Rechtbank Limburg, eerste aanleg - meervoudig strafrecht overig

ECLI:NL:RBLIM:2025:12677

Op 19 December 2025 heeft de Rechtbank Limburg een eerste aanleg - meervoudig procedure behandeld op het gebied van strafrecht overig, wat onderdeel is van het strafrecht. Het zaaknummer is 03/341328-23 en 03/112852-24 (ttz. gev.), bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBLIM:2025:12677. De plaats van zitting was Maastricht.

Soort procedure:
Instantie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
03/341328-23 en 03/112852-24 (ttz. gev.)
Datum uitspraak:
19 December 2025
Datum publicatie:
18 December 2025

Indicatie

Marktmoord Geleen. Gevangenisstraf van 22 jaren voor moord, poging tot doodslag en het verlaten van een plaats ongeval. Toekenning van schadevergoedingen vanwege affectieschade.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht

Strafrecht

Parketnummers: 03/341328-23 en 03/112852-24 (ttz. gev.)

Tegenspraak

Vonnis van de meervoudige strafkamer van 19 december 2025

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1991 in [geboorteplaats] ,

gedetineerd in [locatie PI] .

De verdachte wordt bijgestaan door mr. R.W.P. Krijnen, advocaat in Geleen.

1
Onderzoek van de zaak

De zaken zijn inhoudelijk behandeld op de terechtzittingen van 17 november en 24 november 2025. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Het onderzoek ter terechtzitting is formeel gesloten op 19 december 2025, waarna meteen uitspraak is gedaan.

In de zaak 03/341328-23 hebben nabestaanden van het slachtoffer [slachtoffer 1] zich als benadeelde partij gevoegd en gebruik gemaakt van het spreekrecht, bijgestaan door mr. L.C. van Leeuwen en mr. R.G. van der Laan, raadslieden in Leiden.

2
De tenlastelegging

De tenlasteleggingen zijn als bijlage aan dit vonnis gehecht en bevatten in totaal 3 feiten.

De verdenking komt er in de zaak 03/341328-23, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte op 23 december 2023 in de gemeente Sittard-Geleen [slachtoffer 1] (met voorbedachte raad) van het leven heeft beroofd door meermalen met een vuurwapen op zijn hoofd te schieten (feit 1). Diezelfde dag zou de verdachte primair hebben geprobeerd om (een) tot nu toe onbekend gebleven perso(o)n(en) van het leven te beroven door in de gemeente Beekdaelen op de A76 in de rijrichting Heerlen meermalen vanuit een rijdende auto op een passerende auto te schieten. Subsidiair is dit ten laste gelegd als een bedreiging (feit 2).

De verdenking komt er in de zaak 03/112852-24, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte op 25 december 2023 in Landgraaf een plaats van een ongeval heeft verlaten, terwijl hij wist of moest vermoeden dat hij aan een ander ( [slachtoffer 2] ) letsel en/of schade had toegebracht.

Overwegingen

3
De beoordeling van het bewijs
3.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht alle primair tenlastegelegde feiten bewezen.

In de zaak 03/341328-23

Op basis van het dossier kan worden vastgesteld dat het de verdachte was die op 23 december 2023 met zijn Opel Corsa naar de Markt in Geleen is gereden om [slachtoffer 1] op te zoeken en dood te schieten. Dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld, leidt de officier van justitie af uit het feit dat de verdachte 15 seconden de tijd heeft gehad om na te denken over zijn voorgenomen daad en eventueel tot inkeer te komen. Die vijftien seconden betrof de tijd tussen het moment van waarnemen van [slachtoffer 1] om 17:05:44 uur toen hij cafetaria [naam cafetaria] verliet en naar zijn voertuig liep, en het moment dat de verdachte om 17:05:59 uur met een capuchon over zijn hoofd en met gestrekte arm richting de bestuurderszijde van het voertuig van [slachtoffer 1] liep, kortom: het moment van schieten. Uit het dossier zou zelfs afgeleid kunnen worden dat de verdachte al vanaf het moment dat hij arriveerde op de Markt tijd heeft gehad om zich te beraden; de verdachte stond vanaf 17:04:33 uur [slachtoffer 1] al op te wachten.

Zeer korte tijd na het schietincident op de Markt in Geleen is op de A76 in de gemeente Beekdaelen vanuit een voertuig drie keer geschoten op een ander voertuig. De hulzen die daar op de vluchtstrook en in de middenberm zijn aangetroffen zijn vergeleken met de hulzen die op de Markt in Geleen zijn aangetroffen en volgens het NFI zijn er aanwijzingen dat de hulzen zijn verschoten met één wapen. Uit het dossier volgt dat de verdachte zich op die A76 bevond, waar hij met zijn voertuig door de ANPR-camera om 17:11 uur werd geregistreerd. In zijn auto en op zijn kleding zijn schotresten aangetroffen. Hierdoor kan worden vastgesteld dat de verdachte degene is geweest die op de snelweg heeft geschoten. Door in het donker met behoorlijke snelheid te rijden en op korte afstand gericht te schieten op een ander voertuig (dat daadwerkelijk ook is geraakt, zo blijkt uit de verklaring van de getuige [getuige 2] ) heeft de verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat in ieder geval de onbekend gebleven bestuurder van dat andere voertuig zou komen te overlijden.

In de zaak 03/112852-24

Het bewijs dat de verdachte twee dagen later, op 25 december 2023, in Landgraaf de plaats van een ongeval heeft verlaten, terwijl hij wist of moest vermoeden dat hij aan een ander schade had toegebracht, volgt uit de verklaring van aangeefster [slachtoffer 2] , het aantreffen van de verdachte in de nabijheid van het ongeval, de herkenning van de verdachte als zijnde de veroorzaker van het ongeval en de eigen verklaring van de verdachte.

3.2

Het standpunt van de verdediging

In de zaak 03/341328-23

De raadsman heeft bepleit dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de moord op [slachtoffer 1] , omdat, als al kan worden vastgesteld dat de verdachte degene is geweest die [slachtoffer 1] heeft doodgeschoten, niet bewezen kan worden dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld. De vijftien seconden tussen het moment dat [slachtoffer 1] uit cafetaria [naam cafetaria] komt gelopen en het moment van schieten is te kort om na te denken over de betekenis en gevolgen van de voorgenomen daad. Het handelen van de verdachte is slechts het gevolg geweest van een hevige gemoedsbeweging, veroorzaakt door zijn PTSS-klachten en het gebruik van alcohol en cocaïne rondom de datum van en met name op 23 december 2023. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de (impliciet subsidiair) tenlastegelegde doodslag.

