pag. 15) en/of
? een aantal patro(o)n(en) behorende bij een MG42 en/of MP40 (dossier pag. 24)
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft verhandeld en/of (anderzins) ter beschikking heeft gesteld, al dan niet in uitvoering van een bedrijf en/of, terwijl, hij verdachte, daar een gewoonte en/of beroep van heeft gemaakt;
feit 2
hij op of omstreeks 25 juli 2018 in de gemeente [woonplaats] één of meer wapen(s) en/of één of meer onderdelen en/of hulpstukken behorende bij één of meer wapen(s) van categorie II, ond 1 van de Wet wapens en munitie te weten
? twee, althans een aantal, mortier(en) met grondplaat, kaliber 8cm (volgnummer 10: pag. 115 t/m 116 + foto's pag. 140 t/m 141 en volgnummer 11: pag. 116 t/m 117 + foto's pag. 142 t/m 143)
zijnde vuurwapen(s) voorhanden heeft gehad
één of meer wapen(s) van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie te weten
? een machinegeweer van het merk [wapen] , type MG34, kaliber 7.92 x 57 mm met serienummer [serienummer] (volgnummer 4: pag. 105 t/m 107 + foto's pag. 128 t/m 129) en/of
? een loop behorende tot een machinegeweer van het type MG34, kaliber 7.92 x 57mm (volgnummer 5: pag. 108 t/m 109 + foto's pag. 130) en/of
? een machinegeweer van het merk [wapen] , type M53, kaliber 7.92 (volgnummer 6: pag. 109 t/m 111, foto's pag. 131 t/m 134) en/of
? een loop behorende tot een machinegeweer van het type MG42/MG53, kaliber 7.92 x 57mm (volgnummer 7: pag. 111 t/m 112 + foto's pag. 135) en/of
? een machinegeweer van het merk [wapen] , type M1919 A4, kaliber .30mm (volgnummer 8: pag. 112 t/m 114 + foto's pag. 136 t/m 137) en/of
? een samenstelling van onderdelen, welke zijn bestemd voor een machinegeweer van het merk [wapen] , type M2, kaliber .50BMG (volgnummer 9: pag. 114 t/m 115 + foto's pag. 138 t/m 139)
zijnde één of meer vuurwapen(s) geschikt om automatisch te vuren voorhanden heeft gehad en/of
één of meer wapen(s) van categorie II, onder 7 van de Wet wapens en munitie te weten
? twee, althans een aantal, handgrana(a)t(en) model Stielhandgranate 24 (volgnummer 3: pag. 105 + foto pag. 127) en/of
? twee, althans een aantal, antitankmijn(en) model Tellermine 35 (volgnummer 14: pag. 119 t/m 120 + foto's pag. 147) en/of
? twee, althans een aantal, ontsteker(s), type drukontsteker DZ 35A, bestemd voor de antitankmijn Tellermine 35 (volgummer 15: pag. 120 t/m 121 + foto pag. 148) en/of
? een antipersoneelmijn, type mortiermijn, model S-mine 35 (volgnummer 16: pag. 121 t/m 122 + foto pag. 149) en/of
? zes, althans een aantal, druk- en/of trek ontstekers, bestemd voor de antipersoneelsmijn, type S-mine 35 en/of ZZ42 en/of ZZ35 (volgnummer 17: pag. 122 t/m 123 + foto pag. 150),
zijnde één of meer voorwerp(en) bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing voorhanden heeft gehad;
feit 3
hij op of omstreeks 25 juli 2018 in de gemeente [woonplaats] munitie van categorie II onder 3 van de Wet wapens en munitie, te weten
? een brisant mortiergranaat van het kaliber 8cm en/of drie, althans een aantal, hierbij behorende mortiergranaat ontstekers (volgnummer 12: pag. 117 t/m 118 + foto's pag. 144 t/m 145) en/of
? drie, althans een aantal, brisant mortiergrana(a)t(en) van het kaliber 8cm (volgnummer 13: pag. 118 t/m 119 + foto pag. 146)
voorhanden heeft gehad;
feit 4
hij op of omstreeks 25 juli 2018 in de gemeente [woonplaats] een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen
geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk
? een nabootsing van een machinepistool, welke gelijkende is op een bestaand vuurwapen een Sten Gun, model MK II (volgnummer 1: pag. 103 t/m 104 + foto's pag. 125) en/of
? twee, althans een aantal, nabootsing(en) van een handgranaat, welke gelijkende is/zijn op een bestaande handgranaat een Stielhandgranate 24 (volgnummer 2: pag. 104 t/m 105 + foto pag. 126) voorhanden heeft gehad.
