Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 juni 2016 tot en met 3 april 2020, te Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, een of meer geschriften, te weten de navolgende:
a. een factuur aangaande de eindafrekening half jaar periode januari - juni 2018 en eenmalig
rapport, afkomstig van
[bedrijf 1]
en gericht aan
[bedrijf 2]
(factuurnummer 2018-0005), gedateerd 20 juni 2018, ter hoogte van in totaal € 82.255,00 en met een openstaand bedrag ter hoogte van € 12.255 (p. 3720 bijlage bij AH.009) en
/of
b. 6 betalingsbewijzen, althans een of meer betalingsbewijzen, waaruit blijkt dat door
[bedrijf 2]
aan
[bedrijf 1]
een bedrag aan voorschot is overgeschreven met als omschrijving ‘voorschot 2018’ (p. 3721 t/m 3726) en
/of
c. een betalingsbewijs waaruit blijkt dat op 04 juli 2018 een bedrag van € 12.225 is overgeschreven door
[bedrijf 2]
aan
[bedrijf 1]
/
[verdachte]
met als omschrijving ‘Factuurnummer 2018-0005, (p. 3727) en
/of
d. een factuur met als omschrijving ‘dienstverlening’ periode april – december 2017, afkomstig
van
[bedrijf 1]
en gericht aan
[bedrijf 2]
(factuurnummer 2018-0002), gedateerd op 4 januari 2019 ten bedrage van € 183.601,00 (p. 3571) en
/of
e. 10 betalingsbewijzen, althans een of meer betalingsbewijzen, waaruit blijkt dat door
[bedrijf 2]
aan
[bedrijf 1]
een bedrag aan voorschot is overgeschreven met als omschrijving ‘voorschot’ (p. 3572 t/m 3581) en
/of
f. een betalingsbewijs waaruit blijkt dat op 04 mei 2018 een bedrag van € 63.601,00 is
overgeschreven door
[bedrijf 2]
aan
[bedrijf 1]
/
[verdachte]
met als omschrijving ‘Rest betaling
factuur 2018-0002’ (p. 3582) en/of
g. een factuur met als omschrijving ‘juridisch en administratief dienstverlening + consultatie
periode juli 2017- december 2019’, afkomstig van
[bedrijf 1]
en gericht aan
[bedrijf 2]
(factuurnummer 2019-0008), gedateerd op 7 juli 2019 ten bedrage van € 15.700,00 (p. 3585) en
/of
h. een betalingsbewijs waaruit blijkt dat op 18 juli 2019 een bedrag van € 15.700,00 is
overgeschreven door
[bedrijf 2]
aan
[bedrijf 1]
/
[verdachte]
met als omschrijving factuurnummer
2019-0008’ (p. 3586)
althans een of meer geschrift(en), dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te
dienen, (telkens) met het oogmerk om dat/die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken
en/of door anderen te doen gebruiken valselijk heeft opgemaakt en/of heeft doen opmaken en/of
heeft vervalst en/of heeft doen vervalsen, bestaande die valsheid hierin dat (telkens) valselijk, immers opzettelijk in strijd met de waarheid
a. in die factuur staat dat
[bedrijf 2]
een bedrag van in totaal € 82.255 verschuldigd is aan
[bedrijf 1]
aangaande de eindafrekening halfjaar januari – juni 2018 en een eenmalig rapport en dat van het totaalbedrag nog € 12.255 openstaat en
/of
b. in die betalingsbewijzen staat dat een bedrag aan voorschot is afgeschreven vanaf het
bankrekeningnummer
[rekeningnummer 1]
op naam van
[bedrijf 2]
naar het
bankrekeningnummer
[rekeningnummer 2]
op naam van
[bedrijf 1]
en
/of
c. in dat betalingsbewijs staat dat op 4 juli 2018 een bedrag van € 12.255 is afgeschreven vanaf
bankrekeningnummer
[rekeningnummer 1]
op naam van
[bedrijf 2]
naar
bankrekeningnummer
[rekeningnummer 2]
op naam van
[bedrijf 1]
/
[verdachte]
en
/of
d. in die factuur staat dat
[bedrijf 2]
een bedrag van € 183.601,00 verschuldigd is aan
[bedrijf 1]
in
verband met dienstverlening over de periode april – december 2018 en/of
e. in die betalingsbewijzen staat dat een bedrag ter hoogte van € 12.000 aan voorschot is
afgeschreven vanaf het bankrekeningnummer
[rekeningnummer 1]
op naam van
[bedrijf 2]
naar het bankrekeningnummer
[rekeningnummer 2]
op naam van
[bedrijf 1]
/
[verdachte]
en/of
f. in dat betalingsbewijs staat dat op 4 mei 2018 een bedrag van € 63.601,00 is afgeschreven vanaf bankrekeningnummer
[rekeningnummer 1]
op naam van
[bedrijf 2]
naar
bankrekeningnummer
[rekeningnummer 2]
op naam van
[bedrijf 1]
/
[verdachte]
en
/of
g. in die factuur staat dat
[bedrijf 2]
een bedrag van € 15.700,00 verschuldigd is aan
[bedrijf 1]
in
verband met juridisch administratieve dienstverlening + consultatie over de periode juli 2017 –
december 2019 en/of
h. in dat betalingsbewijs staat dat op 18 juli 2019 een bedrag van € 15.700 is afgeschreven vanaf
bankrekeningnummer
[rekeningnummer 1]
op naam van
[bedrijf 2]
naar
bankrekeningnummer
[rekeningnummer 2]
op naam van
[bedrijf 1]
/
[verdachte]
;
2.