De raadsman heeft ook bepleit dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de poging tot doodslag op dan wel de bedreiging van de inzittende(n) van het voertuig op de A76 in de gemeente Beekdaelen, omdat niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat de verdachte degene is geweest die op die auto heeft geschoten. Zo hebben de getuigen verklaard over een grotere zwarte auto ter grootte van een SUV of BMW en dat is een Opel Corsa niet. Daarbij is voor het bewijs van bedreiging vereist dat de bedreigde op de hoogte is geraakt van de bedreiging en dat is hier onbekend gebleven.

In de zaak 03/112852-24

Voor het bewijs dat de verdachte op 25 december 2023 in Landgraaf de plaats van een ongeval heeft verlaten, terwijl hij wist of moest vermoeden dat hij aan een ander schade had toegebracht, heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

3.3

Het oordeel van de rechtbank

De feiten in de zaak 03/341328-23  (Voetnoot 1)

Feit 1

Inleiding

Op 23 december 2023 omstreeks 17:05 uur hoort een verbalisant twee harde knallen komende vanaf de Markt in Geleen (rechtbank: gemeente Sittard-Geleen)(Voetnoot 2) Even later komt bij de politie een melding binnen van een reanimatie op de Markt in Geleen. Aldaar wordt op de grond naast een zwarte Hyundai Atos, die tegenover cafetaria [naam cafetaria] stond geparkeerd, [slachtoffer 1] gereanimeerd. Hij wordt vervolgens naar het Maastricht Universitair Medisch Centrum gebracht. (Voetnoot 3) Om 19:28 uur diezelfde dag is [slachtoffer 1] dood verklaard. (Voetnoot 4)

Een forensisch patholoog van het TMFI heeft het lichaam van [slachtoffer 1] onderzocht en geconcludeerd dat het overlijden van [slachtoffer 1] kan worden verklaard door ballistisch trauma, te weten één inschot in het hoofd. Daarnaast was er een doorschot aan de mond/kin, maar dat letsel is niet van betekenis geweest voor het intreden van de dood. (Voetnoot 5)

Schietincident

De politie heeft camerabeelden bekeken in de directe omgeving van de Markt in Geleen. Op de beelden is te zien dat [slachtoffer 1] om 17:00:43 uur zijn voertuig parkeert op de Markt in Geleen en vervolgens naar cafetaria [naam cafetaria] loopt. Om 17:04:33 uur rijdt een donkerkleurig voertuig de Markt op, rijdt voorbij aan het voertuig van [slachtoffer 1] en parkeert in dezelfde rij als het voertuig van [slachtoffer 1] . Te zien is dat om 17:05:37 uur ditzelfde donkerkleurige voertuig achteruit rijdt en parkeert achter het voertuig van [slachtoffer 1] met de neus van het voertuig in de richting van de uitgang van de Markt. Op de beelden is te zien dat om 17:05:44 uur [slachtoffer 1] cafetaria [naam cafetaria] verlaat en loopt in de richting van zijn voertuig. Om 17:05:56 uur is te zien dat een portier van het voornoemde donkerkleurige voertuig, dat kort daarvoor is geparkeerd, aan de bestuurderszijde wordt geopend en dat iemand uitstapt. (Voetnoot 6) Om 17:05:59 uur is te zien dat een persoon, komende uit de richting van het voornoemde donkerkleurige voertuig, met een capuchon over zijn hoofd in de richting van de bestuurderszijde van het voertuig van [slachtoffer 1] loopt, zijn rechterarm strekt (17:06:00 uur), en vervolgens met gestrekte arm doorloopt in de richting van de bestuurderszijde van het voertuig van [slachtoffer 1] . Op de beelden is niet te zien wat vervolgens is gebeurd, omdat het zicht bij het voertuig van het slachtoffer wordt belemmerd door het schijnsel van een aldaar aanwezige lantaarnpaal.

Om 17:06:04 uur loopt deze persoon weer weg richting de bestuurderszijde van het donkerkleurige voertuig. (Voetnoot 7) Te zien is dat om 17:06:05 uur een persoon instapt in de eerdergenoemde donkerkleurige auto aan de bestuurderszijde en dat het voertuig met hoge snelheid wegrijdt. (Voetnoot 8) Tijdens de hele periode dat het donkerkleurige voertuig zich op de Markt bevindt, zijn de lichten van het voertuig constant aan. (Voetnoot 9)

Op de camerabeelden is nog te zien dat op het moment dat voornoemde persoon terugloopt naar zijn auto, de persoon in zijn rechterhand een voorwerp vasthield, vermoedelijk een wapen. Ook is te zien dat deze persoon een grijze joggingbroek, grijze sweater met lange mouwen en een zwarte bodywarmer droeg. (Voetnoot 10)

Was de verdachte de schutter?

De vraag die de rechtbank eerst zal moeten beantwoorden is of de verdachte de schutter is geweest die [slachtoffer 1] heeft doodgeschoten. Voor de beantwoording van die vraag is het volgende van belang.

Het donkerkleurig voertuig van de schutter wordt door de politie herkend als een zwarte personenauto van het merk Opel, model Corsa en het type F, geproduceerd vanaf 2019. (Voetnoot 11)De politie heeft vervolgens dit voertuig van de schutter vergeleken met het voertuig dat twee dagen later, op 25 december 2023, onder de verdachte in beslag is genomen. Dit betreft een zwarte Opel Corsa met kenteken [kenteken 1] en bouwjaar 2022. (Voetnoot 12) Dit voertuig werd gehuurd door de verdachte. (Voetnoot 13) De verdachte verklaarde zelf hierover dat hij inderdaad een Opel Corsa huurde in de periode rondom 23 december 2023 en daarin als enige reed. (Voetnoot 14)Noot rechtbank: voor de leesbaarheid hierna de Opel Corsa van de verdachte genoemd. De politie stelde vast dat er opvallend veel overeenkomsten tussen deze voertuigen waren. Allereerst was op camerabeelden te zien dat in het voertuig van de schutter een rood voorwerp zichtbaar is. In de Opel Corsa van de verdachte hing een rood dennenboompje. Bij het voertuig van de schutter was een sierlijst zichtbaar aan de onderkant van de zijramen, welke gebogen doorliep tot aan ongeveer de dakrand van het voertuig. De Opel Corsa van de verdachte was voorzien van een chroomkleurige sierlijst die dezelfde buiging had en ophield ter hoogte van de dakrand. En hoewel het kenteken van het voertuig van de schutter op camerabeelden niet zichtbaar is, kan wel worden vastgesteld dat het voertuig een kentekenserie voerde met als voorbeeldcombinatie X-999-XX, waarbij X staat voor een letter en 9 voor een cijfer. De Opel Corsa van de verdachte heeft eenzelfde letter-cijfercombinatie: [kenteken 1](Voetnoot 15) Andere overeenkomsten tussen het voertuig van de schutter en de auto van de verdachte zijn de velgen, die dezelfde vorm en grootte hebben, en het derde remlicht. (Voetnoot 16)