Aan verdachte is ten aanzien van parketnummer 05/760005-19 ten laste gelegd dat:
hij op één of meerdere tijdstip(pen) op of omstreeks de periode van 24 juli 2019 tot en met 25 juli 2019 te [woonplaats], in elk geval in Nederland, een wapen van categorie III, onder l van de Wet wapens en munitie, te weten een (grendelkogel)geweer, van het merk [wapen] , type K98, kaliber 7.92x57 millimeter, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer voorhanden heeft gehad.
Overwegingen
2
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Ten aanzien van parketnummer 05/760042-18
(Voetnoot 1)
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte heeft in de ten laste gelegde periode in Nederland en/of België een K98, een M1 Garand, een MP35 met magazijnen, een G43, een MG42 en een Lee Enfield no. 4 gekocht en/of verkocht. (Voetnoot 2) Verdachte heeft de wapens, waaronder in elk geval de Lee Enfield, zonder EU-certificaat verkocht. (Voetnoot 3) Daarnaast had verdachte mortiergranaten voorhanden en maakte hij mortiergranaten onklaar. (Voetnoot 4)
Op 25 juli 2018 werden bij een doorzoeking in de woning van verdachte in [woonplaats] de volgende wapens gevonden: (Voetnoot 5)
2 mortieren, met kaliber 8 cm, inclusief grondplaat; (Voetnoot 6)
? een machinegeweer van het merk [wapen] , type MG34, kaliber 7.92x57 mm, voorzien van serienummer [serienummer] ; (Voetnoot 7)
? een loop behorende tot een machinegeweer van het type MG34, met kaliber 7.92x57 mm; (Voetnoot 8)
? een machinegeweer van het merk [wapen] , type M53 , met kaliber 7.92 mm; (Voetnoot 9)
? een loop behorende tot een machinegeweer van het type MG42 of MG53, met kaliber 7.92x55 mm; (Voetnoot 10)
? een machinegeweer van het merk [wapen] , type M1919 A4, met kaliber .30; (Voetnoot 11)
? een samenstelling van onderdelen, die bestemd zijn voor een machinegeweer van het merk [wapen] , type M2, met kaliber .50 BMG; (Voetnoot 12)
2 handgranaten, model Stielhandgranate 24; (Voetnoot 13)
2 antitankmijnen, model Tellermine 35; (Voetnoot 14)
2 drukontstekers, type DZ 35A, geschikt voor onder andere de antitankmijn van het type Tellermine 35; (Voetnoot 15)
? een antipersoneelsmijn, type mortiermijn, model S-mine 35; (Voetnoot 16)
3 drukontstekers, type S-mine 35 en een 3 trekontstekers, type ZZ42 en ZZ35, allen bestemd voor de antipersoneelsmijn, type S-mine 35; (Voetnoot 17)
? een nabootsing van een machinepistool met een sprekende gelijkenis met een bestaand vuurwapen, te weten een Sten Gun, model MK II; (Voetnoot 18)
2 nabootsingen van een handgranaat met een sprekende gelijkenis met een bestaande handgranaat, te weten en Stielhandgranate 24. (Voetnoot 19)
3 brisant mortiergranaten van het kaliber 8cm. (Voetnoot 20)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de militaire kamer verzocht om per onderdeel te beoordelen of sprake is van een vuurwapen in de zin van artikel 1 van de Wet Wapens en Munitie (hierna: WWM) en of sprake is van een strafbare gedraging in de zin van de WWM. Daarnaast heeft de verdediging gesteld dat niet kan worden bewezen dat verdachte in vuurwapens en munitie heeft gehandeld. In dit kader is aangevoerd dat nergens uit blijkt dat het om werkende vuurwapens en scherpe munitie ging, zeker niet nu sommige van de ten laste gelegde voorwerpen bodemvondsten betroffen.
Beoordeling door de militaire kamer
Met betrekking tot parketnummer 05/760042-18
Ten aanzien van feit 1
Vuurwapens en munitie in de zin van de WWM
De definitie van een vuurwapen volgens artikel 1 van de WWM luidt:
“vuurwapen: een voorwerp bestemd of geschikt om projectielen of stoffen door een loop af te schieten, waarvan de werking berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing of een andere scheikundige reactie”.
De definitie van munitie volgens artikel 1 van de WWM luidt:
“munitie: patronen en andere voorwerpen, bestemd of geschikt om een projectiel of een giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende of soortgelijke stof door middel van een vuurwapen af te schieten of te verspreiden, alsmede projectielen, bestemd om afgeschoten te worden door middel van een vuurwapen”.
De militaire kamer overweegt voorts dat de enkele omstandigheid dat een wapen een bodemvondst is, niet betekent dat de bestemming aan het vuurwapen komt te vervallen.
Ook het onklaar maken van een vuurwapen ontneemt daaraan niet zonder meer de bestemming. Derhalve is voor een bewezenverklaring van - kort weergegeven - de handel in of bewerking van vuurwapens en munitie, als bedoeld in artikel 9 van de WWM, niet van belang of het gaat om ‘werkende wapens’ of ‘scherpe munitie’.
