3.4.2
Het bewijs
Op grond van navolgende bewijsmiddelen acht de rechtbank feit 1 primair, het medeplegen van doodslag, en feit 2, het verbergen van het lichaam van het slachtoffer, wettig en overtuigend bewezen.
3.4.2.1 Verbalisant [naam verbalisant 1] relateerde op 25 december 2023 onder meer als volgt: (Voetnoot 2)
Op 25 december 2023 kreeg ik omstreeks 02.30 uur de opdracht te rijden naar de [adres] in Venlo. De melder zag dat er een auto geparkeerd stond met de achterklep open richting de toegangsdeur van de [adres] . Melder zag dat er iets uit de auto werd geladen. Hierna zag ze dat er iemand de grond aan het dweilen was. Ze zag dat er een grote rode plas op de grond lag. Ik ben richting de toegangsdeur van de [adres] gelopen. De toegangsdeur op de [adres] geeft toegang tot huisnummers [adres] tot en met [adres] . Ik zag dat er bloed op de grond lag voor de toegangsdeur. Ik zag dat er aan de klink van de toegangsdeur bloed zat. Ik zag links van de toegangsdeur een deur zitten. Ik hoorde vanuit het balkon de melder roepen dat we daar maar naar binnen moesten omdat daar mensen binnen waren geweest. Ik zag dat aan deze deur ook bloed zat. Ik zag dat er bloedvegen op het kozijn van deze deur zaten. Ik ben het appartementencomplex in gelopen. Na de toegangsdeur is er een ruimte met persoonlijke bergingen gekoppeld aan de huisnummers.
Ik zag op de grond meerdere plassen bloed liggen. Ik zag schuin tegenover de berging van huisnummer [adres] een emmer met water en een dweil staan. Ik zag dat aan de onderkant van de dweil bloed zat. Ik hoorde van collega's dat het bloedspoor verder liep door de trappenhal naar boven. Ik zag dat de grond nat was. Ik zag dat er veegsporen waren. Ik heb het bloedspoor naar boven gevolgd. Ik liep de trap omhoog tot aan de derde etage wat tevens de bovenste etage betrof. Ik zag aan de deur van huisnummer [adres] bloed zitten. Ik besloot om de deur te openen. Ik zag in de hal een grote hoeveelheid bloed liggen. Ik zag dat het een sleepspoor van bloed was. Ik liep door richting de woonkamer. Ik zag in de woonkamer overal bloed liggen. Ik zag dat er spetters bloed tegen de muur aan zaten. Ik zag dat er op de grond een grote hoeveelheid bloed lag. Ik zag dat er op de bank bloed zat. Ik verliet de woning. Ik keek in de politiesystemen en zag dat [verdachte] ingeschreven stond op genoemd adres. Ik hoorde dat de buurvrouw het volgende telefoonnummer opnoemde: [gsm-nummer] . Ik belde met genoemd telefoonnummer. Ik hoorde dat er opgenomen werd. Ik hoorde dat er een vrouwenstem zei: “Met [verdachte] ”. Ik vroeg of ik sprak met [verdachte] die ingeschreven stond op de [adres] . Ik hoorde dat ze vroeg met wie ze sprak. Ik gaf aan dat ik van de politie was en dat ik wilde weten of alles goed met haar ging. Ik hoorde dat ze de direct de verbinding verbrak. […] In overleg met de officier van dienst besloten wij de gezamenlijke berging te betreden. Ik hoorde dat er een sleutel was afgebroken in het slot waardoor we niet met de sleutel naar binnen konden. Hierop kwamen er collega's ter plaatse om de deur te openen. Ik zag dat de deur geopend werd. Ik zag direct achter de deur twee benen. Ik liep naar binnen en zag dat er een lichaam lag ingewikkeld in een deken. Ik zag dat het lichaam op de buik lag. Ik zag dat er geen gelaat zichtbaar was. Ik heb het lichaam omgedraaid om te kijken of het slachtoffer nog een ademhaling had. Ik heb de dekens opengemaakt. Ik zag dat er nog een zwarte deken om het lichaam zat. Ook deze deken heb ik verwijderd van het lichaam. Ik voelde aan de nek van het slachtoffer of ik een hartslag kon voelen maar dit was niet het geval.
3.4.2.2 Verbalisant [naam verbalisant 2] relateerde op 4 januari 2024 dat het lichaam van het
slachtoffer werd aangetroffen in de algemene fietsenstalling op de begane grond. (Voetnoot 3)
3.4.2.3 Verbalisanten [naam verbalisant 3] en [naam verbalisant 4] relateerden op 25 december 2023 onder meer als volgt: (Voetnoot 4)
Op 25 december 2023 hebben wij het stoffelijk overschot in beslag genomen. Het stoffelijk overschot werd in een transportzak geplaatst, afgesloten en verzegeld met het verzegelingslabel 041298906. Tijdens de lijkschouw zijn foto's gemaakt van het aangezicht van de overleden persoon. Deze foto's zijn door een politieambtenaar getoond aan een familielid van de overledene.
3.4.2.4 Verbalisanten [naam verbalisant 5] en [naam verbalisant 6] relateerden op 26 december 2023 onder meer als volgt: (Voetnoot 5)
Op 26 december 2023 toonden wij de foto van het gezicht. Desgevraagd verklaarde [naam nabestaande 1] dat de persoon op de foto haar zoon betrof, genaamd: [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] -1982 te Tegelen.
3.4.2.5 Verbalisant [naam verbalisant 7] relateerde op 19 juli 2024 onder meer als volgt: (Voetnoot 6)
De verzegelde transportzak, voorzien van het unieke zegelnummer 041298906 met daarin
het stoffelijk overschot, werd overgebracht naar het ziekenhuis. Op 26 december 2023 heeft de patholoog, dr. [naam 2] , sectie verricht op het stoffelijk overschot van: [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 1982 te Tegelen.
3.4.2.6 Op 26 december 2023 is door middel van sectie op het lichaam van [slachtoffer] een pathologisch onderzoek verricht door dr. [naam 2] , forensisch patholoog (Voetnoot 7). Bij dat onderzoek is het volgende gebleken:
Er werden 2 categorieën letsels aan het lichaam vastgesteld, te weten:
? Categorie 1: totaal 24 ruwrandige scheurwonden aan het hoofd (inclusief het gelaat) met
rafelige wondranden en weefselbruggen (laceraties) en kneuzing van de omgevende en onderliggende huid en onderhuidse weefsels (contusies) en bloeduitstortingen. Vrijwel alle met een bepaald patroon: aan 1 uiteinde steeds 2 korte, langwerpige scheurwonden en daar loodrecht op een langwerpige scheurwond.
De letsels waren verspreid aan het hoofd, de meeste waren boven-achterwaarts aan het (behaarde) hoofd gelegen.
Bijzonderheid: letsel K aan het behaarde hoofd rechts boven-zijwaarts toonde langs 1 van de wondranden oppervlakkige huidbeschadigingen met roodheid in de huid, in drie lettervormen die ongeveer 0,6 cm hoog en 0,5 cm breed waren. De letters ATS waren herkenbaar.
De letsels categorie 1 gingen gepaard met ernstige inwendige letsels, onder andere:
- meervoudige verscheuringen en kneuzingen van de schedelhuid, het botvlies van de schedel;
- meerdere impressiefracturen in het schedeldak rondom;
- breuken van de schedelbasis op meerdere plaatsen met gerelateerd daaraan bloeduitstortingen in de gehoorgangen en aan de oogleden;
- meervoudige verscheuringen van het harde hersenvlies en de zachte hersenvliezen;
- meervoudige verbrijzeling van hersenweefsel, met ingedrukte schedelfragmenten in hersenweefsel;
- verbrijzeling van het linkeroog, met invallen daarvan en verbrijzeling van de linkeroogkas;
- geringe bloeduitstorting in de hersenkamers.
? Categorie 2: oppervlakkige huidbeschadigingen met in de huid gelegen
bloeduitstortingen en hematomen.
Deze letsels waren gelegen aan het hoofd en de ledematen.
Definitieve interpretatie
Letselinterpretatie en doodsoorzaak
Bij sectie werden aan het hoofd (inclusief het gelaat) letsels vastgesteld genoemd categorie 1.
De meeste letsels waren boven-achterop het (behaarde) hoofd gelegen.
Deze letsels waren alle bij leven opgeleverd door meervoudige inwerking van uitwendig mechanisch stomp botsend geweld op het hoofd, door meerdere keren slaan met 1 of
meerdere slagvoorwerpen. Gezien de ernstige schade inwendig, moet het slagvoorwerp een
substantieel voorwerp zijn geweest en is de krachtsinwerking ook substantieel geweest (het
schedeldak is een dikke, harde benige structuur welks niet gemakkelijk breekt).
Gezien het typisch letselpatroon komt een klauwhamer of soortgelijk(e) slagvoorwerp(en) in
aanmerking. Het bovengenoemd typisch letselpatroon en de bijzondere bevindingen in relatie
met letsel K, verschaffen informatie over eventuele nadere kenmerken van het slagvoorwerp
of 1 van de slagvoorwerpen: aanwezigheid van een mogelijke afdruk (in de vorm van letters
en een lijnvormige rand) op het slagvoorwerp.
Deze letsels categorie 1 hebben ernstige inwendige letsels aan het hoofd veroorzaakt,
waaronder verbrijzeling van het linkeroog, indeukingsbreuken (impressiefracturen) van de
schedel en gedeeltelijke meervoudige verbrijzeling van structuren in de schedelholte (onder
andere de hersenvliezen en de grote hersenen).