De politie heeft verder ingezoomd op de Opel Corsa van de verdachte. Hieruit volgt dat het voertuig van verdachte op 23 december 2023 tweemaal wordt geregistreerd door een ANPR-camera op de A76 ter hoogte van Geleen. De eerste keer is er een ANPR-hit om 16:56 uur op de A76 in de richting van Geleen en komende vanuit Heerlen. De tweede keer om 17:11 uur en ditmaal rijdende op de A76 in de richting van Heerlen en afkomstig vanuit Geleen. (Voetnoot 17)

Aan de hand van camerabeelden is de route van de Opel Corsa van de schutter tussen 16:56 uur en 17:11 uur vastgelegd en blijkt dat die Opel Corsa in dat tijdsbestek naar de Markt in Geleen is gereden waar de auto om 17:04:33 arriveert en om 17:06 uur weer is weggereden en vervolgens is gereden in de richting van de A76. (Voetnoot 18)

Onder de verdachte werd op 25 december 2023 ook een telefoon in beslag genomen. (Voetnoot 19) Aan de prepaid simkaart die in de telefoon zat, bleek het telefoonnummer [telefoonnummer] gekoppeld te zijn. (Voetnoot 20) Er is onderzoek verricht aan de hand van de location update gegevens van de telefoon naar de verplaatsingen van de telefoon van de verdachte en de verplaatsingen van de door de schutter gebruikte Opel Corsa op de camerabeelden. Hieruit volgt dat de telefoon van de verdachte zich steeds binnen het indicatieve geografische gebied bevond, waarbinnen zich op dat moment ook de Opel Corsa van de schutter bevond en waar het schietincident plaatsvond. (Voetnoot 21)

De Opel Corsa van de verdachte werd verder onderzocht. De veiliggestelde triploggegevens, gegevens van de afgelegde routes van de auto, zijn vergeleken met camerabeelden en de ANPR-gegevens. Hieruit volgt dat de auto op 23 december 2023 om 15:43 uur stopt bij de [adres 1] in [plaats](Voetnoot 22) Op camerabeelden is op dat moment te zien dat om 15:43:50 uur de bestuurder van een zwarte Opel Corsa het voertuig parkeert ter hoogte van het appartementencomplex aan de [adres 1] in [plaats] . De bestuurder stapt uit de Opel Corsa en loopt in de richting van de woning aan de [adres 1] in [plaats] . De bestuurder draagt een lichtkleurige broek met een lichtkleurige trui met daarover vermoedelijk een donkerkleurige bodywarmer en verdwijnt uit beeld onder de overdekking bij de ‘achter’ deur van de woning [adres 1] . Om 16:15:13 uur komt een persoon met dezelfde kleding vanuit de overdekking bij de woning van de [adres 1] gelopen. Hij wordt gevolgd door een persoon om 16:17:28 uur die onder dezelfde overdekking vandaan komt. Kort hierna is op de beelden te zien dat de zwarte Opel Corsa wegrijdt. (Voetnoot 23) Uit triploggegevens van de Opel Corsa van de verdachte blijkt dat deze om 16:18 uur weer wordt gestart. (Voetnoot 24)

De bewoner van de [adres 1] in [plaats] is [getuige 1] . Hij is als getuige gehoord en heeft verklaard dat op 23 december 2023 de verdachte bij hem op bezoek is geweest en ze samen in de auto van de verdachte naar de Plus zijn gereden alwaar de verdachte [getuige 1] heeft afgezet. (Voetnoot 25)

Uit de triploggegevens van de auto van de verdachte volgt verder dat die auto op 23 december 2023 om 16:37 uur wordt gestart vanaf een onbekende bestemming en pas weer tot stilstand komt om 17:36 uur. Het voertuig rijdt dan naar [naam 1] in [plaats] , waar het voertuig om 17:42 uur stopt. (Voetnoot 26) Dit wordt bevestigd door camerabeelden van de aldaar gelegen opvanglocatie [naam 2] . Op camerabeelden is te zien dat een Opel Corsa parkeert bij de achteringang en dat de bestuurder in de richting van de achteringang van [naam 2] loopt. Deze persoon draagt een lichtgrijze hoodie, lichtgrijze broek (van het merk North Face), een donkerkleurige gewatteerde bodywarmer en Nike schoenen. (Voetnoot 27)

Op 25 december 2023 werden voor forensisch onderzoek de schoenen die de verdachte op dat moment droeg veiliggesteld (SIN AAPO6168NL). (Voetnoot 28) Dit betroffen schoenen met de tekst “Nike”. (Voetnoot 29) Een dag later, op 26 december 2023, werd forensisch onderzoek verricht in de woning aan de [adres 2] in [woonplaats](Voetnoot 30) Dit betrof de woning van de verdachte. (Voetnoot 31) In de woning werd een grijze joggingbroek van het merk North Face (SIN AANZ0851NL) en een grijze hoodie (SIN AANZ0897NL) veiliggesteld. (Voetnoot 32)

Op 27 december 2023 werd sporenonderzoek verricht aan de auto van de verdachte. Op verschillende plekken in de auto zijn monsters genomen, waaronder op de rand van de raamopening van het portier aan de bestuurderszijde (SIN AAOJ4164NL), de rand van de raamopening van het portier aan de bijrijderszijde (SIN AAOJ4165NL), de rand van de raamopening van het linker achterportier (SIN AAOJ4166NL), de rand van de raamopening van het rechter achterportier (SIN AAOJ4167NL), de voorzijde van de rand van het stuurwiel (SIN AAOJ4167NL) en de schakelpook (SIN AAOJ4168NL) (Voetnoot 33)

De bemonsteringen van de auto, zijn net als de kleding (grijze joggingbroek en grijze hoodie) en de schoenen onderzocht op de aanwezigheid van schotresten. Volgens het NFI zijn de bevindingen van het onderzoek naar de aanwezigheid van schotresten op de autobemonsteringen, de kleding en de schoenen zeer veel waarschijnlijker wanneer daarop schotresten aanwezig zijn dan wanneer op die bemonsteringen geen schotresten aanwezig zijn. (Voetnoot 34)

Tussenconclusie

Alles duidt erop dat de verdachte de bestuurder van de Opel Corsa is die op 23 december 2023 naar de Markt in Geleen is gereden en daar [slachtoffer 1] heeft doodgeschoten. Het begint met de overeenkomsten tussen de auto van de schutter en de auto van de verdachte. Vervolgens volgen de ANPR-hits op de auto van de verdachte, waaruit blijkt dat de verdachte, die immers volgens zijn eigen verklaring de enige gebruiker was van zijn zwarte Opel Corsa, op 23 december 2023 om 16:56 uur is gereden over de A76 vanuit Heerlen in de richting van Geleen en om 17:11 uur over de A76 vanuit Geleen in de richting van Heerlen. In het tussen deze beide tijdstippen gelegen tijdsbestek is op camerabeelden een zwarte Opel Corsa te zien, die opvallende overeenkomsten vertoont met de Opel Corsa van de verdachte. Die zwarte Opel Corsa rijdt naar de Markt in Geleen, alwaar die arriveert om 17:04:33 uur, waarna omstreeks 17:06 uur de schietpartij op het slachtoffer [slachtoffer 1] plaats vindt en waarna de zwarte Opel Corsa op de camerabeelden met hoge snelheid weg rijdt vanaf de plaats delict op de Markt in Geleen in de richting van de A76.

