Rechtbank Gelderland, eerste aanleg - meervoudig strafrecht overig

ECLI:NL:RBGEL:2025:11304

Op 19 December 2025 heeft de Rechtbank Gelderland een eerste aanleg - meervoudig procedure behandeld op het gebied van strafrecht overig, wat onderdeel is van het strafrecht. Het zaaknummer is 264831 (GVM), bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBGEL:2025:11304. De plaats van zitting was Arnhem.

Soort procedure:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
264831 (GVM)
Datum uitspraak:
19 December 2025
Datum publicatie:
22 December 2025

Indicatie

TBS-maatregel wordt beëindigd nu de gedragskundige behandeling met succes is afgerond. Een zeker basisrisico blijft altijd bestaan, gezien de psychische stoornissen, maar er zijn geen behandeldoelen meer en het resterend recidiverisico is aanvaardbaar, mede gelet op de aanwezige beschermende factoren. Daarbij is handhaving van de beschermende factoren wel van belang, zoals het voorkomen van sociaal isolement. Om betrokkene daarbij voorlopig te ondersteunen en om een zeker vangnet te creëren, wordt de tenuitvoerlegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (art. 38z Sr) bevolen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummer: 05/264831-20

Datum uitspraak: 19 december 2025

Beslissing op de vordering van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel (art. 6:6:23a Sv) van:

[betrokkene]

geboren op [geboortedatum 1] 1986 in [geboorteplaats] ,

wonende aan de [adres 1] ,

raadsman: mr. J. Boksem, advocaat in Leeuwarden.

Procedure

Op 30 oktober 2025 is bij de rechtbank ingekomen is een vordering ex 6:6:23a van het Wetboek van Strafvordering.

De rechtbank heeft verder kennis genomen van de volgende processtukken:

Het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 juli 2022 waarbij veroordeelde onder meer is veroordeeld tot een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking (GVM) als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht;

het reclasseringsrapport van 29 oktober 2025;

alsmede de stukken inzake de tbs-verlenging:

het adviesrapport van de reclassering van 3 oktober 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met voorwaarden niet te verlengen;

een afschrift van de voortgangsverslagen;

het advies van psycholoog G.M. Jansen van 18 augustus 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met voorwaarden niet te verlengen.

Ter zitting van 5 december 2025 zijn gehoord:

veroordeelde;

zijn raadsman;

de deskundige G.M. Jansen, GZ-psycholoog;

de deskundige S. Wichers, reclasseringsmedewerker; en

de officier van justitie, mr. K.J.L. de Valk.

Gelijktijdig met de behandeling van de onderhavige vordering is de vordering tot verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling behandeld.

Standpunten

De officier van justitie heeft, in het geval van een afwijzing van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling, verzocht om de vordering tot tenuitvoerlegging van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel voor een periode van twee jaar toe te wijzen onder de genoemde voorwaarden, met vervangende hechtenis van 7 dagen, voor iedere overtreding, met een totale duur van ten hoogste 6 maanden .

Veroordeelde en zijn raadsman hebben zich niet verzet tegen de tenuitvoerlegging van de maatregel.

Overwegingen

De beoordeling

De rechtbank acht, nu de tbs-maatregel bij beslissing van heden niet is verlengd, toewijzing van deze vordering geïndiceerd gezien het grotendeels onveranderbare basisrisico. Zo kan toezicht en ondersteuning aan veroordeelde worden geboden om enerzijds het recidiverisico op het huidige niveau te houden en anderzijds kan hij ondersteund worden bij het in stand houden van de beschermende factoren. In feite zal er nauwelijks iets veranderen aan de huidige situatie, waar goeddeels dezelfde voorwaarden gelden in het kader van de tbs.

De rechtbank zal daarom de vordering tot tenuitvoerlegging van de maatregel voor de duur van twee jaren toewijzen. De rechtbank neemt daarbij de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd over en beveelt dat vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van 7 dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan. Daarbij geldt dat de totale duur van de vervangende hechtenis ten hoogste zes maanden bedraagt en de toepassing van de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolge de maatregel niet opheft.

Beslissing

De beslissing

De rechtbank:

gelast de tenuitvoerlegging van de bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 juli 2022 opgelegde gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel voor de duur van twee jaren;

legt aan veroordeelde de volgende voorwaarden op:

o veroordeelde meldt zich op uitnodiging bij Reclassering Nederland op het adres [adres 2] . Hij blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. Huisbezoeken, het geven van inzicht in de begeleiding en/of behandeling van andere instellingen, het uitwisselen van informatie betreffende betrokkene en deelname aan COSA kunnen daar onderdeel van zijn;

o mocht behandeling gedurende het toezicht (opnieuw) noodzakelijk blijken, dan werkt veroordeelde mee aan behandeling door forensische polikliniek Transfore of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;

o veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 2] 2006) en [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 3] 2012), zolang het openbaar ministerie dit verbod nodig vindt;

o veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van werk, en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur;

o veroordeelde zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt veroordeelde dat in overleg met de reclassering of andere begeleiders dat hierbij betrouwbare personen aanwezig zijn;

o dat veroordeelde gedurende de gehele proeftijd:

1. digitale omgevingen vermijdt waarin hij in aanraking kan komen met kinderpornografisch materiaal;

2. digitale omgevingen vermijdt waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;

3. geen gebruik maakt van virtuele machines, versleutelprogramma’s (zoals Bitlocker, Veracrypt) of applicaties die helpen de identiteit te verbergen (zoals een VPN), tenzij de reclassering toestemming heeft gegeven voor het gebruik (zoals voor werk of voor bankzaken);

4. inzicht geeft in de wijze waarop hij de omgevingen genoemd onder 1. en 2. zal vermijden en bespreekt hoe dit verlopen is voor het verstreken deel van de proeftijd.

Het toezicht op de naleving van de onderdelen 1. tot en met 3. beperkt zich tot geautomatiseerde controles van digitale apparaten (zoals computers, smart devices, USB-sticks, SD-kaarten, externe harde schijven) waarop bestanden kunnen worden opgeslagen en/of waarmee internet kan worden benaderd en die betrokkene in gebruik heeft.

Veroordeelde werkt mee aan deze controles tijdens (on)aangekondigde huisbezoeken en verschaft toegang tot alle aanwezige digitale apparaten die betrokkene in gebruik heeft. Hieronder wordt begrepen het verstrekken van wachtwoorden, codes of andere wijzen van ontgrendeling of ontsluiting

zoals vingerafdrukken, die nodig zijn voor toegang. Op verzoek past betrokkene de instellingen zodanig aan dat controle mogelijk is. De wijzigingen mogen niet leiden tot definitieve wijzigingen aan

het apparaat en worden aan het einde van de controle weer teruggezet.

De controles worden uitgevoerd door de reclassering. Indien en voor zover noodzakelijk mag de reclassering voor ondersteuning op technisch en digitaal gebied een specialist, niet zijnde een opsporingsambtenaar meenemen. De controles mogen gedurende de gehele proeftijd, indien deze op twee jaren wordt gesteld, maximaal zes keer worden uitgevoerd, waarbij de persoonlijke levenssfeer van veroordeelde zoveel mogelijk wordt geëerbiedigd. De controles strekken er in het bijzonder niet toe een min of meer volledig beeld te krijgen van het persoonlijke leven van veroordeelde.

- De reclassering krijgt de opdracht om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en betrokkene daarbij te begeleiden.

Deze beslissing is gegeven door mr. R.D. Leen, voorzitter, mr. F.J.H. Hovens en

mr. Y. Rikken, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.L.M. van Schaik, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 december 2025.