Rechtbank Limburg, eerste aanleg - meervoudig strafrecht overig

ECLI:NL:RBLIM:2025:4720

Op 16 May 2025 heeft de Rechtbank Limburg een eerste aanleg - meervoudig procedure behandeld op het gebied van strafrecht overig, wat onderdeel is van het strafrecht. Het zaaknummer is 03.011952.21, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBLIM:2025:4720. De plaats van zitting was Roermond.

Soort procedure:
Instantie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
03.011952.21
Datum uitspraak:
16 May 2025
Datum publicatie:
15 May 2025

Indicatie

Vrijspraak poging doodslag. Veroordeling wegens medeplegen zware mishandeling minderjarige (stief)dochter middels o.a. onderkoeling, medeplegen van mishandeling van minderjarige (stief)dochter (meermalen gepleegd) en medeplegen van het in hulpeloze toestand brengen en houden van een minderjarige, terwijl dit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft. Oplegging van onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren en 2 maanden, met aftrek van het voorarrest.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond

Strafrecht

Parketnummer : 03.011952.21

Tegenspraak

Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 16 mei 2025

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1982,

wonende te [adresgegevens verdachte] .

De verdachte wordt bijgestaan door mr. L.M.E. Kleczewski en mr. C.C. Haanappel, beiden advocaat kantoorhoudende te Venlo.

1
Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 26 maart 2025. De verdachte en haar raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

Op 14 mei 2025 heeft de rechtbank het onderzoek ter terechtzitting gesloten, waarna zij op 16 mei 2025 uitspraak heeft gedaan.

Het minderjarige slachtoffer [slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. De benadeelde partij is niet in persoon op zitting verschenen. Namens de benadeelde partij is op de zitting gehoord haar gemachtigde raadsman, mr. P .G.J.M. Boonen, advocaat kantoorhoudende te Sittard. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding behandeld.

Deze zaak is gelijktijdig behandeld met de strafzaak tegen medeverdachte [medeverdachte] met het parketnummer 03.133844.21.

2
De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:

zich samen met zijn partner en medeverdachte [medeverdachte] tegenover zijn toen 6- tot 8-jarige dochter [slachtoffer] schuldig heeft gemaakt aan:

poging tot doodslag, zware mishandeling of mishandeling met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg, door haar in de periode van 1 december 2020 tot en met 21 december 2020 in een koude kelder te laten slapen en in de kou buiten te laten staan, waardoor zij ernstig onderkoeld is geraakt en uitgebreide koudeletsels heeft opgelopen;

lichamelijke en geestelijke mishandeling, door haar in de periode van 1 januari 2018 tot en met 21 december 2020 onder meer te slaan, te bedreigen en te vernederen;

het brengen en houden in een hulpeloze toestand met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg, door haar in de periode van 1 januari 2018 tot en met 21 december 2020 in een koude kelder te laten slapen en in de kou buiten te laten, waardoor zij ernstig onderkoeld is geraakt en uitgebreide koudeletsels heeft opgelopen.

Overwegingen

3
De beoordeling van het bewijs
3.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is van mening dat de feiten 1 primair, 2 en 3 wettig en overtuigend bewezen zijn. Uit het procesdossier volgt voldoende wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte en medeverdachte [medeverdachte] [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) op allerhande manieren, veelvuldig en langdurig hebben onderworpen aan lichamelijke en emotionele mishandeling en aan lichamelijke en emotionele verwaarlozing.

Ten aanzien van feit 1 primair heeft de officier van justitie betoogd dat de verdachte, samen met haar partner [medeverdachte] , [slachtoffer] langdurig aan hele koude omstandigheden heeft blootgesteld, onder meer door haar op te sluiten in een koude kelder en haar buiten en een koude achtertuin en haar daarbij te weinig eten en drinken te geven. De officier van justitie wijst in dit verband op het berichtenverkeer, aangetroffen op de telefoon van de verdachte, waaruit allerminst volgt dat zij bang was voor haar partner. Op basis van deze telefoongegevens kan de nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en [medeverdachte] bij het opsluiten en buitensluiten van [slachtoffer] worden bewezen. Hoewel het duidelijk was dat [slachtoffer] al op 14 december 2020 koudeletsel had, is zij desondanks elke nacht in de koude kelder opsloten. Gelet op het letsel van [slachtoffer] dat op 21 december 2020 werd geconstateerd – te weten: ernstige onderkoeling met een lichaamstemperatuur van slechts 31 graden bij opname in het ziekenhuis, necroseplekken, uitdroging en ondervoeding – acht de officier van justitie poging tot doodslag wettig en overtuigend bewezen. Bij een lichaamstemperatuur van 30 graden kunnen er immers potentieel dodelijke hartritmestoornissen optreden en [slachtoffer] ’s lichaamstemperatuur zal in de kelder in de nacht lager zijn geweest dan bij de opname in het ziekenhuis. Uit het gegeven dat er te laat medische hulp is ingeschakeld en tegen de artsen is gelogen, blijkt dat de verdachten de aanmerkelijke kans op [slachtoffer] ’s dood bewust hebben aanvaard.

Ten aanzien van feit 2 is de officier van justitie van mening dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs is voor zowel de lichamelijke als geestelijke mishandeling van [slachtoffer] door de verdachte en medeverdachte [medeverdachte] , waarvan de meeste gedragingen door hen in vereniging zijn gepleegd. Zij heeft daartoe onder meer gewezen op de belastende verklaring van [slachtoffer] , de bij [slachtoffer] aangetroffen brandwond, getuigenverklaringen en een videofilm die is aangetroffen op de telefoon van [naam stiefbroer] .

Ten aanzien van feit 3 heeft de officier van justitie gewezen op de belastende telefoongegevens over het straffen van [slachtoffer] en het niet ingrijpen door de verdachte in de mishandeling van [slachtoffer] door [medeverdachte] . Bovendien is er voldoende bewijs dat de verdachte actief heeft bijgedragen aan de verschillende vormen kindermishandeling jegens [slachtoffer] .

3.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging is van mening dat de verdachte integraal moet worden vrijgesproken van feit 1. Ten aanzien van de primair tenlastegelegde poging doodslag heeft de verdediging aangevoerd dat er onvoldoende bewijs is voor het (voorwaardelijk) opzet van de verdachte op de dood van [slachtoffer] . Gelet op de medische stukken was er geen sprake van een reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid op overlijden. Daarnaast heeft de verdachte de kans daarop niet aanvaard, aangezien zij op meerdere momenten tijdig hulp heeft ingeschakeld. Ten aanzien van feit 1 subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat er onvoldoende medische informatie van ná 22 december 2020 beschikbaar is om het letsel van [slachtoffer] te kunnen aanmerken als zwaar lichamelijk letsel.

Ten aanzien van feit 1 meer subsidiair moet de verdachte daarom worden vrijgesproken van het bestanddeel ‘terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft gehad’. Op basis van het dossier kan er voorts geen actieve bijdrage van de verdachte aan het in de kelder laten slapen door [slachtoffer] worden vastgesteld. De passieve rol van de verdachte, bestaande uit het ‘niet ingrijpen’, kan volgens de verdediging niet worden aangemerkt als een nauwe en bewuste samenwerking met medeverdachte [medeverdachte] .

Ten aanzien van feit 2 heeft de verdediging aangevoerd dat de verdachte partieel moet worden vrijgesproken van de verweten verbranding met een stijltang, het slaan, duwen en stompen van [slachtoffer] , het geven van te weinig eten aan [slachtoffer] en het geven van brood met scherp beleg, nu voor deze gedragingen onvoldoende bewijs is. Voor de overige verweten gedragingen bestaat wel voldoende wettig en overtuigend bewijs, met dien verstande dat de verdachte daarvoor als pleger dient te worden aangemerkt en niet als medepleger.

Ten aanzien van feit 3 heeft de verdediging, ondanks referte aan het oordeel van de rechtbank, aangevoerd dat er bij de verdachte geen sprake was van vol opzet. Daarnaast dient zij te worden vrijgesproken van het bestanddeel ‘zwaar lichamelijk letsel’, wegens het ontbreken van bewijs (in het verlengde van feit 1).

3.3

Het oordeel van de rechtbank  (Voetnoot 1)

Inleiding

[slachtoffer] is geboren op [geboortedatum 2] 2012. Aan het begin van de tenlastegelegde periode was [slachtoffer] 6 jaar oud en aan het einde daarvan, op 21 december 2020, was zij net 8 jaar oud.

Medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) is de biologische vader van [slachtoffer] . De verdachte (hierna: [verdachte] ) was destijds de partner van [medeverdachte] en stiefmoeder van [slachtoffer] . Zij woonde in Venlo met haar minderjarige zoon [naam stiefbroer] . [naam stiefbroer] is ongeveer 2,5 jaar ouder dan [slachtoffer] . Uit het procesdossier volgt dat [medeverdachte] en [slachtoffer] stonden ingeschreven op een adres te Nettetal (Duitsland), maar sinds 2018 feitelijk verbleven in de woning van [verdachte] en [naam stiefbroer] .

Vanaf augustus 2019 ging [slachtoffer] naar dezelfde basisschool in Venlo als [naam stiefbroer] . [verdachte] had geen werk en was doordeweeks thuis. [medeverdachte] werkte doordeweeks op diverse plekken in de bouw in Duitsland totdat hij eind 2020 ziek thuis kwam te zitten.

[verdachte] sliep samen met haar zoon [naam stiefbroer] in een van de slaapkamers op de eerste verdieping. [medeverdachte] sliep op de bank in de woonkamer. In de woonkamer stond ook een camera. Uit de appberichten over en weer, blijkt dat [verdachte] [medeverdachte] daarmee in de gaten hield en dat [medeverdachte] die camera soms met een doek bedekte, om dat tegen te gaan.

In de nacht van 21 op 22 december 2020 wordt [slachtoffer] opgenomen in het Elisabeth Krankenhaus Reydt te Mönchengladbach (Duitsland).

Bewijsmiddelenoverzicht

Letsel [slachtoffer]

Uit een afschrift van inzetgegevens van de Duitse ambulance volgt, zakelijk weergegeven, dat de ambulance op 20 december 2012 om 23:32 uur ter plaatse is op [adres 1] in Nettetal (Duitsland). (Voetnoot 2)

De Duitse politie heeft de heer [getuige 1] , ambulancebroeder, telefonisch gehoord. De Duitse politie heeft daaromtrent gerelateerd, zakelijk weergegeven:

De heer [getuige 1] is een van de beide ingezette medewerkers van de hulpdienst Nettetal , die [slachtoffer] aantroffen en met een ambulance op 21-12-2020 om 00:01 uur naar het Elisabeth ziekenhuis te Rheydt hebben getransporteerd. [...]

De heer [getuige 1] verklaarde inhoudelijk het volgende: […] Wij wilden haar temperatuur meten, maar de beschikbare koortsthermometer ter plaatse laat onder 35 graden lichaamstemperatuur slechts de aanduiding "LOW" zien. [...] Voorts hebben wij een veel te langzaam hartritme gemeten. [...] (Voetnoot 3)

De Duitse politie heeft ook de heer [getuige 2] , ambulancechauffeur, telefonisch gehoord. De Duitse politie heeft daaromtrent gerelateerd, zakelijk weergegeven:

De heer [getuige 2] vertelde […]: De vader vertelde dat zijn dochter al langere tijd klaagde over onderkoelingsklachten en een koud gevoel. Sinds vanochtend zijn er ook zwarte vlekken op haar benen verschenen. […] De heer [getuige 2] en zijn collega waren geschokt bij de aanblik. De benen zouden eruit hebben gezien als die van een dakloze die altijd buiten in de kou leefde. Bovendien werden onmiddellijk verschillende hematomen en verwondingen in het hoofd en het gezicht van het meisje ontdekt. […](Voetnoot 4)

Op 21 december 2020 wordt [slachtoffer] opgenomen in het Elisabeth Krankenhaus Reydt te Mönchengladbach (Duitsland). Uit het rapport van dr. med. [naam arts 1] daaromtrent volgt, zakelijk weergegeven:

Naam: [slachtoffer]

Voornaam: [slachtoffer]

Geboortedatum: [geboortedatum 2] 2012

Opnamedag: 21 december 2020

Tijd: 00:01 uur […]

Opname diagnose: ernstige hypothermie, meerdere tekenen van letsel, verschillende bevriezingen, necrose op beide voorvoeten, verdenking van mishandeling van het lichaam. (Voetnoot 5)

Op 22 december 2020 wordt verzocht om overplaatsing van [slachtoffer] naar de Kinderkliniek van het Algemeen Ziekenhuis te Viersen (Duitsland). In hun rapport daarover schrijven dr. med. [naam arts 2] , dr. med. [naam arts 3] en mw. [naam arts 4] , allen verbonden aan het Centrum voor Kinder- en Jeugdgeneeskunde van de Stadskliniek Mönchengladbach (Duitsland), het navolgende:

[…]

Wij informeren U over [slachtoffer] […], die zich van 21-12-2020 tot en met 22-12-2020 bij ons in stationaire behandeling bevond.

[…] Anamnese

Opname rond 00:05 uur per ambulance begeleid door haar vader. […]

Toestand bij opname:

Bij opname zagen we een acht jaar oud meisje. Algemene indruk: helder, aanspreekbaar, reageert wat vertraagd als ze wordt aangesproken, […] maakt een angstige indruk. […]. Rechter onderarm ca. 4 x 3 cm ouder litteken met roodachtige kleur van de huid, […] draagt een luier, […].

Therapie en verloop:

Wij hebben [slachtoffer] opgenomen met ernstige hypothermie, alsmede onduidelijke necrotische plekken aan de voeten op onze kinder-ic. Bij opname lag de eerste meetbare temperatuur bij 31,2 °C. De perifere extremiteiten waren roodgekleurd, gezwollen alsmede pijn bij druk, maar warm. Onder toevoeren van externe warmte steeg de lichaamstemperatuur langzaam. […] Verder normothermie. […] Klinisch en laboratorium-chemisch was [slachtoffer] uitgedroogd. […] Na volledige ontkleding van [slachtoffer] waren multiple huid-efflorescenties van onderscheiden leeftijd en onderscheiden morfen te zien. Een groot aantal wekte de indruk van niet-accidentele oorzaken. Zo vielen bijvoorbeeld bloeduitstortingen in de conjunctiva op, hematomen in de oorschelpen, op de onderrug een opvallende constellatie van bloeduitstortingen alsmede huidveranderingen in de caudale rima ani. De distale extremiteiten bleven ook bij normale lichaamstemperatuur massaal rood gekleurd en gezwollen. In combinatie met de necrotische plekken aan de voeten kan bevriezing de oorzaak zijn. Neurologisch toonde [slachtoffer] zich in de eerste uren toenemend verlangzaamd. […] Verder onder normothermie en toenemende rehydratie neurologisch onopvallend kind. […] (Voetnoot 6)

Op 30 december 2020 werd [slachtoffer] nog verpleegd in de Kinderkliniek Viersen. (Voetnoot 7)

Getuige [getuige 3] heeft op 27 mei 2021 bij de politie een verklaring afgelegd. Zij heeft verklaard, zakelijk weergegeven:

Ik ben werkzaam als opvoedster bij een jeugdhuis voor kinderen en jeugdigen. […] Sinds december is [slachtoffer] rechtstreeks vanuit het ziekenhuis naar ons gekomen. Dit was na kerst 2020. […] Vanaf binnenkomst is [slachtoffer] zindelijk en heeft niet in bed geplast. [slachtoffer] heeft geen luier gedragen. […] [slachtoffer] is inmiddels vijf a zes kilogram aangekomen. […] Ze heeft een goede eetlust. Ze eet bijna alles. […] In het begin klaagde [slachtoffer] wel eens over koude voeten. Bijvoorbeeld tijdens het wandelen. Maar dat is inmiddels niet meer aan de orde. […] Ze mag zichzelf aankleden met wat ze wil, maar ze draagt gewoon hetzelfde als de rest van de kinderen. (Voetnoot 8)

Op 22 december 2020 heeft de Duitse politie de gemeenschappelijke huisartsenpraktijk bezocht van dr. [naam arts 5] en [naam arts 6] te Nettetal (Duitsland). De Duitse politie heeft hierover gerelateerd, zakelijk weergegeven:

Op 22-12-2020 werd door [naam 1] en ondergetekende de gemeenschappelijke

huisartsenpraktijk Dr. [naam arts 5] en [naam arts 6] in […] Nettetal bezocht. […] Vervolgens beschreef dr. [naam arts 5] […] dat het slachtoffer op 16-11-2020 in gezelschap van haar vader persoonlijk in zijn praktijk kwam en medisch werd behandeld. […] Het slachtoffer klaagde op 16-11-2020 over een brandwond, die zij door een “haarstijltang” had opgelopen. Door de hoge temperaturen liep zij een brandwond op aan haar rechter onderarm. De wond was ca, drie bij vier centimeter groot en leek stempelvormig te zijn ingebrand. De vorm van de wond maakte Dr. [naam arts 5] een beetje “achterdochtig”, omdat het hete metaal van het apparaat blijkbaar niet direct van de huid werd verwijderd, maar zoals beschreven stempelvormig inbrandde. Normaal gesproken zou een heet voorwerp op de huid natuurlijk direct worden weggetrokken/verwijderd. […]

Op 14-12-2020 verscheen het slachtoffer met haar vader nog een keer in de praktijk. De medische verzorging werd door Dr. [naam arts 6] […] overgenomen. Hij beschreef dat de patiënt klaagde over roodkleuringen in het gebied van de benen en handen, evenals over een sterk gevoel van kou. […] (Voetnoot 9)

In het patiëntendossier van [slachtoffer] , afkomstig uit de huisartsenpraktijk voornoemd, staat genoteerd, zakelijk weergegeven:

Patiënt: […] [slachtoffer] , geb. [geboortedatum 2] -2012 […]

Ma 14-12-20: […] Anamnese hele jaar lang terugkerend rood worden van de huid in handen en voeten […]. slaapt overdag in de les gewoon in […] Op sommige plaatsen is de huid hard, koud aan beide handen en voeten, beide bovenkanten, huid is echter deels rood, deels bleek, het is niet duidelijk wat het is, waardoor het komt. Bevriezing???? Vasculitis??? […] (Voetnoot 10)

Professor dr. H. Daanen , verbonden aan de Faculteit der Gedrags- en Bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit van Amsterdam, heeft een rapport opgesteld genaamd ‘Verslag Zaak onderkoeling van 8-jarig meisje’. In dit rapport heeft hij gerelateerd, zakelijk weergegeven:

[...] OnderkoelingVan onderkoeling wordt gesproken als de centrale lichaamstemperatuur onder de 35°C is gedaald.[…] Bij een temperatuur van rond 33°C treedt verwarring op en wordt de motoriek minder vloeiend. Bij temperaturen rond de 30°C kan hartstilstand intreden. [...]

Uitdroging

In een koude omgeving neemt de mate van uitdroging in het lichaam toe. Door het samenknijpen van de bloedvaten in de huid en perifere weefsels stijgt de bloeddruk en daarmee de filtratiedruk in de nieren. De nieren scheiden meer water uit naar de blaas (vandaar dat je in de kou meer moet plassen) en het lichaam droogt uit. Het bloed wordt daarmee stroperiger en het is nog lastiger om het lichaam perifeer

warm te houden. Bovendien stijgt de kans op koudeletsel hierdoor.

Koudeletsel

Als de kern van het lichaam afkoelt, probeert het lichaam zo min mogelijk bloed naar de armen en benen te sturen, om het warmteverlies te beperken. Met andere woorden: naarmate de kerntemperatuur daalt, wordt de sympathische activiteit hoger, hetgeen leidt tot samentrekking van de bloedvaten in de huid en de weefsels van armen en benen. De samentrekking kan zo sterk zijn dat in combinatie met lokale koude, de weefsels onvoldoende zuurstof krijgen en afsterven. Dit wordt necrose genoemd en is zichtbaar als zwart weefsel. […]

Kennis toegepast op casus Er is geen aanwijzing dat bij [slachtoffer] sprake is van poikilothermie; er is geen trauma van de hypothalamus genoemd in de verslagen. De onderkoeling is meest waarschijnlijk het resultaat van een langdurig negatieve warmtebalans, dit wil zeggen dat ze meer warmte heeft verloren dan gemaakt over lange tijd. Het warmteverlies is hoog omdat ze op een koude vloer 's nachts moest overnachten. Hier speelt de lage omgevingstemperatuur mee, de hoge warmteafgifte aan de tegelvloer, het gebrek aan (kleding en matras) isolatie en mogelijk het omringende vocht door urineverlies. De warmteproductie daalt naarmate mensen dieper onderkoeld raken. […] Het proces van onderkoeling bij [slachtoffer] lijkt hierbij niet in enkele uren, maar in het verloop van enkele dagen te hebben plaatsgevonden. Langzaam is over de dagen haar centrale lichaamstemperatuur gedaald met waarschijnlijk de laagste temperaturen rond 4 uur 's nachts en weer wat stijging gedurende de dag door bewegen en dag/nachtritme. Ze is 's ochtends met een steeds lagere lichaamstemperatuur de dag gestart en gedurende de dag onvoldoende opgewarmd, culminerend in de sterke onderkoeling die is geconstateerd in het ziekenhuis. […] De necrotische plekken bij [slachtoffer] zijn mogelijk toe te schrijven aan NFCI [de rechtbank: non freezing cold injury] (ter beoordeling van forensisch arts). Naar mijn indruk zijn de locaties van de necrotische plekken, bovenkant voeten en bijvoorbeeld buitenkant vingers, mogelijk de plekken die in een foetushouding met de koude vloer in aanraking komen. […] Het koudeletsel is waarschijnlijk in liggende toestand opgetreden op basis van de locatie van de plekken. In staande positie zijn het vaak de tenen die het meest zijn aangedaan. Schade door NFCI kan bij volwassenen jarenlang en soms blijvend pijnklachten geven. […] De pijn is vooral voelbaar als het weefsel warmer wordt; in het algemeen zie je dat bij weefseltemperaturen lager dan 14°C gevoelloosheid optreedt. Ook bij [slachtoffer] namen de klachten toe na inspanning (wandelen in het bos), mogelijk een indicatie dat pas bij stijging van de lichaamstemperatuur door inspanning de weefseltemperatuur zodanig steeg dat pijn voelbaar werd. [...]

Conclusie Op basis van de verstrekte proces verbalen kan worden geconcludeerd dat de op 21/12/2020 vastgestelde ernstige onderkoeling van het 8-jarig kind en de necrotische plekken op handen en voeten waarschijnlijk het gevolg zijn van een dagenlange situatie waarin het lichaam meer warmte heeft verloren dan gemaakt, vooral tijdens de nacht, doorwerkend gedurende de dagen. Het warmteverlies was hoog omdat het kind niet in staat werd gesteld om de lichaamstemperatuur in de nacht op niveau te houden (geen matras of kleding in een koude ruimte met onbedekte vloer) en de warmteproductie was op laag niveau door de onderkoeling en mogelijk slechte voedingstoestand. (Voetnoot 11)

Het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) heeft het geheel aan medische bevindingen van [slachtoffer] beschreven en forensisch geduid. Het NFI heeft dienaangaande als volgt gerelateerd, zakelijk weergegeven:

"1. Welke bevindingen staan er beschreven in de medische gegevens?

Hierna volgt een samenvatting in chronologische volgorde. […]

Brandwonden rechter onderarm Op 13 en 16 november 2020, toen het meisje bijna 8 jaar oud was, beschreven twee artsen op haar rechter onderarm één brandwond, door één van die artsen geduid als een rechthoekige 2e-graads brandwond (zonder nadere aanduiding 'oppervlakkig' of 'diep') van circa 3 bij 4 cm. Bij controle op 19 november 2020 vermeldde deze arts goed verlopende genezing daarvan. Op 21 december 2020 omstreeks 00:30 uur beschreef een arts in het ziekenhuis één brandwond aan de rechter onderarm van het meisje. Diezelfde dag vanaf 14:00 uur zag een forensisch arts "twee vergelijkbare" brandwonden op de rechter onderarm. Bij beoordeling van de desbetreffende foto's zag ondergetekende dit laatste ook: het ging om twee genezende rechthoekige 1e-graads (eventueel oppervlakkige 2e-graads) contactbrandwonden, zowel aan de pink- als de duimzijde van de rechter onderarm. Gezien het voorgaande, en gelet op de genezing van 1e-graads en oppervlakkige 2e-graads brandwonden binnen 3 weken, is het mogelijk dat de brandwond op 13 november 2020, hoewel ook op de rechter onderarm en rechthoekig, een andere brandwond betrof dan de (twee) brandwonden op 21 december 2020, ruim 5 weken later.

Onderkoeling en koudeletsels Op 21 december 2020 omstreeks 00:05 uur werd bij het meisje, dan circa 8 jaar oud, in het ziekenhuis te Mönchengladbach onderkoeling vastgesteld: een lichaamstemperatuur van 31°C, niet bibberend, traag reagerend, uitgedroogd en met een beperkte stollingsafwijking. Er waren uitgebreide koudeletsels aan de onderarmen en onderbenen, waaronder ook met plaatselijk weefselversterf (aan de bovenlip, twee vingers rechts en de voeten beiderzijds).In onderlinge samenhang bezien, ging het om matig ernstige onderkoeling naar mijn oordeel.

Onderhuidse bloeduitstortingen en kras/schaafletsels Naast voornoemde koudeletsels werden op 21 december 2020 ook andere uitwendige letsels gezien en gefotografeerd. Dit betrof circa 25 onderhuidse bloeduitstortingen verspreid over het lichaam. […] Verder waren er kras/schaafletsels op enkele plaatsen verspreid over het lichaam, […].

3. Is er iets te zeggen over het moment en/of de momenten waarop de letsels en/of afwijkingen ontstaan (kunnen) zijn? Hierna volgen dateringen van letsels en/of afwijkingen voor zover relevant geacht in het licht van dit rapport. […]

Onderkoeling en koudeletsels Gezien de medische gegevens en letselfoto's van 21 december 2020 zal het meisje naar mijn oordeel gedurende meerdere dagen blootgesteld zijn geweest aan koude-inwerking. Dit concludeerde prof. Daanen , thermofysioloog (Amsterdam UMC) ook. De door het meisje gemelde omstandigheden, in de zin van vrijwel elke nacht medio december zonder kleren en zonder matras op een onbedekte keldervloer moeten slapen, zullen hier aan hebben bijgedragen. Ook het gemelde zonder kleren en schoenen 's nachts lang buiten moeten staan kan zeer wel leiden tot onderkoeling en (toename van) koudeletsels. De eerste vermelding van huidverkleuring en pijn aan de voeten met een algeheel koudegevoel waarvoor hulp is gezocht bij een arts, dateerde van 14 december 2020. Gezien het beloop van dergelijke huidafwijkingen en de gemelde thermische omstandigheden, is het denkbaar dat deze afwijkingen zich eventueel al uren/dagen eerder aan het ontwikkelen waren. […]

4. Wat is de waarschijnlijkheid van de geconstateerde letsels en/of afwijkingen (afzonderlijk en in combinatie) bij weging van de volgende hypothesen? H1: medische (ziekelijke) oorzaak;H2: niet-accidentele oorzaak;H3: accidentele oorzaak (waaronder medische handelingen).Bij uitgebreid onderzoek in een ziekenhuis in Mönchengladbach is geen aanwijzing voor een (eventueel bijdragende) medische oorzaak voor letsels en/of afwijkingen, afzonderlijk of in combinatie, gevonden.[…] Het aantreffen van circa 25 onderhuidse bloeduitstortingen verspreid over het lichaam, deels met een patroon, is veel waarschijnlijker onder de hypothese van niet-accidentele krachtsinwerking (H2) dan onder de hypothese van accidentele krachtsinwerking (H3). De combinatie van kras/schaafletsel in de hals en de kaaklijn links is naar mijn oordeel waarschijnlijker onder de hypothese niet-accidentele krachtsinwerking (H2) dan onder de hypothese accidentele krachtsinwerking (H3). [..]