De telefoongegevens van de bij verdachte in beslag genomen telefoon bevinden zich steeds binnen het indicatieve geografische gebied, waarbinnen zich op dat moment ook deze Opel Corsa van de schutter bevond en waar het schietincident plaatsvond. De telefoon van de verdachte beweegt aldus mee met de auto van de schutter.

Op de camerabeelden van de plaats delict aan de Markt in Geleen is ook de kleding van de schutter te zien, te weten een grijze joggingbroek, een grijze sweater met lange mouwen en een zwarte bodywarmer. Deze kleding is identiek aan de op 23 december 2023 door de verdachte gedragen kleding, zoals te zien is op de camerabeelden op de [adres 1] te [plaats] (kort voor de schietpartij) en de camerabeelden van opvanglocatie [naam 2] (kort na de schietpartij), welke camerabeelden op hun beurt weer passen op de triplog gegevens van de auto van de verdachte. Dergelijke kleding is kort na het tenlastegelegde in de woning van de verdachte aangetroffen en daarop zijn, net als op de schoenen van de verdachte en in de Opel Corsa van de verdachte, schotresten aangetroffen.

De rechtbank is er, op grond van alle voornoemde feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang beschouwd, dan ook van overtuigd dat het verdachte is geweest die [slachtoffer 1] op 23 december 2023 op de Markt in Geleen heeft doodgeschoten. Dat de verdachte dit met opzet heeft gedaan, volgt uit het bewust meermaals gericht schieten op het hoofd van het slachtoffer.

Dat er zich mogelijk een tweede persoon in de auto zou hebben bevonden en dat het niet de verdachte maar een ander zou zijn geweest die als schutter zou moeten worden aangemerkt, zoals geopperd door de verdediging, is op geen enkele wijze aannemelijk geworden uit het dossier, temeer nu op pagina 216 van het dossier op een foto van camerabeelden gemaakt van de wegrijdende vluchtauto onmiddellijk na het schietincident (17:07:11 uur), slechts één persoon zichtbaar is in de auto.

Voorbedachte raad?

Iemand die opzettelijk een ander doodschiet, is juridisch gezien nog niet meteen een moordenaar; van moord is juridisch slechts sprake indien een verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld. De volgende vraag in deze zaak is dan ook of er naast opzettelijk ook met voorbedachte raad is gehandeld.

De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend. De uiterlijke verschijningsvorm van het handelen van de verdachte getuigt van een weloverwogen beslissing om het slachtoffer te doden. De verdachte

zocht het slachtoffer op de Markt in Geleen op met een meegebracht wapen;

parkeerde aanvankelijk zijn auto in dezelfde rij als het voertuig van het slachtoffer (17:04:39 uur), maar verplaatste vervolgens zijn auto en zette zijn auto achter het voertuig van het slachtoffer en met de neus in de richting van de uitgang van de Markt en liet zijn motor draaien (17:05:37 uur) (kennelijk om daarna zo snel mogelijk te kunnen vluchten);

stapte uit het voertuig met een capuchon over zijn hoofd (17:05:56 uur) (kennelijk om herkenning te voorkomen);

liep direct met het meegebrachte wapen richting het slachtoffer nadat deze cafetaria [naam cafetaria] verliet;

schoot direct meermaals gericht op het hoofd van het slachtoffer toen deze bij zijn voertuig was en

liep vervolgens direct terug naar zijn klaarstaande auto, waarvan de motor nog draaide, en reed met hoge snelheid weg.

Deze feitelijke gang van zaken duidt naar zijn uiterlijke verschijningsvorm op gericht en planmatig handelen van de verdachte. De verdachte heeft aldus uitvoering gegeven aan een eerder door hem genomen besluit om het slachtoffer van het leven te beroven. De rechtbank neemt op grond hiervan als vaststaand aan dat de verdachte vóór de uitvoering van zijn daad heeft nagedacht over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan daadwerkelijk rekenschap heeft gegeven.

Voor zover de verdediging heeft willen aanvoeren dat PTSS-klachten en het gebruik van alcohol en cocaïne bij de verdachte een hevige gemoedsbeweging hebben veroorzaakt (wat een contra-indicatie zou kunnen zijn voor voorbedachte raad), merkt de rechtbank op dat dit naar haar oordeel niet aannemelijk is geworden. De verdachte heeft pas voor het eerst bij de inhoudelijke behandeling verklaard over cocaïnegebruik op 23 december 2023, maar die verklaring vindt geen steun in het dossier. Ook het gebruik van alcohol vindt geen steun in het dossier, terwijl bovendien de verdachte zelf ook niets heeft verklaard over alcoholgebruik op 23 december 2023. Hoe de PTSS hier voor een hevige gemoedsbeweging zou hebben gezorgd, is op geen enkele wijze onderbouwd en dus ook niet aannemelijk geworden. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat als de verdachte op 23 december 2023 al onder invloed van alcohol en cocaïne verkeerde, dat nog niet maakt dat de verdachte daardoor heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling. Het handelen van de verdachte duidt daar, zoals zojuist overwogen, allesbehalve op.

Evenmin is gebleken van andere contra-indicaties die aan het aannemen van voorbedachte raad in de weg staan.

De rechtbank acht moord dan ook wettig en overtuigend bewezen.

Feit 2

Getuige [getuige 2] heeft op 23 december 2023 verklaard dat zij op die dag omstreeks 17:14 uur op de A76 reed ter hoogte van Nuth (rechtbank: gemeente Beekdaelen), ongeveer bij hectometerpaal 12.2 rechts. Zij zag links voor haar een voertuig rijden op rijstrook 1. Zij zag vervolgens dat zij door een ander voertuig werd afgesneden dat op rijstrook 1 reed en voor haar naar rechts kruiste naar rijstrook 2. Dit zwarte voertuig haalde vervolgens het andere voertuig rechts in en ging schuin rechts voor dat voertuig rijden op rijstrook 2. [getuige 2] zag dat een van de ramen aan de linkerzijde van het voertuig dat op rijstrook 2 reed werd geopend waarna een op een pistool gelijkend voorwerp naar buiten werd gestoken en werd gericht op het voertuig dat op rijstrook 1 reed. [getuige 2] hoorde direct minimaal drie harde knallen. [getuige 2] zag dat de schoten gericht waren op de voorzijde van het andere voertuig en kleine stukjes en vonken vanaf het beschoten voertuig op rijstrook 1 kwamen. (Voetnoot 35)