Gelet op het bepaalde in artikel 9 van de WWM is het vervaardigen, transformeren, herstellen, beproeven, verhandelen, het in de uitoefening van een bedrijf uitwisselen, of anderszins ter beschikking stellen van een wapen of munitie alleen toegestaan indien over een erkenning wordt beschikt. Verdachte beschikte niet over een dergelijke erkenning. (Voetnoot 21)
De K98 is een Duits grendelgeweer. De G43 is een Duits semiautomatisch infanteriegeweer.
De M1 Garand is een Amerikaans semiautomatisch infanteriegeweer. De Lee Enfield no. 4 is een Engels infanterie grendelgeweer. Deze wapens werden gebruikt in de Tweede Wereldoorlog. Het zijn vuurwapens als bedoeld in artikel 1, onder 3°, van de WWM jo. artikel 2, eerste lid, Categorie III, onder 1°, van de WWM. Een MP35 is een Duits machinepistool dat ook gebruikt werd in de Tweede Wereldoorlog. Indien een MP35 niet geschikt is om te vuren, dan is het een wapen als bedoeld in artikel 1, onder 3°, van de WWM jo. artikel 2, eerste lid, Categorie III, onder 1°, van de WWM. Indien het wel geschikt is om te vuren, valt het onder Categorie II, onder 1°. Hetzelfde geldt voor de MG42 dat een Duits machinegeweer is dat in de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt. (Voetnoot 22)De militaire kamer overweegt met betrekking tot deze wapens dat niet gebleken is dat verdachte over een vereiste door een erkenninghouder afgegeven verklaring beschikte of dat hij daarvan was vrijgesteld..
Op 13 en 14 juli 2018 trad verdachte als makelaar op door te bemiddelen tussen een vriend van hem die een MP40 zocht en een aanbieder van een MP40 met twee magazijnen. (Voetnoot 23) Een MP40 is een Duits machinepistool dat in de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt. Het is een vuurwapen als bedoeld in artikel 1 onder 3°, van de WWM jo. artikel 2, eerste lid, Categorie III, onder 1°, van de WWM indien het niet geschikt is om te vuren. Indien het wel geschikt is om te vuren, valt het onder Categorie II, onder 1°. (Voetnoot 24) Niet gebleken is dat dit wapen was voorzien van een door een erkenninghouder afgegeven verklaring of dat het daarvan was vrijgesteld.
Op 1 juni 2018 heeft verdachte 6 mortiergranaten verkocht. (Voetnoot 25) Een mortiergranaat is munitie als bedoeld in artikel 1, onder 4° van de WWM jo. artikel 2, tweede lid, Categorie II, onder 3° van de WWM. (Voetnoot 26) Niet gebleken is dat deze munitie was voorzien van een door een erkenninghouder afgegeven verklaring of dat het daarvan was vrijgesteld.
In de periode tussen 7 april 2018 en 13 april 2018 heeft verdachte 70 patronen in originele staat behorende bij een MG42 gekocht. (Voetnoot 27) Op 7 april 2018 heeft hij de patronen weer verkocht en op 14 april 2019 heeft hij de koper laten weten dat de patronen onderweg zijn. (Voetnoot 28) De patronen zijn van het kaliber 7,92x57 mm. Uitgaande van standaardpatronen zijn de patronen munitie als bedoeld in artikel 1, onder 4° van de WWM jo. artikel 2, tweede lid, Categorie III van de WWM. (Voetnoot 29) Niet gebleken is dat deze munitie was voorzien van een door een erkenninghouder afgegeven verklaring of dat het daarvan was vrijgesteld.
De militaire kamer merkt op dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten biedt voor de conclusie dat er geen sprake zou zijn van vuurwapens als bedoeld in de WWM. In dit kader wijst de militaire kamer op de verklaring van getuige [getuige] . Toen hij wapens bij verdachte kocht zag hij drie mortierbuizen staan, waarvan hij dacht dat er niet veel aanpassingen gedaan hoefden te worden om de mortierbuizen weer scherp te maken. Ook had verdachte volgens [getuige] een paar dingen liggen die er relatief gaaf uitzagen en zag [getuige] dat verdachte mogelijk munitie had liggen. (Voetnoot 30) De militaire kamer overweegt dat deze waarnemingen van [getuige] overeenkomen met de bevindingen die de vuurwapenrechercheurs hebben beschreven in het hierna onder feit 2 te bespreken ‘proces-verbaal betreffende identificatie diverse wapens’.