5. De volgende specifieke hypothesen zijn genoemd als verklaring voor de geconstateerde letsels en/of afwijkingen (kort gezegd): […] Verblijf in een koude omgeving, ongeacht het soort ruimte of voorwerp, kan afhankelijk van de omstandigheden op den duur leiden tot onderkoeling en koudeletsels, zoals geconstateerd in dit geval. […] Voor een eventuele medische oorzaak voor de onderkoeling en de koudeletsels werd geen aanwijzing gevonden. […]

De twee rechthoekige contactbrandwonden op de rechter onderarm kunnen gezien afmetingen, vorm en onderlinge positie passen bij contact met de gefotografeerde haarstijltang (indien heet) in kwestie. […]

7. Wat is de (te verwachten) genezingsduur van de geconstateerde letsels en/of afwijkingen? Bestond er risico op overlijden? Zijn er eventueel medische restgevolgen? Waarschijnlijk was er op het moment van klinische presentatie, 21 december 2020 om 00:05 uur in het ziekenhuis te Mönchengladbach, nog niet een direct levensbedreigende situatie.Het langer laten voortbestaan van de gemelde thermische omstandigheden had tot veel ernstiger koudeletsel (met bijvoorbeeld noodzaak tot amputatie van een vinger) en/of onderkoeling (met bijvoorbeeld hartritmestoornissen of andere bedreiging van vitale lichaamsfuncties) kunnen leiden. Koudeletsels kunnen na meerdere weken spontaan herstellen. Indien beperkt, kan een gebied met weefselversterf zich herstellen (eventueel met een litteken). Echter, bij onvoldoende herstel is chirurgisch ingrijpen met gespecialiseerde wondbehandeling en eventueel verwijdering van weefsel en/of amputatie nodig. Koudeletsels kunnen, al dan niet bij opwarmen, 'doof' aanvoelen, tintelen, jeuken of (extreem) pijnlijk aanvoelen. Dit kan ook nog na herstel van de oorspronkelijke huidafwijkingen, na maanden tot jaren. Een le-graads (eventueel oppervlakkige 2e-graads) brandwond zal binnen 2-3 weken restloos herstellen. Dezelfde termijn geldt voor onderhuidse bloeduitstortingen en kras/schaafletsels. […] (Voetnoot 12)

Professor dr. S. Branje , hoogleraar Ontwikkeling en socialisatie in de adolescentie, verbonden aan de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht, heeft een rapport opgesteld omtrent het effect van structurele negatieve benadering op de psychische gesteldheid en ontwikkeling van een kind tussen de 5 en 8 jaar oud. In dit rapport heeft zij gerelateerd, zakelijk weergegeven:

[…] 7. Conclusie

Toegepast op de casus van [slachtoffer] gaven de verhoren en audio- en videofragmenten aanwijzingen voor verschillende vormen van mishandeling van [slachtoffer] , waarbij het gaat om een combinatie van lichamelijke mishandeling, lichamelijke verwaarlozing, emotionele mishandeling en emotionele verwaarlozing. Uit de opsomming en ordening komt een grote variëteit aan gedragingen naar voren, binnen elk van de vormen van mishandeling en verwaarlozing met een aanvang op jonge leeftijd en een chronisch, ernstig en escalerend patroon. Kinderen zoals [slachtoffer] die slachtoffer zijn van een combinatie van verschillende vormen van mishandeling vertonen meer problemen dan kinderen die slachtoffer zijn van één vorm van mishandeling. Gezien de ernst en chronische aard van de mishandeling van [slachtoffer] is de waarschijnlijkheid van negatieve ontwikkelingsuitkomsten in meerdere domeinen groot en is het eveneens waarschijnlijk dat de ernst van de negatieve ontwikkelingsuitkomsten groot zal zijn. Hoewel de kans dat [slachtoffer] ernstige nadelige gevolgen van de kindermishandeling op de korte en lange termijn zal ervaren aanzienlijk is, is het niet mogelijk om specifiek te zeggen welke negatieve ontwikkelingsuitkomsten op [slachtoffer] van toepassing zullen zijn. Kindermishandeling heeft mogelijke effecten op een zeer brede range van uitkomsten en er zijn veel verschillen tussen slachtoffers in de specifieke (comorbide) problemen die zij zullen ontwikkelen. Daarnaast is dit ook afhankelijk van de aanwezigheid van ondersteunende relaties in de toekomst en de persoonlijkheid van [slachtoffer] . […] (Voetnoot 13)

Temperatuur december 2020

De politie heeft onderzoek gedaan naar de gemiddelde temperatuur in het jaar 2020. Hierover heeft de politie als volgt gerelateerd, zakelijk weergegeven:

[…] In het onderzoek genaamd Styx heb ik onderzoek gedaan naar de temperaturen in het jaar 2020. […] Ik, verbalisant, heb mailcontact opgenomen met de Klimaatdesk van het KNMI. Ik werd gewezen op de beschikbare dagwaarden van de weerstations van het KNMI. Ook werd aangegeven dat het KNMI niet beschikt over een meetlocatie in Venlo . En dat het meetstation gelegen in Arcen een globale indruk gaf van de gemeten temperaturen. De afstand tussen Arcen en Venlo bedraagt 13,1 kilometer. De gemeten temperaturen zullen daarom enigszins afwijken. Het geeft echter een reëel inzicht in de temperaturen in de betreffende perioden. […]

De gemiddelde temperaturen per maand in het jaar 2020 waren:

Maand

Minimale temperatuur

Maximale temperatuur

Gemiddelde temperatuur

[…] December

-1,6 (tot datum 21-12)

12,6 (tot datum 21-12)

5,4 (Voetnoot 14)

Studioverhoor [slachtoffer]

Het minderjarige slachtoffer [slachtoffer] is op 28 juni 2021 door de politie gehoord in een kindvriendelijke studio. Zij heeft tijdens dit verhoor het navolgende verklaard, zakelijk weergegeven:

V: Vertel eens alles over je vader. A: Hij heeft me steeds buiten in de tuin laten staan. [..] En, uhm uhm en als ik in mijn broek had geplast dan moest ik dat drinken. [...] En ik kreeg bijna niets te drinken en niets te eten. [...] En [verdachte] , mijn stiefmoeder, is met de stijltang op mijn arm gekomen. O: [slachtoffer] wees hierbij naar haar rechteronderarm.A: Dat heeft ze expres gedaan. [...] En ik moest steeds in de kelder slapen. [...] En [verdachte] stond er steeds naast als mijn vader mij sloeg. [...] En toen moest ik naakt buiten gaan staan. [...]

V: Eh, [slachtoffer] je zegt tegen mij dat [verdachte] met de stijltang tegen je arm was gekomen en dat ze dat expres gedaan had. Vertel eens hoe dat ging? A: Ik had iets gedaan wat ik niet mocht. Ze was haar haren aan het doen. En toen had ze extra zo gedaan.O: [slachtoffer] wijst met haar linkerhand/arm naar haar rechter onder arm.A: Ik mocht het niet eens afkoelen. [...] Ze ging gewoon door met haar haren doen. [...] V: Want aan welke arm deed [verdachte] dat?O: [slachtoffer] steekt haar rechter arm omhoog. […]V: Dat wat ze met de stijltang gedaan heeft, he. Hoe vaak is dat gebeurd?A: Een keer. […]

V: [slachtoffer] , je zegt ook he, dat je altijd in de kelder slapen moest. Wat was de reden dat jij in de kelder moest slapen?A: […] Ik mocht niet eens even naar de wc. Ik moest steeds luiers dragen. [...] Ik moest steeds naakt slapen.[...]V: Als jij in de kelder sliep, zeg je, je moest pampers dragen. En waar sliep jij dan op in de kelder?A: [...] Op de vloer. Ik mocht niet eens een pyjama aan trekken.[...]

V: En wiens idee was het dat jij in de kelder moest slapen? A: Mijn vader en mijn stiefmoeder soms. [...] Ik sliep altijd in de kelder. [...]V: En als je dan in de kelder sliep, hoe zat het dan als je moest plassen?A: Ik moest dan steeds in mijn broek doen. [...] Soms had ik een pamper aan en soms niets. [...]V: En als je dan moest plassen, hoe deed je dat dan?A: Op de grond. [...] Gewoon waar ik lag, gewoon. Ik kon niet naar het toilet. Ik moest ook op houden. Mijn broer kreeg steeds iets van McDonalds en ik niet. [...]V: [slachtoffer] , nog even terug komen he, als je in de kelder was, jij gewoon op de grond deed plassen. En wat is de reden dat je niet naar het toilet ging?A: Omdat ik dat niet mocht. [...] Ik heb het daar gedaan zodat ik het niet hoefde te drinken. [...]V: En, en hoe zat het met die deur, was die dicht of open, of afgesloten of anders?A: Die was afgesloten. [...]

V: En als jij in de kelder moest wie sloot dat de deur af? A: Papa en soms mama, stiefmoeder. [...]V: En hoeveel uren lag je in de kleder?A: De hele nacht [...] Het was heel koud. [...]V: En op welke moment mocht je dan weer de kelder uit?A: ’s Morgens. [...]

V: Maar als jij op zo een moment ’s morgens naar school moest? A: Ik moest haasten, ik kon niets een meer ontbijten. Ik moest steeds in de hoek. [...] In de kelder bij de deur daar is een hoek, ik moest daar heen. [...]V: Hoe was dat dan als je ’s morgens niet gegeten had?A: Dan moest ik op school wat eten. [...] Mijn stiefmoeder had dan brood gemaakt. Droog brood en soms zat er ook iets scherps op. [...] V: Oké, dus droog brood met iets scherps erop. Zijn er wel eens momenten geweest dat je honger had?A: Soms [...]

V: En eh, je zegt ook dat jij steeds in de tuin moest staan. Vertel eens hoe is dat gegaan? A: Hij deed mij mijn pamper aantrekken, ik moest dan in de tuin gaan staan. [...]

V: En, hoe waren, hoe was het met je kleren dan? A: Hij had ze me uitgetrokken. Ik kreeg geen nieuwe en ik had bijna niets.V: Nee maar als je buiten moest staan he, had je dan kleren aan?A: Nee [...]V: En hoe zat het met schoenen?A: Ook niet. [...]V: Maar was het dan in de zomer of in de winter, was het koud of was het warm, een beetje warm of anders?A: Het was koud en nat en het was in de nacht. [...]V: Maar [slachtoffer] , als jij buiten stond wat wist [verdachte] daar dan van?A: Soms was ze aan het slapen en soms kwam ze naar buiten [...]

V: En waarmee heeft ze jou geslagen? A: Met de hand.[...] Op mijn buik, mijn rug. [...] Met de vlakke hand. En heel stevig. [...] Hard. [...]V: En [slachtoffer] , ja, je zegt dat je weleens vaker straf van [verdachte] kreeg, in de hoek staan, zonder eten naar school gaan, buiten gaan staan. Zijn er nog andere straffen die [verdachte] wel eens gaf?A: Zonder eten. [...] Droog brood of iets scherps erop. […]

V: Je hebt ook verteld dat je buiten moest staan. A: Ja [...] Gewoon blijven staan, een keer ben ik in slaap gevallen in de hoek omdat ik niet zoveel kan slapen.[...] In de hoek. [...] Ze keken naar buiten naar mij de hele tijd.V: Wie liet je dan weer naar binnen?A: Niemand, ik moest de hele nacht staan.

Mijn broer kreeg steeds iets van Mc Donalds en ik niet.

V: En, en wat is de reden dat jij niets kreeg?

A: Dat weet ik niet

V: Van wie kreeg je broertje dat dan van Mc. Donalds?

A: Van mijn stiefmoeder, vader, oma en opa  (Voetnoot 15)

Studioverhoor [naam stiefbroer]

De minderjarige [naam stiefbroer] , stiefbroer van [slachtoffer] en destijds 11 jaar oud, is op 5 januari 2021 als getuige gehoord in een kindvriendelijke studio. Hij heeft verklaard, zakelijk weergegeven:

[…] Hij verklaarde kort samengevat: […]

- dat als papa ( [medeverdachte] ) echt boos was [slachtoffer] in de kelder moest slapen,

- dat hij gezien heeft dat dit allemaal gebeurt,

- dat dit best wel vaak gebeurde, thuis in Venlo , […]

- dat papa ( [medeverdachte] ) in de keuken een mes boven de hand van [slachtoffer] had gehouden,

- dat [slachtoffer] vaak buiten moet staan en pas 's avonds naar binnen mag als papa ( [medeverdachte] ) gaat slapen, […]

- dat als papa ( [medeverdachte] ) buiten bezig is dat [slachtoffer] de hele dag bij de kelderdeur moet blijven staan, […]

- dat [slachtoffer] soms in de kelder op de houten vloer moest slapen zonder matras, dekens of kussens, […]

- dat [slachtoffer] de dag voordat ze naar het ziekenhuis ging voor het laatst in de kelder heeft geslapen,

- dat [slachtoffer] voordat ze in de kelder moest gaan slapen buiten heeft gestaan, […] (Voetnoot 16)

Sfeerproces-verbaal gezin [verdachte] / [medeverdachte]

De politie heeft een sfeerproces-verbaal van bevindingen omtrent het gezin [verdachte] / [medeverdachte] opgesteld. Daarin heeft de politie gerelateerd, zakelijk weergegeven:

Ik, verbalisant [verbalisant 1] , doorzocht de politiesystemen naar relevante meldingen betreffende het adres Doctor [adres 2] te Venlo . […] Daarbij vond ik in het politieregistratiesysteem Basis Voorziening Handhaving (BVH) de volgende relevante

registraties: […]

Donderdag 15 augustus 2019

Melder: medewerker supermarkt Albert Heijn

Plaats voorval: supermarkt Albert Heijn, [adres 3] te Venlo

Inhoud melding: Personeel van de winkel Albert Heijn, gelegen op het [adres 3] te Venlo meldde dat ze zich zorgen maakten over een kind van ongeveer zes jaar oud. Het kind zou er onverzorgd uit zien en blauwe plekken in haar gezicht hebben. Het kind zou regelmatig vroeg in de ochtend alleen in de winkel komen om kleine boodschapjes te doen. Een foto van het kindje werd aan de politie overgedragen. Na onderzoek bleek het kindje te zijn [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2012, woonachtig op het [adres 2] te Venlo . […]

Zondag 12 april 2020 te 20.12 uur

Melder: [naam melder] van Crisisdienst Bureau Jeugdzorg midden Limburg

Plaats voorval: [adres 2] te Venlo

Inhoud melding: [naam melder] werd telefonisch benaderd door [verdachte] op advies van een docente van de lagere school. […] Tevens had [verdachte] het volgende gemeld:

Afgelopen nacht moest [slachtoffer] in de kelder slapen zonder bed, [slachtoffer] zou regelmatig klappen krijgen van [medeverdachte] . […]

Aanvulling zondag 17 april 2020:

[…] [medeverdachte] had toegegeven dat hij [slachtoffer] in de kelder had laten slapen. […] (Voetnoot 17)

Getuigenverklaringen

Getuige [getuige 4] heeft bij de politie een verklaring afgelegd. Hij heeft verklaard, zakelijk weergegeven:

[…] Wat kunt u vertellen over [medeverdachte] ’s gedrag naar [slachtoffer] ?

A: […] Hij schreeuwt veel naar [slachtoffer](Voetnoot 18)

Getuige [getuige 5] heeft bij de politie een verklaring afgelegd. Zij heeft verklaard, zakelijk weergegeven:

Ik ben groepsleerkracht in het basisonderwijs. Ik ben werkzaam op de [naam school] . [slachtoffer] is in groep 3 bij mij in de groep gekomen. Dit was schooljaar 2019/2020. [verdachte] was voor ons als school het aanspreekpunt voor [slachtoffer] .

Er is een periode geweest dat [slachtoffer] dus eten weg pakte op school, dat ze in bed plaste, ze had dikke teentjes. [slachtoffer] peuterde aan haar nagels tot bloedens toe, dan ontstonden er weer ontstekingen. Soms viel [slachtoffer] in slaap in de klas tijdens het voorlezen. Bij mijn weten was de vinger er niet op te leggen waarom [slachtoffer] allemaal deze klachten had. (Voetnoot 19) […]

Ze kwam wel eens verdrietig de klas binnen. Dan vertelde ze dat ze ruzie had gehad met papa en dat hij hard had geschreeuwd. En ze vertelde een keer dat haar vader haar met een slipper op haar billen had geslagen. [slachtoffer] vertelde niet veel, maar ze gaf wel signalen af. Er was wel iets dat wij als leerkrachten zagen. Er was een onderbuikgevoel dat er meer speelde dan dat [slachtoffer] vertelde. Hierop besloten wij om alles toch maar goed en duidelijk te registreren.

V: Welke signalen gaf [slachtoffer] af?

A: Het bedplassen, het afpakken van eten en drinken, haar houding, dat papa veel en hard schreeuwt. Ik zit al 10 jaar in het onderwijs maar heb dat nog nooit eerder gezien of gehoord. Daar bedoel ik mee dat het niet tot zelden voorkomt dat een kindje dat vertelt, over die ruzies thuis.[…] Toen ze in groep 3 weg ging en in de herfst naar groep 4 ging viel het mij wel op dat ze haar schoudertjes hoog had, handjes in haar zakken. Capuchon helemaal op haar hoofd. Ze liep echt met haar ziel onder haar arm. […]

V: Welke lichamelijke veranderingen heb je gezien bij [slachtoffer] gedurende de tijd dat jij met haar te maken had?

A: Weinig. Behalve dan de handjes, de dingen die ik benoemde, met name in de winter. Dan kwam ze de klas binnen en zag ik dat ze rode handen had met witte plekken. Dat trok weg naarmate dat ze in de klas was. Haar handjes waren echt felrood. Ik dacht dat het van de kou kwam. […] Diepliggende oogjes in de oogkassen. […] Ik weet wel dat het een keer heel koud was, in oktober of november. Toen zat [slachtoffer] wel al in groep 4. Toen zag en vond ik dat ze heel erg in zichzelf gekeerd over het schoolplein liep. Ik heb toen wel een gesprekje met haar gevoerd. Toen zag en voelde ik wel dat er meer aan de hand was. Ze was ook niet meer zo open naar mij toe. Dat kon ik ook nog wel rijmen omdat ik haar juf niet meer was. Ik ben diezelfde dag ook gebeld door [medeverdachte] . Hij vroeg waarom ik [slachtoffer] die vragen stelde, haar uithoorde. Hij belde mij boos op. Ik schrok daar van en heb gezegd dat ik altijd heel betrokken ben geweest bij mijn leerlingen. Dat ik mij wat zorgen maakte en dat ik altijd wel betrokken blijf bij mijn leerlingen. Dat ik gewoon een infomeel gesprek voerde met [slachtoffer] . Niets meer en niets minder. […]. Ook heb ik gezien, en dat is ook mishandeling, dat [slachtoffer] een luier droeg naar school. Ik zag het door het legging. […] Ze was 7 of 8 jaar oud. […]  (Voetnoot 20)

Getuige [getuige 6] heeft bij de politie een verklaring afgelegd. Zij heeft verklaard, zakelijk weergegeven:

Ik ben pedagoog. Ik werk in een jeugdgroep en [slachtoffer] is een kind bij mij in de groep. Volgens mij is ze rond de Kerst 2020 bij ons binnengebracht […] De eerste dingen die [slachtoffer] persoonlijk tegen mij verteld heeft, was dat haar vader haar met de douchekop heeft geslagen en dat haar tanden kapot waren. Ze moest vervolgens liegen tegen de tandarts over de oorzaak. […] [slachtoffer] vertelde dat als ze per ongeluk in haar broek had geplast, ze als straf haar urine moest opdrinken. Tegelijkertijd vertelde ze over haar verblijf in de kelder. Ze vertelde dat ze een angst voor spinnen heeft en haar vader en stiefmoeder hebben haar bang gemaakt dat de spinnen op haar af zouden komen. Ook vertelde ze dat ze zonder deken in de kelder moest slapen. Ze had ook geen kussens en moest op de grond slapen. Dit was niet een keer maar heel vaak, bijna elke dag en de hele nacht. […] [slachtoffer] heeft mij verteld dat haar vader wel vaker geslagen heeft. Steeds weer. […]

V: Wat kun je over de gezondheid van [slachtoffer] vertellen?

A: [slachtoffer] heeft een grote rugzak en zwaar trauma waar ze psychologische hulp

voor zal krijgen. […] [slachtoffer] eet goed. We hebben wel gemerkt dat ze in het verleden te weinig heeft gekregen. Ze wilde veel nieuwe dingen uitproberen die ze niet kent. Ze lust veel en eet gezond.

V: Zijn er nog bijzonderheden met betrekking tot haar blauwe handen en blauwe voeten?

A: Een paar plekken op haar voeten zijn nog zichtbaar en zullen niet meer weggaan. In het begin sliep ze met sokken aan omdat ze bang was dat de blaren op haar voeten open zouden gaan. Het was half genezen huid waar nog gewonde huid onder zat. […] (Voetnoot 21)

Informatie school [slachtoffer]

De politie heeft van de directeur van de [naam school] Venlo , de basisschool van [slachtoffer] , een verslag ontvangen. De politie heeft hieromtrent het navolgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:

Op maandag 18 januari 2021 ontving ik van [naam directeur] , werkzaam als directeur ontwikkeling van de [naam school] Venlo , een verslag betreffende alle relevante communicatie die heeft plaatsgevonden met betrekking tot leerlinge [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2012. […] Met communicatie wordt in deze bedoeld de communicatie tussen school en de betrokken hulpinstanties en de vader en stiefmoeder van [slachtoffer] , zijnde [medeverdachte] en [verdachte](Voetnoot 22)

Uit verslag voornoemd volgt het navolgende, zakelijk weergegeven:

[…] [slachtoffer] is leerling van onze basisschool vanaf 01-08-2019. Zij heeft groep 3 gevolgd en zit nu in groep 4. [slachtoffer] heeft een Duitse vader ( [medeverdachte] ) die een relatie heeft met [verdachte] […] Wat opvalt is dat ze soms iets wegpakt, soms tijdens de les in slaap valt (groep 4) en vanuit thuis wordt verteld dat ze sinds een tijdje in bed plast. […]

Schooljaar 2020-2021

Op 8 oktober: de teamleider vraagt intern overleg op school n.a.v. zorgen van de leerkracht. [slachtoffer] plast nog steeds in bed en er komen regelmatige verzoeken binnen van [medeverdachte] en [verdachte] om [slachtoffer] afgepast (en weinig) te laten drinken. […]

2 november: […] We spreken ook over haar regelmatig gezwollen/ beschadigde handjes en voetjes. De leerkracht signaleert dit met regelmaat […]

14 december: [slachtoffer] is ziekgemeld. Ze kan zichzelf niet goed op temperatuur houden; er wordt gesproken van onderkoeling (informatie van [verdachte] en [medeverdachte] ). […] (Voetnoot 23)

Woning verdachte [verdachte]

Op 23 december 2020 vond een doorzoeking plaats in de woning van [verdachte] . De politie heeft hieromtrent het navolgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:

[…] Op woensdag 23-12-2020 vond een doorzoeking plaats in de woning gelegen aan het [adres 2] te Venlo . […] Op de begane grond is op alle beschikbare foto's te zien dat er enkel op de achterdeur en de kelderdeur […] een sleutel in het slot steekt. […]

In de kelder ligt een tegelvloer met houtlook zoals [medeverdachte] onder andere verklaarde in zijn 3e verhoor op [geboortedatum 1] 2021. […] Verder is er geen centrale verwarming zichtbaar. […] (Voetnoot 24)

Videofilm op de telefoon van verdachte [medeverdachte]

De politie heeft een video veilig gesteld op de telefoon van [medeverdachte] en heeft daarover gerelateerd, zakelijk weergegeven:

Op donderdag 27 mei 2021 en vrijdag 28 mei 2021 heb ik, [verbalisant 2] , een eerste (globaal) onderzoek ingesteld naar de veilig gestelde data, in de onder verdachte [medeverdachte] in beslag genomen mobiele telefoon. […] Ik trof een videofragment aan waarop te horen is dat het slachtoffertje [slachtoffer] door verdachte [verdachte] , met luide stem, aangesproken wordt op haar gedrag. Op het einde van het fragment is te zien dat verdachte [medeverdachte] hierbij aanwezig is. [slachtoffer] huilt als ze door verdachte [verdachte] wordt aangesproken. Verdachte [verdachte] is op dit fragment niet in beeld te zien en waarschijnlijk is zij de maakster van dit fragment. Ik herken de stem van verdachte [verdachte] , omdat ik eerder onderzoek heb gedaan in de GSM van verdachte [verdachte] . […] Het genoemde fragment is op 5 april 2020 op het onderzochte toestel opgeslagen en heeft de bestandsnaam [bestandsnaam 1] . […]

Woordelijke weergave van het fragment:

[verdachte] = Verdachte [verdachte]

[slachtoffer] = Slachtoffertje [slachtoffer]

[medeverdachte] = Verdachte [medeverdachte] […]

[…] [verdachte] : Dat zeg je al weken, maanden, vanaf vorig jaar al. Vanaf vorig jaar...... Dus al die tijd heb je gelogen ben je toneel aan 't spelen en weet ik veel wat allemaal. Dat zeg je elke dag dat je gaat luisteren. Maar je doet het niet. 5 minuten ga je luisteren, daarna ben je weer het zelfde. Je bent een probleemkind. Een probleemkind die je eigen vader niet aankan, die je eigen moeder niet aankan, de rest van de familie van jou niet aankan, jij bent een probleemkind. En wie zit ermee opgescheept?....... Precies, ik ! Die nog niet eens moeder van jou is.