Dat leidt doorgaans tot hersenfunctiestoornissen en verklaart het intreden van de dood bij
[slachtoffer] .
Bij sectie is geen andere doodsoorzaak gebleken.
Er zijn geen ziekelijke afwijkingen gebleken, van belang voor het intreden van de dood.
Er wordt opgemerkt dat er geen afweerletsels aanwezig waren.
Letselinterpretatie: overig
Voorts werden aan het hoofd en de ledematen letsels categorie 2 vastgesteld, namelijk
hematomen en oppervlakkige huidbeschadigingen. Deze letsels waren bij leven ontstaan door inwerking van uitwendig mechanisch stomp botsend geweld zoals door meervoudig slaan (al of niet met 1 of meerdere structuren/voorwerpen).
Deze letsels gingen niet gepaard met schade van belangrijke structuren van het lichaam en hebben daarom op zich geen rol van betekenis gespeeld bij het intreden van de dood. Ze kunnen wel hebben geleid tot bewustzijnsstoornissen, waardoor de persoon gemakkelijker blootgesteld kan zijn geweest aan het ondergaan van overig geweld en afwezigheid van afweerletsels zou hiermee kunnen worden verklaard.
Definitieve conclusie
Bij sectie op het lichaam van [slachtoffer] wordt het intreden van de dood verklaard door ernstig schedel-hersentrauma, opgeleverd door meervoudige inwerking van uitwendig mechanisch stomp botsend geweld op het hoofd. Dit was opgeleverd door onder andere meerdere malen slaan met 1 of meerdere slagvoorwerpen op het hoofd.
3.4.2.7 Verbalisanten [naam verbalisant 3] en [naam verbalisant 4] relateerden op 24 maart 2024 onder meer als volgt: (Voetnoot 8)
Op 25 december 2023 kwamen wij voor een forensisch onderzoek aan op de locatie [adres] te Venlo. […] zagen wij een hoekbank staan. Wij zagen op het zitgedeelte een klauwhamer liggen. Op de steel van de hamer zagen wij het merk “Stanley” staan. Wij zagen dat er op de hamer bloed zat.
3.4.2.8 Medeverdachte [naam medeverdachte] heeft bij de politie op 7 maart 2024 onder meer als volgt verklaard: (Voetnoot 9)
[...] ik heb gevochten met hem. Hij kwam bij ons thuis. Ik wilde hem uitleggen dat hij moest stoppen met die stomme sms’jes sturen naar [verdachte] . We begonnen te praten en toen begonnen we ook te vechten. […] hij moest stoppen met sms’jes sturen naar [verdachte] . Ik had hem dit eerder al proberen uit te leggen. Ik heb hem als eerste geslagen.
V: Waarmee heb jij hem geslagen?A: Met mijn hand.
V: Waar heb jij hem geraakt?A: In zijn gezicht en op zijn hoofd.
V: Waar komt die hamer vandaan?
A: Wij hadden alle gereedschap in de kamer in een kastje. […] ook de hamer.
We begonnen te vechten en toen kwamen we op een gegeven moment waar het gereedschap lag. V: Wie pakte het eerst de hamer?A: Ik.
Ik heb een paar keer met de hamer geslagen. Een paar keer zeker.Ik heb [slachtoffer] (de rechtbank begrijpt: slachtoffer [slachtoffer] ) bij zijn hoofd geraakt en in zijn gezicht.
V: Jij hebt met jouw vuist en de hamer geslagen?A: Ja.
V: De bedoeling was dat [slachtoffer] moest stoppen met sms’en.A: Niet alleen stoppen met sms’en maar [verdachte] ook met rust laten.
V: Je verwachtte dat [slachtoffer] niet zou komen. Waardoor is [slachtoffer] dan toch gekomen?A: [verdachte] schreef hem een stom, schuin, sms’je dat [slachtoffer] moest komen. Zoals u mij hebt laten lezen. “Ja en misschien iets meer”. [...] ik wist dat die vent wel zou komen. Ik wilde hem laten weten dat hij moest stoppen met [verdachte] . V: [verdachte] heeft verklaard dat zij in opdracht van jou dit bericht naar [slachtoffer] heeft moeten sturen. Hoe zit dat?A: Ja, dat klopt.
V: Toen dat bericht werd gestuurd is er ook nog 3 minuten met [slachtoffer] gebeld. Waar ging dat over?
A: [slachtoffer] wist niet hoe hij er moest komen. Dat was een minuutje voordat hij bij ons kwam. A: Hij schreef eerst een sms. Ik zei wat [verdachte] moest schrijven want ik wilde dat [slachtoffer] naar ons zou komen. In het verleden heb ik met [slachtoffer] contact telefonisch en per sms. Ik kocht een auto van hem. Ik heb hem toen ook een sms gestuurd dat hij [verdachte] met rust moest laten omdat zij een vriend had. A: Na dat gevecht zag ik dat er iets ergs was gebeurd. Ik wilde van het probleem wegvluchten. Ik wist de consequenties. Ik heb hem in een laken gewikkeld. Ik ben naar beneden gegaan en heb de auto naar de ingang gebracht. Ik wilde hem in de koffer gooien en wegvluchten van de problemen. Het lukte mij niet want hij was zwaar. Ik heb het hok van de fietsen opengemaakt en hem achtergelaten. Ik heb de deur dichtgemaakt. Ik ben toen met [verdachte] in de auto gestapt en we zijn weggegaan. We zijn naar station Sevenum gegaan en daar de auto neergezet. […] we zijn naar het centrum gegaan en daar hebben we een taxi gebeld en toen zijn we naar Venray gegaan. [...] toen werden wij door de politie aangehouden.
V: Hoe zijn [verdachte] en jij vanaf het station Horst-Sevenum naar het treinstation in Venray gegaan?
A: Er was een bar open.
We hebben zo’n meid gevraagd om voor [verdachte] een taxi te bestellen. Zij heeft de Uber voor ons besteld.
V: [slachtoffer] had geld. Waar?A: In zijn broekzak. In een zak of in alle twee de zakken achterzijde.V: Op welk moment heb jij dat geld bij [slachtoffer] weggepakt?A: Toen [slachtoffer] niet meer leefde. Ik zag dat [slachtoffer] geld had en toen heb ik dat meegenomen.
V: Wij weten dat jij drugs gebruikt. Wanneer had jij die 24e/25e december voor het laatst drugs gebruikt?A: Waarschijnlijk 24 december.
V: Wat en hoeveel drugs heb jij toen gebruikt?A: Twee en drie keer per dag. Heroïne deed ik in de ochtend, in de middag en in de avond.
A: Ik heb eerder naar hem een sms gestuurd dat hij [verdachte] met rust moest laten omdat hij anders problemen had. Daarna zijn we nog een auto gaan kopen bij hem.
V: Waarom is [slachtoffer] verbaasd als jij in de woning bent?
A: Ik wilde hem naar huis laten komen. Ik wilde hem zeggen dat hij [verdachte] met rust moet laten. [verdachte] heeft hem sms gestuurd dat we niet meer samen zouden zijn. Ik heb hem een sms geschreven dat ik naar Nederland terug zou komen.
V: Jij hebt [verdachte] dus [slachtoffer] laten uitnodigen om hem aan te spreken maar dat is uitgelopen op ruzie. Hoe kwam het dat dit aanspreken zo uit de hand is gelopen?A: Hij stuurde een sms. Ik weet niet hoe laat maar in de avond. [verdachte] liet mij dat sms bericht zien en vroeg wat dat was. Hij begint alweer. Sweety, koffie. Ik zei dat [verdachte] toen een sms moest sturen zodat hij zo komen en ik hem kon aangeven dat [verdachte] met rust gelaten moest worden.
V: Hoe komt het dat gewoon aanspreken tot ruzie en slaan komt?
A: [verdachte] heeft de jas opgehangen. [slachtoffer] komt binnen in de woonkamer en was in schok. Ik was binnen en hij zag mij terwijl [verdachte] en ik niet samen zouden zijn. We begonnen te praten. [verdachte] heeft sms gestuurd en [slachtoffer] dacht te komen en meer te krijgen. Hij ging zitten. Toen hij ging zitten was het een normaal gesprek en zei ik dat hij [verdachte] met rust moest laten. [slachtoffer] begon onzin te vertellen dat ik niks was. Ik gaf hem toen een klap en toen begonnen we te vechten. Ik heb niet veel begrepen maar [verdachte] heeft dit voor mij vertaald wat [slachtoffer] zei. Ik heb hem toen de eerste klap gegeven.
V: Wij tonen jou nu een foto van een klauwhamer van het merk STANLEY die op de bank in de woning van [verdachte] en jou. Van wie is deze hamer?A: Van mij.V: Wij weten dat er met deze hamer flink is ingeslagen op het hoofd van [slachtoffer] en wel dusdanig dat er zelfs een paar letters van het merk STANLEY op het hoofd van [slachtoffer] waren af te lezen.A: Ik heb met de zijkant geslagen.
V: Wie heeft jou geholpen om [slachtoffer] in de koffer en in de auto te krijgen?A: Die debiel. Ik trok hem vanaf de derde verdieping naar beneden.
V: Hoe kwam die bij jou terecht?A: Ik heb hem meegenomen om mij te helpen om [slachtoffer] in de auto te krijgen.
Ik heb gereden. We waren met de Jaguar van [slachtoffer] .A: Ik was bestuurder en [verdachte] zat naast mij in de autoV: Hoe heet die?A: [naam 3]
Hij zou mij moeten helpen inpakken en in auto dragen.