Verdachte had kennelijk zelf ook zijn twijfels over de legitimiteit van de wapens. Zo appte hij op 22 juni 2018 met [betrokkene] over het onklaar maken van een MG42. Verdachte gaf aan dat de loop onklaar was, maar niet vast gelast en dat er een goede loop in een koker bijzat. Verdachte appte:
“Bijna in elk land in Europa, behalve Nederland mag je wapens hebben, inclusief machine geweren die dicht gelast zijn, of zo onklaar gemaakt zijn (loop dicht, gaten er in, afsluiter half afgeslepen) dat ze nooit meer vuren. Nederland heeft dat nooit gemogen. Probleem met de eu wetgeving is dat nu bij 9/10 wapens geen certificaat zit. Iedereen wou vroeger een wapen die onklaar was, omdat je anders gezeur had...”. (Voetnoot 31)
Op 6 juni 2018 appte verdachte met [betrokkene] over een K98. In dit appgesprek schreef verdachte dat alles vast moet zitten om het wapen ‘EU onklaar’ te krijgen. Hiervoor krijg je een ‘EU-papiertje’ en dat dient als bewijs. Maar omdat er nog handelingen mee gedaan kunnen worden, zit er geen ‘EU-bewijs’ bij. (Voetnoot 32)
Voorts heeft verdachte 70 scherpe patronen verkocht of overgedragen. (Voetnoot 33)
De militaire kamer overweegt nog dat het kopen en verkopen van vuurwapens en munitie, voor zover niet uitsluitend sprake was van bemiddeling, met zich brengt dat verdachte deze vuurwapens en munitie ook voorhanden heeft gehad.
Verdachte heeft verklaard dat hij gedurende anderhalf jaar 15 bodemvondsten heeft verkocht om aan geld te komen. (Voetnoot 34) Gelet op deze tijdspanne en de hoeveelheid verkochte of overgedragen wapens en munitie acht de militaire kamer ook bewezen dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van de verkoop van wapens en munitie.
De militaire kamer is echter van oordeel dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevat voor de overtuiging dat verdachte in de ten laste gelegde periode een MG30, een MG34, een Sten-Gun en een aantal patronen behorende bij een MG42 of MP40 voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, verhandeld en/of anderszins ter beschikking heeft gesteld. De militaire kamer zal verdachte dan ook vrijspreken ten aanzien van deze wapens en munitie.
Ten aanzien van feit 2
Alle bij verdachte aangetroffen wapens en munitie zijn onderzocht door een vuurwapen-rechercheur van de Koninklijke Marechaussee. Uit dat onderzoek volgt het navolgende.
Beide mortieren met grondplaat zijn een vuurwapen als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder 3°, van de WWM jo. artikel 2, eerste lid, Categorie II, onder 1°, van de WWM, waarvan het voorhanden hebben verboden is op grond van artikel 26, eerste lid, van de WWM. (Voetnoot 35)
Uit nader onderzoek aan de MG34 van het merk [wapen] is gebleken dat het niet voldoet aan de eisen gesteld in tabel III voor de in tabel I onder 7 genoemde (vol)automatische vuurwapens van Bijlage I van de Uitvoeringsverordening EU2015/2403. Zo voldoet de loop niet aan gestelde in 1.2 en 1.3 en het onderdeel afsluiterblok, en de grendelkop voldoet niet aan het gestelde in 2.2. en 2.3. Wat betreft het automatische systeem voldoet het wapen niet aan het gestelde in 6.2. 6.3 en 6.4. Ook is geen officiële EU-markering van onbruikbaarmaking aangetroffen. Het wapen is op eenvoudige wijze geschikt te maken voor het verschieten van munitie door het vervangen van een complete afsluiterkop en een niet onklaar gemaakte loop. Om die reden is het een vuurwapen als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder 3°, van de WWM jo. artikel 2, eerste lid, Categorie II, onder 1°, van de WWM. (Voetnoot 36)
Uit nader onderzoek aan de M 53 van het merk [wapen] is gebleken dat het niet voldoet aan de eisen gesteld in tabel III voor de in tabel I onder 7 genoemde (vol)automatische vuurwapens van Bijlage I van de Uitvoeringsverordening EU2015/2403. Zo is het mogelijk een andere loop te plaatsen en voldoet het onderdeel afsluiterblok, grendelkop niet aan het gestelde in 2.2 en 2.3. Het automatische systeem voldoet niet aan het gestelde in 6.2, 6.3 en 6.4. Dit machinegeweer is door het plaatsen van een complete afsluiterkop en een niet onklaar gemaakte loop op eenvoudige wijze geschikt te maken voor het verschieten van scherpe munitie. Om die reden is het een vuurwapen als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder 3°, van de WWM jo. artikel 2, eerste lid, Categorie II, onder 1°, van de WWM. (Voetnoot 37)
Uit nader onderzoek van de [wapen] blijkt dat ook dit vuurwapen niet voldoet aan de eisen gesteld in tabel III voor de in tabel I onder 7 genoemde (vol)automatische vuurwapens van Bijlage I van de Uitvoeringsverordening EU2015/2403. Zo voldoet de loop niet aan het gestelde in 1.2 en 1.3 en voldoen het afsluiterblok en de grendelkop niet aan het gestelde in 2.1, 2.2. en 2.3. Het automatisch systeem voldoet niet aan het gestelde in 6.2, 6.3 en 6.4. Het trekker-mechanisme functioneert en het munitietoevoermechanisme aan de binnenzijde van het deksel van het vuurwapen is volledig functioneel. Om die reden is het een vuurwapen als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder 3°, van de WWM jo. artikel 2, eerste lid, Categorie II, onder 1°, van de WWM. (Voetnoot 38)
Bij de hiervoor genoemde wapens zijn weliswaar certificaten aangetroffen, maar uit onderzoek aan deze certificaten met de nummers [certificaatnummer] (MG34), [certificaatnummer] (MG53) en [certificaatnummer] ( [wapen] ) is gebleken dat het valse certificaten zijn. (Voetnoot 39)
Uit het voorgaande volgt dat de MG34 van het merk [wapen] , de M 53 van het merk [wapen] en de [wapen] niet voldoen aan de vereisten voor het ongeschikt maken daarvan, zodat deze vuurwapen niet zijn vrijgesteld van het in artikel 26, eerste lid, van de WWM genoemde verbod op een vuurwapen van Categorie II voor handen te hebben.