[slachtoffer] ; ik ga echt nu luisteren

[verdachte] : […] Wat is jouw plan? En ik wil niet alleen maar horen dat ik nu ga luisteren, wat is jouw plan? Want mijn huis is al verziekt. Boven stinkt het naar pis, beneden stinkt het naar pis, mijn nieuwe vloer stinkt naar de pis. Een kind van 7 jaar, plast nou nog overal. Haar hele broek nat. Elke week kan ik schone kleren kopen. Wat is jouw plan ? […] (Voetnoot 25)

Berichten op telefoon van verdachte [verdachte]

De politie heeft de telefoon van [verdachte] onderzocht. De politie heeft daarover gerelateerd, zakelijk weergegeven:

Op vrijdag 15 januari 2021 en zaterdag 16 januari 2021 heb ik, [verbalisant 2] , een aanvang gemaakt met het onderzoek naar de veilig gestelde data in de onder verdachte [verdachte] in beslag genomen mobiele telefoon. […] Ik zag dat er onder andere 2518 audiobestanden aanwezig waren. […] Verdachte [verdachte] heeft in haar verklaringen aangegeven dat ze bang is voor [medeverdachte] en derhalve niet ingegrepen heeft. Tevens heeft [verdachte] aangegeven dat ze graag bij [slachtoffer] is. Uit een gedeelte van de aangetroffen geluidsfragmenten ontstond echter een andere indruk. […] De fragmenten die hieronder zijn uitgewerkt bestrijken een periode van 28 januari 2019 t/m 07 augustus 2020. […]

[bestandsnaam 2] [de rechtbank: 18-01-2020]

“ Nu is het genoeg [medeverdachte] . Alweer stiekem een deken gepakt.... ALWEEEER”

De stem is luid en op de achtergrond is een huilend kind te horen. […]

[bestandsnaam 3] [de rechtbank: 05-03-2020]

[slachtoffer] had toch nog een appel van de juffrouw gekregen zodat ze toch nog wat te eten had he.” […]

[bestandsnaam 4] [de rechtbank: 12-03-2020]

“ Ach, [slachtoffer] ook nog een nieuwe pamper gegeven. Heej, hoe dom ben jij [medeverdachte] ? Waarom poets je dat niet even weg? Het is toch fucking jouw kind. Rotte vieze....... Wat denk jij? Dat ik een neger ben voor jou? Allebei eruit!"

Op 12 april 2020 om 15.24 uur stuurt [verdachte] een gesproken bericht naar haar vader. Het bericht is opgeslagen op het toestel onder bestandsnaam [bestandsnaam 5]. [verdachte] spreekt in Venloos dialectWoordelijke weergave: “ En meneertje is weer bezig omdat hij de tafel moest dekken. Dat is dan ook het enige wat hij moest doen vandaag. En hij loopt maar 5 minuten met het hondje rond want och er lopen allemaal schijthondjes waar [naam hond] (phon) op af gaat. En dan loopt hij maar weer terug naar huis. Wat een vent he. .. .? Heej pap, bij deze: Ik hoop dat hij vertrekt ja. . .Dat hij al mijn spullen mee jat, maar ik maak de melding dat dat kind mishandeld is geworden. Geloof maar ze pakken hem alles af.” (Voetnoot 26)

De politie heeft aan de telefoon van [verdachte] een vervolgonderzoek ingesteld met betrekking tot de communicatie tussen [verdachte] en haar vader. De politie heeft hierover als volgt gerelateerd, zakelijk weergegeven:

Ik, [verbalisant 2] , heb een vervolgonderzoek ingesteld naar de veiliggestelde data in de onder verdachte [verdachte] in beslag genomen mobiele telefoon. [...] Ik zag dat de Owner (eigenaar) name van het toestel [verdachte] betrof. [...] Ik zag een WhatsApp gesprek tussen [verdachte] en het contact Pap. […]

Op 9 januari 2020 om 08.34 uur stuurt [verdachte] een geschreven bericht waarin ze aangeeft dat [medeverdachte] “haar" met haar hoofd tegen de muur van de douche gegooid had.Op 9 januari 2020 om 19.21 uur stuurt [verdachte] een geschreven bericht waarin ze aangeeft dat het weer feest is. Vervolgens stuurt ze een gesproken bericht waarin ze aangeeft dat [slachtoffer] met haar haren en alles, door haar eigen “pis” gewreven werd. Pap schrijft dan dat het zielig is en dat het kind een trauma krijgt. [verdachte] geeft aan dat ze dat al heeft en dat ze voor het zwemmen ook al een pak slaag gehad heeft (er wordt een foto van [slachtoffer] meegestuurd die is opgenomen in bijlage 4) en dat hij haar onder de koude douche zet. [verdachte] schrijft dat het kind schreeuwt. […]

Op 13 januari 2020 om 14.39 uur stuurt [verdachte] een geschreven bericht dat gaat over het feit dat [slachtoffer] een koekje gestolen zou hebben. [verdachte] zegt dat [slachtoffer] het zelf moet vertellen en dan moet “pap” boos worden, zodat [slachtoffer] gaat voelen dat ze fout zit.

Op 22 januari 2020 om 03.38 uur stuurt [verdachte] een geschreven bericht waarin ze aangeeft dat [naam stiefbroer] vandaag of morgen geslagen wordt omdat zij ( [verdachte] ), [slachtoffer] heeft aangepakt met schreeuwen en duwen. […]

Op 28 maart 2020 om 07.07 uur geeft [verdachte] aan dat ze “hem echt zat is” en meneer denkt dat het een hotel is en dat ze geen neger meer voor hem wil zijn en zwaar gebruikt wordt. […]

Op 5 juni 2020 om 05.58 uur stuurt [verdachte] een geschreven bericht waarin ze aangeeft dat [slachtoffer] de broek weer vol had. Ze denkt dat [slachtoffer] op school door blijft drinken omdat ze thuis niet zo veel te drinken krijgt tot ze s 'nachts droog blijft. […]

Op 2 augustus 2020 om 06.37 uur schrijft [verdachte] dat [slachtoffer] tot 2 x toe alles onder “gepist en gescheten heeft”, omdat ze niet mee naar België mocht om te slapen.

Op 7 augustus 2020 om 07.50 uur stuurt [verdachte] een geschreven bericht en geeft aan dat het echt niet meer normaal is met dat “probleemkind”. Ze zou in de gang zijn gaan zitten “schijten". Vervolgens stuurt [verdachte] een foto waarop een naakt kinderlichaam te zien is en op de grond ligt ontlasting. […]

Op 1 oktober 2020 om 15.35 uur schrijft [verdachte] dat [slachtoffer] weer in de broek geplast heeft omdat ze te lui is om naar de wc te gaan. Ze heeft tegen [slachtoffer] gezegd dat ze naar pies stinkt toen ze het eten neerzette. [slachtoffer] had gezegd dat ze niet in haar broek gedaan had maar toen [verdachte] ging kijken had [slachtoffer] wel geplast.

Op 23 oktober 2020 om 11.58 uur stuurt [verdachte] een foto waarbij ze schrijft dat “ze" langs haar in de keuken staat en al voor de derde keer die dag in haar broek plast. Op de foto staat een persoon met een natte vlek in diens broek.

Op 2 november 2020 om 21.22 uur schrijft [verdachte] dat “het kind” weer alles onder pist en dat “meneer” op de bank blijft liggen en alles laat liggen.

Op 16 december 2020 om 05.56 uur schrijft [verdachte] dat [slachtoffer] straf heeft omdat ze alles onder geplast heeft. [slachtoffer] krijgt voor straf geen lekkers vandaag en krijgt thuis ontbijt zodat ze bij de anderen niet zielig hoeft te doen. (Voetnoot 27)

Verbalisant [verbalisant 2] heeft een vervolgonderzoek ingesteld naar de inbeslaggenomen telefoon van [verdachte] met betrekking tot de communicatie van [verdachte] en haar zus. De politie heeft daarover gerelateerd, zakelijk weergegeven:

Ik, [verbalisant 2] , heb een vervolgonderzoek ingesteld naar de veilig gestelde data in de onder verdachte [verdachte] in beslag genomen mobiele telefoon. [...] De naam [naam zus verdachte] staat in het onderzochte toestel aan 3 contacten / profielen gekoppeld. Aan alle contacten / profielen is het telefoon nummer [telefoonnummer] gekoppeld [...] Uit onderzoek is gebleken dat [naam zus verdachte] een zus is van verdachte [verdachte] . [..]

Op 23 oktober om 11.52 uur stuurt [verdachte] een foto waar op te zien is dat [slachtoffer] in haar broek geplast heeft. [verdachte] schrijft dat dit de 3e keer is vandaag. [naam zus verdachte] gelooft niet dat [slachtoffer] dat extra doet en dat ze het misschien niet voelt. [verdachte] zegt van wel en dat [slachtoffer] zegt dat ze niet naar de wc wil.

Op 23 oktober 2020 om 17.52 uur stuurt [verdachte] dat [slachtoffer] voor de vijfde keer in de broek geplast heeft. [naam zus verdachte] schrijft dat dat niet extra is, omdat ze weet dat ze straf krijgt. [verdachte] zegt dat [slachtoffer] gezegd heeft dat ze dat plassen lekker vindt. [naam zus verdachte] geeft aan dat dat echt psychologisch niet in orde is. […] [naam zus verdachte] geeft aan dat […] dat kinderen met traumatische ervaringen meestal onhandelbaar worden. […] [naam zus verdachte] geeft aan dat zij niet meer zou straffen als niet bekend is waarom [slachtoffer] dat doet. […] [naam zus verdachte] geeft aan dat [slachtoffer] als ze hulp krijgt in een 1 op 1 gesprek misschien durft te gaan praten. [verdachte] schrijft dan weer dat [slachtoffer] zegt dat ze het lekker vindt. [naam zus verdachte] vindt dat, ook dan, er iets mis is, als een kind zo denkt.

Op 3 november 2020 om 07.10 uur stuurt [verdachte] dat ze [slachtoffer] alleen naar school gestuurd heeft en benieuwd is of ze weer iets flikt. […] [verdachte] geeft aan dat alles begonnen is met slaan en dat [slachtoffer] voor die tijd niet zo was. [naam zus verdachte] geeft aan dat ze het nooit eens was met de straffen die gegeven werden. [naam zus verdachte] schrijft: “Ook hier in kelder zetten en uren laten staan, is toch geen strafkamp”. […] [naam zus verdachte] schrijft dan dat de politie laatst daar is geweest en vraagt waarom [verdachte] dan niets zegt. Als [verdachte] dan zegt dat [medeverdachte] ze weg gestuurd heeft zegt [naam zus verdachte] : “ [verdachte] je hebt ook een mond”.

Op 28 november 2020 om 18.59 uur denkt [verdachte] dat [slachtoffer] stiekem broodjes gegeten heeft. Ze heeft ook aan de taart gezeten want daar zit een dikke vinger van haar op. [slachtoffer] is daar volgens [verdachte] in getraind want door het jatten op school slikt ze daar hele tomaten door zonder te kauwen.

Op 1 december 2020 om 08.16 uur stuurt [verdachte] dat ze weer bericht van de juf heeft over de handen van [slachtoffer] .

Op 16 december 2020 stuurt [verdachte] dat [naam zus verdachte] [slachtoffer] straks niks mag geven omdat ze straf heeft. Ze ging om 3 uur afgelopen nacht naar de wc en daarna heeft ze alles extra onder gepist. […]

Op 17 december 2020 om 07.33 uur gaat de passage erover dat [verdachte] overweegt om [slachtoffer] een paar dagen naar [naam 2] te brengen maar dat [slachtoffer] snoep steelt en dat ze op dat moment voor [verdachte] de kelder aan het poetsen is. [naam zus verdachte] vindt dat de kelder poetsen ook straf is omdat het daar ijskoud is. […] (Voetnoot 28)

De politie heeft een vervolgonderzoek ingesteld naar de onder [verdachte] inbeslaggenomen mobiele telefoon met betrekking tot de communicatie tussen [verdachte] en [medeverdachte] , en heeft daarover als volgt gerelateerd, zakelijk weergegeven:

Ik, [verbalisant 2] , heb een vervolgonderzoek ingesteld naar de veiliggestelde data in de onder verdachte [verdachte] in beslag genomen mobiele telefoon. […] Tussen 1 januari 2020 en 11 januari 2021 zijn er ruim 6200 inkomende en uitgaande oproepen geregistreerd tussen [verdachte] en het contact [medeverdachte] . De oproepen betreffen zowel reguliere telefoon gesprekken/oproepen als oproepen met bijvoorbeeld WhatsApp en/of video-oproepen. […] In de WhatsApp is een conversatie geregistreerd met [medeverdachte] . De conversatie begint op 14 september 2019 en eindigt op 22 december 2020. De conversatie bevat bijna 43.000 berichten en/of bijlagen. […]

Nagenoeg het hele gesprek heeft een “ruziënd" en “verwijtend” karakter. Verder geeft [verdachte] met grote regelmaat aan dat ze niet meer voor [slachtoffer] zal zorgen, haar niet naar school brengt of [slachtoffer] zelfs buiten zet als [medeverdachte] niet onmiddellijk zijn telefoon opneemt of bepaalde dingen doet. Met name [verdachte] geeft met grote regelmaat aan dat ze: de relatie wil verbreken, niet meer voor [slachtoffer] wil zorgen en lijkt boven gemiddeld wantrouwig richting [medeverdachte] . Meerdere malen per week komt ze erop terug dat [medeverdachte] in het verleden is vreemdgegaan en wil daarom weten waar hij is, wat hij eet en met wie, met wie hij contact heeft op zijn gsm (schrijven of bellen) en ze zegt geregeld tegen [medeverdachte] dat hij liegt als ze antwoord krijgt op haar vragen. [verdachte] zet [medeverdachte] met grote regelmaat voor het spreekwoordelijke “blok", door aan te geven dat ze [slachtoffer] bijvoorbeeld niet gaat ophalen of buiten zet als [medeverdachte] niet onmiddellijk de telefoon opneemt of op haar berichten reageert, terwijl [medeverdachte] op dat moment aan het werk is of in ieder geval niet thuis aanwezig is. De toon in de geluidsfragmenten is over het algemeen verwijtend, ruziënd en afkerend te noemen. […]

Op 19 maart 2020 vraagt [verdachte] aan [medeverdachte] wat hij met zijn dochter gedaan heeft omdat ze een dik oog heeft.

Op 13 mei 2020 schrijft [medeverdachte] dat ze water en brood krijgt en anders “klaar” als [verdachte] zegt dat [slachtoffer] niet naar school hoeft, geeft [medeverdachte] aan dat ze dan niets te eten krijgt. […]

Op 25 mei 2020 blijkt uit het gesprek dat [medeverdachte] met [slachtoffer] bij de tandarts is. Op 29 mei 2020 schrijft [verdachte] dat [medeverdachte] bij Veilig thuis eerlijk moet zijn over de reden waarom de tand van [slachtoffer] eraf is. Op 19 juni 2020 komt [verdachte] hierop terug en schrijft dat die tand eruit geslagen is maar dat ze daar niet meer voor hem over gaat liegen. […]

Op 29 juli 2020 geeft [verdachte] aan dat ze nu de hele kelder moet poetsen en alles wat daar staat omdat zij voor het kind moet zorgen. […]

Op 6 augustus 2020 vraagt [verdachte] of ze droog was. [medeverdachte] geeft aan dat ze dik was maar dat hij gekeken heeft en beneden in de kelder alles droog was. […]

Op 22 september 2020 vraagt [verdachte] hoe het met [slachtoffer] ging. [medeverdachte] geeft dan aan: “Droog en niet 1 keer boven”. […]

Op 21 december is [medeverdachte] met [slachtoffer] in Duitsland in het ziekenhuis. [medeverdachte] geeft dan aan dat hij als reden voor het ziekenhuisbezoek zal aangeven dat [slachtoffer] gevallen is tijdens het spelen met de hond.

Voor de weergave is gekozen voor een letterlijke weergave (vertaling) van de passages, berichten of berichten uit de passages. […] In verband met het overzicht en de leesbaarheid, is bijlage 8, opgedeeld in kalendermaanden. (12 pdf-bestanden inclusief attachments/bijlagen, bijlage 8.1 tot en met bijlage 8.12) […]

Bijlage 8.1 Januari 2020 […]

09-01, 10.26 uur (pagina 560)

[verdachte] : Ik heb ze daar neer gezet en ze kijkt maar, die brutale aap bah

[verdachte] : Ik heb die daar neer gezet en ben gegaan

[verdachte] : Die is zo brutaal

[verdachte] : Ik heb die daar neer gezet en ben gegaan

Er wordt een foto meegestuurd van kindjes op zwemles.

[verdachte] : Iedereen gaat op de rug maar [slachtoffer] niet

[medeverdachte] : : Hoezo? Is ze bang

[verdachte] : Nee omdat ze dom is

16-01, 04.17 uur (pagina 561)

[verdachte] : Ik hoop dat je haar nog aanpakt voordat je gaat werken anders neem je haar maar mee

[verdachte] : Want ze speelt met jou en met mij en van mij is ze niks, jij bent de vader

17-01, 21.41 uur (pagina 563)

[verdachte] : [slachtoffer] heeft geluk omdat het warm is op de douche.

[verdachte] : Doe die doek weg voor de camera

[medeverdachte] : Die heeft het koud en ja doe ik

[verdachte] : Nee boven heeft die het koud, douche is warm

[medeverdachte] : Ja is goed, geen zin in ruzie

18-01, 20.17 uur (pagina 563)

[verdachte] : Geluidsfragment bijlage 9e, oorspronkelijke bestandsnaam op het onderzochte toestel [bestandsnaam 6] . Woordelijke weergave:

“Nu is het genoeg [medeverdachte] , weer stiekem een deken gepakt, alweer” (bericht schreeuwend en huilend kind op de achtergrond)

22-01, 04.48 uur (pagina 564)

[verdachte] : Waarom pist [slachtoffer] , die is bang om over jou te praten […] [naam stiefbroer] heeft hulp en die kan niet liegen en [slachtoffer] maakt op een dag ook haar mond open. […] Ruzie komt alleen nog maar door jouw dochter […] nu is het nog erger, iedere dag stress wat gebeurt […] Omdat van jou uit niks komt, sorry dat mijn dochter zo is […]

[medeverdachte] : Ik ben nu klaar met alles

[…]

[medeverdachte] : Moet je altijd zo doorgaan

[medeverdachte] : Kun jij niet eens een keer stoppen

[medeverdachte] : stoppen

[medeverdachte] : Altijd doorgaan tot iedereen uitflipt en het weer knalt

[…]

[verdachte] : Het knalt omdat jouw dochter een probleemkind is

[medeverdachte] : Ja ik weet het

Bijlage 8.2, Februari 2020 […]

09-02, 07.31 uur (pagina 567)

[verdachte] : Nu heeft ze het gezegd. Ze had het gisteren niet koud. Dat was de aandacht die [naam stiefbroer] krijgt daar is ze jaloers op.

18-02, 20.33 uur (pagina 573)

[verdachte] Ik dacht dat je […] het doek weg zou doen

[medeverdachte] : Ja was nog op wc

[medeverdachte] : Doe ik zo

[verdachte] : Ach ja en dan kan [slachtoffer] alles doen

[medeverdachte] : Deur is op slot

20-02, 09.34 uur (pagina 574)

[verdachte] : Jij vergeet dat [slachtoffer] ook kan praten he

[verdachte] : Genoeg bewijs voor iedereen, kijken wie er dan zegt wie ziek in zijn hoofd is

24-02,11.24 uur (pagina 576)

[verdachte] : Dat is wel waar met je controle, je bent nog erger dan ik, dat er overal camera’s hangen zegt genoeg

27-02, 06.10 uur (pagina 576)

[verdachte] : Je vergeet dat er veel familie bij de politie werkt

[medeverdachte] : Nee vergeet ik niet

[verdachte] : Genoeg foto’s en zo, wat ik kan laten zien

[medeverdachte] : Ja dat weet ik

28-02, 06.05 uur (pagina 577)

[verdachte] : Die moesten eens weten, vreemdgaan, kind mishandelen […]

[verdachte] : Ga zo door dan laat ik je dochter bij je afzetten

[medeverdachte] : Ja en wat jij doet zeg je niet hè

[verdachte] : Ik ben niet vreemdgegaan, bedreig mijn kind niet dat het niets mag zeggen en vooral [slachtoffer] , Ik heb die vrouw gezegd dat ik een tik op de billen gegeven heb, papa komt niet in de gevangenis, maar ik heb mooie foto’s vergeet dat niet

28-02, 20:59 uur (pagina 577)

[verdachte] : JOUW dreigen elke keer is niet meer bij ons Ik laat de politie komen

[medeverdachte] : doe maar

[verdachte] : doe ik, [ik] laat alles zien

[medeverdachte] : yep

[verdachte] : Ja yep, dan zit jij in de gevangenis en ik lach jou uit

[medeverdachte] : Yep Altijd nog beter dan bij jou blijven

[verdachte] : JOUW dreigen elke keer is niet meer bij ons Ik laat de politie komen

[medeverdachte] : doe maar

[verdachte] : doe ik, [ik] laat alles zien

[medeverdachte] : yep

[verdachte] : Ja yep, dan zit jij in de gevangenis en ik lach jou uit

[medeverdachte] : Yep Altijd nog beter dan bij jou blijven

Bijlage 8.3 Maart 2020 […]

02-03, 13.14 uur (pagina 579)

[verdachte] : Ik vraag je om [slachtoffer] te negeren als je thuiskomt en ze vraagt je iets of ze zegt iets, want op school schreeuwt ze hallo mama en zegt iets en hier thuis praat ze weer zacht

[medeverdachte] : Oké is goed mijn schat

06-03, 05.04 uur (pagina 580)

[medeverdachte] : Zo ellendig dat weer, ik ben blij als het zomer is

[verdachte] : Zo ellendig jouw dochter

[verdachte] : Ze wil terug naar [naam 3] , jij bent de deur uit en pats ze zegt alleen nog maar dat ze hier weg wil en naar [naam 3] wil

[…]

[verdachte] : Als jij [slachtoffer] meeneemt naar jou zal ze tegen iemand zeggen hoe je werkelijk bent en dan ben je haar ook kwijt

08-03, 13.51 uur (pagina 581)

[verdachte] : […] Je kunt het beter laten anders vertel ik eens wat hier allemaal gebeurt

12-03, 04.27 uur (pagina 548)

[verdachte] : Oké, wil je het zo doen, ik ga me nu klaar maken en naar de politie voor een verbod voor jou om hier te komen

[…]

[medeverdachte] : Dan ga ik ook ...halen, mijn eigendom, met de politie

[medeverdachte] : Ik heb genoeg bewijzen

[verdachte] : Doe dat

[verdachte] : Whaha

[verdachte] : Ik ook

[verdachte] : Nog meer

[verdachte] : Jouw dochter heeft ook een mond die niet meer voor jou zal liegen

[medeverdachte] : Ja

13-03 is er een discussie over de camera’s in de woning en dat beide elkaar op de camera controleren (pagina 585)

27-03, 04.07 uur (pagina 587)

[verdachte] : Wat is jouw dochter voor een smerig kind

[…]

[verdachte] : Ik hoop dat je me niet meer voor de gek houdt met een ander […] Als ik erachter kom dan geloof maar dat ik zo bij de politie ben en die vertel ik alles, dan heb jij alles verloren

Bijlage 8.4, April 2020 […]

01-04, 17.00 uur (pagina 590)

[verdachte] : [slachtoffer] was stiekem aan het eten maar zeg nu asjeblieft niets

[verdachte] : Later in de auto

06-04, 02.31 uur (pagina 590)

[verdachte] : Ben je wakker [medeverdachte]

Oproep [verdachte] > [medeverdachte]

[verdachte] : Uhm raar dat de camera alleen 2 keer [slachtoffer] laat zien terwijl jij beweert dat ze meerdere malen

boven was

[medeverdachte] : Het is zo, ik heb dat toch niet gedroomd

[medeverdachte] : Was zelfs zojuist weer

[verdachte] : Kijk eens op de camera. Heb ik net ook gedaan en de camera liegt niet

[verdachte] : Maar jij liegt wel omdat je weer moe bent

[verdachte] : Waarom moetje nu met [slachtoffer] praten (02.48 uur)

Oproep [medeverdachte] > [verdachte]

06-04, 04.12 uur (pagina 590)

: Zelfs [slachtoffer] zegt luid en duidelijk ik ben 2 keer wezen plassen

: Tja

Oproep [medeverdachte] > [verdachte]

: JOUW wekker was om 4 uur

: Welke straf bedenk jij voor je dochter dat ze zo vaak moet plassen […]

07-04, 10.12 uur (pagina 591)

[verdachte] : Nee en ik kan mijn ogen niet dichtdoen want ik heb [slachtoffer] net betrapt met slapen

[medeverdachte] : Ja logisch dat die slaapt

[medeverdachte] : In de nacht iedereen wakker houden

[verdachte] : Ja en jij hebt er schijt aan dat ik ziek ben want ik moet babysitten he

Oproep [medeverdachte] > [verdachte]

[medeverdachte] : Kelder en klaar dan kun je slapen

[verdachte] : Ja ja

[medeverdachte] : Of niet […]

09-04, 05.39 uur (pagina 591)

[verdachte] : Je dochter is weer retebrutaal en dat is dan de dank dat ik weer iets gekocht heb

[medeverdachte] : Kelder, klaar, boek erbij om te lezen

[verdachte] : Dat kun jij later doen. In de kelder lacht die ons uit

[verdachte] : Die is echt brutaal, ondankbaar kind

[medeverdachte] : Ja dan simpel op haar reet

[verdachte] : Kun je zelf doen

[verdachte] : Ik ben zo blij dat mijn kind niet zo is […]

09-04, 10.07 uur (pagina 592)

[verdachte] : Pfff wat is jouw kind dom, net een ezel. [slachtoffer] geeft me alle dekens van Chucky , zit alles in de wasmachine, ik zet de machine aan...oh deze ben ik nog vergeten […]

[medeverdachte] : Ja het is een kind […]

[verdachte] : Ja het is een kind dat helemaal geen opvoeding krijgt […]

[verdachte] : In de 2 jaar dat ze nu hier is heb ik vanaf dag 1 gezegd dat ze met je speelt en nu krijg je wat je verdient

14-04, 15.33 uur (pagina 594)

[verdachte] : Kun je hierheen komen, iemand heeft een melding gemaakt […]

[verdachte] : Als jij niet akkoord gaat dan verlies je

[verdachte] : Wil je dat

[verdachte] : Vluchten, dan is ook zo politie en het Jugendamt bij jou.

18-04, 2020, 20.15 uur (pagina 595)

[verdachte] : Je moet eens goed nadenken over wat jij allemaal zegt, je dochter slaapt niet omdat je [slachtoffer] overal de schuld van geeft

21-04, 04.16 uur (pagina 595)

[verdachte] : Jij komt hier, eet wat, laat de hond uit en gaat slapen, ik ben alleen goed om jouw stront op te ruimen en daar bedoel ik je kind en eten en zo mee

24-04, 06.49 uur (pagina 596)

[verdachte] : Jouw dochter luistert voor geen meter. […]

[medeverdachte] : Ja straf haar, klaar

[verdachte] : Ik ben er echt klaar mee

27-04, 04.50 uur (pagina 597)

[verdachte] : Bah wat een smerig kind heb jij, kleren stinken naar zweet en ondanks dat doet ze die gewoon 4 dagen aan.

[…]

[verdachte] : Dus het kind heeft geen respect voor mij. Ik krijg alleen maar shit […]

[verdachte] : Ik heb hier echt de zenuwen niet voor. Als ze zo blijft gaat ze weg.