De volgende dag heeft [getuige 2] aanvullend verklaard dat zij op de A76 reed met een snelheid van ongeveer 100 of 110 kilometer per uur. De zwarte auto die haar afsneed kwam haar zo snel voorbij gereden dat ze moest remmen toen deze voor haar naar de rechterrijstrook reed. (Voetnoot 36)

Op 23 december 2023 om 17:11 uur is er een ANPR-hit op de Opel Corsa met kenteken [kenteken 1] op de A76 in de rijrichting van Geleen naar Heerlen. (Voetnoot 37) De verdachte heeft verklaard dat hij die auto in de periode rondom 23 december 2023 huurde en daarin als enige reed. (Voetnoot 38)

De telefoon die onder de verdachte op 25 december 2023 in beslag is genomen met daaraan het telefoonnummer [telefoonnummer] gekoppeld straalde op 23 december 2023 tussen 17.13.59 uur en 17.14.32 uur antennes met de nummers 12756779 en 5890857 aan. Het schietincident op de A76 ter hoogte van Nuth en het telefoontoestel van de verdachte bevonden zich binnen het geografische dekkingsgebied van de genoemde antennes. (Voetnoot 39)

Op 25 december 2023 werd op de vluchtstrook van de A76 rechts bij hectometer 12.350 een huls aangetroffen (SIN AANZ1756NL) net als bij hectometer 12.360 (SIN AANZ1754NL). Ook in de middenberm van de A76 bij hectometer 12.355 werd een huls aangetroffen (SIN AANZ1755NL). (Voetnoot 40) Op 23 december 2023 werden op de Markt in Geleen aan de linkerzijde (bestuurderszijde) van de Hyundai Atos twee hulzen aangetroffen (SIN AAQN3498NL en SIN AAQN3407NL). (Voetnoot 41) Het NFI heeft alle vijf de hulzen onderzocht en ze blijken allen voorzien van het bodemstempel '32 AUTO CBC’. Gezien dit bodemstempel en de afmetingen zijn de hulzen van het kaliber 7,65mm Browning. In de hulzen bevinden zich sporen die veroorzaakt zijn tijdens het verschieten uit een vuurwapen. Zo zijn er sporen te zien van een slagpin, een hulsuitwerper, een patroontrekkerhaak en de kamer van een loop. De algemene vorm, plaats en grootte van deze systeemsporen komen overeen in de vijf hulzen. (Voetnoot 42)

Onder verwijzing naar wat de rechtbank onder feit 1 heeft opgenomen over de bemonsteringen van de auto van de verdachte, de schoenen die de verdachte op 25 december 2023 droeg en de kleding (grijze joggingbroek en grijze hoodie) die bij hem in de woning is aangetroffen, geldt ook hier dat volgens het NFI het zeer veel waarschijnlijker is wanneer op de bemonsteringen daarvan schotresten aanwezig zijn dan wanneer dat niet het geval is.

Was de verdachte de schutter?

Op basis van de getuigenverklaring van [getuige 2] en de aangetroffen hulzen stelt de rechtbank vast dat op 23 december 2023 omstreeks 17:14 uur op de A76 van Geleen naar Heerlen ter hoogte van Nuth een persoon vanuit een donkere auto op een andere auto heeft geschoten. Alles duidt erop dat de verdachte deze persoon is geweest. Het begint met de ANPR-hit op de auto van de verdachte op de A76 van Geleen naar Heerlen om 17:11 uur en de telefoon van de verdachte die zich op het moment van het schietincident ter hoogte van Nuth in de omgeving van het schietincident bevond. Daar komt nog bij dat de hulzen die op de A76 zijn aangetroffen specifieke overeenkomsten vertonen met de hulzen die op 23 december 2023 op de Markt in Geleen zijn aangetroffen en van welk schietincident de rechtbank zojuist heeft vastgesteld dat de verdachte de schutter is. Dat – zoals de verdediging heeft geopperd – er onderweg nog een andere persoon in de auto zou kunnen hebben plaatsgenomen en dat niet kan worden uitgesloten dat die andere persoon zou hebben geschoten, is op geen enkele wijze aannemelijk geworden. De rechtbank is er dan ook van overtuigend dat de verdachte op 23 december 2023 vanuit een rijdende auto op een andere auto heeft geschoten. De vraag is vervolgens hoe dit juridisch moet worden geduid.

Poging tot doodslag?

De verdachte heeft vanuit het zijraam van een rijdende auto driemaal op een andere rijdende auto geschoten. Het behoeft geen nadere uitleg dat minder nauwkeurig kan worden geschoten wanneer vanuit een bewegend object wordt geschoten op een ander bewegend object. Dit klemt temeer indien daarnaast met hoge snelheid wordt gereden en de schutter eerst het voertuig via de rechter rijstrook passeert en vervolgens -naar de rechtbank begrijpt kennelijk schuin achteruit-, op de voorkant van het andere op de linker rijstrook rijdende voertuig schiet. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de verdachte door aldus te handelen willens en wetens de reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid heeft aanvaard dat de bestuurder van het andere voertuig zou worden geraakt en zou komen te overlijden. Dat er zich meer personen in het beschoten voertuig bevonden dan de bestuurder van dat voertuig is niet komen vast te staan.

De poging tot doodslag op de bestuurder is daarom wettig en overtuigend bewezen.

Het feit in de zaak 03/112852-24  (Voetnoot 43)

Aangeefster [slachtoffer 2] heeft op 25 december 2023 verklaard dat zij die dag omstreeks 21:50 uur met haar auto op de Euregioweg in Heerlen reed. Zij zag dat een zwarte Opel haar inhaalde en voor haar invoegde. [slachtoffer 2] reed de rotonde op en nam de afslag naar de Hompertsweg richting Landgraaf. Ze hoorde vervolgens een luidde knal en voelde een harde klap tegen de linkerzijde van haar auto waardoor ze naar rechts schoot en remde. De Opel, voorzien van kenteken [kenteken 1] , stond voor haar stil. De bestuurder stapte uit en zei: “Kunnen we dit niet morgen regelen, ik heb spul bij.” [slachtoffer 2] zag dat de bestuurder wegrende in de richting van Landgraaf. (Voetnoot 44)

De politie is ter plaatse gekomen en is op aanwijzingen van omstanders naar de kruising van de Moltweg gereden. Na circa 250 meter troffen zij de verdachte aan. (Voetnoot 45) [slachtoffer 2] heeft de verdachte vervolgens herkend als de bestuurder van de Opel waarmee zij een aanrijding had. (Voetnoot 46)

De verdachte heeft verklaard dat hij op 25 december 2023 met zijn gehuurde zwarte Opel Corsa met kenteken [kenteken 1] betrokken is geweest bij een aanrijding. (Voetnoot 47)

De rechtbank acht gelet op het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 25 december 2023 de plaats van een ongeval heeft verlaten terwijl hij wist dat aan een ander schade was toegebracht.