Zowel de aangetroffen loop behorende bij een MG34 als de aangetroffen loop behorende bij de MG42/MG53 zijn geschikt om stoffen door de loop te verschieten. Om die reden zijn de beide lopen een onderdeel van wezenlijke aard dat specifiek bestemd is voor een vuurwapen als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder 3°, van de WWM jo. artikel 2 eerste lid, Categorie II onder 2°, van de WWM jo. artikel 3, eerste lid, van de WWM. Het voorhanden hebben van zulke lopen is verboden op grond van artikel 26, eerste lid, van de WWM. (Voetnoot 40)
Het samenstel van onderdelen behorende bij de [wapen] zijn onderdelen van wezenlijke aard, die specifiek bestemd zijn voor een vuurwapen als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder 3°, van de WWM jo. artikel 2 eerste lid, Categorie II onder 2°, van de WWM en artikel 3, eerste lid, van de WWM. Het voorhanden hebben van zo’n samenstel van onderdelen is verboden op grond van artikel 26, eerste lid, van de WWM. (Voetnoot 41)
De twee Stielhandgranaten 24 zijn voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing. De handgranaten bestaan uit twee onderdelen die voor deze wapens van wezenlijke aard zijn: een houten steel met metalen schroefdop en een metalen granaatlichaam. Om die reden zijn de Stielhandgranaten 24 onderdelen van een wapen van wezenlijke aard, van wapens in de zin van artikel 2, eerste lid, Categorie II, onder 7°, van de WWM jo. artikel 3, eerste lid, van de WWM. Het voorhanden hebben van deze wapens is verboden op grond van artikel 26, eerste lid van de WWM. (Voetnoot 42)
De antitankmijnen, model Tellermine 35, en de antipersoneelmijn van het type S-Mine 35 zijn eveneens voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing. Het zijn onderdelen van wapens in de zin van artikel 2, eerste lid, Categorie II, onder 7°, van de WWM jo. artikel 3, eerste lid, van de WWM. Het voorhanden hebben van deze wapens is verboden op grond van artikel 26, eerste lid van de WWM.
De twee drukontstekers van het type DZ 35A zijn geschikt voor het ontsteken van antitankmijnen. De zes ontstekers van het type S-Mine 35, ZZ42 en ZZ35 zijn geschikt om te worden gebruikt voor het ontsteken van onder andere een antipersoneelmijn van het type S-mine 35. Al deze vier type ontstekers zijn eenvoudig te herladen door deze te demonteren, te voorzien van een nieuw slaghoedje en te monteren. Om die reden zijn de ontstekers onderdelen van wezenlijke aard van wapens in de zin van artikel, eerste lid, Categorie II, onder 7°, van de WWM jo. artikel 3, eerste lid, van de WWM. Het voorhanden hebben van deze wapens is verboden op grond van artikel 26, eerste lid, van de WWM. (Voetnoot 43)
Alle bij verdachte aangetroffen wapens zijn voorzien van ten minste een merknaam of een typeaanduiding, waardoor zij identificeerbaar als vuurwapen zijn. Het dossier biedt onvoldoende aanknopingspunten voor de conclusie dat er geen sprake zou zijn van vuurwapens als bedoeld in de WWM. Zowel de vuurwapenrechercheur als getuige [getuige] spreken bovendien over eenvoudig te herstellen (vuur)wapens en ook verdachte had zijn twijfels over de legitimiteit van wapens en/of munitie, zoals hiervoor ten aanzien van feit 1 ook overwogen.
Gelet op het voorgaande is de militaire kamer van oordeel dat de in feit 2 van de tenlastelegging genoemde en bij verdachte aangetroffen (vuur)wapens niet zijn geoorloofd krachtens de WWM.