28-04, 14.37 uur (pagina 597)

[verdachte] : Die man komt voor jou en [slachtoffer] , ik heb gelukkig geen Jugendamt aan mijn kont

Bijlage 8.5, Mei 2020 […]

06-05, 04.12 uur (pagina 600)

[verdachte] : En weer zit ze aan die vieze “proum'' (vagina)

[medeverdachte] : Ja wat kunnen we doen

[medeverdachte] : Iets erop doen zodat het brandt als ze het nog eens doet

[verdachte] : Ja kan

[verdachte] : Ik vind het zo smerig

[medeverdachte] : Ik ook

[verdachte] : En ook nog daarmee liegen

[medeverdachte] : Je weet toch hoe ze is

[…]

[verdachte] : Ach je dochter heeft in haar broek gepist

[medeverdachte] : Nee

[medeverdachte] : Dat meen je niet

[medeverdachte] : Afgelopen nacht of vanmorgen

[verdachte] : Ze zegt vandaag maar ik vertrouw haar echt niet

[medeverdachte] : Hmm oké

[verdachte] : Die liegt alles bij elkaar. Ik heb geen energie meer om dat kind te verzorgen

07-05, 05.08 uur (pagina 601)

[verdachte] : Ik heb gezegd dat ik haar niet meer zal helpen en nu zie ik zelf dat alle stress alleen door haar komt

12-05, 11.27 uur (pagina 602)

[verdachte] : Als jij aan veilig thuis laat zien dat je een psycholoog gebeld hebt en een mail stuurt dan ben je ook zo van veilig thuis af, dat heeft die vrouw mij verteld

13-05, 03.08 uur (pagina 602)

[verdachte] : Broek nat, ik kan boven alles poetsen

[medeverdachte] : Water... bort (brood?) niks anders meer, klaar

13-05, 07.12 uur (pagina 603)

[verdachte] : Migraine door [slachtoffer]

[medeverdachte] : Hmm dat is niet zo mooi

[verdachte] : Nee

[medeverdachte] : Straf ze straks verder thuis

14-05, 09.50 uur (pagina 606)

[verdachte] : Oké , ik heb veilig thuis gebeld

[verdachte] : Ik krijg een gesprek

14-05, 09.54 uur (pagina 606)

[verdachte] : Kom je hier stressen, moet ook mijn mond open doen, en zeggen dat ik uit angst voor jou gelogen heb.

14-05, 10.07 uur (pagina 606)

[verdachte] : Aan [naam 4] gevraagd of ze bij het gesprek aanwezig kunnen zijn

[verdachte] : Helaas kan dat niet

18-05, 02.37 uur (pagina 607)

[verdachte] : Wil die aandacht hebben terwijl ze shit gebouwt heeft en jij praat dan ook nog tegen haar, je moet haar negeren. Dat doe ik ook, dan kan ze voelen dat ze shit gebouwd heeft

[medeverdachte] : Oké

[…]

[verdachte] : En een probleemkind zodat ik mijn eigen kind niet kan belonen met iets leuks doen

20-05, 10.12 uur (pagina 609)

[medeverdachte] : (doorgestuurd bericht) Beste [medeverdachte] , aankomende maandag 25e om 17.45 uur is de afspraak gepland. Ik kom samen met mijn collega die samen met mij de casus draagt, [naam 5] . Moeder van [naam stiefbroer] is op de hoogte van de afspraak. Wanneer de dag of tijdstip niet gelegen komt laat u mij dat dan even op tijd weten?

Met vriendelijke groet [naam 6] veilig thuis

[verdachte] : Ja, zeg dan OKÉ en dan zeg je het maandag af

[verdachte] : Datje ver weg bent

[medeverdachte] : Oké

20-05, 10.12 uur (pagina 609)

[verdachte] : [slachtoffer] luistert nog niet een klein beetje

[medeverdachte] : Gesproken bericht, bijlage 9zm, originele bestandsnaam op het onderzochte toestel [bestandsnaam 7]

. Woordelijke weergave:

“Ja stuur haar naar buiten onkruid wieden, klaar”

[verdachte] : Ze krijgt namelijk chips en drinken bij [naam 7] en [naam 7] vraagt dat aan [slachtoffer] maar [slachtoffer] niet aan mij

[medeverdachte] : Hmm oké

[verdachte] : Ik vindt dat niet oké

[verdachte] : Zo stiekem weer

26-05, 03.28 uur (pagina 609)

[verdachte] : Ik moet altijd om 4 uur wakker worden om te kijken of jij wakker bent of [slachtoffer] gepist heeft, slapen kan ik nauwelijks. Jij en [slachtoffer] hebben geen respect en denken alleen aan jullie zelf

27-05, 06.15 uur (pagina 609)

[verdachte] : [slachtoffer] wilde stiekem aan het drinken van [naam stiefbroer]

[verdachte] : Maar ik was te snel terug

[medeverdachte] : Hmm (boze emoticon)

[verdachte] : Ja precies dat

28-05, 15.37 uur (pagina 609)

[verdachte] : Ach ja [medeverdachte] , morgen kun je alles vertellen tegen veilig thuis

28-05, 19.27 uur (pagina 609)

[verdachte] : Bedenk zelf eens, een kind van 7 jaar om 21.26 uur buiten met hond

[verdachte] : Goeie nacht [medeverdachte]

: Ja en

[medeverdachte] : Voelt zich niet.... kan die niet alleen laten

[verdachte] : Ach ja, ik zit niet met een kind bij veilig thuis dat weet hier iedereen

29-05, 04.15 uur (pagina 609)

[verdachte] : Ze is ziek en flink bezig, ik heb [naam stiefbroer] in huis en die mag niet ziek worden want dan ligt hij helemaal alleen in het ziekenhuis

[verdachte] : […] jouw stout kind/meisje gedraagt zich zo tegenover mij […[

[medeverdachte] : Het kind is ziek, sorry daarvoor […]

[verdachte] : Kind is niet ziek, die is ziek van wat er weer gebeurt is daarom is het kind ziek

29-05, 05.19 uur (pagina 610)

[verdachte] : Maar tegen [slachtoffer] zeg je ook steeds hetzelfde en ik mag dat niet

[verdachte] : Nee het kind moet naar de tandarts, want als VEILIG THUIS KOMT KUN JE ZE DE WAARHEID

VERTELLEN WAAROM HAAR TAND ERAF IS

Opmerking verbalisant: Uit het gesprek blijkt kort hiervoor dat [medeverdachte] op 25 mei 2020 met [slachtoffer] bij de tandarts is

[verdachte] : Ik denk dat het beter is dat ik alleen een afspraak maak bij veilig thuis

29-05, 10.06 uur (pagina 610)

Gesproken bericht [medeverdachte]

Gaat over veilig thuis en dat de afspraak verzet gaat worden naar volgende week donderdag

Bijlage 8.6, Juni 2020 […]

03-06, 05.10 uur (pagina 612)

[verdachte] : En [slachtoffer] de broek nat […]

[verdachte] : Die doet dat met opzet

[medeverdachte] : Ik snap het niet, waarom die dat zo doet, ze hoeft toch alleen maar te luisteren en doen wat wij zeggen dan mag ze alles weer

[verdachte] : Ja precies, die speelt ermee omdat jij haar alijd weer aandacht geeft

[medeverdachte] : Ja dan laat ik dat

05-06, 05.33 uur (pagina 613)

[verdachte] : [slachtoffer] heeft de hele dag straf, ik ben haar echt zat ik heb daar echt geen zin meer in

[verdachte] : En anders maak ik mij ziek en depressief door [slachtoffer] , eens kijken wat er dan gebeurt

[…]

[verdachte] : Zo ik ga mij klaar maken en dan naar [naam zus verdachte]

[medeverdachte] : Oké, is goed, veel plezier

[verdachte] : Ik blijf niet lang, ik gun het [slachtoffer] niet om iets anders te doen

08-06, 14.58 uur (pagina 613)

[slachtoffer] krijgt straf van [verdachte] omdat ze stiekem gedronken heeft en daarover liegt.

16-06, 04.10 uur (pagina 614)

[verdachte] : Kijk nu zit ik er weer de hele dag mee

[medeverdachte] : Laat haar buiten

[verdachte] : De hele dag of wat

[medeverdachte] : School en dan ja

[verdachte] : Lekker makkelijk hè

[verdachte] : Geen drinken en pampers en eten

[verdachte] : Pampers ook weer nat

[verdachte] : Ik vraag me af of je [slachtoffer] vanmorgen verzorgd hebt […]

[medeverdachte] : Ze was toch droog toen ik keek

[verdachte] : Nee ze was nat toen je hebt je gekeken

[medeverdachte] : Ik heb haar laten plassen, toen nog even gaan liggen en toen eruit

[verdachte] : Vreemd, [slachtoffer] zegt zelf dat ze dik en nat is

[verdachte] : [medeverdachte] ze zegt zelf dat de pamper dik en nat was toen jij gekeken hebt […]

19-06, 10.29 uur (pagina 615)

[verdachte] : Jij vergeet, bij de mensen waar ik een gesprek mee heb moet ik eerlijk zijn, geen probleem

[verdachte] : Dan trek jij aan het kortste eind, tand eruit geslagen en dan nog liegen tegen [slachtoffer] . Dat ze dat zelf

gedaan heeft, nee [medeverdachte] ik lieg niet meer voor jou

[verdachte] : Nu heb je een groot probleem.

[verdachte] : En laat me nu met rust (10.30 uur) […]

22-06, 10.28 uur (pagina 615)

[verdachte] : Ik ben kapot, moe

[verdachte] : Jij met je geschreeuw gisteravond […]

[medeverdachte] : Ja sorry dat die weer zo dom was

26-06, 05.11 uur (pagina 616)

[medeverdachte] : Ja ik wil geen stress maken dat doet ze zichzelf aan

[verdachte] : En dat is begonnen met de diabetes van [naam stiefbroer] , toen kreeg ze geen aandacht, van ons heeft ze aandacht genoeg, maar op het moment niet omdat ze zo is

[verdachte] : Ja precies

Bijlage 8.7, Juli 2020 […]

02-07, 10.40 uur (pagina 618)

[medeverdachte] : Om 14.00 uur word ik gebeld door Veilig thuis

[verdachte] : Oké

[…]

[medeverdachte] : Ik ben eens benieuwd wat die gaan zeggen

[verdachte] : Ja, ik ook

03-07, 10.17 uur (pagina 619)

[medeverdachte] : Beste [medeverdachte] , aankomende maandag kan ik samen met een collega die goed Duits verstaat op huisbezoek komen om 18.15 uur, is dat akkoord voor jou?

[verdachte] : Ja weer een nieuwe

[verdachte] : En ik weet niet hoe ik me voel

[verdachte] : Ben ziek

[verdachte] : Zal ik dat schrijven

[medeverdachte] : Ja schrijf jij hem aub

[medeverdachte] : Wat heb je gezegd

[verdachte] : Dat als ik maandag nog zo ben ik geen kracht heb om een gesprek aan te gaan

[verdachte] : En anders moet je het bij jou doen

[medeverdachte] : Hmm oké

[verdachte] : Ja wat Hmm oké

[medeverdachte] : Ik dacht dat je erbij wilde zijn

[verdachte] : [medeverdachte] ik ben ziek ik heb er de kracht niet voor

[medeverdachte] : Ja dan moeten ze maar wachten

Om 14.08 uur diezelfde dag stelt [verdachte] voor om die avond bij [naam restaurant] te gaan eten. (Dat is een

Balkan restaurant in Duitsland net over de grens bij Tegelen/ Venlo .)

Even later geeft [medeverdachte] aan dat hij daar om half 7 gereserveerd heeft.

06-07, 05.10 uur (pagina 619)

[verdachte] : Ik heb Veilig thuis geappt dat ik de hele week op de bank gelegen heb met erge pijn

[medeverdachte] : Oké is goed

11-07, 05.05 uur (pagina 619)

[verdachte] : Is [slachtoffer] vannacht boven geweest

11-07, 19.13 uur (pagina 619)

[verdachte] : Maak deur op slot

[medeverdachte] : Heb ik

[verdachte] : [slachtoffer]

[medeverdachte] : Ja

12-07, 09 43 uur (pagina 620)

[verdachte] : Mooie spullen laten maken en morgen is die weer brutaal

[verdachte] : Geloof me [medeverdachte] als ze brutaal is breng ik haar zelf naar het Jugendamt en vertel ik alles

13-07, 06.32 (pagina 620)

[verdachte] : Je dochter is weer brutaal

[verdachte] : Ik heb er schoon genoeg van.

14-07, 02.19 uur (pagina 620)

[medeverdachte] : Kind weg is ook geen oplossing

[verdachte] : Je kunt vandaag nadenken, je kunt (haar) nu voor de laatste dag hier laten maar buiten laten. STAAN, NIKS ZITTEN OF ZOIETS. ZE KAN STAAN

IK HEB DE NEUS VOL EN ANDERS DOE IK MIJN MOND OPEN EN ZET HAAR AF

14-07, 06.33 uur (pagina 620)

[verdachte] : Super dat ik jou stront moet opruimen en alles kan poetsen (boze emoticons)

[verdachte] : Pis van [slachtoffer]

[…]

(na 13.58 uur)

[verdachte] Gesproken bericht […] Woordelijke weergave:

“Hé luister, [naam 8] was hier met zusje [naam 10] en die moeder, ja, en toen vroeg die aan mij chips. Maar [slachtoffer] heeft mij niks gevraagd, dus ik heb haar niks gegeven. Dus ik zeg tegen de mama van [naam 8] en [naam 10] , let op: [slachtoffer] vraagt aan [naam 10] boven stiekem: Mag ik ook wat chips. Dus ik vraag aan de moeder van [naam 10] , kan je zo lief zijn en wil je aan [naam 10] vragen of [slachtoffer] chips van haar heeft gehad. Nou wat was haar antwoord: Mama ik heb met [slachtoffer] mijn zak met chips gedeeld, dat is toch lief of niet? En wat zegt [slachtoffer] : Ik heb geen chips gehad, ik heb nog steeds geen chips gehad en ze liegt nog steeds dat ze geen chips heeft gehad”

[medeverdachte] : Is goed, die kan zich verheugen op mijn thuiskomst

[medeverdachte] : Krijgt niks meer vandaag

[medeverdachte] : ben echt boos

16-07, 16.06 uur (pagina 622)

[verdachte] : En wie heeft er weer gejat (boze emoticons) […]

[medeverdachte] Gesproken bericht […] Woordelijke weergave: “Ik heb een idee, we moeten eens kijken dat we iets vinden, zo echt pittige bonbons/snoepjes of zoiets”

[verdachte] : Ja kijk maar eens

20-07, 05.06 uur (pagina 623)

[verdachte] geeft aan dat ze moe is

[medeverdachte] : Ga toch beneden nog even lekker liggen

[medeverdachte] : [slachtoffer] eruit en klaar

21-07, 05.21 uur (pagina 623)

[verdachte] wil dat [medeverdachte] de afspraak met Veilig thuis gaat afzeggen omdat [naam stiefbroer] naar de bioscoop gaat. Ze wil de avond van [naam stiefbroer] niet laten verpesten door de problemen van [medeverdachte] . Ook heeft [verdachte] vakantie en wil ze verder niets plannen.

22-07, 08.49 uur (pagina 623)

[verdachte] : Je dochter luistert weer voor geen meter

[medeverdachte] : Middag mijn engel, wat is er weer aan de hand

[verdachte] : Ze luistert niet

[medeverdachte] : Straf, eruit klaar […]

[verdachte] : Daar lacht die mee, we zitten allemaal buiten

[medeverdachte] : Dan weg uit de tuin

24-07, 10.19 uur (pagina 624)

[verdachte] : [slachtoffer] luistert voor geen meter

[medeverdachte] : Direct straffen

[medeverdachte] : Eruit klaar

27-07, 04.35 uur (pagina 625)

[verdachte] : Alles buiten stinkt naar pis

[verdachte] : Ik hoop niet dat ze de deken gebruikt heeft (boze emoticons)

[verdachte] : Volgende keer kan ze buiten staan, nu moet ik daar ook alles schoonmaken

[verdachte] : Ik weet waarom ze geplast heeft omdat wij een ijsje gegeten hebben en zij niet

[medeverdachte] : Ja ik weet, ik hoop datje haar gewaarschuwd hebt

[verdachte] : Heeft ze dat tegen jou gezegd

[medeverdachte] : Nee dat niet

[medeverdachte] : Dat denk ik zo

[verdachte] : Ja dat dacht ik ook en prompt zegt ze het

[verdachte] : Erg verdrietig [medeverdachte] hoe jouw dochter is, kijk je hebt haar weer alles gegeven

[medeverdachte] : Ja zie je hoe dom die is

[verdachte] : 1 vinger en ze wil ze alle 10

[medeverdachte] : Ja

[verdachte] : Ja dom, maar er komen alleen maar woorden dat weet zij ook dat er verder niks gebeurt

[medeverdachte] : Weer naar buiten en klaar

[medeverdachte] : Het is koud zegt ze

[medeverdachte] : Boeit me niet

[medeverdachte] : Eruit

[verdachte] : [medeverdachte] daar heb je haar niet meer mee

[medeverdachte] : Ik zeg het alleen maar

[verdachte] : Koud of niet

[verdachte] : Dat maakt haar niks uit (04.45 uur)

[medeverdachte] : Ja komt er nog iets (04.45 uur)

[verdachte] : Ja zoals altijd (04.45 uur)

[verdachte] : [medeverdachte] ik meen het echt dat ik zo niet meer verder kan. Dat je mijn geschenken van kasten en zo weg wil pakken is oké, kun je allemaal meenemen, maar wat ik jou allemaal gegeven heb komt ook allemaal terug

29-07, 05.57 uur (pagina 626)

[verdachte] : [slachtoffer] MAG NIET ALLEEN ZIJN, WAAROM STUUR JE HAAR NAAR DE DOUCHE (boze emoticons)

[verdachte] : Ook nog naar buiten

[verdachte] : Hoe dom ben jij

29-07, 11.06 uur (pagina 626)

[verdachte] Gesproken bericht […] Woordelijke weergave: "Dat is zo een verfuckte, echt, dit jaar geen vakantie hè, alleen maar jouw dochter moeten verzorgen, om de seconde en nou kan ik de hele fucking kelder gaan poetsen."

[medeverdachte] Gesproken bericht […] Woordelijke weergave: “Schat het spijt me verfuckt veel, ik kan het nog 1000 keer zeggen, als ik geweten had dat dat mistpunt zo geworden was. […]

Bijlage 8.8., Augustus 2020 […]

07-08, 05.34 uur (pagina 628)

[verdachte] : En pamper nat […]

[verdachte] : Vanavond wordt ze aangesproken. [medeverdachte] ik ben het echt zat

[medeverdachte] : We moeten haar anders aanpakken

[verdachte] Gesproken bericht […] Woordelijke weergave: “[…] vanavond mag je het zelf oplossen [medeverdachte] , ik wil niet meer, het gaat me nu te ver, het gaat me echt te ver. Je doet er nu wat aan […].” […]

[medeverdachte] ; Ik zal iets doen.

[medeverdachte] : Boze emoticons

[medeverdachte] : Geef haar een klap

[verdachte] : Boze emoticons

[medeverdachte] : Wat is dat voor een shit

[medeverdachte] : Is die gestoord

[medeverdachte] : Boze emoticons

[medeverdachte] : Geef haar een klap

[medeverdachte] : Dat is niet meer normaal

[medeverdachte] : Of is ze ziek dat het zo komt

[medeverdachte] : Het is niet normaal

[medeverdachte] : Wat een mispunt

[verdachte] : Nee is niet ziek

[medeverdachte] : Echt boos

[verdachte] : Ja ze is ziek in haar hoofd

07-08, 07.17 uur (pagina 629)

[verdachte] : 3 jaar lang heb ik gezegd dat je haar wat harder moet aanpakken omdat ze met je speelt en kijk nu, die mag alles

[medeverdachte] : Heb ik

[verdachte] . Je kijkt maar hoe je [slachtoffer] haar stront daaruit krijgt en alles nieuw maakt

[verdachte] : Anders ga ik andere wegen bewandelen

14-08, 05.16 uur (pagina 630 en 631)

[verdachte] : Krijg een zin: Papa heeft me heel boos aangekeken vanmorgen

[medeverdachte] : Kan

[verdachte] stuurt een foto (waarop een kindje te zien is gefotografeerd aan de rugzijde. De broek is nat, alsof er in geplast is)

Oproep [verdachte] > [medeverdachte]

[verdachte] : Ik heb niks tegen haar gezegd

[verdachte] : Ik maak het niet schoon

[verdachte] : Ik weet dat ze een trauma van jou heeft, geloof dat maar

[medeverdachte] : Dat stinkt toch

[medeverdachte] : Laat het [slachtoffer] schoon maken

[verdachte] : Als alles uitkomt ga je de gevangenis in, geloof dat maar

[verdachte] : Die was aan het schoonmaken, omdat ze geplast heeft vannacht

25-08, 04.52 uur (pagina 632)

[medeverdachte] : En dat [slachtoffer] dat gedaan heeft heb ik je ook gezegd. Heb tegen [slachtoffer] gezegd dat dat niet kan, ik heb haar eerst wakker gemaakt met hond dan om 2 uur en toen nog een keer vanmorgen en dan evengoed pamper nat

[verdachte] : Tja, stiekem drinken op school

29-08, 06.11 uur (pagina 632)

[verdachte] : Ik heb [slachtoffer] weer gevraagd of ze aan mijn energie gedronken heeft, want haar stank is zeer duidelijk van mijn blikje (emoticon) en zoals altijd zegt ze nee, maar de laatste weken heb ik het gevoel als ik drinken wil dat de stank van [slachtoffer] er is, zo walgelijk

[verdachte] : Ze wil niet eerlijk zijn maar hoe die weer doet zegt genoeg

[medeverdachte] : Ik spreek haar zo aan

[verdachte] : Ze zegt dan weer dat ze dat niet gedaan heeft en ik zeg dan dat die rode handen en voeten daar ook van kunnen komen.

31-08, 04 43 uur (pagina 633)

[medeverdachte] : Goeie morgen mijn schat, [slachtoffer] was droog,

[verdachte] : [slachtoffer] heeft weer gelogen en hoort mij naar beneden komen en dan gaat ze snel weer op haar rug

liggen en doet alsof ze slaapt maar ze vergeet dat haar arm rood werd. Dus liegen is straf

[medeverdachte] : Oké, is goed

[medeverdachte] : Je hebt daar gelijk in

[verdachte] geeft [medeverdachte] 1 week de tijd om iets te veranderen

31-08, 13.52 uur (pagina 633)

[verdachte] : Nee ik heb de hele dag niet met haar gesproken want ze luistert toch niet

[medeverdachte] : Oké schat

Bijlage 8.9, September 2020 […]

01-09, 04.24 uur (pagina 635)

[verdachte] : En hoe ziet het eruit met [slachtoffer]

[medeverdachte] : Droog

[verdachte] : En

[medeverdachte] : Alleen om 12 uur papa ik moet poepen

[verdachte] : Hoe heeft ze geslapen

[medeverdachte] : Ze zat

[verdachte] : Hm

[medeverdachte] : Denk weer op de zij

[verdachte] : Gisteren ook, ze hoorde dat ik aan de deur kwam en dan snel op de rug liggen maar ik had het gehoord

[verdachte] : Die loopt als een oma met een grote bult op de rug. Als ze zo doorgaat heeft ze pech

[medeverdachte] : Ja ik weet het.

02-09, 04.09 uur (pagina 635)

[verdachte] : Ja, kom ik op de kamer en ligt ze op haar rug, ja natuurlijk omdat ze mij hoort

[verdachte] : Dat doet ze niet [medeverdachte] die houdt ons straal voor de gek maar geeft niet, liegen is straf

[medeverdachte] : Natuurlijk, maar ik heb haar vanmorgen ook gezegd dat ze op haar rug moest blijven liggen

[verdachte] : Dat doet ze met [medeverdachte] Die neemt ons in de maling. Maar maakt niet uit. Liegen betekent straf

[medeverdachte] : Ja is goed

[verdachte] : Ja, wat ja is goed

[medeverdachte] : Met die straf

28-09, 14.44 uur (pagina 641)

[verdachte] : Je dochter heeft weer gelogen

[medeverdachte] : Ja ik bekommer me er zo om

[verdachte] : Fles weer gevuld op school

[medeverdachte] : Oké

Bijlage 8.10, Oktober 2020 […]

01- 10, 16.09 uur (pagina 644)

[verdachte] : Die vraagt nu buiten om aandacht door hoe ze loopt en huilen

[medeverdachte] : Of zo dat ze niks krijgt (?)

02-10, 14.39 uur (pagina 645)

Het gesprek gaat over via online foto's bestellen van [naam stiefbroer] en [slachtoffer]

[verdachte] : Ik heb tegen [slachtoffer] gezegd dat ik die van haar niet nodig heb, wil ik niet

06-10, 05.30 uur (pagina 646)

[verdachte] : Nu moetje eens horen wat jouw dochter mij verteld

[verdachte] Gesproken bericht […] Woordelijke weergave:

[slachtoffer] : Ik kan een flesje vullen en ik hoop dat je van het dak afvalt, ik wil dat je dood bent.”

[verdachte] : Dat vertelt ze tegen mij. Ik zeg wat wil je nu? Dat moet je tegen je vader zeggen

[medeverdachte] : Ja, als zij zo denkt

[medeverdachte] : Dan gaat ze de bak in

[medeverdachte] : Mispunt

[verdachte] : Heb gezegd, dan komt: boeit me niet

[medeverdachte] : Nu heb ik het en jij ook, dan weet de politie wie schuld is

[medeverdachte] : En geloof maar dat ik boos ben

[medeverdachte] : Laat haar, boeit me niet, nu behandel ik haar anders

08- 10, 04.25 uur (pagina 648)

Gaat erover dat [slachtoffer] te veel drinkt op school. [medeverdachte] moet van [verdachte] naar de juf schrijven en uitleggen waarom [slachtoffer] niet te veel mag drinken

09-10, 04.23 uur (pagina 648)

[verdachte] : Die moet weer naar de wc

[verdachte] : En weer staat ze daar zo met haar handen tegen de “Proem” (Proem is dialect voor vagina)

13-10, 07.35 uur (pagina 649)

[verdachte] : Volgens mij is het kind ziek

[medeverdachte] : Dus dat wordt niet de nieuwe dokter, was alleen op papier

[verdachte] : Oké, waarom niet

[medeverdachte] : Ik leg het zo uit

[verdachte] : Hm

[medeverdachte] : Ze willen eigenlijk dat we naar de kinderarts gaan

[verdachte] : Hm

[verdachte] : Tja, dan heb je een probleem

[medeverdachte] : Tot 12 jaar moetje naar de kinderarts

[verdachte] : Bij ons niet

[medeverdachte] : Ik heb gezegd dat het kind niet naar de kinderarts wil, ze is al groot zegt ze zelf er is er ook geen in de omgeving

21-10, 04.41 uur (pagina 651)

[verdachte] : En hoe vaak was ze naar de wc en was ze droog

[medeverdachte] : Eén keer

[medeverdachte] : En kelder was droog

23-10, 04.35 uur (pagina 652)

[verdachte] : Poh, die woorden weer van die

[medeverdachte] : Kelder

23-10, 11.52 uur (pagina 652)

[medeverdachte] : Alweer

[verdachte] : Staat naast me in de keuken

[medeverdachte] : Eruit met die, kan in de tuin staan

[medeverdachte] : Die is niet goed wijs

Oproep [verdachte] > [medeverdachte]

26-10, 16.30 uur (pagina 652 en 653)

[verdachte] : Jouw dochter is niet meer welkom hier

[verdachte] : Jouw dochter heeft weer gelogen tegen mij

[verdachte] : Vanaf 14 uur

29-10, 05.53 uur (pagina 653)

[verdachte] : En weer [slachtoffer] geslagen vanmorgen

[medeverdachte] : Als jij dat denkt, vraag eens hoe dom die weer is

[…]

[medeverdachte] : Die stond daar eerst een hele tijd

[medeverdachte] : Zo dom, maar goed geeft niet

[medeverdachte] : Geloof haar maar […]

Bijlage 8.11, November 2020 […]

09-11, 14.35 uur (pagina 656)

[verdachte] : En weer iets gehoord. [slachtoffer] had geen eten bij zich en is bij mensen aan de deur geweest

[medeverdachte] : Niet meer normaal dat kind

[verdachte] : Het is jouw kind jouw probleem, jij moet het oplossen

11- 11, 04.57 uur (pagina 656)

[verdachte] : Zolang ze geen hulp krijgt moet jij eerlijk zijn

[verdachte] : Valse meldingen zou je kunnen zeggen, maar jij weet, wat er echt gebeurd is en dat moet [slachtoffer] zeggen

[medeverdachte] : Ja is me duidelijk

12-11, 05.56 uur (pagina 656)

[verdachte] : Weet dat ik gezegd heb dat ze in die pispamper naar school gaat

[verdachte] : Ja en nu moet ik haar weer haar zin geven met de pamper (05.59 uur)

[medeverdachte] : Nieuwe aan laten doen

[verdachte] : Nieuwe dat is wat ze wil

[verdachte] : Heb gezegd je gaat met die pispamper naar school […]

18-11, 05.25 uur (pagina 657)

[verdachte] : Weer in de pamper gepist

[medeverdachte] : Zei ik toch

[verdachte] : Alles nat, broek alles

[verdachte] : Waarom heb je het niet schoongemaakt

[verdachte] : Alles is nat ook beneden

22-11, 06.06 uur (pagina 657)

[verdachte] : Dat heeft geen zin wat je net vertelde datje niks gedaan hebt. Daar moet je mee oppassen

[verdachte] : Als dat allemaal eruit komt bij de psycholoog kun je niet liegen, die zien en merken alles

22-11, 08.56 uur (pagina 657)

[medeverdachte] : Ze huilt weer

[verdachte] : Boeit me niet

[medeverdachte] : Mij ook

[verdachte] : Wat is dat voor een smerig kind, pamper vol en nog niet eens wassen en een nieuwe aandoen, ze kan janken wat ze wil

24-11, 04.54 uur (pagina 658)

[verdachte] : Hai ja en waarom was ze droog, omdat ze niet op school is, dan kan ze niet stiekem drinken

24-11, 11.48 uur (pagina 658)

[verdachte] : Oh ja vanavond is gesprek

[verdachte] : Jij en je dochter

Oproep [medeverdachte] > [verdachte]

[medeverdachte] : Hmm oké, ook post van school gekomen

[verdachte] : ???