3.4

De bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat de verdachte

in de zaak 03/341328-23

feit 1

op 23 december 2023 in de gemeente Sittard-Geleen [slachtoffer 1] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, door meermalen met een vuurwapen op het hoofd van die [slachtoffer 1] te schieten, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] is overleden;

feit 2 primair

op 23 december 2023 in de gemeente Beekdaelen op de A76 in de rijrichting Heerlen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een tot nu toe onbekend gebleven persoon opzettelijk van het leven te beroven, meermalen vanuit een (rijdende) auto op een auto te schieten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

in de zaak 03/112852-24

als degene door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt, welke gedraging hij als bestuurder van een motorrijtuig had verricht en welk verkeersongeval had plaatsgevonden in Landgraaf op de Hompertsweg, op 25 december 2023, de plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist, aan een ander (te weten [slachtoffer 2] ) schade was toegebracht.

Voor zover er in de tenlasteleggingen kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4
De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:

in de zaak 03/341328-23

feit 1: moord;

feit 2 primair: poging tot doodslag;

in de zaak 03/112852-24

overtreding van artikel 7, eerste lid, onderdeel b van de Wegenverkeerswet 1994.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5
De strafbaarheid van de verdachte

In de zaak 03/341328-23 is de verdachte gedurende enkele weken geobserveerd in het Pieter Baan Centrum door [naam GZ-psycholoog] (GZ-psycholoog) en [naam psychiater] (psychiater). Deze deskundigen hebben van de observatie op 20 september 2024 een Pro Justitia-rapportage uitgebracht. Uit dit rapport volgt dat er geen onderbouwing is voor een scheefgroei in de persoonlijkheid van de verdachte. Wel is in 2018 sprake geweest van een PTSS, na behandeling in remissie. Een deel van de angstklachten, vooral in gesomatiseerde vorm, is blijven bestaan. Sindsdien is sprake van een ongespecificeerde angststoornis die volgens de deskundigen ook aanwezig was ten tijde van het ten laste gelegde.

De deskundigen hebben desondanks geen zicht verkregen op eventuele doorwerking vanuit de pathologie in de ten laste gelegde feiten en kunnen daardoor ook niet komen tot een advies over het al dan niet toerekenen. Uitspraken over de kans op herhaling kunnen evenmin worden gedaan.

Op verzoek van de verdediging zijn aanvullende vragen aan de deskundigen gesteld. De essentie van deze vragen was of ernstig middelengebruik door de verdachte de beantwoording van de vragen en daarmee de conclusie over de toerekenbaarheid anders zou hebben gemaakt. De deskundigen hebben op 7 april 2025 deze vragen beantwoord en concluderen kortgezegd dat ook al zou er amnesie door middelen zijn, dat geen invloed heeft op de beantwoording van de vraag of het middelengebruik van invloed was op het handelen ten tijde van het ten laste gelegde.

Samengevat geven de bevindingen van de deskundigen geen aanleiding om te komen tot een vermindering van de toerekening van de strafbare feiten aan de verdachte. Met andere woorden: de verdachte kan hiervoor volledig verantwoordelijk worden gehouden.

De verdachte is dan ook strafbaar, omdat ook geen andere feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6
De straf
6.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 28 jaren met aftrek van voorarrest. Zij heeft daartoe verwezen naar een arrest van het Hof Amsterdam dat bij een enkelvoudige moord als uitgangspunt 20 jaar gevangenisstraf hanteert. Doordat de verdachte zich na de moord ook schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag en strafverzwarende omstandigheden aanwezig zijn waaronder de berekenende houding van de verdachte, is de strafeis hoger.

Aan het verlaten van de plaats van het ongeval kent de officier van justitie, gelet op de ernst van de andere twee feiten, geen strafverzwarende betekenis toe.

6.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Er zijn aanwijzingen dat het met de verdachte rondom 23 december 2023 niet goed ging. Daarnaast heeft hij PTSS, een moeizame jeugd gehad en geen relevant strafblad.

6.3

Het oordeel van de rechtbank

Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.

Op 23 december 2023 heeft de verdachte op koelbloedige wijze een einde gemaakt aan het leven van [slachtoffer 1] , die nietsvermoedend uit cafetaria [naam cafetaria] kwam gelopen om zijn eerste bestelling avondeten van die dag te bezorgen. De verdachte heeft hem opgezocht, opgewacht en heeft op het moment dat het slachtoffer in het vizier kwam toegeslagen. Dat getuigt van een grote minachting voor het recht op leven.

Over zijn motief zegt de verdachte niets, nu hij zich op het standpunt stelt dat hij zich van de hem tenlastegelegde feiten op 23 december 2023 niets kan herinneren. Ook de rechtbank tast in het duister als het om het motief van verdachte gaat. De verdachte heeft tot op de dag van vandaag geen openheid van zaken gegeven over de aanleiding van het schietincident waardoor het gissen is naar het antwoordt op de vraag: “Waarom?” De verdachte heeft verklaard dat hij zich van december 2023 hele delen, dagen en dagdelen niets meer kan herinneren. Zo ook niet van 23 december 2023. Zelf legt hij hiervoor een verband met de start van het gebruik van het slaapmiddel mirtazapine. De deskundigen van het Pieter Baan Centrum hebben hierover opgemerkt dat de verdachte de laagste dosering kreeg voorgeschreven. Volgens de deskundigen kunnen bij het gebruik van mirtazapine bijwerkingen voorkomen als geheugenverlies, maar dat ontstijgt niet het niveau van incidentele en lichte vergeetachtigheid en lijdt niet tot complete amnesie. Met andere woorden: de mate waarin de verdachte geheugenverlies zou hebben ervaren is niet te verklaren uit de medicatie. Het ligt dus niet bepaald voor de hand dat de verdachte zich helemaal níets kan herinneren.

De rechtbank kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de verklaring van de verdachte lijkt voort te vloeien uit een proceshouding die in de kern beschouwd bestaat uit het niet-willen verklaren in plaats van het door de verdachte doen voorkomen van het niet-kunnen verklaren. Dat recht komt de verdachte toe, maar door deze proceshouding neemt de verdachte geen enkele verantwoording voor zijn handelen en komt het berouw dat hij ter terechtzitting heeft getoond op de rechtbank ook niet oprecht over. Daarnaast zullen de nabestaanden er door die proceshouding waarschijnlijk nooit achter komen waarom [slachtoffer 1] het leven moest laten.