De militaire kamer merkt hierbij nog wel op dat in de tenlastelegging van feit 2 wordt vermeld “zijnde één of meer vuurwapen(s) geschikt om automatisch te vuren voorhanden heeft gehad”.
Ongetwijfeld heeft de opsteller van de tenlastelegging hiermee gedoeld op de vuurwapens als bedoeld in Categorie II, subcategorie 2, van artikel 2 van de WWM. Echter, de tenlastelegging bevat geen nadere concretisering welk(e) vuurwapen(s), volgens het openbaar ministerie, tot die Categorie II, subcategorie 2 behoort/behoren. Deze onduidelijkheid wordt nog vergroot omdat uit de bewijsmiddelen naar voren komt dat niet alle in de tenlastelegging genoemde vuurwapens “geschikt” zijn om te vuren, laat staan om automatisch te vuren, terwijl juist van sommige vuurwapens is bevonden dat deze met geringe aanpassingen wel schietklaar gemaakt kunnen worden. Gelet op het vorenstaande is de tenlastelegging op dit punt onduidelijk.
Echter, zowel de delictsomschrijving van artikel 26 lid 1 van de WWM als de strafbepaling van artikel 55 van de WWM beperkt zich tot de loutere aanduiding van de Categorieën II en III en vereist geen nadere specificering ten aanzien van de subcategorieën. Nu de tenlastelegging wel duidelijk is ten aanzien van de Categorie-aanduiding, zal de militaire kamer het tenlastegelegde in feit 2, ten aanzien van de vuurwapens, bewezen verklaren met uitzondering van de bewoordingen die op de subcategorieën betrekking hebben.
Ten aanzien van feit 3
Op 25 juli 2018 werd bij de doorzoeking van de woning van verdachte de volgende munitie gevonden:
? een brisant mortiergranaat met kaliber 8 cm en 3 hiervoor geschikte ontstekers; (Voetnoot 44)
3 brisant mortiergranaten met kaliber 8 cm. (Voetnoot 45)
De mortiergranaten zijn alle onderzocht door een vuurwapenrechercheur van de Koninklijke Marechaussee. Het granaatlichaam van de enkele brisant mortiergranaat is van staal een heeft een holle binnenzijde. In de voorzijde van de mortiergranaat zit een opening voorzien van binnen schroefdraad, die dient voor het bevestigen van een ontsteker. Er zijn 3 geschikte ontstekers gevonden die positief zijn onderzocht op de aanwezigheid van explosieve stoffen of restanten daarvan. Alle drie ontstekers zijn om die reden vernietigd door de Explosieve Opruimingsdienst (hierna: EOD). Uit de uiterlijke staat van de mortiergranaat is af te leiden dat deze niet verschoten is. Om die reden is de brisant mortiergranaat een onderdeel van wezenlijke aard van munitie als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder 4°, jo. artikel 2, tweede lid, aanhef, Categorie II, onder 3°, jo. artikel 3, tweede lid, van de WWM. Het voorhanden hebben van deze munitie is verboden op grond van artikel 26, eerste lid, van de WWM. (Voetnoot 46)
De lichamen van de drie brisant mortiergranaten zijn opengewerkt door het verwijderen van delen van het granaat lichaam. Van twee van de opengewerkte granaatlichamen waren de verwijderde delen aanwezig. De granaatlichamen zijn van staal en hebben een holle binnenzijde.
In deze holle binnenzijde bevindt zich normaliter de explosieve hoofdlading. In de voorzijde van de mortiergranaten bevindt zich een opening voorzien van binnen schroefdraad. Deze schroefdraad dient voor het bevestigen van een ontsteker. Drie van deze ontstekers die geschikt zijn voor dit type mortiergranaat zijn tijdens de doorzoeking op locatie aangetroffen. Uit de uiterlijke staat van de mortiergranaten is af te leiden dat deze niet verschoten zijn. De slaghoedjes in de onderzijde van het staartstukken waren niet ingeslagen. Hierdoor kon de aanwezigheid van een explosieve aandrijflading niet worden uitgesloten. De mortiergranaten zijn om die reden door de EOD vernietigd. Derhalve zijn deze delen van mortiergranaten onderdelen van munitie als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder 4°, jo. artikel 2, tweede lid, aanhef, Categorie II, onder 3°, jo. artikel 3, tweede lid, van de WWM. Het voorhanden hebben van deze munitie is verboden op grond van artikel 26, eerste lid, van de WWM. (Voetnoot 47)
Niet is gebleken dat verdachte beschikte over verlof tot het voorhanden hebben van genoemde munitie. Daarnaast is niet gebleken dat verdachte vrijgesteld is van het verbod genoemd in artikel 26, eerste lid, van de WWM. Gelet op het voorgaande acht de militaire kamer bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 3 tenlastegelegde.
