Overwegingen
3
De beoordeling van het bewijs
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1. aan de verdachte tenlastegelegde bewezen, gelet op de verklaring van aangeefster, de verklaring van de verdachte ter terechtzitting, het resultaat van het DNA-onderzoek en de letselbeschrijving. Gezien de verdachte vrijwillig is teruggetreden, vordert de officier van justitie om de verdachte ten aanzien van het onder 2. aan hem tenlastegelegde te ontslaan van alle rechtsvervolging.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich, voor wat betreft de bewezenverklaring, grotendeels gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsvrouw heeft erop gewezen dat de verdachte heeft ontkend dat hij het slachtoffer vaginaal en anaal heeft gepenetreerd. Dat dit zou zijn gebeurd is ook niet gebleken uit de resultaten van het forensisch onderzoek. De verdediging sluit zich ten aanzien van het onder 2. aan de verdachte tenlastegelegde aan bij het standpunt van de officier van justitie.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
(Voetnoot 1)
Het onder 1. tenlastegelegde
Bewijsmiddelen
Op 26 februari 2020 tussen 5:30 en 6:00 uur werd het slachtoffer [slachtoffer] wakker. Zij bevond zich op dat moment in de door haar bewoonde kamer, die is gelegen op de begane grond in de woning, gelegen aan de [adres 2] . Ze zag een man op de vensterbank van haar raam staan. Hij zei dat hij geld kwam stelen. Vervolgens heeft hij het raam vanuit de binnenzijde dicht gedaan. Zij wilde haar telefoon pakken, maar hij was sneller en legde deze weg, buiten haar bereik. Hij kwam vervolgens langzaam naar haar toe gelopen en ging bij haar op het bed zitten. Hij begon haar te kussen, maar dat wilde zij niet. Hij heeft haar toen stevig vastgepakt, hetgeen haar pijn deed. Tijdens het kussen, ging hij op haar liggen. Ze draaide haar hoofd weg, maar hij zei dat ze hem moest kussen en dat hij daarna weg zou gaan. Vervolgens heeft hij haar aan haar haren getrokken en bij haar nek vastgehouden.
Hij heeft de door haar gedragen nachtkleding uitgedaan en vervolgens is hij met zijn tong ongeveer één minuut in haar vagina geweest. Hij heeft haar bij haar nek vastgepakt toen zij zich niet gewillig opstelde.
Als zij te luid werd, pakte hij haar bij haar hals vast en zei hij tegen haar dat ze moest kiezen of ze hem zou pijpen of dat hij haar vagina met zijn penis zou penetreren. Hij heeft haar gedwongen hem te pijpen, wat zij vervolgens deed. Daarna heeft hij een condoom om zijn penis gedaan, waarna hij zijn penis in haar vagina duwde. Hij duwde haar benen uit elkaar. Steeds als zij zich verweerde, drukte hij zijn hand tegen haar mond en op haar hals. Toen het hem niet goed lukte om een erectie te krijgen en met zijn penis in haar vagina binnen te dringen, moest zij hem nogmaals pijpen, nadat het condoom was verwijderd. Vervolgens heeft hij het condoom weer om gedaan en heeft hij nogmaals geprobeerd om haar vagina met zijn penis te penetreren. Toen hij met zijn penis niet in haar vagina kwam heeft hij haar, zo meent het slachtoffer, ook anaal proberen te penetreren. Daarna heeft hij nogmaals het condoom afgedaan, waarna zij hem weer moest pijpen. Ze had overal pijn.
Hij heeft haar gezegd dat hij een wapen had, dat hij [verdachte] heet en dat hij haar af zou maken als zij de politie zou bellen. Hij had haar ook enkele keren bij haar hals vast gepakt en haar keel dicht geknepen. Hij rook naar alcohol.