[verdachte] stuurt een gesproken bericht, bijlage 9zzl, originele bestandsnaam op het onderzochte toestel is [bestandsnaam 8] . Woordelijke weergave:

Ja dat je het nummer moet geven van de huisarts, daar is ze toch geweest of is ze nog ergens anders geweest, dat is het [medeverdachte] , die zijn nog lang niet klaar met jou

[verdachte] : Die gaan alles na wat je allemaal gedaan hebt en er komt hulp voor [slachtoffer]

Oproep [medeverdachte] > [verdachte]

Bijlage 8.12, December 2020 […]

01-12, 05.24 uur (pagina 660)

[verdachte] : Vanavond kun je wat zeggen [medeverdachte] . Ik verzoek je om iets te doen. Ik kan niet meer en dat zeg ik al maandenlang en jij denkt fuck ik ga geen hulp zoeken, want dan komt eruit hoe zwaar je dat kind mishandeld hebt

01-12, 11.18 uur (pagina 660)

[verdachte] : Of moet ik tegen de juf zeggen dat [slachtoffer] weer zo is omdat je haar gisteren aan haar haren getrokken hebt

18-12, 15.32 uur (pagina 662)

[verdachte] . Waarom laat jij je kind bij jou slapen, dat kind is geen baby, die wil aandacht. Ja, dat krijgt ze nu van jou, maar zoals gezegd heb ik een gesprek gehad dat het toneelspelen maar eens afgelopen moet zijn

19-12, 12.29 uur (pagina 662)

[verdachte] : Zou maar oppassen. [slachtoffer] praat als die naar de dokter of zo moet

[medeverdachte] : Ha

[medeverdachte] : Ja

20-12, 22.24 uur (pagina 663)

[verdachte] : Oké heb je gebeld dan?

[verdachte] : Ik ben benieuwd, ik hoop voor jou datje niet in de..... komt

[verdachte] : Maar dan moet je me dat laten weten want moet er iemand naar [slachtoffer]

Oproep [verdachte] > [medeverdachte]

: Ik rij nu naar Rayht [waarschijnlijk bedoelt [medeverdachte] de plaats Rheydt in Duitsland; opm vertaalster] naar het ziekenhuis […]

[verdachte] : Oké, ik hoop dat [slachtoffer] je niet verraadt […]

[verdachte] : Kijk maar uit dat [slachtoffer] niks zegt, want dan ben je verloren (00.54 uur) […]

[verdachte] : En nog iets gehoord (06.24 uur) […]

Het gesprek gaat verder over […] dat [slachtoffer] naar een andere afdeling gaat […] [verdachte] zegt dat [medeverdachte] even [slachtoffer] met haar moet laten bellen, dat de kelder stinkt naar poep.

21-12, 18:21 uur (pagina 665)

[verdachte] : Kijk maar uit dat ze je telefoon niet willen onderzoeken

[medeverdachte] : Dan maak ik het van tevoren kapot.

[…]

[verdachte] zegt dat [slachtoffer] voetschimmel heeft en benen van iemand van 70. [verdachte] wil dat ze naar huis komen want er moeten boodschappen gedaan worden. (Voetnoot 29)

Buurtonderzoek

De politie heeft diverse buurtbewoners als getuigen verhoord. De getuige [getuige 7] heeft verklaard, zakelijk weergegeven:

Ik had wel al een tijdje het vermoeden dat er niet goed werd gezorgd voor [slachtoffer] . Ik zag altijd [slachtoffer] alleen naar school lopen ongeacht het weer. Ik zag in het verleden dat [slachtoffer] krassen in haar nek had. Toen ik hierover [slachtoffer] wilde aanspreken, sprak [verdachte] mij vervolgens aan en vertelde zij dat het zou zijn gekomen door jongens waarmee [slachtoffer] zou hebben gespeeld. Ik zie echter bijna nooit [slachtoffer] buiten spelen. Ook zag ik dat [slachtoffer] in het verleden zeer rode handen en voeten had. Waardoor dit kwam wist ik niet. […] Soms zag ik [slachtoffer] buiten met [naam stiefbroer] en [verdachte] . Als er zware tassen waren zag ik

altijd dat [slachtoffer] deze droeg. [slachtoffer] is in het verleden bij mij thuis geweest omdat [verdachte] had gevraagd of ik op kon passen. Ik zag dat de tanden van [slachtoffer] onverzorgd waren en vroeg [slachtoffer] hier naar. [slachtoffer] zei dat ze niet altijd haar tanden poetste en dat ze ook niet zo vaak in bad of onder de douche ging. [slachtoffer] vroeg of ze iets kon eten omdat ze honger had. Even later kwam [verdachte] er weer en toen zei [slachtoffer] dat ze geen honger had. Ik had het idee dat ze bang was. Dit merkte ik ook een keer op toen ik in het verleden een ijsje kocht voor [slachtoffer] . Ik kocht toen een ijsje voor [slachtoffer] en gaf dit ook door aan [verdachte] . Maar toen dat [verdachte] er was en zij vervolgens aan [slachtoffer] vroeg of ze een ijsje had gekregen antwoorde [slachtoffer] stellig nee. Ik vond [slachtoffer] vaker bang overkomen. (Voetnoot 30)

De getuige [getuige 8] heeft bij de politie verklaard, zakelijk weergegeven:

V: Hoe kun [medeverdachte] ’s dochter [slachtoffer] als persoon omschrijven?

A: Als ik erover begin te praten krijg ik een brok in mijn keel. Het is een heel zielig kind. Ik ben gisteren nog bij hun op facebook gaan kijken. Ik wilde kijken hoe [slachtoffer] er uit zag toen ze nog niet hier woonde. Toen lachte [slachtoffer] nog, ze had wel al wat donkere wallen onder haar ogen, ze had haar lange haar nog, er zat nog kind in.

Gisteren heb ik een foto gezien die mijn buurvrouw heeft gemaakt en ik keek naar die foto en dacht, er zit gewoon niks meer in dat kind. Dat kind liep altijd achteraan, met het hoofd omlaag. Als ik wat tegen [slachtoffer] zei, dan wist ze niet of ze jou antwoord moest geven. [verdachte] en [medeverdachte] waren wel heel gemeen tegen [slachtoffer] .

V: Wat bedoel je daarmee?

A: Heel gemeen in de zin van bijvoorbeeld als de kinderen een snoepje van iemand uit de buurt kregen, in dit geval van mijn buurvrouw. Dit voorbeeld heb ik zelf meegemaakt. Dan vroeg [verdachte] aan [slachtoffer] als ze dat snoepje had gekregen: “Heb je dat gevraagd?’ En dan keek [slachtoffer] al heel angstig en antwoorde op een manier van : “Ja, dat heb ik gevraagd” vervolgens vroeg [verdachte] aan [medeverdachte] : “vraag eens aan haar wat ze in haar mond heeft?’ Ik zag aan het gezicht van [slachtoffer] dat ze het niet meer begreep. Ze trok een gezicht van: “ik heb het toch netjes gevraagd?” Je zag gewoon aan haar dat ze niet meer wist wat ze moest doen en of ze het wel goed deed. Ik zag aan [slachtoffer] haar uitdrukking op haar gezicht dat ze twijfelde of ze nu moest gaan liegen.

Ze moest ook altijd naar de winkel. [slachtoffer] is net 8 jaar en dan loopt ze met zware tassen. Ik heb [verdachte] en [medeverdachte] wel eens zien terug komen uit het centrum van Venlo . Beiden hadden een fiets aan de hand. Achter hun kwam [slachtoffer] gelopen met de tassen in de hand. Het is echt een zielig kind, echt een heel zielig kind. Ze zag eruit alsof er niks meer in zat. (Voetnoot 31)

Getuige [getuige 9] heeft bij de politie een verklaring afgelegd en heeft daarbij verklaard, zakelijk weergegeven:

[naam stiefbroer] kreeg en had namelijk altijd alles. Goede kleding, een fiets, zag er verzorgd uit. Maar [slachtoffer] , niets. Ze had geen fiets, speelde of kwam nooit buiten. Zag er onverzorgd uit. [slachtoffer] is echt een heel zielig meisje. (Voetnoot 32)

Getuige [getuige 10] heeft bij de politie een verklaring afgelegd. Hij heeft verklaard, zakelijk weergegeven:

[…] Ik heb [medeverdachte] een keer gezien dat hij met de tuinslag het kind afspoelde. Dit deed hij zeker 15 tot 20 seconden. Dit gebeurde in hun achtertuin. […] Het zal ergens in de zomer zijn geweest. Ik kon zien, dat dit niet voor de lol gebeurde. Dit was echt intimiderend. […] [verdachte] stond hier ook bij, ze keek, echter deed niks. [slachtoffer] was in een hoek gedreven en huilde en trilde helemaal. […] (Voetnoot 33)

Getuige [getuige 11] heeft bij de politie een verklaring afgelegd. Zij heeft verklaard, zakelijk weergegeven:

[…] Ik heb het 1 keer meegemaakt dat ik voorbij de woning kwam en dat ik [slachtoffer] op de binnenplaats hoorde huilen. Toen ik keek zag ik [medeverdachte] die haar met een slang nat aan het spuiten was. […] (Voetnoot 34)

Getuige [getuige 12] heeft bij de politie een verklaring afgelegd. Zij heeft verklaard, zakelijk weergegeven:

[…] Ik bedenk me nu dat we in oktober ook nog een keer bij [medeverdachte] , [verdachte] , [naam stiefbroer] en [slachtoffer] hebben gebarbecued. […] [verdachte] pakte een bord en sneed het vlees in stukjes. Daarna pakte ze het bord op en bracht het vlees naar binnen, naar [naam stiefbroer] . Daarna ging ze weer buiten zitten. Op een gegeven moment hoorde ik dat ze tegen [slachtoffer] zei: “Mankeer je iets aan de handen of moet ik je alles na komen brengen. Kom hier met dat bord. Dan kan ik je te vreten geven. Ze zei dat echt op een hele boze manier. Ik begreep er niets van waarom ze zo boos en chagrijnig deed tegen [slachtoffer] . Ik vroeg [verdachte] toen: “Waarom doe je het bij [naam stiefbroer] op die manier en bij [slachtoffer] op de andere manier? Ze zei me toen dat de reden dat zij daar verschil in maakte te maken had met het feit dat het hekje dicht was voor Chucky , dat is de hond. Daar bleef het bij. Ik vond het heel raar. Ze commandeerde [slachtoffer] heel veel. Dat ging dan over eten pakken, drinken pakken. [slachtoffer] was echt het “slaafje”. Ik ben toen zelf maar dingen gaan pakken zodat [slachtoffer] even kon gaan zitten en wat kon gaan eten. [verdachte] bleef zelf ook maar gewoon zitten en liet [slachtoffer] rennen. […]

V: Hoe reageerde [medeverdachte] daar op?

A: Hij reageerde helemaal niet. Hij zegt eigenlijk nooit iets. Hij nam het niet voor [slachtoffer] op en hij had ook niets zoiets van dat [naam stiefbroer] misschien ook wat zou kunnen doen.

[…] In die laatste anderhalf jaar heb ik ook vaker gezien dat [slachtoffer] omstreeks 8:00 uur ’s morgens al met zware tassen van de Albert Heijn kwam. […] Zij moet dan alleen de boodschappen doen. […]

V: Wat kunt u vertellen over [slachtoffer] ’s gedrag naar [verdachte] ?

A: Bang. Ze zal [verdachte] totaal niet tegenspreken. Ze praat alleen als haar echt iets gevraagd wordt. [slachtoffer] praat eigenlijk tegen niemand. (Voetnoot 35)

Getuige [getuige 13] heeft bij de politie een verklaring afgelegd. Zij heeft verklaard, zakelijk weergegeven:

Ik ben altijd een goede vriendin geweest van [verdachte] . We zien elkaar 3 keer per week omdat onze zonen dezelfde sport beoefenen. […] [slachtoffer] is altijd in elkaar gedoken en teruggetrokken. […] [slachtoffer] had altijd haar hoofdje naar beneden. […] Als ze mij dan aankeek, dan reageerde [verdachte] vaak met de woorden “het is een vies vettig kind”, “ze beschijt zichzelf”, “ze luistert niet” en [verdachte] zei dit in het bijzijn van [slachtoffer] . [slachtoffer] verstond mij ook en kon [verdachte] ook verstaan als die dit soort uitspraken deed. […] (Voetnoot 36)

Getuige [getuige 14] heeft bij de politie een verklaring afgelegd. Zij heeft verklaard, zakelijk weergegeven:

Ik ken [verdachte] al heel erg lang. Vorig jaar in de zomervakantie stonden mijn man en ik voor ons huis. Ik zag dat [verdachte] en [medeverdachte] aan kwamen fietsen. [slachtoffer] zat bij [medeverdachte] achterop. Ik ben toen samen met [verdachte] gaan kletsen over koetjes en kalfjes. Ik zag dat [medeverdachte] zich begon te irriteren aan [slachtoffer] . Ik zag dat [slachtoffer] zich achter de fiets vast aan het houden was om op de fiets te kunnen blijven. Ze kon niet goed op de fiets blijven zitten. Ik zag dat ze weg aan het glijden was. Ik hoorde wel dat [slachtoffer] vroeg of ze van de fiets af mocht stappen. [medeverdachte] had alleen een rugsteun op zijn fiets. Ik weet niet zeker meer of voetsteuntjes aan die fiets waren bevestigd. Ik zag in ieder geval dat [slachtoffer] moeite moest doen om op de fiets te kunnen blijven zitten. Ze schoot met haar voetje weg. Ik zag dat [medeverdachte] zich daar aan ergerde. Ik zag dat [medeverdachte] het voorwiel van zijn fiets omhoog tilde waardoor [slachtoffer] achter van de fiets afviel, ondanks het rugsteuntje. Ik zag dat [slachtoffer] op de straat op de grond viel. Vervolgens zag ik dat [medeverdachte] [slachtoffer] aan haar arm vastpakte en meetrok. Ik zag dat [medeverdachte] aan het einde van onze straat tekeer ging tegen [slachtoffer] . Hij schreeuwde. Hij bleef [slachtoffer] vast houden aan haar arm en schudde haar heen en weer. Hij ging echt tekeer. (Voetnoot 37)

De verklaringen van de verdachte [medeverdachte]

is meermalen door de politie verhoord. Tijdens zijn verhoor op 21 mei 2021 heeft hij verklaard, zakelijk weergegeven:

[…] V: Waar woonde je toen je in Venlo woonde ? A: Ik woonde niet in Venlo , ik heb daar nooit officieel gewoond. […] Het adres dat bedoeld wordt is het [adres 2] in Venlo . [...] Ik verbleef daar met [verdachte] , mijn toenmalige vriendin. Verder woonde daar [naam stiefbroer] en mijn dochter. […]

V: Wat kun je zeggen over je dochter? Hoe heet ze? A: [slachtoffer] [...] Ze is geboren op [geboortedatum 2] 2012[…](Voetnoot 38)

Tijdens zijn verhoor op 24 mei 2021 heeft [medeverdachte] verklaard, zakelijk weergegeven:

[…] V: Hoe lang had [slachtoffer] deze klachten.A: Dat was verschillend. […] Dat is ongeveer 2 jaar geleden dat ze het dan 2-3 dagen had. Het was niet regelmatig. Soms een periode niets. […] Als ik thuis kwam van het werk dan had ze weer eens blauwe handen en dan zat ze op de bank te beven of te bibberen. [...]

V: Is [slachtoffer] te zwaar gestraft? A: Ja. […] Soms kwam ik van mijn werk en stond [slachtoffer] in de hoek. En dan moest ze daar uren blijven staan totdat [verdachte] dat genoeg vond. Dat kon wel eens zijn dat [slachtoffer] 3-4 uur lang daar al stond. Ze zei dan dat [slachtoffer] daar moest blijven staan tot de avond. Soms belde [verdachte] mij op terwijl ik op mijn werk was en dan zei ze dat [slachtoffer] weer brutaal was. Soms zei ze wel welke straf ze [slachtoffer] had gegeven en soms zei ze dat ik haar in de avond maar moest straffen als ik thuis was. Ik moest haar dan aanspreken over wat [slachtoffer] die dag gedaan had.V: Als [verdachte] jou dan belde over dat [slachtoffer] brutaal was, werd er dan well eens besproken welke straf [verdachte] moest geven?A: Over de telefoon werd er wel eens besproken wat er aan de hand was. [...] Er kwamen dan veel berichten en het fokte mij dan ook wel op. […]

V: Als [verdachte] [slachtoffer] strafte. Welke straffen waren dit dan? A: In de hoek staan. Buiten staan, ik bedoel daarmee in de tuin staan. Ze heeft [slachtoffer] ook een keer op haar billen geslagen. Éen klap dat ik weet.[…] [verdachte] vertelde mij dat ze [slachtoffer] een klap op de billen had gegeven. […]

V: En heb jij [slachtoffer] zelf eens een klap op de billen gegeven? A: Het is niet permanent gebeurd, maar wel vaker dan 1 keer ja.[…] Het gebeurde wanneer ik mijn controle verloor als er weer eens ruzie tussen mij en [verdachte] was. [...]V: Je vertelde dat [verdachte] [slachtoffer] wel eens in de tuin zette voor straf. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?A: […] Als [verdachte] dan [slachtoffer] strafte, dan moest ze buiten onder de overkapping gaan staan.[…]

V: Hoe ging het nu precies als [slachtoffer] buiten stond en naar het toilet moest en niet naar binnen mocht? A: […] Het kwam vaker voor dat [slachtoffer] in haar broek moest plassen als ze zo lang straf kreeg. Ze kreeg later een luier om. Deze kreeg ze om voordat ze naar buiten ging. […]

V: Hoe vaak is [slachtoffer] dan op deze manier in de tuin gezet? A: Ik zou zeggen relatief vaak. Ik denk iedere week. […]

V. Ook had [slachtoffer] andere verwondingen, er zijn door de artsen bij [slachtoffer] brandwonden, kneuzingen over haar lichaam en een bevroren teen geconstateerd. Reageer hier eens op? Hoe komt [slachtoffer] aan deze verwondingen? A: Brandwond komt door de stijltang. [...]

V: Uit verklaringen blijkt dat [slachtoffer] thuis in de kelder moest slapen. Wat kun je daarover zeggen? A: Ja dat klopt. […] Dat kwam omdat [slachtoffer] in bed plaste ondanks dat ze een luier aanhad. […] [verdachte] wilde perse dat [slachtoffer] naar de kelder ging. Ze nam ook de kleding van [slachtoffer] af. En dan moest [slachtoffer] zonder kleding op de tegelvloer slapen alleen met een luier aan.[…]

V: Hoe sliep [slachtoffer] nu precies in de kelder. A: Ze ging dan gewoon op de grond liggen. Met haar luier aan. [...] In de kelder was geen bed en matras. […] Er zat een klein kelderraampje in. [...]V: Hoe vaak kwam dit voor dat [slachtoffer] in de kelder moest slapen?A: Eigenlijk altijd wel, op het einde dat we samen in huis waren sliep [slachtoffer] elke dag in de kelder.[…] Het kwam zelfs voor dat de kelderdeur afgesloten werd zodat [slachtoffer] er ook niet uit kon komen. […]

V: Je zei net dat [slachtoffer] tegen het einde aan nog steeds in de kelder moest slapen. Was dit dan altijd zonder kleding en matras en luier? A: Ze mocht nooit op een matras liggen, een enkele keer kreeg ze een deken.[…] Overdag als [slachtoffer] van school kwam dan had ze straf. Dan was ze buiten, dan stond ze in de hoek onder de overkapping. […]

V: Ging de kelderdeur altijd op slot? A: Ja die ging elke nacht op slot. Als ze moest plassen dan klopte ze op de kelderdeur. Dan maakte ik deze open en ging mee naar de wc. Daarna bracht ik haar weer terug en ging ze weer verder slapen in de kelder. […]

V: Als jij [slachtoffer] naar het toilet liet gaan en weer terug bracht, wie sloot dan weer de kelderdeur af? A: [verdachte] werd dan ook wakker en ging zelf naar het toilet. Ze kwam dan controleren of ik de deur ook had afgesloten. Ze checkte ook zelfs nog of dat [slachtoffer] ook echt in de kelder was. En sloot weer af als ze gecontroleerd had. […] (Voetnoot 39)

[medeverdachte] is ook op 13 juli 2021 door de politie verhoord. De politie houdt tijdens het verhoor berichtenwisseling tussen [verdachte] ( [verdachte] ) en [medeverdachte] ( [medeverdachte] ) voor aan [medeverdachte] . Hij verklaart dienaangaande als volgt, zakelijk weergegeven:

V: 20 december 2020 is de dag waarop je laat in de avond onderweg gaat om met [slachtoffer] naar het ziekenhuis te gaan. Hieronder de whatsapp-gesprek van die 20-12- 2020 vanaf 22.24 uur.

20-12, 22.24 uur […]

[medeverdachte] : Ik rij nu naar Rayht naar het ziekenhuis

[verdachte] : Oke […]

[verdachte] : Ok ik hoop dat [slachtoffer] je niet verraad […]

[verdachte] : Kijk maar uit dat [slachtoffer] niks zegt want dan ben je verloren […]

V: [verdachte] zegt onder andere tegen jou dat je moet hopen dat [slachtoffer] je niet verraadt of dat [slachtoffer] niets zegt anders ben je verloren. Dat klinkt nogal beschuldigend. Waar gaat dit precies over? A: Dat in de kelder slapen en zo wat. Alle zaken die zijn voorgevallen. Zij bedoelt daarmee alle feiten die zijn voorgevallen. […]

V: Welke feiten zijn er allemaal voorgevallen? A: Buiten staan, in de kelder slapen, […] dat ik mijn dochter op haar billen heb geslagen. […]

Video opname van 19-12-2020, dag van de opname van [slachtoffer] in het ziekenhuis. [slachtoffer] staat voor de TV.

V: Wat zien we hier volgens jou? Waarom werd dit filmpje gemaakt?

[…] Ik vind dat [slachtoffer] wel wat stijf beweegt op deze video.

V: Als wij kijken naar het bewegen van een kind van 6,7,8 jaar. Dan lijkt het alsof [slachtoffer] stijf beweegt. Wat vind je van haar bewegingen?

A: Het kan zijn dat ze pijn had. […] Soms bewoog ze wel wat meer en soms bewoog ze op deze manier. Soms stijf en soms wat soepeler. (Voetnoot 40)

In zijn verhoor van 19 juli 2021 heeft [medeverdachte] ten overstaan van de politie verklaard, zakelijk weergegeven:

V: [slachtoffer] heeft verklaard dat jij haar sloeg met bijvoorbeeld je pantoffel, met je vlakke hand en met je vuist en dat dit ook blauwe plekken gaf. Reageer daar eens op. (met vuist ook op billen) A: Ik sloeg haar wel met de vlakke hand en de slipper tegen haar kont of tegen haar achterhoofd. [verdachte] heeft dat ook gedaan met de vlakke hand en met de badslipper. [verdachte] sloeg [slachtoffer] ook in het gezicht, tegen het achterhoofd. Dat heb ik zelf gezien. […]

V Dat [slachtoffer] vaker geslagen werd. A: Dat klopt maar dan meestal een klap tegen haar kont. […]

V: Dat [slachtoffer] in de kelder moest slapen, zonder kleding, deken, bed of matras. A:[…] Dat kwam van [verdachte] uit. Daar blijf ik bij.

V: Dat de kelderdeur afgesloten was. A: Dat kwam ook van [verdachte] .[…]

V: Wat waren de afspraken over het drinken? A: [slachtoffer] mocht niet alleen drinken pakken. Dat moest ze zeggen. […]

V: Dat [slachtoffer] zonder sokken buiten moest staan en dat [slachtoffer] vaak buiten moet staan en pas 's avonds naar binnen mocht als [medeverdachte] gaat slapen. A: [verdachte] zei dan tegen mij: Ze staat net buiten”. Ik wist dan ook niet dat ze al de hele dag buiten had gestaan. [slachtoffer] ging meestal om 19.00 a 20.00 uur naar bed, naar de kelder. Ze stond hoofdzakelijk in de zomer buiten.V: [slachtoffer] zegt ook dat ze in de nacht buiten stond.A: Dat moest ze van [verdachte] […]

A: […] Er was altijd stress. Dat begon al wanneer ik aan het werk was. [verdachte] vertelde mij de hele dag dat [slachtoffer] brutaal was geweest en dat ik daar wat tegen moest doen. Ook als ik thuis was. […] Daarna gaf ik haar dan bijvoorbeeld een klap.[…]

V: Wanneer [slachtoffer] zelf de kelder uit had kunnen gaan, dan had zij toch zelfstandig kunnen gaan plassen, zonder dat jij wakker gemaakt hoefde te worden A: Dat mocht niet van [verdachte] . […] Ik mocht die deur niet open laten. […]V: [slachtoffer] heeft ook verklaard dat wanneer zij naar de wc moest, dat zij dan in een beker moest plassen.A: Ja, dat klopt. […]

V: Van wie moest zij in de beker plassen? A:Van [verdachte]V: [slachtoffer] zegt dat zij dat dan van jou moest doen.A: Maar dan heb ik dat gezegd omdat dat van [verdachte] moest.