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2020 tot en met 31 oktober 2020, te Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer geschriften, te weten de navolgende:
a. een werkgeversverklaring van werkgever
[bedrijf 9]
ten behoeve van werknemer
[verdachte]
, ondertekend door
[naam 4]
op 30 juli 2020 (p. 4386) en
/of
b. een salarisspecificatie van
[naam 7]
op naam van
[verdachte]
met betrekking loon juli 2020 (p.
4388) en/of
c. een bankoverschrijving waaruit blijkt dat op 24 juni 2020 door
[naam 7]
een bedrag van
€ 2.294,17 is bijgeschreven op de bankrekening op naam van
[verdachte]
(p. 4389) en
/of
d. een bankoverschrijving waaruit blijkt dat op 24 juli 2020 door
[naam 7]
een bedrag van
€ 2.294,17 is bijgeschreven op de bankrekening op naam van
[verdachte]
(p. 4390) en
/of
e. een bankoverschrijving waaruit blijkt dat op 25 augustus 2020 door
[naam 7]
een bedrag van
€ 2.294,17 is bijgeschreven op de bankrekening op naam van
[verdachte]
(p. 4391) en
/of
f. een werkgeversverklaring van werkgever
[bedrijf 9]
ten behoeve van werknemer
[verdachte]
, ondertekend door
[naam 4]
op 30-07-2020 (p. 4402) en
/of
g. een salarisspecificatie van
[naam 7]
op naam van
[verdachte]
met betrekking loon juli 2020 (p.
4403) en/of
h. een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tussen werkgever
[naam 7]
en werknemer
[verdachte]
, ondertekend op 23 oktober 2019 (p. 4404)
althans een of meer geschrift(en), dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te
dienen, (telkens) met het oogmerk om dat/die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken
en/of door anderen te doen gebruiken valselijk heeft opgemaakt en/of heeft doen opmaken en/of
heeft vervalst en/of heeft doen vervalsen, bestaande die valsheid hierin dat (telkens) valselijk, immers opzettelijk in strijd met de waarheid
a.in die werkgeversverklaring staat dat
[verdachte]
sinds 1 juni 2018 in dienst is bij
[bedrijf 9]
, in de functie van adviseur en
/of
b. in die salarisspecificatie staat dat over de maand juli 2020 een nettobedrag aan loon ter hoogte
van € 2.294,17 is betaald aan
[verdachte]
en
/of
c. in die bankoverschrijving staat dat op 24 juni 2020 een bedrag van € 2.294,17 is bijgeschreven door
[naam 7]
met bankrekeningnummer
[rekeningnummer 3]
op bankrekeningnummer
[rekeningnummer 2]
op naam van
[verdachte]
, onder vermelding van ‘salaris juni 2020’ en
/of
d. in die bankoverschrijving staat dat op 24 juli 2020 een bedrag van € 2.294,17 is bijgeschreven
door
[naam 7]
met bankrekeningnummer
[rekeningnummer 3]
op bankrekeningnummer
[rekeningnummer 2]
op naam van
[verdachte]
, onder vermelding van ‘salaris juli 2020’ en
/of
e. in die bankoverschrijving staat dat op 25 augustus 2020 een bedrag van € 2.294,17 is
bijgeschreven door
[naam 7]
met bankrekeningnummer
[rekeningnummer 3]
op
bankrekeningnummer
[rekeningnummer 2]
op naam van
[verdachte]
, onder vermelding van ‘salaris augustus 2020’ en
/of
f. in die werkgeversverklaring staat dat
[verdachte]
sinds 1 januari 2020 in dienst is bij
[bedrijf 9]
, in de functie van adviseur en
/of
g. in die arbeidsovereenkomst staat dat
[verdachte]
per 1 januari 2020 voor onbepaalde tijd in
dienst zal treden bij
[naam 7]
in de functie van adviseur;
3.
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2020 tot en met 31 oktober 2020, te Apeldoorn en/of Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een of meerdere valse en/of vervalste geschriften dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten de navolgende:
a. een werkgeversverklaring van werkgever
[bedrijf 9]
ten behoeve van werknemer
[verdachte]
, ondertekend door
[naam 4]
op 30 juli 2020 (p. 4386) en
/of
b. een salarisspecificatie van
[naam 7]
op naam van
[verdachte]
met betrekking tot loon over juli
2020 (p. 4388) en/of
c. een bankoverschrijving waaruit blijkt dat op 24 juni 2020 door
[naam 7]
een bedrag van
€ 2.294,17 is bijgeschreven op de bankrekening op naam van
[verdachte]
(p. 4389) en
/of
d. een bankoverschrijving waaruit blijkt dat op 24 juli 2020 door
[naam 7]
een bedrag van
€ 2.294,17 is bijgeschreven op de bankrekening op naam van
[verdachte]
(p. 4390) en
/of
e. een bankoverschrijving waaruit blijkt dat op 25 augustus 2020 door
[naam 7]
een bedrag van
€ 2.294,17 is bijgeschreven op de bankrekening op naam van
[verdachte]
(p. 4391) en
/of
f. een werkgeversverklaring van werkgever
[bedrijf 9]
ten behoeve van werknemer
[verdachte]
, ondertekend door
[naam 4]
op 30-07-2020 (p. 4402) en
/of
g. een salarisspecificatie van
[naam 7]
op naam van
[verdachte]
met betrekking loon juli 2020 (p.
4403) en/of
h. een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tussen werkgever
[naam 7]
en werknemer
[verdachte]
, ondertekend op 23 oktober 2019 (p. 4404);
als ware het/zij echt en onvervalst, en bestaande dat gebruik hierin dat verdachte en/of haar mededader(s) die geschriften hebben doen toekomen (via de hypotheekadviseur) aan de
[bedrijf 6]
en/of
[bedrijf 8]
ten behoeve van een hypotheekaanvraag.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.