A: Het lukte mij niet en [verdachte] niet om [slachtoffer] in de auto te krijgen. Daarom heb ik [slachtoffer] achtergelaten.
V: Wat gebeurt er als het niet lukt om [slachtoffer] in de auto te krijgen?A: Om [slachtoffer] daar te laten waar de fietsen staan.V: Wat is dat voor ruimte?A: De gezamenlijke ruimte voor de mensen die in dat blok wonen.V: Jij zegt dat [verdachte] vervolgens naar boven is gegaan. Wanneer is zij naar boven gegaan?A: Toen ik [slachtoffer] naar beneden trok. Ik wilde het ook schoonmaken. Zij is die emmer gaan halen om schoon te maken. Dit was voordat we probeerden om [slachtoffer] in zijn auto te leggen. Eerst heb ik [slachtoffer] in dat keldertje gelegd. Toen hebben we schoongemaakt en toen de auto naar de portiek gereden om [slachtoffer] in de auto krijgen. We wilden schoonmaken en van daaruit heb ik [slachtoffer] in de centrale berging gelegd. V: Wat heb jij gedaan nadat je [slachtoffer] in de berging hebt gelegd?A. Ik heb de berging deur dichtgemaakt, afgesloten en de sleutel afgebroken.V: Waarom heb jij de sleutel afgebroken?A: Ik wilde wegvluchten.
A: [verdachte] en ik hebben allebei samen [slachtoffer] naar die berging gebracht.V: Wie hebben er allemaal schoongemaakt?A: Ik, en [verdachte] deed met de dweil.
A: Toen ben ik met [verdachte] weggereden.
A: Eerst zijn we naar het tankstation gegaan. Later heeft de politie gebeld en hebben we de auto in Sevenum achtergelaten en met de taxi naar Venray gereden.
V: Wij tonen jou een foto van een laken dat eveneens om het lichaam van [slachtoffer] was gewikkeld. Wat is dit?A: Dit is dat laken. In dit laken heb ik [slachtoffer] gewikkeld.
V: [verdachte] heeft verklaard dat zij jou heeft geholpen om [slachtoffer] in het laken te wikkelen.A: Misschien heeft ze geholpen.
V: Heb jij die avond nog drugs gekocht?
A: Ja.
V: Waar?
A: Voor de Aldi.
3.4.2.9 De verdachte heeft bij de politie op 25 december 2023 onder meer als volgt verklaard: (Voetnoot 10)
V: [verdachte] , jij staat sinds 11-01-2022 ingeschreven op het adres [adres] in Blerick/ Venlo. […]V: Hoe bevalt jou het wonen op de [adres] ?
A: Het is hell house daar. Heel gehorig en een slechte buurt. Het is een oud gebouw en dan hoor je alles, van iedereen. Als mijn onderbuurman een scheet laat dan hoor je dat. Als mensen wat harder praten kan ik ze horen. Mij horen ze ook want ik heb een harde stem. Ik woon drie hoog.
3.4.2.10 De verdachte heeft bij de politie op 26 februari 2024 onder meer als volgt verklaard: (Voetnoot 11)
A: […] toen hebben we die berichtjes gestuurd. Toen is [slachtoffer] gekomen. Toen is dat uit de hand gelopen. Heel erg.
[…] toen zijn we naar de Aldi toegegaan. […] toen had hij weer drugsgeld en weer terug naar mij toe. Op een gegeven moment zijn we de auto in gegaan. Iemand opgehaald. Toen is hij ook bij mij boven gekomen. Toen hebben we geprobeerd om [slachtoffer] naar beneden te krijgen. […] dat is gelukt. Toen zijn we met z’n tweeën, [naam medeverdachte] en ik, naar Horst gereden. [...] toen is hij nog gestopt bij dat tankstation. We hebben die auto neergezet, hebben een rondje door Horst gelopen en zijn met een taxi naar Venray gegaan. We hebben daar ook rondgelopen. we hebben ook een tijdje in zo’n dixi gezeten. […] toen zijn we naar de Jumbo gegaan. Daarna naar het treinstation. En toen kwam de politie aanlopen.
V: Vertel eens waarom [slachtoffer] kwam. Wat was het idee daarachter?A: [...] er stond iets in. Weer iets van ‘ [bijnaam verdachte] ’ ofzo. Maar ik vertelde dat tegen [naam medeverdachte] en hij werd daar boos om. Hij zei, kom nodig hem uit, ik ga hem eens eventjes de waarheid vertellen. […] dus toen heb ik hem uitgenodigd […] jullie hebben de berichtjes gelezen.V: Wie waren er dan bij toen jij dat bericht naar [slachtoffer] hebt gestuurd?A: [naam medeverdachte] .
[…] hij was er niet blij mee wat er gestuurd was.
V: Dus je leest [naam medeverdachte] voor wat er gestuurd werd over en weer. Dat heb je [naam medeverdachte] verteld en daar werd hij boos om.
A: Ja, want hij had hem al een keer hierover aangesproken. Dat hij dat niet moest doen.
[…] mij [bijnaam verdachte] noemen ofzo. Daar was hij niet van gediend. […] dat was toen wij voor die auto bij hem gingen kijken.
V: En toen zei [naam medeverdachte] nodig hem maar uit?A: Ja. Hij wilde hem even goed de waarheid zeggen, vertellen dat hij ermee moest stoppen.Ik ging erin mee.
V: [naam medeverdachte] had [slachtoffer] er al over aangesproken bij dat auto kopen. Jullie zijn twee keer daar geweest. Op welke manier sprak hij hem toen aan? Hoe ging dat?
A: […] hij sprak in het Engels. Maar volgens mij begreep [slachtoffer] niet heel goed Engels.
V: […] hoe uitte [naam medeverdachte] zich?
A: […] agressief sprekend.
V: Hij sprak op een agressieve toon. […] en nu zei [naam medeverdachte] laat hem maar komen, want ik zal hem eens de waarheid zeggen. Toen heb jij [slachtoffer] uitgenodigd?
A: Ja.
V: Dan zeg je dat het uit de hand is gelopen. [slachtoffer] komt en dan?
A: […] hij komt binnen. Ik maakte de deur open. Ik heb zijn jas aangenomen. En toen kwam hij binnen. Met mij dan. Wij kwamen binnen.
[naam medeverdachte] zat in de woonkamer.
V: En waar zat hij dan?
A: Op de bank. Toen ging ik zitten. En toen waren we een beetje aan het praten. Hij vroeg volgens mij, wat is dit? Omdat, ja, we waren natuurlijk uit elkaar.
V: Wie vroeg wat is dit?
A: [slachtoffer] . En toen zei [naam medeverdachte] , praat Engels. Praat Engels, praat Engels. [slachtoffer] praatte door in het Nederlands. Hij zei wat is dit? Jullie waren toch uit elkaar?
V: Waar ben je op dat moment?
A: Ik zit op de bank.
V: Jij bent inmiddels op de bank gaan zitten?
A: Ja, we zaten al.
V: En waar is [slachtoffer] gaan zitten?
A: Op de stoel.
V: [naam medeverdachte] praat in het Engels en hij wordt een beetje genegeerd zeg je.
A: Ja, [slachtoffer] praat door in het Nederlands tegen mij. Wat is dit, vroeg hij.
Toen stond [naam medeverdachte] op een gegeven moment op. Hij was een beetje aan het rondlopen. [slachtoffer] was wel echt verbaasd, hij was echt verbaasd gewoon.
V: Dat [naam medeverdachte] in de woning was?
A. Ja.
V: En hoe kwam het dat [slachtoffer] dacht dat jullie uit elkaar waren?A: […] omdat ik gestuurd had “mijn vent is weg”. (De rechtbank begrijpt dat dit het bericht is dat op 24-12-2023 22:55:54 uur door de verdachte aan het slachtoffer werd gestuurd.)
V: [naam medeverdachte] staat op een gegeven moment op, en dan?A: […] dan loopt hij een beetje agressief te doen.
[slachtoffer] die stond ook op. En dan op een gegeven moment [...] sloeg [naam medeverdachte] hem.
V: Hoe sloeg hij hem en waar raakte hij hem?A: Ik weet niet precies, maar niet laag. Dus het zal wel bij zijn hoofd of hier of zo ergens zijn geweest. (Verbalisanten: [verdachte] wijst met haar handen het gebied vanaf de schouders naar boven naar het hoofd aan).
A: […] dus ik denk in zijn gezicht, zijn hoofd.A: […] hij had in één keer een hamer in zijn handen.
V: Hoe is het verdergegaan die ruzie?A: […] toen was er echt gewoon een gevecht. [slachtoffer] stond met de rug naar mij toe. […] ik was ondertussen ook opgestaan.
A: Maar op een gegeven moment, waar die tv is daar viel hij neer. V: Daar viel [slachtoffer] neer?A: Ja.V: En hoe kwam dat denk je? Wat was er dan kort vooraf gegaan aan dat [slachtoffer] neer viel?A: Omdat [naam medeverdachte] heeft geslagen.
V: [...] waar was jij al die tijd?A: Ik liep erachter. Achter [slachtoffer] . Ik liep ook mee.
V: En [naam medeverdachte] , die slaat dan met die hamer, hoe vaak?A: […] het was wel vaker.
A: Ik weet wel dat hij zei, niet doen.V: [slachtoffer] zei dat, niet doen?A: Niet doen.V: En waar is [slachtoffer] precies neergevallen? A: Voor de tv.Op zijn buik.V: En toen hij daar lag, zei hij nog iets? A: Hij zei niks.