V: [slachtoffer] heeft ook verteld dat zij haar eigen urine moest opdrinken [...]V: Ze verklaart dat het jouw idee was om in dat bekertje te plassenA: Dat moest ik van [verdachte] aan [slachtoffer] doorgeven. In de ogen van [slachtoffer] moest ze dat dus van mij. […] De kleren waren weer nat. Ze moest op de wc gaan zitten en proberen weer wat te plassen. Volgens mij moest ze toen in een plastic beker plassen. […] [verdachte] zei toen: “Drinken, drinken, drinken. Ik zei toen tegen [slachtoffer] : “drink maar op”.[…] Misschien is het twee of drie keer gebeurd. Misschien is het ook vaker gebeurd [...]

V: [verdachte] heeft verklaard dat jij in die tijd [slachtoffer] zwaar mishandeld hebt. Jij zou haar toen aan haar nek omhoog getild hebben en door de kamer gesmeten hebt. Daarna zou je haar nog geschopt hebben. A: Dat ik haar op haar kont geslagen heb, ja. Dat ik gescholden heb, dat zal ik niet ontkennen. Tegen de bank aangeduwd waardoor ze op de bank viel, ja. […] Misschien wel aan haar kleding omhoog getrokken.[...]

V: Maar [slachtoffer] verklaart dat jij de meeste dingen bij haar deed, en niet [verdachte] . A: Ik moest die straffen uitvoeren van [verdachte] . [...]

V: Was er nu wel of geen verwarming in de kelder? A: Er was geen radiator in de kelder. (Voetnoot 41)

De verklaringen van de verdachte [verdachte]

heeft tijdens haar verhoor op 12 januari 2021 bij de politie verklaard, zakelijk weergegeven:

V: Hoe gaat [medeverdachte] om met zijn dochter [slachtoffer] ?

A: Niet. […]

V: Kan je dat uitleggen?

A: […] Hij zorgde niet voor [slachtoffer] dat deed ik. […]

V: Wat voor afspraken had je nog meer met [medeverdachte] ?

A: Eigenlijk helemaal niks. Hij zei: verzorg haar maar, breng haar maar naar school enzo. Ik deed alles. […]

V: [medeverdachte] heeft [slachtoffer] als dochter en jij [naam stiefbroer] als zoon, maar jullie leefden wel met zijn allen in een huishouden. Hoe vond je dat?

A: In het begin vond ik dat wel lastig, want ik kreeg [slachtoffer] er ineens bij.

V: Waarom vond je dat lastig?

A: Omdat [slachtoffer] er ineens zonder overleg bij kwam. Ik kreeg er ook ineens de zorg van [slachtoffer] erbij.

V: Op wat voor manier heeft [medeverdachte] [slachtoffer] mishandeld? A: Geslagen, bij de nek gepakt, […] op de grond gegooid, in de kelder gezet en met een mes bedreigd. [...]

V: Welke afspraken hebben jullie gemaakt over de opvoeding van zijn dochter [slachtoffer] ? A: Als [slachtoffer] niet luisterde of als ze iets deed wat ze niet mocht, dan belde ik [medeverdachte] op. [...] (Voetnoot 42)

[verdachte] heeft tijdens haar verhoor op 13 januari 2021 bij de politie verklaard, zakelijk weergegeven:

V: Hoe oud was [slachtoffer] toen ze bij jou kwam wonen?

A: Ze was volgens mij zes jaar. […] Ze begon in groep 3. […]

V: Hoe noemt [slachtoffer] jou?

A: Mama

V: Vanaf wanneer werd [medeverdachte] agressiever? Vanaf wanneer begon dat? A: Vanaf Pasen 2020. Slaan. [slachtoffer] bij de nek pakken en dichtknijpen. […]V: Hoe vaak en wanneer sloeg [medeverdachte] ?A: [slachtoffer] kreeg altijd harde klappen. [...] Als ze in haar broek of haar bed had geplast of als ze niet luisterde. […]V: Waar kreeg [slachtoffer] de klappen?A: Op haar billen. In haar gezicht.[...]

V: Hoe sloeg [medeverdachte] bij [slachtoffer] op haar billen? A: Met de vlakke hand. [...]

V: Wanneer heeft [medeverdachte] haar nog meer geslagen? A: Ongeveer twee weken terug. Nog voordat ze naar het ziekenhuis moest. Dat was op een donderdag […] Hij heeft voordat hij ging werken [slachtoffer] bij haar nek gepakt en aan haar nek boven zich uit getild. Hij gooide haar daarna op de grond. […] Daarna zag ik dat [slachtoffer] wankel liep. […]

V: Wat zag je aan [slachtoffer] haar nek? A: Rood. [...]

V: Hoe waren de omstandigheden dan als [slachtoffer] in de kelder sliep? Ze sliep op de tegelvloer, had ze nog wat anders bij of aan? A: Ze had dan alleen een pyjama aan of als het warm was had ze alleen een pamper aan. In de zomer had ze dus niks aan. [...]

V: Wat deed [medeverdachte] nog meer, zodat [slachtoffer] haar gezondheid geschaad kon worden? A: Geschreeuwd. […]

V: Bijvoorbeeld [slachtoffer] afspuiten met de tuinslang... A: Dat heeft hij een (1) keer gedaan. […]

V: Hoe hard sloeg [medeverdachte] [slachtoffer] ? A: Hard. Hij kent zijn krachten niet. [...] Hij pakte bijvoorbeeld dan haar arm vast met de ene hand en sloeg haar met de andere hand. Hij sloeg dan met kracht en met een uithaal. […].V: Had je het idee dat [slachtoffer] daarvan pijn of letsel op liep?A: Ja. [...]

V: Hoe vaak is het gebeurt dat [medeverdachte] [slachtoffer] bij de keel greep en optilde? A: Een paar keer. Toen met Pasen toen hij een agressieve bui kreeg.V: Hoe vaak heeft hij [slachtoffer] in totaal opgetild bij de nek?A: Twee keer. De laatste keer was op die donderdag voordat [slachtoffer] naar het ziekenhuis moest. […]

V: Wat versta jij onder kindermishandeling? A: Het slaan. Eigenlijk alles was nou deze laatste maanden allemaal gebeurd is. [...] Het slaan, het schreeuwen. [...] (Voetnoot 43)

In haar verhoor op 25 januari 2021 heeft [verdachte] verklaard, zakelijk weergegeven:

V: In het vorige verhoor hebben we onder andere gesproken over het feit dat [slachtoffer] weer luiers droeg. Wanneer ben je weer luiers gaan gebruiken voor [slachtoffer] ?

A: Vorig jaar. Ze zat toen in groep 3. [...]

V: Wat vond [medeverdachte] ervan dat [slachtoffer] weer in haar broek plaste? A: Vreselijk. [...] In het begin was het heel vaak schreeuwen. [...]

V: Wat is de reden dat jij dan toch, iedere keer wanneer [slachtoffer] iets verkeerds doet, [medeverdachte] opbelt om hem daarvan op de hoogte te brengen? A: […] Hij vertelde alles wat ik moest doen. […]

V: Beschrijf [slachtoffer] haar slaapplaats in de kelder eens wanneer ze daar moet slapen (Zomer, winter, kleding, ondergrond, bed, dekens) A: Dat was op de grond.V: Lag er dan iets op de grond?A: Nee.[…]

V: Wat had [slachtoffer] aan als ze in de kelder sliep? A: In de zomer was het warm. Dan had ze alleen een pamper aan. […]V: Hoeveel nachten heeft [slachtoffer] in totaal in de kelder moeten slapen?A: In de laatste weken heeft ze daar vaak moeten liggen. […]V: Maar in december was het wel koud op de vloer toch? Hebben jullie vloerverwarming in de kelder?A: Nee. [...]

V: Het is voor ons heel belangrijk om daar een juist beeld van te krijgen. A: [slachtoffer] ging altijd rond 19.00 - 19.30 uur naar bed. [medeverdachte] maakte haar altijd om 22.00 uur nog wakker om te plassen, nadat hij de hond nog had uitgelaten. Ik lig dan altijd al in bed. […]

V: En na het plassen? A: Dan gaat ze weer terug naar de kelder en dan gaat ze weer slapen. [...]

V: [verdachte] , we willen jou meedelen wat voor vastgesteld letsel [slachtoffer] had op het moment dat zij in Duitsland in het ziekenhuis onderzocht is op 22 december 2020. We willen van jou graag horen wat jij kunt zeggen over het ontstaan van het door ons genoemde letsel. V: Opmerking verbalisanten: Bij het genoemde letsel wordt door ons aan de verdachte een afbeelding getoond van datzelfde letsel. V: Op het voorhoofd bruin verkleurde bloeduitstortingen van verschillende grootte. (Bijlage 2) A: Dat was [medeverdachte] . […] Donderdagmorgen, voordat hij ging werken, had hij [slachtoffer] geslagen. […] Donderdag 17 december.[...] Ik hoorde [medeverdachte] schreeuwen, [slachtoffer] huilen. […] Hij greep haar bij de nek en tilde haar omhoog. En toen kwam ze op de grond terecht. […]V: Hoe pakte [medeverdachte] haar bij de nek beet?A: Met een (1) hand.V: Hoe ontstond de blauwe plek op haar voorhoofd?A: Hij duwde haar naar beneden. Hij pakte haar bij de nek, omhoog en schreeuwde tegen haar. Hij liet haar los en duwde haar. Ze stond al zo wankel op haar benen.V: Kwam [slachtoffer] op haar beide benen terecht of viel ze op de grond?A: Ze viel op de grond. […]

V: Op de rechterhand een toenemende rood verkleuring en zwelling in de richting van de vingertoppen.(distaal) ( Bijlage 9 ) Hoe komt ze daar aan? A: Met die handjes en voetjes loopt ze al heel lang mee. […] In 2019 was dat. [...] Die zwelling die kwam en die ging weer. […] (Voetnoot 44)

[verdachte] heeft tijdens haar politieverhoor op 26 januari 2021 verklaard, zakelijk weergegeven:

V: Maar in het algemeen. Wat heeft er allemaal plaatsgevonden tussen jou en [medeverdachte] ? Tussen [slachtoffer] en [medeverdachte] ? Tussen [naam stiefbroer] en [medeverdachte] ? [medeverdachte] heeft zelf al toegegeven dat hij [slachtoffer] lichamelijk aanpakte. Wat kan jij je daarvan herinneren? A: Als [slachtoffer] niet luisterde een klap geven of weet ik veel. […] [medeverdachte] noemde dat een corrigerende klap. Hij sloeg haar dan op haar billen. […] Daar was ik niet altijd bij. Soms ging het wel heel erg hard, want dan stonden zijn handen op haar billen. […] Daar heb ik ook weleens een foto van gemaakt.V: Hoe vaak heb je daar een foto van gemaakt?A: Niet vaak. Wat zal het zijn geweest? Tien foto's, waarvan hij de helft heeft verwijderd.V: In anderhalf jaar tijd?A: Zoiets ja. [...] (Voetnoot 45)

[verdachte] heeft tijdens haar politieverhoor op 20 juli 2021 verklaard, zakelijk weergegeven:

V: Maar jullie hadden niet op voorhand afgesproken dat [medeverdachte] jou 200,- euro per maand betaalde voor de zorg van [slachtoffer] . Denk er even goed over na, want wij vragen dat niet voor niets.

A: Ik moest een keer een brief ondertekenen, zodat [medeverdachte] geld terug kon vragen in Duitsland.

[…] A: Ze werd toch elke dag geslagen.V: Dus in augustus werd ze al elke dag geslagen?A: Bijna elke dag. […] In augustus werd ze bijna elke dag geslagen en op het laatst werd ze iedere dag geslagen. […]

V: Maar hoe lang en hoe vaak heeft [slachtoffer] in de kelder geslapen? A: Vaak. [...]V: [slachtoffer] verklaarde dat zij iedere nacht in de kelder moest slapen.A: De laatste paar weken. […]

V: Een andere vraag. Was de kelderdeur open 's nachts? A: Nee, die sloot hij altijd af. [...] (Voetnoot 46)

[verdachte] is ook op 21 juli 20221 bij de politie verhoord. De politie houdt tijdens het verhoor berichtenwisseling tussen [verdachte] ( [verdachte] ) en [medeverdachte] ( [medeverdachte] ) voor aan [verdachte] . Zij verklaart dienaangaande als volgt, zakelijk weergegeven:

Na onderzoek van jouw mobiele telefoon is gebleken dat jij ook op grove wijze telefonisch communiceerde met [medeverdachte] wanneer hij zich wel in jouw woning bevond. […]

24-11, 04.54 uur

[verdachte] : Hai ja en waarom was ze droog omdat ze niet op school is dan kan ze niet stiekem drinken

[…]

V: Maar hoezo stiekem drinken op school? Wat mag ze wel en wat mag ze niet drinken? Vanaf welk moment is het dan stiekem voor jou? A: Voor mij is het omdat ze heel veel deed plassen. [medeverdachte] heeft gezegd dat ze niet stiekem mocht drinken. […]

V: [naam stiefbroer] verklaarde dat [slachtoffer] gedoucht werd door [medeverdachte] . Dat [medeverdachte] dan altijd de kraan óf op koud water óf op heet water liet staan. [naam stiefbroer] verklaarde dat [slachtoffer] én jij dat tegen hem hebben verteld. Wat deed jij als [slachtoffer] werd mishandeld door haar te douchen met of te heet of te koud water? A: Ik zei tegen [medeverdachte] dat dat niet kon, maar [medeverdachte] luisterde dan niet.V: Waardoor merkte je dat dan?A: Omdat [slachtoffer] dan begon te schreeuwen. [...]V: Moet ik dan denken aan iedere dag, een keer per week of per maand of per jaar?A: Dat was alleen de laatste weken. [...]

V: [naam stiefbroer] verklaarde dat [slachtoffer] heel vaak erg lang buiten moest staan en daarna de kelder in moest. Klopt het wat [naam stiefbroer] zegt? A: Ja. […]V: Wie bepaalde dat zij naar binnen mocht komen?A: [medeverdachte] .V: Een buurman heeft verklaard dat hij eens gezien heeft dat [slachtoffer] 's nachts nog buiten stond. Wat kun jij daarover verklaren?A: Dat klopt.V: Waarom stond zij in de nacht buiten?A: Moest van [medeverdachte] . […]

V: [naam stiefbroer] verklaarde dat [slachtoffer] soms de hele dag voor de kelderdeur moest blijven staan. Wat was jouw aandeel daarin? […]V: Klopt dat?A: Ja, dat klopt. Ze moest daar de hele dag blijven staan, omdat ze niet luisterde. [...]

V: Er was ook een raam in de kelder. Stond dat open of dicht? A: Weet ik niet. Ik meen dat het kelderraam meestal een stukje open stond. [...]

V: Je deed er niets tegen dat zij in de kelder moest slapen, maar je haalde haar wel uit de kelder? A: Of [medeverdachte] of ik.

V: [medeverdachte] staat om 04.00 uur op om te gaan werken. Laat je [slachtoffer] dan in de kelder liggen? A: Nee. [medeverdachte] ging pas om 05.30 uur of 05.45 uur en direct als [medeverdachte] de deur uit was, haalde ik [slachtoffer] uit de kelder. […]V: Dat ze er moest slapen is al erg, maar waarom werd ze ook nog opgesloten?A: [medeverdachte] wilde de deur dicht hebben.V: Dicht of op slot?A: Op slot. […]V: Liegt [slachtoffer] daarover?A: […] Ik moest van [medeverdachte] de deur op slot doen. Ik heb dat dus ook gedaan. [...]

V: Hoe vaak kwam het voor dat [slachtoffer] in de tuin moest blijven staan voor straf? A: Weet ik niet. [...] Vaak. [...] In ieder geval vaker dan eenmaal per week, een paar keer per week. Het was rond de zomer 2020 de eerste keer. [...] Ze stond onder het afdak bij de deur.V: [slachtoffer] verklaarde dat [medeverdachte] soms haar kleren uittrok en dan een pamper aantrok. Ze moest dan in alleen een pamper buiten blijven staan. Dus zonder kleren aan. Vertel eens hoe dat zit. Hoe ging dat in zijn werk? […] Klopt het wat [slachtoffer] zegt?A: Ja, dat klopt.[...]V: Hoe lang moest [slachtoffer] dan buiten blijven staan?A: Als het aan [medeverdachte] lag de hele middag, want die had geen zin in haar. […] Ze heeft er ook weleens in de winter gestaan.V: Ook zo alleen in de pamper?A: Dan heeft [medeverdachte] haar zo gelaten ja.V: [slachtoffer] verklaarde dat ze buiten moest blijven staan terwijl het nacht was en het heel koud en nat was. Hoe zit dat?A: Het klopt wat [slachtoffer] zegt. […]

V: Jij verklaarde al eerder over mishandelingen van [slachtoffer] door [medeverdachte] . We hebben het gehad over aan de nek omhoog tillen, haren trekken, met haar gooien door de kamer, schoppen, met het hoofd tegen de muur worden gegooid, geslagen worden met de douchekop, met de haren en gezicht door de eigen plas halen, eigen urine laten drinken, mishandelingen die plaatsvonden voor de zwemles, het afspuiten van [slachtoffer] in de tuin, te heet en te koud douchen, veelvuldig schreeuwen tegen de kinderen. Wat schiet je nu nog te binnen over specifieke gebeurtenissen? A: Dat [medeverdachte] met een mes bij haar stond. Hij stond met het mes op de keel en op de vingers van [slachtoffer] . [...]

V: Ook vertelt zij dat zij een keer in de gang moest slapen. Nadat [medeverdachte] met de hond weg was gegaan zou zij van jou iets hebben moeten stelen. Daarna moest zij naakt buiten gaan staan. Reageer daar eens op. […]V: Heeft [medeverdachte] haar ooit naakt buiten gezet?A: Verdachte knikt ja.V: Hoe vaak is dat gebeurd?A: Vaak. […] 3 a 4 keer per week. Vooral als ze geplast had.V: Over welke periode hebben we het dan?A: De laatste tijd, de laatste twee maanden.V: Dan hebben we het over november en december. [...] (Voetnoot 47)

De in voormelde bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden leveren op de redengevende feiten en omstandigheden waarop steunt de beslissing van de rechtbank dat de onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde en hierna bewezen verklaarde feiten door de verdachte zijn begaan. Daarbij wordt ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, telkens slechts gebezigd voor bewijs van het feit waarop het in het bijzonder betrekking heeft.

Overwegingen van de rechtbank

Vrijspraak feit 1 primair

De rechtbank dient allereerst de vraag te beantwoorden of [verdachte] , al dan niet samen met [medeverdachte] , heeft geprobeerd om opzettelijk haar stiefdochter [slachtoffer] te doden (feit 1 primair).

De rechtbank overweegt daartoe dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat [verdachte] vol opzet had op de dood van [slachtoffer] . De rechtbank dient vervolgens de vraag te beantwoorden of er sprake was van voorwaardelijk opzet. Voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg – zoals hier: de dood van [slachtoffer] – is aanwezig als een verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat dat gevolg zal intreden.

De beantwoording van de vraag of een gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij komt betekenis toe aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het zal in alle gevallen moeten gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten.

Uit het strafdossier volgt dat het NFI heeft geconcludeerd dat er op 21 december 2020 om 00:05 uur – het tijdstip waarop [slachtoffer] net in het ziekenhuis was opgenomen - waarschijnlijk nog niet direct sprake was van een levensbedreigende situatie. Als de thermische omstandigheden langer hadden voortgeduurd, had dit echter wel tot veel ernstiger koudeletsel (zoals amputatie) en/of onderkoeling (met bijvoorbeeld hartritmestoornissen of andere bedreiging van vitale lichaamsfuncties) kunnen leiden. Gelet op deze conclusie van het NFI is de rechtbank van oordeel dat niet is komen vast te staan dat er op 21 december 2020 rond middernacht sprake was van een aanmerkelijke kans op het overlijden van [slachtoffer] .

Uit het strafdossier volgt bovendien dat [verdachte] op 20 december 2020 veelvuldig telefonisch contact heeft gezocht met het Viecurie ziekenhuis in Venlo om medische hulp te zoeken in verband met de onderkoeling en koudeletsels van [slachtoffer] . Deze gedragingen van [verdachte] zijn contra-indicaties voor enige bewuste aanvaarding van de kans op de dood van [slachtoffer] door [verdachte] . De rechtbank is gelet op deze feiten en omstandigheden van oordeel dat niet is komen vast te staan dat [verdachte] een aanmerkelijke kans op het overlijden van [slachtoffer] bewust heeft aanvaard.

De rechtbank zal [verdachte] daarom van de onder feit 1 primair tenlastegelegde poging tot doodslag vrijspreken.

Feit 1 subsidiair

De rechtbank concludeert dat de verdachte tezamen en in vereniging met de medeverdachte, haar stiefdochter [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht. Zij overweegt daartoe het volgende.

Het letsel van [slachtoffer]

Uit de bewijsmiddelen volgt dat [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2012, en destijds net 8 jaar oud, op 21 december 2020 om 00:01 uur in het ziekenhuis in Duitsland werd opgenomen. Het ambulancepersoneel, dat haar kort daarvoor op 20 december 2020 om 23:32 uur in Nettetal (Duitsland) aantrof, kon met de beschikbare koortsthermometer geen lichaamstemperatuur meer meten. Ook werd een veel te laag hartritme gemeten. Na aankomst in het ziekenhuis werd rond 00:05 uur de lichaamstemperatuur van [slachtoffer] gemeten op 31,2 °C. Uit de bevindingen van het ziekenhuis te Mönchengladbach (Duitsland), de onderzoeksresultaten van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna NFI) en de bevindingen van professor H. Daanen volgt er sprake was van matig/ernstige onderkoeling. Bovendien had [slachtoffer] uitgebreide koudeletsels aan de onderarmen en onderbenen, alsook weefselversterf (necrose) aan de bovenlip, aan twee vingers rechts en aan beide voeten. Ook was zij klinisch uitgedroogd.

Uit het procesdossier volgt bovendien dat [medeverdachte] al op 14 december 2020 – dus een week vóór haar opname in het ziekenhuis – wegens koude klachten en roodverkleuringen van de benen en handen van [slachtoffer] met haar de huisarts in Duitsland heeft bezocht.

Slapen in kelder en buiten staan

Tijdens een studioverhoor heeft [slachtoffer] verklaard dat zij ’s nachts altijd in een afgesloten kelder moest slapen. In de kelder sliep zij naakt op de vloer, zonder pyjama aan. Volgens [slachtoffer] was het heel koud in de kelder. Volgens [slachtoffer] moest zij dit van haar vader en stiefmoeder. Ook heeft [slachtoffer] verklaard dat zij voor straf in haar pamper in de tuin moest staan. Zij had daarbij geen kleren of schoenen aan. Volgens [slachtoffer] was het koud, nat en donker en moest zij soms de hele nacht buiten staan. De verklaring van [slachtoffer] wordt bevestigd door haar stiefbroertje [naam stiefbroer] . Volgens [naam stiefbroer] sliep [slachtoffer] voor de laatste keer in de kelder op de dag voordat ze naar het ziekenhuis ging.

[verdachte] en [medeverdachte] hebben beiden bij de politie erkend dat [slachtoffer] de laatste weken elke nacht in de kelder moest slapen, terwijl zij daarbij alleen een luier en soms een pyjama droeg. Zij sliep daarbij op de tegelvloer en had geen bed of matras. Uit hun verklaringen volgt dat er geen (vloer)verwarming in de kelder was en dat het kelderraampje meestal een stukje open stond. Zowel [verdachte] als [medeverdachte] hebben verklaard dat de kelderdeur elke nacht werd afgesloten. Beiden sloten deze kelderdeur weleens af. [verdachte] en [medeverdachte] hebben ook beiden bij de politie erkend dat [slachtoffer] vaak, gedurende de laatste twee maanden (dus in de maanden november en december 2020) soms wel een paar keer per week, voor straf buiten onder de overkapping moest staan, voordat zij naar de kelder moest om daar te slapen. Als [slachtoffer] buiten stond, droeg zij alleen een pamper. Beiden erkennen ook dat [slachtoffer] wel eens ’s nachts buiten heeft gestaan. Volgens [verdachte] droeg [slachtoffer] ook dan alleen een pamper. [verdachte] heeft verklaard dat zij deze straffen ook uitvoerde, omdat [medeverdachte] dat zo wilde. [medeverdachte] heeft verklaard dat hij de meeste straffen uitvoerde, zij het in opdracht van [verdachte] .

Uit de gegevens van het KNMI volgt voorts dat de buitentemperatuur in Arcen, gelegen op circa 13 kilometer afstand van Venlo , in de periode van 1 december tot 21 december 2020 gemiddeld 5,4 °C bedroeg. De rechtbank acht het daarom zeer aannemelijk dat de gemiddelde maandtemperatuur in Venlo vergelijkbaar is geweest. De conclusie is dan ook dat het ijskoud is geweest in de kelder.

Gelet op deze verklaringen en bevindingen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] haar stiefdochter [slachtoffer] in de periode van 1 december tot en met 21 december 2022 gedurende langere tijd in een (afgesloten) koude onverwarmde kelder op de tegelvloer heeft laten slapen zonder matras, dekens of voldoende kleding en haar zonder voldoende warme kleding buiten de woning in de kou heeft gezet en laten staan.

Causaal verband met letsel

Zowel het NFI als professor H. Daanen hebben geconcludeerd dat [slachtoffer] gedurende meerdere dagen blootgesteld is geweest aan koude-inwerking. De door [slachtoffer] gemelde omstandigheden, in de zin van vrijwel elke nacht medio december zonder kleren en zonder matras op een onbedekte keldervloer moeten slapen, zullen daaraan hebben bijgedragen. Ook het zonder kleren en schoenen ’s nachts lang buiten moeten staan kan zeer wel leiden tot onderkoeling en (toename van) koudeletsel. Het is volgens het NFI denkbaar dat, gezien het beloop van dergelijke huidafwijkingen en de gemelde thermische omstandigheden, deze afwijkingen zich eventueel al uren c.q. dagen vóór 14 december 2020, zijnde de dag waarop [medeverdachte] met [slachtoffer] wegens koudeklachten en roodverkleuringen van de huid naar de huisarts ging, aan het ontwikkelen waren.

Volgens professor H. Daanen is de centrale lichaamstemperatuur van [slachtoffer] over de dagen langzaam gedaald met waarschijnlijk de laagste temperaturen rond 4 uur ’s nachts en weer wat stijging gedurende de dag door bewegen en dag/nachtritme. [slachtoffer] is ‘s ochtends dus met een steeds lagere lichaamstemperatuur de dag gestart en gedurende de dag onvoldoende opgewarmd, culminerend in de ernstige onderkoeling die in het ziekenhuis is vastgesteld. De locaties van de necrotische plekken, bovenkant voeten en buitenkant vingers, zijn mogelijk de plekken die in een foetushouding met de koude vloer in aanraking komen. Het koudeletsel is waarschijnlijk in liggende toestand opgetreden op basis van de locatie van de plekken. Voor een eventuele medische oorzaak voor de onderkoeling en de koudeletsel werd bovendien geen aanwijzing gevonden.