Ten aanzien van feit 4
Een vuurwapenrechercheur van de Koninklijke Marechaussee heeft geconcludeerd dat de nabootsing van een vuurwapen door zijn vorm, afmetingen en kleur een sprekende gelijkenis vertoont met een Sten Gun, model MK II. De twee nabootsingen van een handgranaat vertonen wat betreft vorm, afmetingen en kleur een sprekende gelijkenis met een Stielhandgranate 24. Nabootsingen van een vuurwapen en handgranaten zijn voorwerpen die door de Minister van Justitie zijn aangewezen als voorwerpen die een ernstige bedreiging van personen kunnen vormen of die zodanig op een wapen gelijken dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt zijn. Om die reden gaat het om voorwerpen die een wapen zijn als bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef, Categorie I, onder 7°, van de WWM jo. artikel 3, aanhef en onder a, van de Regeling Wapens en Munitie. Het voorhanden hebben van dergelijke voorwerpen is verboden op grond van artikel 13, eerste lid, van de WWM. (Voetnoot 48)
Gelet op het voorgaande acht de militaire kamer bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 4 tenlastegelegde.
Ten aanzien van parketnummer 05/760005-19
(Voetnoot 49)
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 25 juli 2019 werd bij een doorzoeking in de woning van verdachte in [woonplaats] onder andere een grendelkogelgeweer van het merk [wapen] , type K98, met kaliber 7,92x57 mm gevonden. (Voetnoot 50)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het in de tenlastelegging genoemde vuurwapen voorafgaand aan 2001 onklaar is gemaakt, zodat het voorhanden hebben van dit wapen niet strafbaar is.
Beoordeling door de militaire kamer
Op 24 juli 2019 zag een medewerker van de EOD een gesprek voorbij komen op de Facebooksite “ [Facebooksite] ”. In het gesprek werd door ‘ [naam] ’ een foto gedeeld met daarop een aantal pistolen, geweren en machinegeweren uit de Tweede Wereldoorlog. De gegevens van deze persoon op zijn profielpagina en zijn vraag om een garagebox in de omgeving van [woonplaats] deden de Koninklijke Marechaussee aan verdachte denken, waarop wederom een onderzoek is gestart. (Voetnoot 51)
De werking van de K98 berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing of andere scheikundige reactie. Het wapen is bestemd om projectielen door een loop af te schieten. Om die reden is het een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3°, van de WWM jo. artikel 2, eerste lid, Categorie III, onder 1°, van de WWM. Het vuurwapen is onklaar gemaakt, maar het is onduidelijk wanneer, waar of door wie dat is gedaan. Dat de K98 al voor 2001 onklaar zou zijn gemaakt, is niet aannemelijk geworden, mede nu de desbetreffende verklaring ontbreekt. Een door een erkenninghouder afgegeven verklaring als bedoeld in artikel 18, derde lid, van de Regeling Wapens en Munitie is niet bij het vuurwapen aanwezig. Nu noch een verklaring noch een certificaat aanwezig is, voldoet het vuurwapen niet aan de eisen die de WWM stelt. (Voetnoot 52)
Gelet op het vorenstaande acht de militaire kamer bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten aanzien van parketnummer 05/760042-18 onder 1, 2, 3 en 4 en het onder parketnummer 760005-19 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
ten aanzien van parketnummer 05/760042-18:
feit 1
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 maart 2018 tot en met 14 juli 2018 in de gemeente [woonplaats], althans in Nederland en/of in België (telkens) zonder erkenning één of meer wapens van categorie II en/of III en/of onderdelen behorende bij één of meer wapen(s) van categorie II en/of III, te weten
? een MG30 (dossier pag. 15 en 16) en/of
? een K98 (dossier pag. 16 en 17) en/of;
? een M1 Garand (dossier pag. 17 en 18) en/of;
? een G43 (dossier pag. 18) en/of;
? een MP35 (dossier pag. 18) en/of;
? een MG42 (dossier pag. 19 en 20) en/of;
? een Lee Enfield No. 4 (dossier pag. 20 en 21) en/of;
? een STG (Sten-Gun) (dossier pag. 22) en/of
? een MP40 (dossier pag. 24) en/of;
? een MG34 (dossier pag. 24) en/of
? één of meer magazijnen (dossier pag. 24);
en/of munitie van categorie II en/of III , te weten
? zes, althans een aantal, mortiergrana(a)t(en) (dossier pag. 13 en 14) en/of
? zeventig, althans een aantal, scherpe patro(o)n(en) (dossier pag. 15) en/of
? een aantal patro(o)n(en) behorende bij een MG42 en/of MP40 (dossier pag. 24)