V: En wat is het volgende wat jij je dan herinnert?A: Dat hij het geld uit zijn zak pakt. Hij had geld bij zich. In zijn achterzak.V: […] nog iets anders gepakt?A: De telefoon hadden we. Hij had een portemonnee bij. Of losse pasjes. Die zijn ook weggegooid.
V: [slachtoffer] ligt dan op de grond. Ademde hij nog? Wat zag je? Wat hoorde je?A: Niks.[…] heb ik nog gevoeld of hij leefde.
V: En wat was voor jou toen de conclusie?A: Dat hij dood was.
V: En met wie ben je toen naar de Aldi gegaan?
A: Met [naam medeverdachte] .
V: Waarom gaan jullie naar de Aldi?A: Om drugs te kopen.
V: Weet je nog ongeveer hoe laat dat [slachtoffer] naar jullie toe is gekomen?A: 24 uur.
A: [...] hij is ook nog in die lakens gewikkeld.
V: Hoe is dat gegaan dan, dat in die lakens wikkelen?A: [naam medeverdachte] ging lakens halen.
En ik moest een beetje meehelpen op dat laatste stukje. Toen heeft hij hem vastgemaakt. Ik heb de onderkant vastgemaakt.
V: Welke lakens waren dat?
A: Die wit met zwart. En een dekbed.
V: En heb je geholpen om dat laken er onderdoor te doen.
A: Ja.
V: Dan ligt [slachtoffer] in dat laken. Hoe gaat het dan verder?
A: Toen hebben we hem een beetje gesleept naar de deur. Maar hij was heel erg zwaar. Er is in ieder geval een punt, toen gingen we die man halen.V: Toen lag [slachtoffer] nog in de woning in die lakens, je had een stukje met hem gesleept.A: Ja.
V: En wat is het volgende wat je wel weet dan?A: We zitten in de auto.
[…]
Die is in Venlo opgehaald.
Dan rijden we naar mij toe.
V: Wie gaan er allemaal naar binnen bij jou?A: [naam medeverdachte] , ik en die andere man.
We hebben even gezeten.
[…] ik heb aan die man gevraagd, weet je zeker dat je het kunt?
V: En wat zei hij?
A: Ja.
V: Waar is [slachtoffer] op dat moment?A: Hij was in de woonkamer.
Op een gegeven moment hebben we dus [slachtoffer] naar.. Dat ging nogal stressvol. [naam medeverdachte] was gestrest. Ik probeerde rustig te blijven en was ook rustig. A: Ik kon hem niet houden en toen is hij getrokken.V: Waar was die man toen, toen dat gebeurde.A: Die was er ook bij, die was naast mij die heeft ook gedragen.
A: [naam medeverdachte] ging de auto halen.
Toen hebben we geprobeerd [slachtoffer] in de achterklap te krijgen, maar hij was veel te zwaar, dat lukt niet.
Toen hebben we hem in die ruimte gelegd waarin hij gevonden is.
Hij zei dat ik de trap schoon moest maken.
Ik ben naar boven gegaan en heb een emmertje gemaakt met een dweil.
Ik kwam beneden. […] toen heb ik de deuren schoongemaakt. De deur van de gezamenlijke berging. [naam medeverdachte] heeft de sleutel van de berging afgebroken.
Toen zijn we naar de auto gegaan en toen zijn we naar Horst toe gereden.
V: En jullie zijn toen met de auto weggereden en naar het station in Horst gegaan?
A: Ja.
We zijn gestopt bij die ESSO.
En op een gegeven moment zijn we naar Venray gegaan.
Iemand heeft een taxi voor ons besteld. Die werkte bij een café.
V: […] we hebben jouw telefoon onderzocht en uit onderzoek blijkt dat er problemen zijn over het aankoopbedrag van die eerder aangeschafte auto bij [slachtoffer] . Er staat een chatbericht in tussen jou en [slachtoffer] (De rechtbank begrijpt: [slachtoffer] ). Beginnende op 20 november 2023 en eindigende op 19 december 2023.
G: Wanneer komen jullie mij het geld brengen
T: Next week I come back netherland and I come to you (06-12-2023, 23:17 uur)
S: Moet je hem bellen, hij heeft gekocht van je. Ik spreek m niet meer, is over met hem. Je hebt zijn nummer toch? (19-12-2023 11:01 uur)
S: Is mijn adres. Ik zal m bericht sturen dat die je belt. Ok?! Met kan ik niet doen. Ik wil m niet spreken eigenlijk. Ben klaar met m (19-12-2023, 17:03 uur)
V: Heb je allemaal getypt?
A: Behalve dat Engelse.
V: En je schrijft: next week I come back, I come back Netherlands and I come to you. Waar was hij dan?
A: Ja, gewoon bij mij.
V: Wie wil jij niet meer spreken zoals je hierin schrijft?
A: [naam medeverdachte] .
V: Waarom wilde je hem niet meer spreken?
A: Dat was niet waar.
V: […] heeft [naam medeverdachte] dit wel gevraagd?
A: Ja.
V: Dus dat erin staat dat hij in het buitenland was, om het dan even zo te vertalen, hij volgende week naar Nederland komt, dat klopt niet?
A: Nee.
V: Dat je hem niet meer wilt spreken, zeg je, dat klopt ook niet?
A: Nee.
V: En waarom heb je dat geappt dan?
A: [naam medeverdachte] vroeg van mij of ik dat wat ik wilde doen.
V: […] jij moest de antwoorden typen.
A: Ja
V: Dus je typt nu iets wat in ieder geval niet klopte.
A: Ja.
V: En je zegt dan, het is over met hem. Was het over met hem?
A: Nee.
V: En hem is dan?
A: [naam medeverdachte] .
V: Dus ook dat klopt in deze hele chat eigenlijk niet, zeg je. Ja, ik ben klaar met hem, maar dat klopt dus niet.
A: Ja.
V: Hoe vaak hebben [naam medeverdachte] en [slachtoffer] daadwerkelijk contact met elkaar gehad, van zien?
A: […] één keer toen we kwamen voor die auto. Kijk, de tweede keer en dan de derde keer
met kerst.
V: Is er één van die andere twee keren buiten kerst nog ruzie geweest tussen [slachtoffer] en [naam medeverdachte] , of dat er ergernissen waren?
A: Wat ik vertelde, dat hij toen zei dat hij niet zo tegen mij moest praten. Ik heb dat vertaald, ja toen zei dat hij niet zo tegen mij moest praten.
V: Waarom moest [slachtoffer] nu komen?
A: Omdat [naam medeverdachte] hem aan wou spreken. Hoe hij deed tegen mij. Daar was hij gewoon niet van gediend.
V: Was het plan om seks te hebben met [slachtoffer] ?A: Nee, maar dat was wel een beetje zo de manier om hem te laten komen.V: Want?A: Ja, omdat we hem aan moesten spreken.V: Maar hoe weet je dat dat de manier was om hem te laten komen?
A: Omdat ik die berichtjes van hem heb en hij zei, laat hem komen hier.
V: [...] je zegt in ieder geval de appjes waren er in ieder geval er op gericht om [slachtoffer] naar jouw flat te lokken.A: Ja.V: En dat is ook uiteindelijk gebeurd.A: Ja.
V: Je bent met [naam medeverdachte] naar die auto gegaan om drugs te kopen. Op welk moment was dat? A: Na 24.00 uur.V: Na 24.00 uur, nadat de ruzie al met [slachtoffer] geweest was?A: Ja.
V: [naam medeverdachte] heeft dat geld uit de broekzakken van [slachtoffer] gehaald. Wat is er nog meer gekocht met dat geld?
A: […] die drugs.
3.4.2.11 De verdachte heeft bij de politie op 3 april 2024 onder meer als volgt verklaard: (Voetnoot 12)
[…] die handschoen in de prullenbank. Ik heb die gebruikt toen ik aan [slachtoffer] voelde of [slachtoffer] nog leefde.
Ik denk uit de keukenla of bij de katten.
V: Wie gebruikte drugs?
A: Allebei [naam medeverdachte] en ik. [naam medeverdachte] werd er niet echt vrolijker van. Hij gebruikte heroïne.
V: Waarin uitte zich dat?
A: Irritaties en opgefokt gedoe.
V: Op welk moment is [naam medeverdachte] meer gaan gebruiken?
A: In december.
V: Wat deed [naam medeverdachte] als hij echt kwaad was?A: Wordt hij agressiever.
Dan gaat hij schreeuwen en slaan. Ik heb eens gezien dat hij een jongen een klap gaf.
V: […] vanaf 24 december 2023, 21:00 uur, tot de dood van [slachtoffer] , aan drugs en/of alcohol gebruikt?A: [naam medeverdachte] zal 1 bolletje heroïne hebben gebruikt.
V. [naam getuige 1] [de rechtbank begrijpt: de getuige [naam getuige 1]] heeft verteld dat, toen jij en [naam medeverdachte] terugkwamen om de auto op te halen, jij hem niet eens durfde aan te kijken. [slachtoffer] en [naam medeverdachte] hebben toen met elkaar gepraat. [naam medeverdachte] zou toen een hele tijd met [slachtoffer] buiten hebben gepraat, zeker 15 a 20 minuten. [slachtoffer] had [naam medeverdachte] moeten uitleggen hoe hij jou kende en [naam medeverdachte] gaf aan niet blij te zijn dat [slachtoffer] met jou praatte Wat heeft [naam medeverdachte] jou hierover verteld?