De rechtbank acht daarmee het causaal verband tussen het ontstaan van het letsel van [slachtoffer] en de verweten feitelijke gedragingen – te weten: het gedurende langere tijd in een koude onverwarmde kelder op de vloer te laten slapen zonder voldoende kleding en het zonder voldoende warme kleding, buiten de woning in de kou te zetten en te laten staan – wettig en overtuigend bewezen.

Te weinig eten en te weinig drinken?

Uit de medische stukken volgt dat [slachtoffer] ten tijde van haar opname klinisch uitgedroogd was. Daaruit volgt echter niet dat [slachtoffer] ondervoed was ten tijde van haar opname (zij is bij binnenkomst in het ziekenhuis niet gewogen). De rechtbank acht daarom wel wettig en overtuigend bewezen dat [slachtoffer] te weinig drinken heeft gekregen, maar kan niet vaststellen dat [slachtoffer] te weinig eten heeft gekregen.

Zwaar lichamelijk letsel

De rechtbank dient nu de vraag te beantwoorden of het letsel van [slachtoffer] , zoals werd geconstateerd ten tijde van haar ziekenhuisopname op 21 december 2020, kan worden aangemerkt als zwaar lichamelijk letsel.

De rechtbank is van oordeel dat het letsel dat door de gedragingen van [verdachte] bij het slachtoffer is veroorzaakt, te weten ernstige onderkoeling en uitgebreide koudeletsels waaronder necrose, terwijl [slachtoffer] uitgedroogd was omdat ze van de verdachten nauwelijks mocht drinken, gelet op de aard en de gevolgen daarvan zoals uit de bewijsmiddelen naar voren komt, naar gewoon spraakgebruik als zwaar lichamelijk letsel moet worden aangemerkt. De rechtbank wijst daarvoor in het bijzonder op de nog zeer jonge leeftijd van [slachtoffer] . Zij was ten tijde van het oplopen van dit letsel nog maar 8 jaar oud. Dat betekent dat dergelijk letsel navenant zwaarder weegt voor de fysieke gesteldheid van [slachtoffer] . Uit het procesdossier volgt dan ook dat dit hele jonge meisje, tengevolge van haar letsels, al een langzaam hartritme en een verstoorde motoriek vertoonde. Volgens [verdachte] stond [slachtoffer] op 17 december 2020 al wankel op haar benen. Al deze omstandigheden brengen met zich dat het letsel van [slachtoffer] als zwaar lichamelijk letsel kan worden gekwalificeerd.

Voorwaardelijk opzet

Uit het procesdossier volgt geen bewijs voor vol opzet van [verdachte] op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan [slachtoffer] . De rechtbank dient daarom de vraag te beantwoorden of [verdachte] daar het voorwaardelijk opzet toe had.

Voor het toetsingskader van voorwaardelijk opzet verwijst de rechtbank naar hetgeen zij hiervoor daarover heeft aangegeven.

Uit het strafdossier volgt dat [verdachte] [slachtoffer] gedurende langere tijd, zonder geschikte kleding en vaak enkel in een luier, op de tegelvloer van een onverwarmde kelder heeft laten slapen en haar ook op die wijze onder een afdak buiten in de tuin heeft laten staan. Dit duurde doorgaans enkele uren tot uiteindelijk de gehele nacht, terwijl de gemiddelde temperatuur in december 2020 5,4 °C bedroeg. Het letsel van [slachtoffer] kwam gestaag opzetten en [verdachte] was zich hiervan terdege bewust. Dit blijkt te meer nu uit de berichten op de telefoon van [verdachte] volgt dat zij op 14 december 2020 aan haar zus vertelt dat [slachtoffer] onderkoeling heeft. Desondanks is [verdachte] doorgegaan met het langdurig buiten in de kou laten staan en/of ‘s nachts in een koude kelder opsluiten van [slachtoffer] . Gelet op deze feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] met haar gedragingen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat [slachtoffer] ernstig onderkoeld zou raken en uitgebreide koudeletsels zou oplopen. De rechtbank acht het voorwaardelijk opzet van [verdachte] op de zware mishandeling van [slachtoffer] daarom wettig en overtuigend bewezen.

Medeplegen

[verdachte] en [medeverdachte] hebben ieder voor zich erkend dat zij [slachtoffer] in de kelder hebben opgesloten en buiten in de kou hebben laten staan, maar zij wijzen naar elkaar als degene die opdracht daartoe gaf. De rechtbank kent daarom groot gewicht toe aan het berichtenverkeer tussen hen beiden, dat afkomstig is van de telefoon van [verdachte] . Het berichtenverkeer tussen de verdachten is uitvoerig en bestrijkt de periode van 14 september 2019 tot en met 22 december 2020. De berichten hebben dikwijls een ruziënd en verwijtend karakter. Vele berichten gaan over het straffen van [slachtoffer] . [verdachte] beklaagt zich bij [medeverdachte] zeer dikwijls over [slachtoffer] – met name over het veelvuldig plassen en het als gevolg daarvan moeten poetsen, waarop [medeverdachte] regelmatig instructies geeft als ‘kelder en klaar’ of ‘laat haar buiten’. Daar staat tegenover dat [verdachte] veelvuldig bij [medeverdachte] informeert of de kelder wel droog was, of [slachtoffer] vannacht ‘boven’ is geweest en of de deur wel ‘op slot’ zit. Ook moedigt [verdachte] in haar berichten [medeverdachte] aan in het straffen van [slachtoffer] voor het veelvuldig plassen. [verdachte] geeft voorts aan dat zij [medeverdachte] al drie jaar aanmoedigt om [slachtoffer] wat harder aan te pakken. Er is een audiobestand, waarin [verdachte] zich schreeuwend tegen [medeverdachte] beklaagt over het poetsen van de ‘fucking kelder’. Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] en [medeverdachte] allebei [slachtoffer] op vergelijkbare wijze straften en zeer wel op de hoogte waren van het uitvoeren van deze straffen door de ander. Om deze reden oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] en [medeverdachte] , die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.

Feit 2

Onder feit 2 worden aan [verdachte] diverse gedragingen verweten die enerzijds zien op fysieke mishandeling en anderzijds op opzettelijke benadeling van de lichamelijke en/of geestelijke gezondheid. De rechtbank zal per gedraging beoordelen of er wettig en overtuigend bewijs voorhanden is.

De arm in contact brengen en/of houden met een hete stijltang

De rechtbank acht deze gedraging wettig en overtuigend bewezen, gelet op de verklaring van [slachtoffer] die zij tegen getuigen meermalen en consequent heeft herhaald, alsook op de bevindingen van de medische professionals over de geconstateerde brandwond op haar onderarm op zowel 16 november 2020 als 21 december 2020. De rechtbank hecht dan ook geen geloof aan de ontkenning van [verdachte] .

Op de buik, rug en/of billen slaan en/of duwen en/of stompen

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] en/of [medeverdachte] [slachtoffer] op de buik, rug en tegen de billen hebben geslagen en geduwd. Dit volgt uit de verklaringen van [slachtoffer] en [medeverdachte] . Deze verklaringen worden bovendien ondersteund door het bericht dat [medeverdachte] dat hij op 7 augustus 2020 aan [verdachte] heeft gestuurd, met als inhoud: ‘geef haar een klap’.

Gedurende langere tijd zonder (voldoende) kleding op de keldervloer laten slapen en/of

buiten laten staan

Hetgeen de rechtbank hiervoor onder feit 1 heeft overwogen over het langdurig zonder voldoende kleding op de keldervloer laten slapen en het langdurig zonder voldoende kleding buiten laten staan, geldt onverkort ook onder feit 2. Uit een politiemutatie van 17 april 2020 volgt dat [medeverdachte] destijds al heeft aangegeven dat hij [slachtoffer] voor straf in de kelder heeft laten slapen. Ook volgt uit een bericht van 7 april 2020 al dat [medeverdachte] aan [verdachte] de opdracht geeft om [slachtoffer] naar de kelder te sturen. De rechtbank acht beide verweten gedragingen daarom, ook onder feit 2, wettig en overtuigend bewezen.

Gedurende langere tijd in een hoek voor de kelderdeur laten staan

Gelet op de verklaringen van [slachtoffer] , [naam stiefbroer] en [medeverdachte] enerzijds en de bekennende verklaring van [verdachte] anderzijds, acht de rechtbank deze feitelijke gedraging wettig en overtuigend bewezen.

Getuige laten zijn van (hevige) ruzie met haar partner

De rechtbank zal de verdachte vrijspreken van deze feitelijke gedragingen. Hoewel [slachtoffer] getuige is geweest van talloze ruzies tussen [verdachte] en [medeverdachte] , is uit het procesdossier niet de opzet tot mishandelen gebleken middels deze ruzies.

(Te) weinig eten en/of (te) weinig drinken geven

In het ziekenhuis is op 21 december 2020 vastgesteld dat [slachtoffer] uitgedroogd was. [slachtoffer] heeft zelf verklaard dat zij niks te drinken kreeg van haar vader en stiefmoeder. Dat [slachtoffer] te weinig te drinken kreeg, wordt ondersteund door het bericht van [verdachte] aan haar vader van 5 juni 2020, uit de notitie van 8 oktober 2020 van school dat de ouders van [slachtoffer] hebben verzocht om haar weinig te laten drinken en uit de berichtenwisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte] waarin staat genoteerd dat [slachtoffer] stiekem wilde drinken (27 mei 2020) en waarin als straf wordt geopperd om [slachtoffer] geen drinken te geven (16 juni 2020). [verdachte] heeft ook verklaard dat [slachtoffer] weinig te drinken te kreeg. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [slachtoffer] te weinig drinken heeft gekregen.

Hoewel [slachtoffer] heeft verklaard dat zij niks te eten kreeg en daardoor soms honger had, volgt uit het procesdossier niet dat [slachtoffer] ten tijde van de ziekenhuisopname een voor haar leeftijd en geslacht veel te laag lichaamsgewicht had. De rechtbank acht daarom niet wettig en overtuigend bewezen dat [slachtoffer] te weinig eten kreeg, maar wel dat zij weinig eten kreeg. Dit blijkt immers uit het bericht van [verdachte] aan [medeverdachte] op 5 maart 2020, waarin staat dat [slachtoffer] toch nog wat gegeten heeft omdat zij een appel van de juf heeft gestolen, alsook uit de berichten van 13 mei 2020 en 16 december 2020 tussen [verdachte] en [medeverdachte] . Uit het bericht van 27 juli 2020 volgt bovendien dat [slachtoffer] geen ijsje mee mocht eten.

Vernederen en/of kleineren van [slachtoffer]

Uit de videofilm, gemaakt op 5 april 2020 en aangetroffen op de telefoon van [medeverdachte] , blijkt dat [verdachte] zich vernederend en verwijtend tegen [slachtoffer] heeft uitgelaten. Zij noemt [slachtoffer] daarin herhaaldelijk een probleemkind. Bovendien volgt uit de verklaring van getuige [getuige 13] dat [verdachte] , in het bijzijn van [slachtoffer] en duidelijk hoorbaar, over haar zei: “het is een vies vettig kind” en “ze beschijt zichzelf”. De rechtbank acht deze feitelijke gedraging dan ook wettig en overtuigend bewezen.

Brood met iets met een scherpe smaak erop geven

[slachtoffer] heeft verklaard dat zij van [verdachte] voor straf brood kreeg met daarop iets met een scherpe smaak erop. Uit het bericht van [medeverdachte] aan [verdachte] van 6 mei 2020 volgt dat [medeverdachte] suggereert om iets op [slachtoffer] ’s vagina te smeren ‘zodat het brandt’, omdat zij volgens [verdachte] te vaak aan haar vagina zit. Uit het bericht van [medeverdachte] aan [verdachte] van 16 juli 2020 volgt dat [medeverdachte] suggereert om pittige snoepjes voor [slachtoffer] te kopen. De rechtbank ziet, daarom ondanks de ontkennende verklaring van [verdachte] , geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van [slachtoffer] . Zij zal daarom ook deze verweten feitelijke gedraging wettig en overtuigend bewezen achten.

Luier laten dragen en/of met die luier naar school laten gaan

Uit de berichtenwisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte] volgt dat [slachtoffer] zeer dikwijls een luier droeg en ‘in een pispamper’ naar school werd gestuurd. Tijdens de anamnese op 21 december 2020 in het ziekenhuis constateerden de artsen ook dat zij een luier droeg. Daarnaast heeft getuige [getuige 5] verklaard dat [slachtoffer] in een luier naar school kwam terwijl zij al 7 of 8 jaar oud was. Volgens [verdachte] droeg [slachtoffer] regelmatig een luier vanaf het moment dat zij in 2020 in groep 3 zat. De rechtbank acht deze verweten feitelijke gedraging eveneens wettig en overtuigend bewezen.

Conclusie

Uit het geconstateerde letsel van [slachtoffer] op 21 december 2020 en de daaraan verbonden conclusies van het NFI, onder andere over het huisartsenbezoek van [slachtoffer] op 16 november 2020, alsook de verklaring van [slachtoffer] over de door haar geleden pijn, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [slachtoffer] ten gevolge van voornoemde gedragingen pijn en letsel heeft bekomen, en daarmee dat [verdachte] [slachtoffer] fysiek mishandeld heeft.

[verdachte] wordt onder feit 2 voorts verweten dat zij middels diverse feitelijke gedragingen opzettelijk de (lichamelijke en/of geestelijke) gezondheid van [slachtoffer] heeft benadeeld. In het rapport over het effect van structurele negatieve benadering op de psychische gesteldheid en ontwikkeling van een kind tussen 5 en 8 jaar oud, trekt professor Branje de conclusie er sprake was van lichamelijke mishandeling, lichamelijke verwaarlozing, emotionele mishandeling en emotionele verwaarlozing van [slachtoffer] , met daarbij in alle varianten een chronisch, ernstig en escalerend patroon. De rechtbank deelt deze conclusie, gelet op de hiervoor bewezenverklaarde gedragingen. Volgens professor Branje is de kans zeer aanzienlijk dat [slachtoffer] op de korte en lange termijn ernstige nadelige gevolgen zal ondervinden van deze kindermishandeling. De rechtbank acht daarmee wettig en overtuigend bewezen dat [slachtoffer] door [verdachte] ook geestelijk is mishandeld.

Hetgeen de rechtbank hiervoor onder de feit 1 heeft overwogen over de nauwe en bewuste samenwerking tussen [medeverdachte] en [verdachte] , en de wetenschap van beiden over elkaars gedragingen, geldt onverkort voor feit 2. Het is weliswaar zo dat niet elke feitelijke gedragingen door zowel [medeverdachte] als [verdachte] individueel is gepleegd, maar de rechtbank plaatst deze gedragingen in de staande praktijk tussen [medeverdachte] en [verdachte] om [slachtoffer] structureel en verstrekkend te straffen terwijl zij weet hadden van elkaars gedragingen..

Ten slotte acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat zij deze mishandeling hebben gepleegd in de periode van 1 juli 2019 tot en met 21 december 2020. De rechtbank overweegt daartoe dat de eerste objectieve indicatie van de mishandeling van [slachtoffer] de melding van de medewerker van de Albert Heijn te Venlo op 15 augustus 2019 betreft. Volgens deze medewerker kwam het kind, dat later [slachtoffer] bleek te zijn, regelmatig vroeg in de ochtend alleen boodschapjes doen, terwijl zij er onverzorgd uitzag en blauwe plekken in haar gezicht had. Dit strookt ook met de verklaring van getuige Hermkens, afgelegd op 3 januari 2021, dat zij [slachtoffer] de afgelopen anderhalf jaar regelmatig ’s ochtends vroeg met boodschappen terug zag komen van Albert Heijn. Om deze reden zal de rechtbank uitgaan van 1 juli 2019 als begindatum van de bewezenverklaarde periode.

Feit 3

Gelet op hetgeen hiervoor onder de feiten 1 en 2 reeds is overwogen, acht de rechtbank ook onder feit 3 wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] en [medeverdachte] in de periode van 1 januari 2020 tot en met 21 december 2020 hun destijds 6 tot 8 jaar oude (stief)dochter [slachtoffer] opzettelijk, gedurende langere tijd en ook terwijl het koud was, zonder voldoende kleding buiten hebben laten staan en haar zonder voldoende kleding op de vloer van een afgesloten kelder hebben laten slapen. Hierdoor hebben [verdachte] en [medeverdachte] [slachtoffer] welbewust in een hulpeloze toestand gebracht en gelaten. [slachtoffer] kon zich hieraan niet onttrekken, en was voor haar verzorging volledig afhankelijk van de zorg van haar stiefmoeder [verdachte] en vader [medeverdachte] . Dat [slachtoffer] tengevolge hiervan zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen, volgt reeds uit hetgeen hiervoor onder feit 1 is overwogen. Het verweer van de verdediging dat [verdachte] moet worden vrijgesproken van het bestanddeel ‘tengevolge waarvan [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen’ wegens het ontbreken van bewijs, wordt reeds door de bewijsmiddelen weerlegt en behoeft derhalve geen bespreking.

De rechtbank zal de verdachte vrijspreken van de overige gedachtenstreepjes 3, 4, 5 en 6. De onder deze gedachtenstreepjes verweten gedragingen gaan uit van een rol als toeschouwer van [verdachte] . De rechtbank heeft hiervoor onder de feiten 1 en 2 echter nadrukkelijk overwogen dat [verdachte] de rol van zowel pleger als medepleger had bij de (zware) mishandeling van [slachtoffer] . De verdenking dat zij ook niet zou hebben ingegrepen terwijl zij wist wat haar partner deed, is in die situatie geen strafrechtelijk relevant verwijt meer.

3.4

De bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat de verdachte

1. subsidiair

in de periode van 1 december 2020 tot en met 21 december 2020 in de gemeente Venlo , tezamen en in vereniging met een ander, aan een kind dat zij verzorgde of opvoedde als behorend tot haar gezin, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2012, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een toestand van ernstige onderkoeling met een lichaamstemperatuur van ongeveer 31 graden Celsius en uitgebreide koudeletsels, waaronder ook met plaatselijk weefselversterf (necrose), heeft toegebracht door die [slachtoffer] , terwijl zij te weinig drinken en weinig voeding kreeg, gedurende langere tijd

- in een koude onverwarmde kelder, op de vloer te laten slapen en/of verblijven, terwijl de gemiddelde maandtemperatuur ongeveer vijf graden was, zonder voldoende kleding, en

- zonder voldoende warme kleding, buiten de woning in de kou te zetten en te laten staan;

2.

in de periode van 1 juli 2019 tot en met 22 december 2020 in de gemeente Venlo , tezamen en in vereniging met een ander, een kind dat zij verzorgde of opvoedde als behorend tot haar gezin, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2012, meermalen, telkens heeft mishandeld door die [slachtoffer] ,

- met de arm, in contact te brengen met een hete stijltang, en

- op de buik, de rug en tegen de billen te slaan en te duwen,

waardoor voornoemd kind pijn en letsel heeft bekomen

en

- gedurende langere tijd zonder voldoende kleding, op de vloer van een kelder te laten slapen en

- gedurende langere tijd zonder voldoende kleding, buiten te laten staan en

- gedurende langere tijd in een hoek voor een kelderdeur te laten staan en

- weinig eten en/of te weinig drinken te geven en

- te vernederen en/of te kleineren, mede door in haar bijzijn vernederende en/of kleinerende dingen te zeggen (het is een vies vettig kind/ze beschijt zichzelf) en

- brood met iets met een scherpe smaak erop te geven en

- een luier te laten dragen en met die luier naar school te laten gaan,

waardoor opzettelijk de lichamelijke en geestelijke gezondheid van voornoemd kind werd benadeeld;

3.

in de periode van 1 januari 2020 tot en met 22 december 2020 in de gemeente Venlo , tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2012, tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging zij, verdachte, als stiefmoeder van haar minderjarige dochter [slachtoffer] krachtens artikel 1:248 BW jo 1:247 BW, verplicht was, in een hulpeloze toestand heeft gebracht en heeft gelaten, door,

- [slachtoffer] (gedurende langere tijd en/of ook terwijl het koud was) zonder voldoende kleding op de vloer van een kelder te laten slapen en

- [slachtoffer] (gedurende langere tijd en/of ook terwijl het koud was) zonder voldoende kleding, buiten te laten staan en

- [slachtoffer] in een situatie te brengen en te houden die voor de gezondheid van [slachtoffer] schadelijk was of kon zijn,

tengevolge waarvan die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen, te weten een lichaamstemperatuur van ongeveer 31 graden Celsius heeft bereikt en uitgebreide koudeletsels, waaronder ook met plaatselijk weefselversterf (necrose), zulks terwijl [slachtoffer] geheel van verdachte en haar, verdachtes, partner, afhankelijk was voor haar opvoeding en verzorging;

De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4
De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:

Ten aanzien van feit 1 subsidiair

medeplegen van zware mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin

Ten aanzien van feit 2

medeplegen van mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, meermalen gepleegd

Ten aanzien van feit 3

medeplegen van opzettelijk iemand tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging hij krachtens wet of overeenkomst verplicht is, in een hulpeloze toestand brengen en laten, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5
De strafbaarheid van de verdachte

De psycholoog drs. S. Labrijn heeft over de geestvermogens van de verdachte op 28 september 2023 een rapport uitgebracht. De rechtbank komt op basis van de in dat rapport opgenomen bevindingen en advies niet tot de conclusie dat bij de verdachte sprake is van een omstandigheid die haar strafbaarheid uitsluit. De verdachte is dan ook strafbaar.

6
De straf
6.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaren en 8 maanden, met aftrek van de duur van het voorarrest. Zij heeft bij haar strafeis rekening gehouden met de schokkende aard van deze strafzaak en de grove ernst, lange duur en moedwilligheid van de door de verdachte en haar ex-partner gepleegde feiten, ten gevolge waarvan de destijds slechts 8 jaar oude [slachtoffer] niet alleen lichamelijk werd mishandeld, maar ook werd getreiterd, gekleineerd, vernederd, uitgehongerd en niet naar behoren werd verzorgd. De officier van justitie beschouwt deze ‘martelmethoden’ als ‘oorlogspraktijken’, waardoor [slachtoffer] op de ‘meest sadistische’ manieren ‘moedwillig is kapotgemaakt’. Zij heeft daarbij ook acht geslagen op de langdurige en ernstige effecten die dergelijke kindermishandeling kan hebben voor een slachtoffer. In strafmatigende zin heeft zij rekening gehouden met een beperkte overschrijding van de redelijke termijn ex artikel 6 van het EVRM. Daarom is haar strafeis niet 10 jaar maar 4 maanden minder. Ten slotte heeft de officier van justitie gevorderd dat de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte zal worden opgeheven.

Het voorschrift van artikel 126aa lid 2 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) is inderdaad overtreden, maar dat was een menselijke fout en geen ernstig verzuim. De rechtbank dient daar dus geen rechtsgevolg aan te verbinden.

6.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft verzocht om aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf die gelijk is aan de duur van het voorarrest van 31 dagen, eventueel in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf. Aan de voorwaardelijke straf kunnen eventueel nog bijzondere voorwaarden worden verbonden.

In de eerste plaats heeft de verdediging aangevoerd dat in onderhavige zaak in de telefoon van de verdachte geheimhoudersgesprekken zijn aangetroffen, die in eerste instantie niet door de politie zijn vernietigd conform artikel 126aa lid 2 Sv. Dit is, ondanks verzoeken van de verdediging daartoe, tot tweemaal toe niet zo spoedig mogelijk geschied. Een bij het opsporingsonderzoek betrokken opsporingsambtenaar heeft vervolgens kennis genomen van de geprivilegieerde gegevens. Om deze reden is er sprake van een onherstelbaar vormverzuim. Omdat dit vormverzuim lange tijd heeft voortgeduurd en pas aan het licht kwam toen de verdediging de stukken bestudeerde, dient dit te leiden tot de conclusie dat er sprake is van een ernstig verzuim. Daarnaast is er daadwerkelijk nadeel geleden. In de geheimhoudersgesprekken is het lopende opsporingsonderzoek besproken. Het vertrouwen van de verdachte in de politie is hierdoor geschaad, te meer omdat ook onterecht is geverbaliseerd dat het verzuim hersteld zou zijn, wat aantoonbaar niet het geval was. Volgens de verdediging dient een en ander te leiden tot strafvermindering.

In de tweede plaats heeft de verdediging aangevoerd dat de redelijke termijn ex artikel 6 EVRM met 2 jaar en 3 maanden is overschreden, als de rechtbank 14 dagen na 26 maart 2025 uitspraak zal doen. Deze schending is op generlei manier te wijten aan de verdediging. Ook dit dient te leiden tot een aanzienlijk matiging van de straf, namelijk met 20%.

In de derde plaats heeft de verdediging gewezen op een aantal persoonlijke omstandigheden die van belang zijn bij de straftoemeting. Ten gevolge van de media-aandacht voor deze strafzaak is de verdachte fors bedreigd en beledigd. Hierdoor moest zij noodgedwongen verhuizen. Zij is op het internet herkenbaar en traceerbaar geportretteerd als verdachte in deze strafzaak, en zal dat naar verwachting nog jarenlang blijven. Het recht op privacy is hierdoor geschonden. Er dient in strafmatigende zin rekening worden gehouden met deze omstandigheden.

Voorts heeft de verdediging aangevoerd dat de voorlopige hechtenis van de verdachte al ruim 4 jaar is geschorst en dat zij zich in deze periode aan haar schorsingsvoorwaarden heeft gehouden. Daarnaast draagt de verdachte alleen de zorg over haar minderjarige zoon. Dit betekent dat de oplegging van een gevangenisstraf ook evidente gevolgen voor haar zoon zal hebben. Tot slot heeft de verdediging verzocht om rekening te houden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte.

De raadsvrouw heeft verzocht om bij einduitspraak de voorlopige hechtenis van de verdachte op te heffen.

6.3

Het oordeel van de rechtbank

Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.

Ernst van de feiten

De rechtbank stelt vast dat de verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte] , haar toenmalige partner, haar stiefdochter [slachtoffer] gedurende ongeveer anderhalf jaar ernstig en langdurig heeft mishandeld en verwaarloosd. De mishandeling van [slachtoffer] had zowel een fysieke als een geestelijke component en bestond uit een in zwaarte toenemende geweldsspiraal met een chronisch, ernstig en escalerend geweldspatroon. Hierbij keerden twee volwassenen, van wiens zorg de minderjarige [slachtoffer] volledig afhankelijk was, zich tegen een klein meisje. Zij beschouwden haar als de oorzaak van hun eigen problemen. De verdachte zei tegen haar dat zij een probleemkind was waar zij mee opgescheept zat en de medeverdachte zei tegen haar dat zij de reden was waarom het zo shit met hem ging. [slachtoffer] was aan het begin van de bewezenverklaarde periode slechts 6 jaar oud. Ten tijde van haar ziekenhuisopname was zij net 8 jaar oud. [slachtoffer] werd vaak geslagen. Ze werd met een hete stijltang verbrand. Zij werd gedwongen om een luier te dragen en om haar eigen urine te drinken. Daarnaast werd zij vaak toegeschreeuwd of vernederend toegesproken. [slachtoffer] kreeg weinig te eten en nog minder te drinken. Stiefbroertje [naam stiefbroer] kreeg wel iets van de McDonalds, [slachtoffer] zat er bij en kreeg niets. Anderen kregen wel een ijsje, [slachtoffer] niet. Ten slotte werd [slachtoffer] vaak gedwongen om, uiteindelijk vele nachten achter elkaar, met soms niet meer dan alleen een luier aan op de grond van een afgesloten en onverwarmde kelder op de koude tegels te slapen of buiten in de tuin te staan onder een afdakje, terwijl het winters koud was. De verdachten wisten dat [slachtoffer] ’s gedrag het gevolg was van hun agressieve, vernederende en ongelijke behandeling, maar bestraften haar daar toch voor. Als zij vanwege de onderkoeling moest plassen, werd zij daarvoor bestraft. Als zij van de rugpijn in een foetushouding ging liggen, werd zij daarvoor bestraft. De ene mishandeling leidde zo tot de volgende mishandeling.