Verder vertelde zij dat zij nog maagd was en dat zij, toen hij weg was, om 7:00 uur direct haar zus had gebeld en haar verteld had wat was gebeurd. (Voetnoot 2)
Een forensisch arts heeft het slachtoffer onderzocht en heeft geconstateerd dat er huidafwijkingen zichtbaar waren aan de rechter schaamlip en op het gebied tussen de anus en de vagina. Verder was er een bloeduitstorting te zien op het maagdenvlies. Deze letsels kunnen passen bij stomp, botsend en/of penetrerende krachtsinwerkingen. (Voetnoot 3)
Bij de bemonstering van de anus, de binnenste schaamlippen en diep in de vagina van het slachtoffer zijn biologische sporen aangetroffen. Uit deze sporen zijn monsters genomen en daarvan zijn DNA-profielen verkregen. Van het DNA in deze bemonsteringen, dat van een man afkomstig bleek te zijn, is een profiel verkregen dat overeenkomt met het DNA-profiel van de verdachte. Dit betekent dat zich in deze bemonsteringen DNA bevindt dat afkomstig kan zijn van de verdachte of van een in de mannelijke lijn aan hem verwante man.
Het NFI komt tot de volgende conclusie:
Het is zeer veel waarschijnlijker dat het mannelijk DNA in bemonsteringen afkomstig is van de verdachte, of een in de mannelijke lijn aan hem verwante man (hypothese 1), dan dat het mannelijk DNA in bemonsteringen niet afkomstig is van de verdachte, maar van een willekeurig gekozen, niet in de mannelijke lijn aan hem verwante, man (hypothese 2). (Voetnoot 4)
Het condoom dat de verdachte heeft gebruikt is eveneens onderzocht. Uit vergelijkend onderzoek is gebleken dat op de binnenzijde en op de buitenzijde van het condoom sporen bevattende DNA zijn aangetroffen, die van het slachtoffer en van de verdachte kunnen zijn. (Voetnoot 5)
Bewijsoverweging
De rechtbank is van oordeel dat het relaas door het slachtoffer consistent is en dat de mate van gedetailleerdheid overtuigt. Het slachtoffer heeft, na het incident, direct hevig geëmotioneerd haar zus gebeld en verteld wat haar was overkomen. Vervolgens heeft zij hetzelfde relaas tegen haar andere zus en haar moeder gedaan. De politie die ter plaatse komt treft een hevig geëmotioneerd slachtoffer aan. Hetgeen zij vervolgens in een informatief gesprek en vervolgens in haar aangifte heeft verklaard, stemt overeen met hetgeen zij in eerste instantie aan de leden van haar familie heeft verteld.
Bovendien vindt hetgeen het slachtoffer verklaart over het door de verdachte op verschillende manieren en op verschillende plaatsen binnendringen van haar lichaam steun in de uitslagen van het DNA-onderzoek. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van het slachtoffer als betrouwbaar kan worden aangemerkt en gaat de rechtbank uit van de lezing van het slachtoffer en niet van de lezing van de verdachte, die op enkele, maar strafrechtelijk zeer essentiële punten afwijkt en een ontkenning inhoudt.
Op grond van de hiervoor gerelateerde inhoud van de bewijsmiddelen, acht de rechtbank bewezen dat de inbraak door de verdachte in de woning van [slachtoffer] aanvankelijk tevens was gericht op het plegen van een diefstal van geld in die woning.
3.4
De bewezenverklaring
Gelet op de inhoud van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat is bewezen dat de verdachte het aan hem onder 1. en onder 2. ten laste gelegde heeft begaan:
1.