A: Daar was ik gewoon bij. Het klopt dat [naam medeverdachte] niet blij was. Ik stond erbij. Het ging om die auto maar [naam medeverdachte] was toen niet blij dat [slachtoffer] mij ‘ [bijnaam verdachte] ’ noemde.
Zoals [slachtoffer] tegen mij praatte vond [naam medeverdachte] niet fijn.
[naam medeverdachte] was de hele tijd boos op [slachtoffer] .Omdat [slachtoffer] mij [bijnaam verdachte] noemde.
V. Waarvan kende [naam medeverdachte] dan de naam [bijnaam verdachte] ?
A: Ik heb uitgelegd dat dit dezelfde betekenis had als schat maar dan op een iets lossere manier.
V: Waarom moest [slachtoffer] nu naar jullie woning komen?A: Omdat [naam medeverdachte] hem wilde aanspreken dat [slachtoffer] mij met rust moest laten.V: Jij verklaarde eerder dat, hetgeen jij op 24 december 2023, schreef naar [slachtoffer] : “ja lekkere fijne kerst.. cent weg, gedoe met jou om auto en ik zit hier alleen met de shit”, gelogen was en dat [naam medeverdachte] kwaad was op [slachtoffer] omdat [slachtoffer] jou ‘ [bijnaam verdachte] ’ noemde. […] waarom stuur jij dan dit bericht?
A: Om mijn leugen nog een beetje kracht bij te zetten dat het tussen [naam medeverdachte] en mij over was.
V: Jij hebt zoals we al eerder met je besproken hebben op 19 december 2023 tegen [slachtoffer] gezegd dat je hem ( [naam medeverdachte] ) niet meer spreekt. In een volgend bericht op 19 december schrijf je ben klaar met hem. Op 21 december 2023 schrijf jij: “Hij en ik zijn klaar nu.” Jij schrijft steeds naar [slachtoffer] dat jij en [naam medeverdachte] geen relatie meer hebben. Waarom?
A: Een keer begon omdat [naam medeverdachte] mij vroeg te zeggen dat hij weg was. Daarna heb ik dat gewoon aangehouden.
V: [slachtoffer] wilde eigenlijk helemaal niet naar jou komen op kerstavond en spreekt ook over, dat hij geen verkeerde bedoelingen heeft. Hij vraagt zelfs om de volgende morgen vroeg af te spreken en bij jou koffie te drinken. In het bericht schrijf jij naar [slachtoffer] : “Luister, denk dat je mij niet snapt... Ik wil geen koffie, denk en hoop dat je mij snapt... Natuurlijk wil ik dat je nu komt.” [slachtoffer] vraagt: “of wil je dat ik nu nog kom.” [verdachte] , realiseer jij je dat, doordat jij [slachtoffer] op kerstavond naar jouw appartement gelokt hebt, [slachtoffer] nu dood is?
A: Ja.
V: Jij had dus [slachtoffer] ook volgens zijn eigen voorstel een dag later kunnen laten komen.
A: [naam medeverdachte] zei: “Nee, nu”. Hiermee bedoelde [naam medeverdachte] dat [slachtoffer] perse die avond naar ons moest komen.
V: [slachtoffer] staat beneden voor de deur en belt aan. Waar is [naam medeverdachte] op dat moment?
A: In de woonkamer.
A: Hij heeft aangebeld en ik heb gewacht tot [slachtoffer] boven was.
V: Wie maakte de directe voordeur open?
A: Ik.
Ik heb zijn jas gepakt.
V: Waar is [naam medeverdachte] op het moment dat [slachtoffer] de woonkamer inloopt?
A: Toen we binnenkwamen zat hij op de bank.
V: Hoe reageert [slachtoffer] als hij [naam medeverdachte] ziet?
A: Een beetje verbaasd.
[slachtoffer] dacht dat het tussen mij en [naam medeverdachte] klaar was.
[naam medeverdachte] zei dat ik Engels moest praten.
V: Ze zien elkaar en krijgen een woordenwisseling. Waar stonden ze?
A: [naam medeverdachte] en ik zaten op de bank en [slachtoffer] zat in die zwarte stoel. Direct begon een
woordenwisseling. Toen kwam het dat [slachtoffer] mij met rust moest laten.
[naam medeverdachte] begon toen wat dreigend rond te lopen. [slachtoffer] zat toen nog in de stoel.
V: Waar liep [naam medeverdachte] ?
A: Bij de televisie waar later [slachtoffer] op de grond lag. Hij liep naar [slachtoffer] .
[naam medeverdachte] sloeg vervolgens [slachtoffer] . Het was volgens mij aan de voor- of zijkant aan de bovenzijde van [slachtoffer] .
A: Er kwam een gevecht.
Gingen ze al vechtend rond. Ik liep erachter aan. Ik liep achter [slachtoffer] aan en [naam medeverdachte] liep voor [slachtoffer] .
V: Waarmee is [slachtoffer] zo vaak op zijn hoofd geslagen?A: Dat moet die hamer zijn geweest.
V: Wie heeft [slachtoffer] zo vaak geslagen?A: [naam medeverdachte] .
V: Waar heeft hij [slachtoffer] geraakt?A: Op zijn hoofd.
[…]
A: Waar moet ik beginnen?V: Achter die stoel.A: Ik stond achter [slachtoffer] . [naam medeverdachte] is aan het slaan en toen liepen ze zo, richting tv. V: Wat heeft [naam medeverdachte] in zijn hand?A: Daar heeft hij al de hamer. [slachtoffer] zei toen nog: “Nee, niet doen.”V: Wat deed [naam medeverdachte] ?A: Die ging door.
V: Wij laten jou nog een fotocompilatie zien. Hier is te zien dat er zo hard met de hamer op het hoofd van [slachtoffer] is geslagen dat zelfs de eerste 3 letters van het merk op de huid van [slachtoffer] zijn achtergebleven. Nogmaals, wat is hier gebeurd!A: Dat [slachtoffer] door [naam medeverdachte] is geslagen met de hamer.
V: Wie hebben deze hamer gedurende het gevecht vastgehad, buiten [naam medeverdachte] ?A: Alleen [naam medeverdachte] .
V: Hoe kwam jij aan de telefoon van [slachtoffer] ?A: Of die lag op tafel of zat in zijn jas.V: Waarom heb jij de telefoon van [slachtoffer] gepakt?A: [naam medeverdachte] vroeg mij: “heb jij die nog?” Hij zag later bij de Aldi dat ik die telefoon nog had.
V: Door dat bericht van jou is [slachtoffer] nu wel dood. Ik heb niks gedaan zeg je maar hebt wel die berichtjes gestuurd.A: Klopt.
A: Ik heb hem niet om het leven gebracht.V: Maar ook niets om het te voorkomen.A: Ja.
3.4.2.12 De verdachte heeft bij de politie op 5 juni 2025 onder meer als volgt verklaard: (Voetnoot 13)
V: Op 25 december 2023, om 03:51 uur, ben jij met [naam medeverdachte] met de taxi naar Venray gegaan waar jullie om ongeveer 04:06 uur op de Mozartstraat, zijn afgezet.
V: Vanaf de Mozartstraat naar de Jumbo is het ongeveer 12 minuten lopen. Om 08:07 uur, rekenen jullie bij de Jumbo contant een bedrag van 16,47 euro af. Als jullie om 04:06 uur op de Mozartstraat zijn afgezet en om 08:07 uur bij de Jumbo afrekenen is er, minus de looptijd en de winkeltijd, nog zo’n 3,5 uur over. Waar zijn jullie die 3,5 uur geweest?
A: Het was in een dixie die daar stond. Daar hebben wij in gezeten.
A: [naam medeverdachte] vroeg mij om die berichtjes te sturen om zo te laten lijken dat ik meer wilde. [naam medeverdachte] wilde hem aanspreken.V: Met welke voorwerpen is [slachtoffer] in jouw woning allemaal geslagen?A: […] met de hamer en met de vuist door [naam medeverdachte] .
V: Waarom maakte hij zich druk om het feit dat [slachtoffer] tegen jou ‘ [bijnaam verdachte] ’ zei terwijl jij hem ook nog had uitgelegd dat [slachtoffer] hier helemaal niets verkeerds mee bedoelde?
A: [naam medeverdachte] was over niks jaloers, ja, en daarover wel.
3.4.2.13 De verdachte verklaarde ter terechtzitting onder meer als volgt:
Ik heb [slachtoffer] (het slachtoffer) drie keer gezien. De eerste twee keren waren bij het bekijken en het kopen van de Opel. Er zaten een paar dagen tussen de eerste twee keren. [naam medeverdachte] was toen geïrriteerd over de manier waarop [slachtoffer] tegen mij praatte en dat hij mij ‘ [bijnaam verdachte] ’ noemde. Hij was jaloers. Ik heb de berichten naar [slachtoffer] gestuurd. [naam medeverdachte] spreekt geen Nederlands. Ik vertaalde alles voor hem. We hebben [slachtoffer] vervolgens op 24 december 2023 naar de woning gelokt door hem de indruk te geven dat het ging om een seksafspraak. [naam medeverdachte] wilde [slachtoffer] weer aanspreken en hij wilde per se dat [slachtoffer] die avond kwam. Ik heb gezien dat [naam medeverdachte] [slachtoffer] met een vuist sloeg en op hem bleef inslaan met een hamer. Ik heb gevoeld of [slachtoffer] nog leefde. [naam medeverdachte] heeft geld van [slachtoffer] gepakt en ik zijn telefoon. Op een gegeven moment hebben we [slachtoffer] in een laken gewikkeld. We hebben [naam 3] met de Jaguar van [slachtoffer] opgehaald in Venlo. [naam 3] en ik hebben in de woonkamer geholpen met slepen. [naam medeverdachte] heeft hem van de derde verdieping naar beneden gebracht. Ik heb ook nog geholpen het lichaam in de auto te krijgen. Uiteindelijk hebben we hem in de berging gelegd. Daarna zijn we samen drugs gaan halen in de buurt van de Aldi. In de woning heb ik niet geschreeuwd of om hulp geroepen. Ook heb ik [slachtoffer] van tevoren niet gewaarschuwd of hem geholpen om weg te komen. Na zijn dood heb ik ook geen hulp ingeschakeld.