De dood van [slachtoffer 1] heeft veel verdriet en leed toegebracht bij de nabestaanden, onder wie ook zijn kinderen. Dit is treffend tot uitdrukking gekomen in de aangrijpende slachtofferverklaringen die zij ter terechtzitting hebben afgelegd. Daaruit blijkt het verdriet, het onbegrip en de impact die dit feit op hun leven heeft. Zij zullen voortaan moeten leven in de wetenschap dat hun vader door zinloos geweld om het leven is gekomen. Doordat het schietincident heeft plaatsgevonden op klaarlichte dag op de Markt in Geleen hebben ook omstanders kennis kunnen nemen van het gewelddadige karakter van dit feit.

Hier houdt het echter niet op. Diezelfde dag, nog geen kwartier later, heeft de verdachte op de A76 richting Heerlen meermalen op een andere auto geschoten. Ook voor deze schietpartij is het motief van de verdachte volstrekt onduidelijk.

Twee dagen later heeft de verdachte een plaats van een ongeval verlaten, terwijl hij wist dat aan een ander schade was toegebracht.

Een en ander betekent dat de rechtbank ernstige vrees heeft dat verdachte in de toekomst opnieuw in staat zal zijn een ernstig misdrijf te plegen. De aard van de gepleegde feiten, die enerzijds blijk geven van een ongeremde agressie, maar anderzijds van een zeer koelbloedig en wreed optreden, maakt dat - bij afwezigheid van aanwijzingen voor het tegendeel - verdachte in staat moet worden geacht nogmaals dergelijke feiten jegens anderen te plegen. Om die reden weegt het aspect van beveiliging van de maatschappij in dit specifieke geval ook zwaar mee bij het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf.

Voor de moord op [slachtoffer 1] acht de rechtbank, gelet op het voorgaande en de straffen die in soortgelijke zaken wordt opgelegd, een gevangenisstraf voor de duur van 18 jaren passend. Omdat de verdachte zich ook schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag en het verlaten van een plaats van ongeval valt de straf hoger uit. Rekening houdend met de meerdaadse samenloop van de feiten komt de rechtbank tot het oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 22 jaren recht doet aan de bewezenverklaarde feiten.

Bijzondere factoren die tot matiging van de straf zouden moeten leiden ziet de rechtbank niet.

Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7
De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
7.1

De vorderingen van de benadeelde partijen

De kinderen van het overleden slachtoffer, de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] , vorderen ter zake van feit 1 in de zaak 03/341328-23 ieder een bedrag van € 17.500,- voor geleden affectieschade.

De benadeelde partijen hebben ieder verzocht het toe te wijzen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente en aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.

7.2

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht beide vorderingen toewijsbaar.

7.3

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

7.4

Het oordeel van de rechtbank

Affectieschade is immateriële schade die iemand lijdt door het verdriet dat ontstaat door, onder meer, het overlijden van een naaste. Affectieschade vindt zijn grondslag in artikel 6:108 lid 3 BW. In artikel 6:108 lid 4 BW staat een opsomming van de personen die in aanmerking komen voor vergoeding van affectieschade bij overlijden, waarbij een door de wetgever vastgesteld forfaitair bedrag kan worden toegekend. Hierbij worden onder andere meerderjarige niet-thuiswonende kinderen genoemd. Zij zijn secundair slachtoffer van degene die verantwoordelijk is voor de dood van hun naaste.

De kinderen van [slachtoffer 1] hebben ieder op grond hiervan recht op € 17.500,-, het door de wetgever vastgestelde bedrag in het Besluit vergoeding affectieschade.

De rechtbank wijst de vorderingen toe, nu de verdachte met zijn handelen verantwoordelijk is voor de dood van [slachtoffer 1] en civielrechtelijk aansprakelijk is voor de door de benadeelde partijen geleden schade.

De toegewezen bedragen moeten worden vermeerderd met de wettelijke rente. De rechtbank ziet verder aanleiding om ter zake van de toegewezen bedragen de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

8
Het beslag

Gebleken is dat in de zaak 03/112852-24 onder de verdachte geld, een mes, verdovende middelen en een personenauto in beslag zijn genomen.

Het geld en de personenauto zijn al teruggegeven aan de rechthebbende, waardoor de rechtbank daarover geen beslissing meer hoeft te nemen.

De rechtbank zal de verdovende middelen onttrekken aan het verkeer, nu dat voorwerpen betreffen waarvan het ongecontroleerde bezit in strijd is met de wet.

Anders dan de officier van justitie heeft gevorderd, is de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van het mes niet kan worden vastgesteld dat is voldaan aan de in artikel 36c Sr gestelde vereisten die het mes vatbaar maken voor onttrekking aan het verkeer en evenmin dat aan de daarvoor in artikel 36d gestelde voorwaarden is voldaan. Dit voorwerp zal worden teruggegeven aan de verdachte.

9
De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 45, 57, 287 en 289 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 7 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 13a van de Opiumwet.

Beslissing

10
De beslissing

De rechtbank:

Bewezenverklaring

verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;

spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;

Strafbaarheid

verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;

verklaart de verdachte strafbaar;

Straf

veroordeelt de verdachte voor de onder 3.4 bewezen verklaarde feiten tot een gevangenisstraf van 22 jaren;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen

[benadeelde 1]

wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] toe ter zake van feit 1 in de zaak 03/341328-23 en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [benadeelde 1] , van een bedrag van 17.500 euro, bestaande uit immateriële schade (affectieschade), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;

veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;

legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [benadeelde 1] , van een bedrag van 17.500 euro, bestaande uit immateriële schade (affectieschade), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;

bepaalt indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 122 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde

betalingsverplichting niet op;

- de verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;

[benadeelde 2]

wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] toe ter zake van feit 1 in de zaak 03/341328-23 en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [benadeelde 2] , van een bedrag van 17.500 euro, bestaande uit immateriële schade (affectieschade), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;

veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;

legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [benadeelde 2] , van een bedrag van 17.500 euro, bestaande uit immateriële schade (affectieschade), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;

bepaalt indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 122 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde

betalingsverplichting niet op;

- de verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;

Beslag (inz. 03/112852-24)

- onttrekt aan het verkeer de volgende in beslag genomen voorwerpen:

11 STK Verdovende Middelen (G1665877);

20 STK Verdovende Middelen (G1665878);

12 STK Verdovende Middelen (G1665880);

- gelast de teruggave van het volgende in beslag genomen voorwerp aan de verdachte:

1 STK Mes (G1665887).

Dit vonnis is gewezen door mr. C.G.A. Wouters, voorzitter, mr. R.C.A.M. Philippart en mr. L.E.M. Hendriks, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Micheels, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 19 december 2025.