op 26 februari 2020 in de gemeente Maastricht, meermalen, door geweld en bedreiging met geweld, te weten:
- in de vroege ochtend ontgrendelen (van een kettinkje) van een slot van een raam van de woning van een persoon genaamd [slachtoffer] en vervolgens via dat geopende raam binnendringen en/of binnenklimmen van de woning van die [slachtoffer] (terwijl zijn, verdachte, gezicht gedeeltelijk bedekt was met een sjaal/doek),
- toen die [slachtoffer] aan hem, verdachte, vroeg of hij weg wilde gaan omdat zij angst had, tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij rustig moest blijven, dat hij wel weg zou gaan, dat zij niet de politie moest bellen, dat hij een wapen had en dat hij haar af zou maken als zij de politie zou bellen,
- toen die [slachtoffer] haar telefoon wilde pakken, wegpakken van de telefoon van die [slachtoffer] en vervolgens brengen van die telefoon buiten het bereik van die [slachtoffer] ,
- sluiten van een raam van de woning van die [slachtoffer] ,
- bij die [slachtoffer] op het bed gaan en blijven zitten,
- ( stevig) vastpakken en vasthouden van die [slachtoffer] ,
- tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij hem, verdachte, moest kussen en dat hij daarna weg zou gaan,
- op die [slachtoffer] gaan en blijven liggen,
- ( telkens als die [slachtoffer] niet meedeed of niet meewerkte of zich verweerde) trekken aan de haren van die [slachtoffer] en (met kracht en/of stevig) vastpakken van de nek/hals van die [slachtoffer] ,
- tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij hem een blowjob moest geven en dat hij, verdachte, dan zou gaan en haar met rust zou laten,
- telkens als die [slachtoffer] het niet goed deed met zijn, verdachtes, hand vastpakken en vasthouden van en duwen op de hals/keel van die [slachtoffer] ,
- uittrekken van de broek en de onderbroek van die [slachtoffer] ,
- telkens als [slachtoffer] zich verweerde, met zijn, verdachtes, hand duwen op de hals/keel van die [slachtoffer] ,
- uit elkaar trekken van de benen van die [slachtoffer] en naar de bedrand trekken van die [slachtoffer] ,
- op die [slachtoffer] gaan en blijven liggen en
- toen die [slachtoffer] luider werd, geluid maakte en begon te huilen, duwen van zijn, verdachtes, hand op de hals/keel en over de mond van die [slachtoffer] ,
die [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ;
2.
op 26 februari 2020 in de gemeente Maastricht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om uit een woning gelegen aan de [adres 2] geld dat toebehoorde aan [slachtoffer] weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van inklimming,
- ( een kettinkje van) een slot van een raam van de woning van die [slachtoffer] heeft ontgrendeld en geopend, (vervolgens)
- dat raam (verder) heeft geopend,
- ( via het geopende raam) de woning van die [slachtoffer] binnen is geklommen en
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij geld wilde stelen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen onder 1. of onder 2. meer of anders aan de verdachte is ten laste gelegd. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De rechtbank:
Ontslag van alle rechtsvervolging
- ontslaat de verdachte van alle rechtsvervolging ten aanzien van het aan hem onder 2. tenlastegelegde;
verklaart het onder 1. aan de verdachte tenlastegelegde bewezen, zoals dat hierboven onder 3.4 is omschreven;
spreekt de verdachte vrij van wat aan hem onder 1. meer of anders is ten laste gelegd;
verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert, zoals dat hierboven onder 4 is omschreven;
verklaart de verdachte daardoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte voor de duur van 12 maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 3 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
stelt de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
de veroordeelde meldt zich binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij GGZ Reclassering Limburg Mondriaan op het adres Meezenbroekerweg 1,6412 VK Heerlen en blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
de veroordeelde laat zich behandelen door F.P.P. De Horst of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij aanleiding die zich kan voordoen, bijvoorbeeld terugval in middelengebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld ontstaat een grote kans op risicovolle situaties. Dan kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat de veroordeelde zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
de veroordeelde gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd. De veroordeelde gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren zo lang als de reclassering noodzakelijk vindt. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
e veroordeelde heeft geen contact met het slachtoffer, [slachtoffer] , zo lang de reclassering dat noodzakelijk acht;
geeft aan GGZ Reclassering Limburg Mondriaan de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer] van een bedrag van € 37.821,50, bestaande uit € 22.821,50 materiële schade en
€ 15.000,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, te berekenen over de periode vanaf 26 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten, die ten behoeve van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, aan de zijde van [slachtoffer] tot op heden begroot op nihil;
legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer] , van een bedrag van € 37.821,50, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 26 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt de duur, volgens welke met toepassing van artikel 6:4:20 van het Wetboek van Strafvordering gijzeling kan worden toegepast op 224 dagen; verstaat dat de toepassing van gijzeling de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet opheft;
de verdachte is van deze betalingsverplichting bevrijd voor zover hij aan de betalingsverplichting jegens [slachtoffer] heeft voldaan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.M.W. Nuijts, voorzitter, mr. F.M. van Maanen Winters en mr. M.G.J.M. van der Staak, rechters, in tegenwoordigheid van J.G.A.M. Spijkers, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 23 februari 2022.