3.4.2.14 Getuige [naam getuige 1] verklaarde op 2 januari 2024 onder meer als volgt: (Voetnoot 14)
[…] er is een Opel Corsa verkocht. [verdachte] is een vrouw die [slachtoffer] kent. [verdachte] was op de zaak met haar Poolse vriend. [slachtoffer] vertelde mij een dag later dat die Poolse man zich af had gevraagd waarom [slachtoffer] met [verdachte] de hele tijd deed praten. Toen [verdachte] en die Poolse man terugkwamen om de auto op te halen durfde [verdachte] ons niet eens aan te kijken. Die man heeft toen een hele tijd met [slachtoffer] buiten gepraat. Dit duurde zeker 15 a 20 minuten. [slachtoffer] vertelde mij vervolgens dat hij uit moest leggen hoe [verdachte] en [slachtoffer] elkaar kenden. [slachtoffer] vertelde mij dat die man niet blij was met het feit dat [slachtoffer] met [verdachte] praatte.
3.4.2.15 Verbalisant [naam verbalisant 8] relateerde op 11 januari 2024 onder meer als volgt: (Voetnoot 15)
Op 20-11-2023 werd de Opel op naam gezet van:
Identiteit: [verdachte]
Geboren: [geboortegegevens] -1983
3.4.2.16 Verbalisant [naam verbalisant 9] relateerde op 8 januari 2024 onder meer als volgt: (Voetnoot 16)
Op 25 december 2023 werd een mobiele telefoon in beslag genomen bij de aanhouding van verdachte [verdachte] .
Hieronder wordt onderlinge communicatie tussen verdachte [verdachte] , verdachte [naam medeverdachte] en slachtoffer [slachtoffer] weergegeven.
Van: Slachtoffer [slachtoffer]
Naar: Verdachte [verdachte]
Text: Wanneer komen jullie me het geld brengen
Time: 6-12-2023 22:36:10
Direction: Incoming
Van: Verdachte [naam medeverdachte]
Naar: Slachtoffer [slachtoffer]
Text: Next week I come back netherland and I come to you
Time: 6-12-2023 23:17:46
Direction: Outgoing
Van: Slachtoffer [slachtoffer]
Naar: Verdachte [verdachte]
Text: Wanneer komen jullie
Time: 19-12-2023 10:05:04
Direction: Incoming
Van: Verdachte [verdachte]
Naar: Slachtoffer [slachtoffer]
Text: Moet je hem bellen, hij heeft gekocht van je. Ik spreek m niet meer, is over met hem.
Je hebt zijn nummer toch?
Time: 19-12-2023 11:01:43
Direction: Outgoing
Van: Verdachte [verdachte]
Naar: Slachtoffer [slachtoffer]
Text: […] Ik zie hem niet meer. […]
Time: 19-12-2023 16:53:59
Direction: Outgoing
Van: Verdachte [verdachte]
Naar: Slachtoffer [slachtoffer]
Text: Is mijn adres. Ik zal m bericht sturen dat die je belt. Ok?! Met kan ik niet doen. Ik wil
m niet spreken eigenlijk. Ben klaar met m
Time: 19-12-2023 17:03:34
Direction: Outgoing
Van: Verdachte [verdachte]
Naar: Slachtoffer [slachtoffer]
Text: […] Zoals ik al.zei... Hij en ik zijn klaar nu
Time: 21-12-2023 18:09:11
Direction: Outgoing
Van: Slachtoffer [slachtoffer]
Naar: Verdachte [verdachte]
Text: Fijne kerstdagen
Time: 24-12-2023 22:51:56
Direction: Incoming
Van: Verdachte [verdachte]
Naar: Slachtoffer [slachtoffer]
Text: Ja lekkere fijne kerst.. cent weg […] Maar evengoed., thanx en jij ook fijne dagen
Time: 24-12-2023 22:55:54
Direction: Outgoing
Van: Verdachte [verdachte]
Naar: Slachtoffer [slachtoffer]
Text: Ik kom binnenkort wel keer langs of jij komt hier bakkie doen
Time: 24-12-2023 22:56:22
Direction: Outgoing
Van: Slachtoffer [slachtoffer]
Naar: Verdachte [verdachte]
Text: Dat komt allemaal goed
Time: 24-12-2023 22:58:44
Direction: Incoming
Van: Slachtoffer [slachtoffer]
Naar: Verdachte [verdachte]
Text: Dus nu mag ik weer [bijnaam verdachte] zeggen.lol
Time: 24-12-2023 22:59:09
Direction: Incoming
Van: Slachtoffer [slachtoffer]
Naar: Verdachte [verdachte]
Text: Ik moet je gewoon graag
Time: 24-12-2023 23:02:21
Direction: Incoming
Van: Slachtoffer [slachtoffer]
Naar: Verdachte [verdachte]
Text: Heb er geen verkeerde bedoelingen bij
Time: 24-12-2023 23:02:41
Direction: Incoming
Van: Verdachte [verdachte]
Naar: Slachtoffer [slachtoffer]
Text: […] Ben jij bij familie? We kunnen anders ook wel samen f bakkie doe n of f samen wat eten
Time: 24-12-2023 23:04:45
Direction: Outgoing
Van: Slachtoffer [slachtoffer]
Naar: Verdachte [verdachte]
Text: Is al 11 uur
Time: 24-12-2023 23:06:40
Direction: Incoming
Van: Verdachte [verdachte]
Naar: Slachtoffer [slachtoffer]
Text: Misschien beetje laat, maar voel me zo alleen., bedoel ook niet alleen Koffie
Time: 24-12-2023 23:06:42
Direction: Outgoing
Van: Slachtoffer [slachtoffer]
Naar: Verdachte [verdachte]
Text: Zullen we morgen vroeg af spreken even
Time: 24-12-2023 23:07:33
Direction: Incoming
Van: Slachtoffer [slachtoffer]
Naar: Verdachte [verdachte]
Text: Kom ik bij jouw koffie drinken
Time: 24-12-2023 23:08:05
Direction: Incoming
Van: Slachtoffer [slachtoffer]
Naar: Verdachte [verdachte]
Text: Of wil je dat ik nu nog kom
Time: 24-12-2023 23:09:38
Direction: Incoming
Van: Verdachte [verdachte]
Naar: Slachtoffer [slachtoffer]
Text: Luister, denk datje mij niet snapt.. Ik wil geen koffie, denk en hoop dat je mij snapt... natuurlijk wil ik datje nu komt
Time: 24-12-2023 23:10:53
Direction: Outgoing
Van: Verdachte [verdachte]
Naar: Slachtoffer [slachtoffer]
Text: Ik ga f douchen
Time: 24-12-2023 23:11:15
Direction: Outgoing
Van: Slachtoffer [slachtoffer]
Naar: Verdachte [verdachte]
Text: Oke dan kom ik zoo
Time: 24-12-2023 23:11:22
Direction: Incoming
Van: Slachtoffer [slachtoffer]
Naar: Verdachte [verdachte]
Text: Ik ga me ook even douchen nu
Time: 24-12-2023 23:11:41
Direction: Incoming
Van: Verdachte [verdachte]
Naar: Slachtoffer [slachtoffer]
Text: Hoe laat?
Time: 24-12-2023 23:11:44
Direction: Outgoing
Van: Slachtoffer [slachtoffer]
Naar: Verdachte [verdachte]
Text: Stuur me jouw adres
Time: 24-12-2023 23:11:53
Direction: Incoming
Van: Slachtoffer [slachtoffer]
Naar: Verdachte [verdachte]
Text: 12 uur bij jouw
Time: 24-12-2023 23:12:00
Direction: Incoming
Van: Slachtoffer [slachtoffer]
Naar: Verdachte [verdachte]
Text: Is het een flat [bijnaam verdachte]
Time: 24-12-2023 23:51:42
Direction: Incoming
Op 24 december 2023 te 23.56.08 uur vindt er een telefoongesprek plaats, via de applicatie
Facebook Messenger, met een duur van 3 minuten en 5 seconden. Dit gesprek is tussen verdachte [verdachte] en slachtoffer [slachtoffer] . Hier is geen audio-opname van beschikbaar.
3.4.2.17 Verbalisant [naam verbalisant 10] relateerde op 19 maart 2024 (aanvulling op het proces-verbaal onder 3.4.2.16) onder meer als volgt: (Voetnoot 17)
System Message
Text: Hier
Time: 24-12-2023 23:11:50
System Message
Text: Ok is goed. Adres is [adres] . […]
Time: 24-12-2023 23:13:02
[…] in de context van het gesprek is het zeer aannemelijk dat de gebruiker [verdachte] in navolging op de vraag van [slachtoffer] ‘Stuur me jouw adres’ (verzonden op 24-12-2023 23:11:53), het adres stuurt. Het genoemde adres betreft het woon-/verblijfadres van de verdachten [verdachte] en [naam medeverdachte] .