BIJLAGE: De tenlasteleggingen

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat

in de zaak 03/341328-23

feit 1

hij op of omstreeks 23 december 2023 in de gemeente Sittard-Geleen [slachtoffer 1]

opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, door opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg meermalen met een vuurwapen in/op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] te schieten, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] is overleden;

feit 2 primair

hij op of omstreeks 23 december 2023 in de gemeente Beekdaelen op de A76 in de

rijrichting Heerlen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (een)

tot nu toe onbekend gebleven perso(o)n(en) opzettelijk van het leven te beroven, meermalen, althans eenmaal, vanuit een(rijdende) auto op een passerende auto te schieten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

feit 2 subsidiair

hij op of omstreeks 23 december 2023 in de gemeente Beekdaelen op de A76 in de rijrichting Heerlen (een) tot nu toe onbekend gebleven perso(o)n(en) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door meermalen, althans eenmaal, vanuit een(rijdende) auto op een passerende auto te schieten;

in de zaak 03/112852-24

hij, als degene door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt, welke gedraging hij al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig had verricht en welk verkeersongeval had plaatsgevonden in Landgraaf op/aan Hompertsweg, op of omstreeks 25 december 2023 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer 2] ) letsel en/of schade was toegebracht;

Voetnoot

Voetnoot 1

Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, proces-verbaalnummer LB3R023131-136, gesloten op 6 juni 2024, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 1272.

Voetnoot 2

Proces-verbaal van bevindingen van 23 december 2023, pagina 95.

Voetnoot 3

Proces-verbaal van bevindingen van 23 december 2023, pagina 103 en 105.

Voetnoot 4

Proces-verbaal forensisch overlijdensonderzoek persoon [slachtoffer 1] (23/03/1968) van 28 januari 2024, pagina 982.

Voetnoot 5

Geschrift, te weten het rapport Definitief deskundigenrapportage forensische pathologie van Eurofins TMFI van 28 december 2023, pagina 1013.

Voetnoot 6

Proces-verbaal van bevindingen van 27 december 2023, pagina 206, 207, 208, 210 en 211.

Voetnoot 7

Proces-verbaal van bevindingen van 27 december 2023, pagina 212 en 213 en proces-verbaal zaakdossier (relaas) van 6 juni 2024, pagina 23 en 24.

Voetnoot 8

Proces-verbaal van bevindingen van 27 december 2023, pagina 212 en proces-verbaal zaakdossier (relaas) van 6 juni 2024, pagina 23.

Voetnoot 9

Proces-verbaal van bevindingen van 27 december 2023, pagina 206.

Voetnoot 10

Proces-verbaal van bevindingen van 23 december 2023, pagina 185.

Voetnoot 11

Proces-verbaal van bevindingen van 28 december 2023, pagina 190.

Voetnoot 12

Kennisgeving van inbeslagname, pagina 503 van het beslagdossier (proces-verbaalnummer LB3R023131-911).

Voetnoot 13

Proces-verbaal van bevingen Hertz betalingen auto [verdachte] van 20 februari 2024, pagina 860.

Voetnoot 14

Proces-verbaal van de terechtzitting van 17 november 2025.

Voetnoot 15

Proces-verbaal van bevindingen van 28 december 2023, pagina 191, 192 en 193.

Voetnoot 16

Proces-verbaal van bevindingen van 27 december 2023, pagina 201.

Voetnoot 17

Proces-verbaal van bevindingen ANPR-hits voertuig verdachte van 28 december 2023, pagina 899.

Voetnoot 18

Proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2024, pagina 221.

Voetnoot 19

Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 339 van het beslagdossier (proces-verbaalnummer LB3R023131-911).

Voetnoot 20

Proces-verbaal van bevindingen van 5 januari 2024, pagina 902.

Voetnoot 21

Proces-verbaal van bevindingen van 5 januari 2024, pagina 910.

Voetnoot 22

Proces-verbaal van bevindingen van 27 maart 2024, pagina 306 en 307.

Voetnoot 23

Proces-verbaal van bevindingen van 15 januari 2024, pagina 270 tot en met 272.

Voetnoot 24

Proces-verbaal van bevindingen van 27 maart 2024, pagina 307.

Voetnoot 25

Proces-verbaal van verhoor getuige van 25 januari 2024, pagina 367, 368, 374 en 375.

Voetnoot 26

Proces-verbaal van bevindingen van 27 maart 2024, pagina 306 en 307.

Voetnoot 27

Proces-verbaal van bevindingen van 16 februari 2024, pagina 344 en 345.

Voetnoot 28

Proces-verbaal forensisch onderzoek persoon van 29 december 2023, pagina 1084 en 1085

Voetnoot 29

Proces-verbaal vooronderzoek lab van 8 januari 2024, pagina 1127.

Voetnoot 30

Proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres 2] [woonplaats] ) van 27 december 2023, pagina 1154.

Voetnoot 31

Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming [adres 2] [woonplaats] van 27 december 2023, pagina 582 van het beslagdossier (proces-verbaalnummer LB3R023131-911).

Voetnoot 32

Proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres 2] [woonplaats] ) van 27 december 2023, pagina 1154 en 1155.

Voetnoot 33

Proces-verbaal forensisch, schotresten en DNA-onderzoek voertuig (Opel [kenteken 1] ) van 28 december 2023, pagina 1068, 1069 en 1066.

Voetnoot 34

Geschrift, te weten het schotrestenonderzoek naar aanleiding van twee incidenten in en/of rond Geleen op 23 december 2023 van het NFI, pagina 1103 en 1104.

Voetnoot 35

Proces-verbaal van verhoor getuige van 23 december 2023, pagina 241.

Voetnoot 36

Proces-verbaal van bevindingen verhoor getuige [getuige 2] van 24 december 2023, pagina 244.

Voetnoot 37

Proces-verbaal van bevindingen ANPR-hits voertuig verdachte van 28 december 2023, pagina 899.

Voetnoot 38

Proces-verbaal van de terechtzitting van 17 november 2025.

Voetnoot 39

Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 339 van het beslagdossier (proces-verbaalnummer LB3R023131-911); proces-verbaal van bevindingen van 5 januari 2024, pagina 902 en 910.

Voetnoot 40

Proces-verbaal van bevindingen hulzen A76 van 25 december 2023, pagina 940.

Voetnoot 41

Proces-verbaal forensisch onderzoek voertuig (Hyundai [kenteken 2] ) van 22 mei 2024, pagina 948 en 950.

Voetnoot 42

Geschrift, te weten het rapport munitieonderzoek naar aanleiding van een schietincident in Geleen op 23 december 2023 van NFI van 26 januari 2024, pagina 1209.

Voetnoot 43

Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, registratienummer 2435-2023203438, gesloten op 25 maart 2024, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 88.

Voetnoot 44

Proces-verbaal van aangifte van 26 december 2023, pagina 6.

Voetnoot 45

Proces-verbaal van bevindingen van 26 december 2023, pagina 22 en 23.

Voetnoot 46

Proces-verbaal van verhoor getuige van 26 december 2023, pagina 10.

Voetnoot 47

Proces-verbaal van de terechtzitting van 24 november 2025.