Buiten staat
mr. M.G.J.M. van der Staak is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
feit 1:
hij op of omstreeks 26 februari 2020 in de gemeente Maastricht, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- ( in de vroege ochtend) forceren en/of ontgrendelen en/of openen (van een kettinkje) van een slot van een raam van de woning van een persoon genaamd [slachtoffer] en/of (vervolgens) (via dat geopende raam) binnendringen en/of binnenklimmen, althans zich de toegang verschaffen tot de woning van die [slachtoffer] (terwijl zijn, verdachte, gezicht gedeeltelijk bedekt was met een sjaal/doek) en/of
- toen die [slachtoffer] aan hem, verdachte, vroeg of hij weg wilde gaan omdat zij angst had, tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij rustig moest blijven en/of dat hij wel weg zou gaan en/of dat zij niet de politie moest bellen en/of dat hij een wapen had en/of dat hij haar af zou maken als zij de politie zou bellen en/of
- toen die [slachtoffer] haar telefoon wilde pakken, (weg)pakken van de telefoon van die [slachtoffer] en/of (vervolgens) brengen en/of houden van die telefoon buiten het bereik van die [slachtoffer] en/of
- sluiten en/of dicht doen van een raam van de woning van die [slachtoffer] en/of
- bij die [slachtoffer] op het bed gaan en/of blijven zitten en/of
- ( stevig) vastpakken en/of vasthouden van die [slachtoffer] en/of
- tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij hem, verdachte, moest kussen en dat hij daarna weg zou gaan en/of
- op die [slachtoffer] gaan en/of blijven liggen en/of
- ( telkens als die [slachtoffer] niet meedeed en/of niet meewerkte en/of zich verweerde) trekken aan de haren van die [slachtoffer] en/of (met kracht en/of stevig) vastpakken en/of vasthouden van/bij de nek/hals van die [slachtoffer] en/of
- tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij hem een blowjob moest geven en dat hij, verdachte, dan zou gaan en haar met rust zou laten en/of
- ( telkens als die [slachtoffer] het niet goed deed) (met zijn, verdachtes, vingers en/of hand) vastpakken en/of vasthouden van/bij en/of duwen en/of drukken op de hals/keel van die [slachtoffer] en/of
- doen en/of brengen van een condoom om zijn, verdachtes, penis en/of
- tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij zich daarover niet druk hoefde te maken, want hij had immers een condoom en/of
- naar beneden en/of uittrekken van de broek en/of de onderbroek van die [slachtoffer] en/of
- ( telkens) als die [slachtoffer] haar broek en/of onderbroek weer omhoog probeerde te trekken en/of zich verweerde, (met zijn, verdachtes, vingers en/of hand) duwen en/of drukken op de hals/keel van die [slachtoffer] en/of
- uit elkaar trekken van de benen van die [slachtoffer] en/of (schuin) op/naar de bedrand trekken van die [slachtoffer] en/of
- op/over die [slachtoffer] gaan en/of blijven liggen en/of
- ( toen die [slachtoffer] luider werd en/of geluid maakte en/of begon te huilen) brengen en/of duwen en/of drukken en/of houden van zijn, verdachtes, vingers en/of hand, op de hals/keel en/of op/over de mond van die [slachtoffer] ,
die [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ;
feit 2:
hij op of omstreeks 26 februari 2020 in de gemeente Maastricht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in/uit een woning, gelegen aan de [adres 2] , (een) goed(eren) en/of geld, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen en/of geld onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking, of inklimming,
- ( een kettinkje van) een slot van een raam van de woning van die [slachtoffer] heeft geforceerd en/of ontgrendeld en/of geopend en/of (vervolgens)
- dat raam (verder) heeft geopend en/of
- ( via het geopende raam) de woning van die [slachtoffer] binnen is geklommen en/of binnen is gegaan en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij geld wilde stelen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.