3.4.2.18 Getuige [naam 3] verklaarde op 19 maart 2024 onder meer als volgt: (Voetnoot 18)
[…] ik zag dat het [naam medeverdachte] (de rechtbank begrijpt: medeverdachte [naam medeverdachte] ) was. Hij was samen met dat meisje. Zij zat in de auto. Hij zei dat hij hulp nodig had en vroeg mij mee te komen. Hij had hulp nodig om iets achter in de auto te leggen. Ik ben met [naam medeverdachte] meegegaan naar de auto. Volgens mij was het een Jaguar. De vriendin van [naam medeverdachte] zat naast hem en [naam medeverdachte] bestuurde de auto. Ik ben achter in gestapt achter [verdachte] . We zijn toen naar Blerick gereden. We gingen het huis binnen en toen zag ik het lichaam. Ze hadden hem ingepakt met allemaal lakens. Ik zag het bloed er doorheen komen. [verdachte] en [naam medeverdachte] hebben het lichaam toen naar beneden gebracht. [naam medeverdachte] zei dat die man problemen had gemaakt met zijn vriendin en hij hem daarom had doodgemaakt. V: Wat zei [verdachte] ?
A: Zij zei niets. Zij was normaal. Beter dan mij. Zij was niet geschrokken. Zij had schijt aan het dode lichaam.Dat meisje en [naam medeverdachte] hebben hem gedragen. Ze droegen hem allebei de trap af. Het lichaam paste niet en was te zwaar om in de auto te tillen. [verdachte] kon niet helpen met het lichaam achter in de auto leggen. [naam medeverdachte] legde het lichaam op de grond. [verdachte] is toen de trap en zo gaan schoonmaken. Er was daar allemaal bloed. Het lichaam lag nog op de grond. Het lichaam lag in de berging.
3.4.2.19 Verbalisant [naam verbalisant 11] relateerde op 8 januari 2024 onder meer als volgt: (Voetnoot 19)
De camerabeelden van ESSO Tankstation, Columbusweg 55 te Venlo, zijn door mij verbalisant bekeken en beschreven.
Datum: 25-12-2023, tijdstip 02.42.14 uur FOTO 1
Ik zag dat er een personenauto aan kwam rijden. Door mij werd de grill van de auto als zijnde een Jaguar herkend. Ik zag een onbekend persoon (vermoedelijk een man) uit een personenauto stappen. Deze man stapt uit de auto en loopt weg. Tijdens het openen van het portier gaat de binnenverlichting aan. In de auto is een tweede persoon zichtbaar.
In PV LB1R023124-138 wordt beschreven wie deze persoon is. Het betreft de verdachte [naam medeverdachte] .
Datum: 25-12-2023, tijdstip 02.43.52 uur FOTO 3
Ik zag [naam medeverdachte] weer terug naar de auto komen en instappen. Met het openen van het portier ging de binnenverlichting aan. Ik zag een persoon op de bijrijdersplaats zitten. De auto reed weg. […] kenteken [kentekennummer] .
3.4.2.20 Verbalisant [naam verbalisant 12] relateerde (proces-verbaalnummer LB1R023124-138) op
4 januari 2024 onder meer als volgt: (Voetnoot 20)
De camerabeelden van ESSO Tankstation, Columbusweg 55 te Venlo, zijn door mij bekeken en beschreven. Ik herken de persoon als verdachte [naam medeverdachte] .
3.4.2.21 De verdachte verklaarde op 25 december 2023 dat zij naast de verdachte in de auto van het slachtoffer zat ten tijde van het bezoek aan de het ESSO tankstation te Venlo. (Voetnoot 21)
3.4.2.22 Verbalisant [naam verbalisant 2] relateerde op 5 maart 2024 onder meer als volgt: (Voetnoot 22)
De auto van het slachtoffer [slachtoffer] betreft een personenauto, merk Jaguar, kenteken [kentekennummer] .
3.4.2.23 Getuige [naam getuige 2] verklaarde op 4 april 2024 onder meer als volgt: (Voetnoot 23)
[…] in de nacht van 25 december 2023 ik was aan het werk bij [naam café] in Sevenum. Er kwamen twee mensen aangelopen. De personen wilde een taxi bestellen richting Venray. Ik heb de taxi besteld om 03:41, om 03:51 uur was de taxi er.
3.4.2.24 Getuige [naam getuige 3] verklaarde op 5 april 2024 onder meer als volgt: (Voetnoot 24)
V: Uit ons onderzoek is gebleken dat jij in die nacht als taxichauffeur hebt gewerkt en tussen 03:51 uur en 04:06 uur een taxirit hebt gehad. Wat kun jij je over die rit herinneren?
A: Ik kan me herinneren dat ik een man en vrouw in de taxi heb gehad. Ik heb die opgehaald bij een café in Sevenum. Ik zie dat de rit besteld was door van [naam getuige 2] . Ze waren losjes tegen elkaar en tegen elkaar aan het praten. De man was veel aan het lachen en vooral met die vrouw aan het praten. Ik kreeg de indruk dat ze samen een gezellige avond hadden gehad.
Aan de hand van de factuur kan ik zien dat ze naar de Mozartstraat in Venray gebracht zijn.
3.4.2.25 Verbalisant [naam verbalisant 13] relateerde op 5 januari 2024 onder meer als volgt: (Voetnoot 25)
Camera D45:
Ik zie dat op 25-12-2023, 07:59:25 uur twee personen van rechts naar links door het beeld lopen. Ik zie dat deze camera de personen op de linkerflank en op de rug filmt. Ik zie dat deze personen om 07:59:43 uur uit het zicht van de camera verdwijnen. Ik zie dat deze personen arm in arm lopen en beiden een capuchon op het hoofd dragen.
- Aanvulling op signalement rechter persoon:
Bruin/groene jas met capuchon, grijze trainingsbroek met roze/oranje verticale strepen op
het linkerbeen, mogelijk merk Adidas.
- Aanvulling op signalement linker persoon:
Zwart vest met een lichte bies op de linkerflank, grijze capuchon, grijze sportschoenen van
het merk Umbro, tas aan de linkerflank, band van de tas over de rechterschouder.
Ik zie dat verdachte [naam medeverdachte] om 08:06:08 uur de supermarkt verlaat en naar links loopt.
Ik zie dat verdachte [verdachte] om 08:06:14 uur de supermarkt verlaat en naar links loopt.
Camera D45:
Ik zie dat op 25-12-2023, 08:06:16 uur verdachte [naam medeverdachte] in het zicht van deze camera komt en in de richting van de Henri Dunantstraat loopt. Ik zie dat om 08:06:20 uur verdachte [verdachte] in het zicht van deze camera komt en samen met verdachte [naam medeverdachte] richting de Henri Dunantstraat loopt. Ik zie dat beiden rechtsaf de Henri Dunantstraat in lopen en vervolgens uit het zicht van de camera lopen.
3.4.2.26 Verbalisant [naam verbalisant 14] relateerde op 7 januari 2024 dat beide verdachten omstreeks 08:05:01 uur richting de kassa liepen van de Jumbo, gelegen aan de Kiosk 185 te Venray. Er werd een bedrag van 16,47 euro afgerekend. De tijd die zichtbaar was op de verstrekte camerabeelden liep 1 minuut en 37 seconden achter op de daadwerkelijke tijd. (Voetnoot 26)
3.4.2.27 Verbalisanten [naam verbalisant 15] en [naam verbalisant 16] relateerden op 25 december 2023 onder meer als volgt: (Voetnoot 27)
Op 25 december 2023 waren wij doende met het uitkijken naar de twee verdachten van de moord/doodslag op de [adres] te Venlo. Omstreeks 08.25 uur hoorden wij portofonisch dat de twee verdachten zich mogelijk ophielden op het treinstation van Venray. Om 08.37 uur liepen wij het perron van spoor 2 en 3 op. Wij zagen twee personen, een
man en een vrouw, in de achterste abri zitten. Om 08.38 uur controleerden wij de man en de vrouw. Deze man betrof [naam medeverdachte] . Wij hoorden dat de vrouw desgevraagd verklaarde dat ze ‘ [verdachte] ’ heette. Deze naam kwam overeen met de naam die eerder genoemd was als verdachte. Tevens zagen wij dat het signalement van de vrouw overeenkwam met de foto van de verdachte die de collega's ons had laten zien. Om 08.40 uur hielden wij [naam medeverdachte] en
[verdachte] aan.
3.4.2.28 Getuige [naam 4] (vader van verdachte) verklaarde op 1 februari 2024 onder meer als volgt: (Voetnoot 28)
[…] diegene die bij haar woont was een vriend. Het was een Poolse naam. [naam medeverdachte] of [naam medeverdachte] . [verdachte] zei dat [naam medeverdachte] de laatste tijd veel drugs gebruikte. Hij werd dan helemaal crazy. Dan werd hij helemaal gek. Dan wist hij niet meer wat hij deed. Iemand die doordraait.
V: Wie zijn er allemaal betrokken bij het feit waarvoor [verdachte] is aangehouden?
A: [naam medeverdachte] was daar ook samen met [verdachte] . Ze heeft gezegd dat [naam medeverdachte] helemaal
doorgedraaid was.
Overwegingen met betrekking tot feit 1
De verdediging heeft bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde doodslag, omdat er geen sprake is van opzet bij de verdachte en een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en medeverdachte [naam medeverdachte] niet kan worden vastgesteld.
De rechtbank ziet dat anders en overweegt daartoe als volgt.