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft verhandeld en/of (anderszins) ter beschikking heeft gesteld, al dan niet in uitvoering van een bedrijf en/of,
terwijl, hij verdachte, daar een gewoonte en/of beroep van heeft gemaakt;
feit 2
hij op of omstreeks 25 juli 2018 in de gemeente [woonplaats] één of meer wapen(s) en/of één of meer onderdelen en/of hulpstukken behorende bij één of meer wapen(s) van categorie II, ond 1 van de Wet wapens en munitie te weten
? twee, althans een aantal, mortier(en) met grondplaat, kaliber 8cm (volgnummer 10: pag. 115 t/m 116 + foto's pag. 140 t/m 141 en volgnummer 11: pag. 116 t/m 117 + foto's pag. 142 t/m 143),
zijnde vuurwapen(s) voorhanden heeft gehad
één of meer wapen(s) van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie te weten
? een machinegeweer van het merk [wapen] , type MG34, kaliber 7.92 x 57 mm met serienummer [serienummer] (volgnummer 4: pag. 105 t/m 107 + foto's pag. 128 t/m 129) en/of
? een loop behorende tot een machinegeweer van het type MG34, kaliber 7.92 x 57mm (volgnummer 5: pag. 108 t/m 109 + foto's pag. 130) en/of
? een machinegeweer van het merk [wapen] , type M53, kaliber 7.92 (volgnummer 6: pag. 109 t/m 111, foto's pag. 131 t/m 134) en/of
? een loop behorende tot een machinegeweer van het type MG42/MG53, kaliber 7.92 x 57mm (volgnummer 7: pag. 111 t/m 112 + foto's pag. 135) en/of
? een machinegeweer van het merk [wapen] , type M1919 A4, kaliber .30mm (volgnummer 8: pag. 112 t/m 114 + foto's pag. 136 t/m 137) en/of
? een samenstelling van onderdelen, welke zijn bestemd voor een machinegeweer van het merk [wapen] , type M2, kaliber .50BMG (volgnummer 9: pag. 114 t/m 115 + foto's pag. 138 t/m 139),
zijnde één of meer vuurwapen(s) geschikt om automatisch te vuren voorhanden heeft gehad en/of
één of meer wapen(s) van categorie II, onder 7 van de Wet wapens en munitie te weten
? twee, althans een aantal, handgrana(a)t(en) model Stielhandgranate 24 (volgnummer 3: pag. 105 + foto pag. 127) en/of
? twee, althans een aantal, antitankmijn(en) model Tellermine 35 (volgnummer 14: pag. 119 t/m 120 + foto's pag. 147) en/of
? twee, althans een aantal, ontsteker(s), type drukontsteker DZ 35A, bestemd voor de antitankmijn Tellermine 35 (volgummer 15: pag. 120 t/m 121 + foto pag. 148) en/of;
? een antipersoneelmijn, type mortiermijn, model S-mine 35 (volgnummer 16: pag. 121 t/m 122 + foto pag. 149) en/of
? zes, althans een aantal, druk- en/of trek ontstekers, bestemd voor de antipersoneelsmijn, type S-mine 35 en/of ZZ42 en/of ZZ35 (volgnummer 17: pag. 122 t/m 123 + foto pag. 150);
zijnde één of meer voorwerp(en) bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing voorhanden heeft gehad;
feit 3
hij op of omstreeks 25 juli 2018 in de gemeente [woonplaats] munitie van categorie II onder 3 van de Wet wapens en munitie, te weten
? een brisant mortiergranaat van het kaliber 8cm en/of drie, althans een aantal, hierbij behorende mortiergranaatontstekers (volgnummer 12: pag. 117 t/m 118 + foto's pag. 144 t/m 145) en/of
? drie, althans een aantal, brisant mortiergrana(a)t(en) van het kaliber 8cm (volgnummer 13: pag. 118 t/m 119 + foto pag. 146)
voorhanden heeft gehad;
feit 4
hij op of omstreeks 25 juli 2018 in de gemeente [woonplaats] wapens van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerpen die een ernstige bedreiging van personen konden vormen en/of die zodanig op een wapen geleken dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt waren, namelijk
? een nabootsing van een machinepistool, welke gelijkende is op een bestaand vuurwapen een Sten Gun, model MK II (volgnummer 1: pag. 103 t/m 104 + foto's pag. 125) en/of
? twee, althans een aantal, nabootsing(en) van een handgranaat, welke gelijkende is/zijn op een bestaande handgranaat een Stielhandgranate 24 (volgnummer 2: pag. 104 t/m 105 + foto pag. 126)
voorhanden heeft gehad.
Ten aanzien van parketnummer 05/760005-19:
hij op één of meerdere tijdstip(pen) op of omstreeks in de periode van 24 juli 2019 tot en met 25 juli 2019 te [woonplaats], in elk geval in Nederland, een wapen van categorie III, onder l van de Wet wapens en munitie, te weten een (grendelkogel)geweer, van het merk [wapen] , type K98, kaliber 7.92x57millimeter, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer voorhanden heeft gehad.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.