In november 2023 gaan de verdachte en medeverdachte [naam medeverdachte] samen naar het autobedrijf van het slachtoffer voor het bekijken van een Opel Corsa, die vervolgens op een andere dag, te weten 20 november 2023, door hen wordt aangekocht. Bij het bekijken en aankopen van de auto is de medeverdachte geïrriteerd door de wijze waarop het slachtoffer met de verdachte praat. Vanaf 6 december 2023 zijn er berichten gestuurd tussen het slachtoffer en de verdachte, waarin zij hem laat geloven dat de relatie met de medeverdachte voorbij is. Op kerstavond 2023 stuurt het slachtoffer een bericht naar de verdachte en volgt een reeks berichten tussen beiden. Zowel de verdachte als de medeverdachte verklaren dat de medeverdachte boos werd omdat het slachtoffer weer berichten stuurde. Het slachtoffer moet dan meteen naar de woning van de verdachte komen, waarbij het kennelijk niet uitmaakt dat het kerstavond en al laat is. Het kan niet wachten tot de volgende dag. Het slachtoffer wordt dan onder valse voorwendselen naar de woning gelokt, met de suggestie van een seksafspraak. Bij het versturen van de berichten werken de verdachten nauw met elkaar samen. Immers, zo verklaren beiden, bedenkt de medeverdachte wat er gestuurd moet worden, waarna de verdachte de berichten (in de Nederlandse taal) typt en vervolgens verstuurt. De verdachten geven beiden aan dat het slachtoffer naar de woning moest komen omdat de medeverdachte het slachtoffer wilde ‘aanspreken’ over hoe hij zich jegens de verdachte gedroeg. De verdachte weet dat de medeverdachte boos en agressief is, helemaal na gebruik van heroïne. Dit uit zich onder meer in irritaties en opgefokt gedoe. Ook weet de verdachte dat de medeverdachte, onder dezelfde omstandigheden, al een keer eerder iemand geslagen heeft. Beiden verklaren ook dat de medeverdachte niet lang voor het versturen van de berichten heroïne heeft gebruikt. Hieruit kan worden afgeleid dat de verdachte kon verwachten dat er niet alleen gepraat zou worden met het slachtoffer, maar dat zij zich moet hebben gerealiseerd dat de medeverdachte agressief richting het slachtoffer zou worden en er geweld jegens hem gebruikt zou worden. Dit terwijl zij het slachtoffer al enige tijd in de waan liet dat zij geen contact meer had met de medeverdachte en het slachtoffer dus verrast zou worden door de aanwezigheid van de medeverdachte in haar woning. Daar komt nog bij dat de verdachte heeft verklaard dat de medeverdachte geen Nederlands spreekt en het slachtoffer niet goed Engels, waardoor het voeren van een gesprek tussen die twee nagenoeg onmogelijk was. Ook dit duidt erop dat het lokken van het slachtoffer niet kan zijn gegaan om het enkel ‘aanspreken’ van het slachtoffer door de medeverdachte. De rol van de verdachte bij het versturen van de berichten aan het slachtoffer is cruciaal geweest; het slachtoffer zou anders niet die nacht naar de woning zijn gekomen. De verdachte heeft hierin welbewust met de medeverdachte samengewerkt. De verdachte had - indien zij daadwerkelijk niet had gewild dat het slachtoffer die nacht naar de woning kwam - gemakkelijk kunnen verhinderen dat het slachtoffer naar de woning zou komen of hem kunnen waarschuwen. Zo had zij bijvoorbeeld richting de medeverdachte - die de in het Nederlands opgestelde berichtjes immers niet kon lezen - een smoes kunnen bedenken dat het slachtoffer niet wilde of kon komen. Ook had zij het slachtoffer kunnen waarschuwen in het (drie) minutenlange telefoongesprek dat zij met hem voerde op 24 december 2023 om 23.56.08 uur, kort voordat het slachtoffer bij de woning aankomt. Door samen met de medeverdachte de berichten te sturen en het slachtoffer niet te waarschuwen, is zij (stilzwijgend) akkoord gegaan met het plan om het slachtoffer naar de woning te lokken, wetende dat dit waarschijnlijk in een fysiek treffen met de medeverdachte zou resulteren.
De rechtbank is van oordeel dat niet bewezen is dat het opzet van de verdachte op het moment van het sturen van de berichten verder ging dat het geven van enkele klappen of het gebruiken van geweld jegens het slachtoffer. Dat is echter anders vanaf het moment dat het slachtoffer bij de woning aankomt en voor de gebeurtenissen daarna.
Uit de gang van zaken in de woning volgt dat de verdachte op zijn minst genomen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat het slachtoffer zou komen te overlijden, en dat er aldus sprake is van voorwaardelijk opzet. Zo laat de verdachte het slachtoffer binnen in de woning, hangt zijn jas op en waarschuwt hem op geen enkele wijze dat de medeverdachte boos en opgefokt op het slachtoffer zit te wachten in de woonkamer. Het slachtoffer gaat nietsvermoedend de woonkamer binnen en is begrijpelijk verbaasd dat de medeverdachte daar aanwezig is. Volgens de verdachte en de medeverdachte ontstaat er dan een korte woordenwisseling tussen de medeverdachte en het slachtoffer, waarbij de medeverdachte nog bozer en agressiever wordt omdat het slachtoffer in het Nederlands praat en hij het gesprek om die reden niet kan volgen. De verdachte doet niets om de boel te sussen. De medeverdachte staat op en slaat dan een of enkele keren met zijn vuist in het gezicht van het slachtoffer en wederom doet de verdachte niets. De medeverdachte moet dan op enig moment bij de kast in de tussenwand een hamer hebben gepakt. Ook dan handelt de verdachte niet. Vervolgens wordt het slachtoffer zeker 24 keer met de hamer op het hoofd geslagen door de medeverdachte. De verdachte heeft verklaard dat zij achter het slachtoffer stond waardoor haar het geweld beslist niet kan zijn ontgaan. De verdachte heeft echter niets gedaan om te voorkomen dat het slachtoffer op gruwelijke wijze werd toegetakeld. De verdachte probeert niet tussen beiden te komen, vlucht niet weg, haalt geen hulp, roept zelfs niet om hulp - hetgeen door de gehorigheid van het appartementencomplex en de aanwezigheid van buren gemakkelijk had gekund - en belt niet met 112, waardoor zij zich medestander van de medeverdachte heeft getoond. Als het slachtoffer op de grond ligt in een plas bloed, schakelt de verdachte nog steeds geen hulp in. De verdachte heeft verklaard dat de medeverdachte gestrest handelde, maar dat zij zelf rustig bleef. Dit wordt ook bevestigd door [naam 3] , die haar omschrijft als normaal en dat zij niet geschrokken was. Alhoewel de verdachte later ook heeft verklaard dat zij “bevroren” was toen het excessieve geweld richting het slachtoffer plaatsvond, laat haar gedrag iets anders zien. Zo gaat zij voelen of het slachtoffer nog leeft. Zij is op dat moment alert genoeg om eerst nog een plastic handschoen te gaan pakken uit de keukenla of in de kattenkamer en deze aan te trekken alvorens zij aan het lichaam van het slachtoffer voelt en vaststelt dat hij is overleden. Zij ziet dat de medeverdachte geld uit de zakken van het slachtoffer pakt en zijzelf heeft op enig moment de telefoon van het slachtoffer gepakt. Vervolgens gaat zij samen met de medeverdachte, met het gestolen geld van het slachtoffer, eerst drugs halen. Zij helpt daarna om het overleden slachtoffer in lakens te wikkelen, gaat mee [naam 3] ophalen, helpt mee het lichaam naar beneden te slepen en helpt bij het proberen om het lichaam in de auto van het slachtoffer te krijgen. Omdat dit niet lukt, helpt ze het lichaam in de berging te leggen en helpt daarna met schoonmaken van de achtergelaten bloedsporen. Vervolgens slaat ze samen met de medeverdachte in de auto van het slachtoffer op de vlucht. Als zij op enig moment door de politie wordt gebeld, verbreekt zij meteen de verbinding. Ze blijft de rest van de nacht bij de medeverdachte, waarbij de taxichauffeur verklaart dat het leek of zij een gezellige avond hadden gehad. Ze schuilt met de medeverdachte in een dixi voor de regen en rond 08.00 uur lopen zij arm in arm richting de Jumbo voor het doen van boodschappen. Om 08.40 uur worden ze samen aangetroffen op station Oostrum waar ze vervolgens worden aangehouden.
Met betrekking tot het medeplegen mag - naar vaste jurisprudentie van de Hoge Raad - het zich niet-distantiëren slechts een bescheiden rol spelen bij het aannemen van medeplegen. Gelet op het voorgaande is echter sprake van veel meer dan alleen het zich niet-distantiëren. Immers heeft de verdachte een cruciale rol gespeeld voorafgaand aan het feit (het lokken van het slachtoffer naar de woning), tijdens het feit (zij toont zich een medestander van medeverdachte doordat zij het nietsvermoedende slachtoffer laat aanspreken en helemaal niets doet om het geweld te voorkomen of hulp te zoeken en door het zich niet-distantiëren van de geweldshandelingen tegen het slachtoffer) en erna (het wegmaken van het lichaam van het slachtoffer). Hoewel niet bewezen kan worden dat de verdachte een fysiek aandeel heeft gehad bij het doodslaan van het slachtoffer, is - met de beschrijving van het totaal aan gedragingen van de verdachte - sprake van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachte en is de bijdrage van de verdachte van voldoende gewicht om van medeplegen te spreken.
Conclusie
Op grond van de bewijsmiddelen en zoals overwogen, verklaart de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich als medepleger heeft schuldig gemaakt aan doodslag.