De verdachte en medeverdachte [medeverdachte] hebben hun nog zeer jonge (stief)dochter hiermee in een hulpeloze toestand gebracht en gelaten, ondanks de signalen van zich ontwikkelend koudeletsel. Dit heeft uiteindelijk geleid tot haar opname in een ziekenhuis in Duitsland op 21 december 2020. De ambulancebroeders die [slachtoffer] naar het ziekenhuis vervoerden waren geschokt door de aanblik van haar benen en vergeleken die met de benen van een dakloze die altijd buiten in de kou leeft. In het ziekenhuis bleek dat [slachtoffer] fors onderkoeld was, uitgebreide koudeletsels had waaronder necrose aan haar bovenlip, aan een tweetal vingers en aan haar beide voeten. [slachtoffer] zat van top tot teen onder de blauwe plekken en was daarnaast uitgedroogd. Extra schrijnend voor [slachtoffer] is dat de verdachte en medeverdachte het stiefbroertje van [slachtoffer] , de andere minderjarige binnen ditzelfde gezin en slechts 2,5 jaar ouder, wel goed hebben verzorgden dat zij bovendien verstandige adviezen kregen van met name de zus van de verdachte. Anders dan in veel andere zaken over kindermishandeling, handelden de verdachten dus niet uit onkunde of uit onmacht.

De verdachte en de medeverdachte hebben voor de buitenwereld de ware toedracht van het letsel van [slachtoffer] verborgen gehouden. Zij hebben de waarheid verborgen gehouden voor artsen, Veilig Thuis en de school van [slachtoffer] . Hoewel de verdachte en haar inmiddels ex-partner [medeverdachte] beiden beweren dat zij bang zijn voor de ander en om die reden niet ingrepen in de mishandelingen van [slachtoffer] door de ander, blijkt uit het procesdossier – en met name uit het berichtenverkeer tussen hen beiden – een volkomen ander beeld. De verdachte en de medeverdachte leefden met het verstrijken van de tijd in steeds grotere onmin met elkaar, waardoor de conflicten tussen hen toenamen. Vanuit deze ruziesfeer gaven zij elkaar over en weer opdracht om [slachtoffer] op diverse manieren te straffen. Er was geen sprake van een situatie waarbij de een onder de invloed van de ander stond. Het beeld dat de verdachte van zichzelf neerzet van een klein vrouwtje dat niet tegen de grote sterke man op kon, vindt weerlegging in de berichten aangetroffen in haar telefoon waarin zij [medeverdachte] vele keren per dag en gedurende een groot deel van de nacht de huid vol scheldt en dreigt de mishandeling van [slachtoffer] door [medeverdachte] aan de autoriteiten kenbaar te maken. Het is heel wel mogelijk dat zij vanwege haar beperkingen niet in staat was om de voor haar ingewikkelde opvoedsituatie rond [slachtoffer] het hoofd te bieden. De verdachte wist echter de weg naar de hulpverlening heus wel te vinden, met name als dreigmiddel richting [medeverdachte] , maar belde hulp net zo makkelijk weer af. De rechtbank acht de rol van de verdachte en medeverdachte [medeverdachte] bij het plegen van deze schokkende feiten tegen [slachtoffer] daarom gelijkwaardig en evenzo kwalijk.

De gevolgen van kindermishandeling kunnen langdurig en ernstig zijn. Uit de rapportage van professor Branje volgt dat, gezien de ernst en chronische aard van de mishandeling van [slachtoffer] , de waarschijnlijkheid van negatieve ontwikkelingsuitkomsten in meerdere domeinen, evenals de ernst daarvan, groot is. Het valt nog niet te voorspellen welke negatieve ontwikkelingsuitkomsten op [slachtoffer] van toepassing zijn. De kans dat [slachtoffer] ernstige nadelige gevolgen van de kindermishandeling op de korte en lange termijn zal ervaren, is evenwel aanzienlijk. Uit het voegingsformulier van [slachtoffer] als benadeelde partij is dat ook gebleken. Hoewel het lichamelijk letsel van [slachtoffer] is hersteld, is zij inmiddels door een Duitse psychotherapeut gediagnosticeerd met complexe PTSS.

Toerekening

Psycholoog drs. S. Labrijn heeft over de geestvermogens van de verdachte op 28 september 2023 een rapport uitgebracht. Zij heeft daarin geen advies gegeven over de mate van toerekening van de bewezenverklaarde feiten. De feiten 1 en 2 waren niet onderzoekbaar, omdat de verdachte die ontkent. Voor wat betreft feit 3 is alleen de passieve variant van niet-ingrijpen onderzocht, op basis van het delictscenario van de verdachte.

Om deze reden komt de rechtbank tot de conclusie dat bij de verdachte geen sprake is van een omstandigheid die haar strafbaarheid gedeeltelijk uitsluit.

Onvoorwaardelijke gevangenisstraf

De rechtbank is tot een andere bewezenverklaring gekomen dan de officier van justitie. Desondanks is de rechtbank van oordeel dat vanwege de ernst van de feiten, de verstrekkende en langdurige gevolgen voor het minderjarige slachtoffertje en de geschokte samenleving slechts kan worden volstaan met de oplegging van een forse gevangenisstraf. Bij het bepalen van de hoogte van de strafmaat heeft de rechtbank acht geslagen op het strafmaximum van de onderhavige feiten van 10 jaar en 9 maanden.

Onherstelbaar vormverzuim ten aanzien van geheimhoudersgesprekken

Uit de in het procesdossier geschetste gang van zaken, aangevuld door de verdediging en officier van justitie ter terechtzitting, komt naar voren dat de politie door een opeenstapeling van onhandigheden en onbekendheden met een nieuw registratiesysteem per abuis een aantal geheimhoudergesprekken, aangetroffen op de telefoon van de verdachte, niet stante pede heeft vernietigd. Een politieambtenaar is vervolgens in een heel vroeg stadium van het politieonderzoek per ongeluk gestuit op deze geprivilegieerde gegevens, maar heeft daarvan inhoudelijk geen kennis genomen. Door de verdediging is niet onderbouwd op welke wijze de verdachte nadeel heeft geleden van deze gang van zaken, noch blijkt daarvan op enige wijze uit het procesdossier. De verdediging heeft weliswaar gesteld dat het lopende opsporingsonderzoek in die geheimhoudersgesprekken is besproken, maar uit niets blijkt dat de politie hiervan daadwerkelijk kennis heeft genomen – niet uit het verdere verloop van dit opsporingsonderzoek en ook niet uit bijvoorbeeld de vraagstelling in de politieverhoren. Om deze reden zal de rechtbank volstaan met de enkele constatering dat er een onherstelbaar vormverzuim heeft plaatsgevonden en zal zij dienaangaande geen strafkorting toepassen.

Overschrijding van de redelijke termijn

De verdediging heeft betoogd dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is overschreden en dat deze overschrijding moet worden verdisconteerd in de strafoplegging.

De rechtbank stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, EVRM het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse staat tegenover de betrokkene een handeling is verricht waaraan de verdachte in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem voor een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld.

De rechtbank overweegt met betrekking tot de aanvang van de redelijke termijn en het procesverloop in deze zaak het volgende. De verdachte is in onderhavige strafzaak in Nederland in verzekering gesteld op 12 januari 2021. Het eindvonnis zal worden gewezen op 16 mei 2025. Dit betekent dat de redelijke termijn overschreden is met een periode van bijna 2,5 jaar. Deze overschrijding is op generlei wijze te wijten aan de verdachte en/of haar verdediging. De rechtbank is daarom van oordeel dat deze overschrijding matiging van de op te leggen forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf tot gevolg moet hebben.

Conclusie

De rechtbank acht in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren passend. Gelet op de geconstateerde overschrijding van de redelijke termijn zal zij een strafkorting van 10 maanden toepassen. Dit is de minimale verlaging van tien procent die volgt uit de vaste rechtspraak van de Hoge Raad. De rechtbank legt derhalve op een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren en 2 maanden.

Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

Bevel opheffing schorsing voorlopige hechtenis

Anders dan de officier van justitie heeft gevorderd, zal de rechtbank thans niet de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte opheffen. De verdachte is bijna vier jaar in vrijheid haar berechting aan het afwachten. Het onverhoeds laten herleven van de voorlopige hechtenis naar aanleiding van dit nog niet onherroepelijke vonnis, waarin aan de verdachte een jarenlange gevangenisstraf is opgelegd, zal tot onoverkoombare praktische problemen in het leven van de verdachte leiden, te meer nu zij nog de zorg draagt voor haar minderjarige zoon. De verdachte zal daarom door de rechtbank in de gelegenheid worden gesteld om zich voor te bereiden op haar langdurige detentie die zal aanvangen op het moment dat de daartoe bevoegde autoriteiten haar oproepen. Om deze reden zal de rechtbank de vordering tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte afwijzen.

7
De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
7.1

De vordering van de benadeelde partij

De benadeelde partij [slachtoffer] vordert een schadevergoeding van een bedrag van

€ 15.000,- ter zake van de feiten 1, 2 en 3. Deze vordering bestaat volledig uit immateriële schade. Voor het bepalen van de hoogte van de immateriële schadevergoeding is aangesloten bij de categorie ‘tamelijk ernstig’ van De Rotterdamse Schaal – Ordening van smartengeldbedragen bij letsel en andere persoonsaantastingen. De benadeelde heeft verzocht om de vordering hoofdelijk toe te wijzen, en voorts om vermeerdering van het toe te wijzen bedrag met de wettelijke rente en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.

7.2

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot gehele toewijzing van de vordering, onder vermeerdering van de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

7.3

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft aangevoerd dat, hoewel zij niet betwijfelt dat [slachtoffer] recht heeft op immateriële schadevergoeding, de vordering dient te worden gematigd, nu de vordering te summier is onderbouwd en daardoor niet valt in te kaderen op de ‘Rotterdamse schaal’.

7.4

Het oordeel van de rechtbank

Op grond van artikel 6:106 lid 1 sub b Burgerlijk Wetboek komt immateriële schade (onder andere) voor vergoeding in aanmerking als sprake is van een aantasting in de persoon.

Uit het dossier blijkt dat [slachtoffer] gedurende een periode van anderhalf jaar diverse vormen van lichamelijk letsel heeft opgelopen, culminerend tot zwaar lichamelijk letsel in de vorm van ernstige onderkoeling en koudeletsels, waarvoor een opname op de IC noodzakelijk was. Daarnaast [slachtoffer] door het bewezenverklaarde handelen van de verdachte ook geestelijk letsel heeft opgelopen. De verdachte en haar ex-partner hebben zich immers structureel en langdurig schuldig gemaakt aan kindermishandeling, terwijl [slachtoffer] 6 tot 8 jaar oud was en zich dus in een precaire fase van haar ontwikkeling als kind bevond. Kindermishandeling zoals zich in onderhavig geval heeft voorgedaan vormt een zeer ernstige inbreuk op de lichamelijke en psychische integriteit van een kind en als algemene ervaringsregel kan worden aangenomen dat dit leidt tot (ernstige) psychische gevolgen. Uit de onderbouwing van de vordering blijkt ook voldoende dat de benadeelde partij in Duitsland door een psycholoog is gediagnosticeerd met een complexe posttraumatische stressstoornis. Kortom, er is evident sprake van aantasting in de persoon, als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 onder b BW.

De rechtbank stelt dan ook op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting vast dat [slachtoffer] rechtstreeks immateriële schade heeft geleden door de bewezenverklaarde feiten. Gelet op de ernst van de feiten en de gevolgen die het bewezenverklaarde voor haar heeft gehad, alsook in aanmerking genomen de bedragen aan immateriële schadevergoeding die in vergelijkbare gevallen plegen te worden toegekend, komt het gevorderde bedrag van € 15.000,- de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag volledig toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 december 2020 tot aan de dag der algehele voldoening.

De verdachte zal voor het bewezenverklaarde strafbare feit worden veroordeeld en zij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door dit feit aan haar is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 15.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 21 december 2020 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [slachtoffer] .

De verdachte is naar burgerlijk recht samen met haar mededader [medeverdachte] aansprakelijk voor deze schade. Om deze reden zal de rechtbank de vordering hoofdelijk toewijzen.

De rechtbank ziet verder aanleiding om de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

8
Het beslag

De hierna in de beslissing genoemde inbeslaggenomen en niet teruggegeven gsm is vatbaar voor verbeurdverklaring, omdat dit voorwerp toebehoort aan de verdachte en de feiten zijn begaan met behulp van dit voorwerp. Hiermee zijn immers bijna dagelijks over en weer plannen gedeeld en opdrachten gegeven.

De hierna in de beslissing genoemde inbeslaggenomen en niet teruggegeven bouwmaterialen (te weten: twee stokken) zijn eveneens vatbaar voor verbeurdverklaring. Hoewel aan de verdachte in de tenlastelegging geen strafrechtelijk verwijt wordt gemaakt ten aanzien van het gebruik van deze stokken, stelt de rechtbank aan de hand van het procesdossier vast dat [slachtoffer] voor straf aan deze stokken werd vastgebonden. Omdat deze stokken aan de verdachte toebehoren en met behulp daarvan het tweede feit, te weten het medeplegen van mishandeling, is begaan, zal de rechtbank deze goederen verbeurd verklaren.

9
De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36f, 47, 57, 255, 257, 300, 302 en 304 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

Beslissing

10
De beslissing

De rechtbank:

Vrijspraak

- spreekt de verdachte vrij van het onder feit 1 primair tenlastegelegde;

Bewezenverklaring

verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;

spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;

Strafbaarheid

verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;

verklaart de verdachte strafbaar;

Straf

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 7 jaren en 2 maanden;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

Voorlopige hechtenis

- wijst af de vordering tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis;

Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] , toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, van een bedrag van 15.000 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 december 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;

veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;

legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer] , van een bedrag van 15.000 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 december 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;

bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 110 dagen, met dien verstande dat deze gijzeling de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet opheft;

bepaalt dat indien en voor zover de verdachte en/of haar mededader aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt;

Beslag

- verklaart verbeurd de volgende in beslag genomen voorwerpen:

1 STK Bouwmateriaal, goednr. G1382162;

1 STK Bouwmateriaal, goednr. G1382163;

1 STK GSM Sm-G986b/D5, Samsung, goednr. G1385467.

Dit vonnis is gewezen door mr. L. Feuth, voorzitter, mr. M.J.A.G. van Baal en

mr. N. P .J. van de Pasch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.K. Bakker, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 16 mei 2025.

BIJLAGE I: De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat

1.

zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2020 tot

en met 21 december 2020 in de gemeente Venlo , in elk geval in Nederland,

ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in

vereniging met een ander, althans alleen, [slachtoffer] (zijnde een kind dat zij

verzorgde of opvoedde als behorend tot haar gezin, geboren op [geboortedatum 2] 2012),

opzettelijk van het leven te beroven, die [slachtoffer] ,

terwijl zij (te) weinig drinken en/of (te) weinig voeding kreeg, (gedurende langere

tijd)

- in een koude (onverwarmde) kelder, althans ruimte, op de vloer heeft laten slapen

en/of verblijven, terwijl de gemiddelde maandtemperatuur ongeveer vijf graden

was, althans het buiten (zeer) koud was, (telkens) zonder kleding, althans zonder

voldoende kleding en/of

- ( telkens) zonder kleding, althans zonder voldoende warme kleding, buiten de

woning in de kou heeft gezet en/of heeft laten staan,

waardoor zij, die [slachtoffer] een lichaamstemperatuur van ongeveer 31 graden

Celsius heeft bereikt en/of uitgebreide koudeletsels, waaronder ook met plaatselijk

weefselversterf (necrose) heeft opgelopen,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

(art. 287 Wetboek van Strafrecht, art. 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art. 47 lid 1

ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou

kunnen leiden:

zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2020 tot

en met 21 december 2020 in de gemeente Venlo , in elk geval in Nederland, tezamen

en in vereniging met een ander, althans alleen, aan een kind dat zij verzorgde of

opvoedde als behorend tot haar gezin, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2]

2012, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een toestand van

(ernstige) onderkoeling met een lichaamstemperatuur van ongeveer 31 graden

Celsius en/of uitgebreide koudeletsels, waaronder ook met plaatselijk

weefselversterf (necrose), heeft toegebracht door die [slachtoffer] ,

terwijl zij (te) weinig drinken en/of (te) weinig voeding kreeg,

(gedurende langere tijd)

- in een koude (onverwarmde) kelder, althans ruimte, op de vloer te laten slapen

en/of verblijven, terwijl de gemiddelde maandtemperatuur ongeveer vijf graden

was, althans het buiten (zeer) koud was, (telkens) zonder kleding, althans zonder

voldoende kleding en/of

-(telkens) zonder kleding, althans zonder voldoende warme kleding, buiten de

woning in de kou te zetten en/of te laten staan;

(art. 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art. 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)

meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of

zou kunnen leiden:

zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2020 tot

en met 21 december 2020 in de gemeente Venlo , in elk geval in Nederland, tezamen

en in vereniging met een ander, althans alleen, aan een kind dat zij verzorgde of

opvoedde als behorend tot haar gezin, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2]

2012, heeft mishandeld door die [slachtoffer] ,

terwijl zij (te) weinig drinken en/of (te) weinig voeding kreeg,

(gedurende langere tijd) in een koude (onverwarmde) kelder, althans ruimte, op de

vloer te laten slapen en/of verblijven, terwijl de gemiddelde maandtemperatuur

ongeveer vijf graden was, althans het buiten (zeer) koud was, (tekens) zonder

kleding, althans zonder voldoende kleding en/of (telkens) zonder kleding, althans

zonder voldoende warme kleding, buiten de woning in de kou te zetten en/of te

laten staan,

terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten een toestand van (ernstige)

onderkoeling met een lichaamstemperatuur van ongeveer 31 graden Celsius en/of

uitgebreide koudeletsels, waaronder ook met plaatselijk weefselversterf (necrose)

ten gevolge heeft gehad;

(art. 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art. 304 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)

2.

zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 22 december 2020 in de

gemeente Venlo , tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, een kind

dat zij verzorgde of opvoedde als behorend tot haar gezin, te weten [slachtoffer] ,

geboren op [geboortedatum 2] 2012, meermalen, althans eenmaal, (telkens) heeft

mishandeld door die [slachtoffer] ,

-met de arm, in contact te brengen en/of te houden met een hete stijltang, althans

een heet voorwerp en/of

- op de buik, de rug en/of tegen de billen, althans tegen het lichaam te slaan en/of te

duwen en/of te stompen,

waardoor voornoemd kind pijn en/of letsel heeft bekomen

en/of

-(gedurende langere tijd) zonder kleding, althans zonder voldoende kleding, op de

vloer van een kelder, althans ruimte te laten slapen en/of

- ( gedurende langere tijd) zonder kleding, althans zonder voldoende kleding, buiten

te laten staan en/of

-(gedurende langere tijd) in een hoek/voor een (kelder)deur te laten staan en/of

- getuige te laten zijn van (hevige) ruzie met haar partner en/of

- te) weinig eten en/of (te) weinig drinken te geven en/of

- te vernederen en/of te kleineren, mede door in haar bijzijn vernederende en/of

kleinerende dingen te zeggen (het is een vies vettig kind/ze beschijt zichzelf) en/of

- brood met iets met een scherpe smaak erop te geven en/of

- een luier/pamper te laten dragen en/of met die luier naar school te laten gaan,

waardoor opzettelijk de (lichamelijke en/of geestelijke) gezondheid van voornoemd

kind werd benadeeld;

(art. 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art. 304 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)

3.

zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en

met 22 december 2020 in de gemeente Venlo , tezamen en in vereniging met een

ander, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2012,

tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging zij, verdachte, als stiefmoeder van

haar minderjarige dochter [slachtoffer] krachtens artikel 1:248 BW jo 1:247 BW, in elk geval

krachtens wet en/of overeenkomst verplicht was, meermalen, althans eenmaal,

(telkens) in een hulpeloze toestand heeft gebracht en/of heeft gelaten, door,

- [slachtoffer] (gedurende langere tijd en/of ook terwijl het koud was) zonder kleding,

althans zonder voldoende kleding, op de vloer van een kelder, althans ruimte te

laten slapen en/of

- [slachtoffer] (gedurende langere tijd en/of ook terwijl het koud was) zonder kleding,

althans zonder voldoende kleding, buiten te laten staan en/of

-terwijl zij, verdachte, wist dat haar, verdachtes, partner [medeverdachte] , met (grote)

regelmaat agressie toonde jegens en/of in het bijzijn van voornoemde [slachtoffer] , (onder

meer bestaande uit het mishandelen, opsluiten, buitensluiten en/of bedreigen van

[slachtoffer] )

- niet, althans niet tijdig, in te grijpen en [slachtoffer] niet in een veilige situatie te brengen,

en/of

- Veilig Thuis onjuist dan wel onvolledig te informeren over de thuissituatie van [slachtoffer]

en/of

- zich niet tot de politie en/of justitie te wenden om het mishandelen en/of

opsluiten en/of buitensluiten en/of het bedreigen van [slachtoffer] te melden en/of

- [slachtoffer] in een situatie te brengen en/of te houden die voor de gezondheid van [slachtoffer]

schadelijk was of kon zijn,

tengevolge waarvan die [slachtoffer] (onder meer) zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen, te

weten een lichaamstemperatuur van ongeveer 31 graden Celsius heeft bereikt en/of

uitgebreide koudeletsels, waaronder ook met plaatselijk weefselversterf (necrose),

zulks terwijl [slachtoffer] geheel van verdachte en haar, verdachtes, partner, afhankelijk was

voor haar opvoeding en verzorging;

(art. 255 Wetboek van Strafrecht)

Voetnoot

Voetnoot 1

Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, Districtsrecherche Noord- en Midden-Limburg, proces-verbaalnummer LB1R020140-84, gesloten d.d. 27 april 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 2885.

Voetnoot 2

Nederlandse vertaling van de inzetgegevens van de ambulance d.d. 22 december 2020, pg. 1148.

Voetnoot 3

Nederlandse vertaling van Verhoor – [getuige 1] d.d. 24 december 2020, pg. 414 tot en met 416.

Voetnoot 4

Nederlandse vertaling van Ondervraging van ambulancechauffeur – de heer [getuige 2] d.d. 24 december 2020, pg. 1305 en 1306.

Voetnoot 5

Nederlandse vertaling van het Rapport van dr. med. [naam arts 1] van Stadskliniek Mönchengladbach d.d. 21 december 2020, pg. 855 tot en met 857.

Voetnoot 6

Nederlandse vertaling van het Rapport van hoofdarts dr. med. [naam arts 2] (Chefärtzin für Pädiatrie, Neonatologie), dr. med. [naam arts 3] (Oberartzt) en mw. [naam arts 4] (specialist voor kinder- en jeugdgeneeskunde), allen verbonden aan het Centrum voor Kinder- en Jeugdgeneeskunde van de Stadskliniek Mönchengladbach, d.d. 21 december 2020, pg. 1656 tot en met 1661.

Voetnoot 7

Nederlandse vertaling van een proces-verbaal van de Duitse Politie genaamd: Opmerkingen van de indrukken m.b.t. de hoorzitting met een kind van 30 december 2020, pg. 1389 en 1390.

Voetnoot 8

Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 3] d.d. 27 mei 2021, pg. 256 tot en met 260.

Voetnoot 9

Nederlandse vertaling van het Opsporingsrapport d.d. 22 december 2020, pg. 2228 tot en met 2230.

Voetnoot 10

Nederlandse vertaling van het Patiëntendossier van [slachtoffer] , pg. 1654.

Voetnoot 11

Losbladig Verslag Zaak onderkoeling van 8-jarig meisje d.d. 20 augustus 2021 door prof. dr. Hein Daanen , zonder doornummering, pg. 1 tot en met 9.

Voetnoot 12

Forensisch-medisch onderzoek inzake een meisje van 8 jaar oud met onderkoeling en uitwendig (koude)letsel d.d. 24 maart 2022 door het Nederlands Forensisch Instituut, pg. 746 tot en met 783.

Voetnoot 13

Rapport van professor dr. S. Branje , hoogleraar Ontwikkeling en socialisatie in de adolescentie, verbonden aan de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht, d.d. 21 januari 2022, zonder doornummering, pg. 1 tot en met 16.

Voetnoot 14

Proces-verbaal bevindingen temperaturen 2020 d.d. 22 juni 2021, pg. 678 tot en met 680.

Voetnoot 15

Proces-verbaal van bevindingen inzake studioverhoor [slachtoffer] d.d. 22 juni 2021, pg. 286 tot en met 300.

Voetnoot 16

Proces-verbaal van bevindingen inzake studioverhoor [naam stiefbroer] d.d. 7 januari 2021, pg. 134 en 135.

Voetnoot 17

Proces-verbaal van bevindingen inzake sfeerp-v meldingen omtrent [verdachte] / [naam stiefbroer] / [medeverdachte] / [slachtoffer] d.d. 11 januari 2021, pg. 301 tot en met 306.

Voetnoot 18

Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 4] d.d. 1 februari 2021, pg. 204 tot en met 219.

Voetnoot 19

Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 5] d.d. 2 november 2021, pg. 266 tot en met 271

Voetnoot 20

Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 5] d.d. 11 november 2021, pg. 272 tot en met 280.

Voetnoot 21

Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 6] d.d. 27 mei 2022, pg. 261 tot en met 265.

Voetnoot 22

Proces-verbaal van bevindingen inzake verslag rapportage [naam school] Venlo d.d. 18 januari 2021, pg. 310.

Voetnoot 23

Bijlage bij het verbaal van bevindingen inzake verslag rapportage [naam school] Venlo d.d. 18 januari 2021, betreffende een verslag van de [naam school] Venlo , pg. 311 tot en met 314.

Voetnoot 24

Proces-verbaal van bevindingen inzake de woning aan [adres 2] te Venlo , pg. 46 tot en met 56.

Voetnoot 25

Proces-verbaal van bevindingen inzake de eerste bevindingen GSM VE [medeverdachte] d.d. 28 mei 2021, pg. 666 tot en met 668.

Voetnoot 26

Proces-verbaal van bevindingen GSM d.d. 16 januari 2021, pg. 519 tot en met 524.

Voetnoot 27

Proces-verbaal van bevindingen tactisch pv GSM [verdachte] d.d. 28 januari 2021, pg. 525 tot en met 533.

Voetnoot 28

Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. contact met [naam zus verdachte] d.d. 3 maart 2021, pg. 534 tot en met 544.

Voetnoot 29

Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. contact [medeverdachte] d.d. 5 augustus 2021, pg. 553 tot en met 665.

Voetnoot 30

Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 7] d.d. 29 december 2020, pg. 71 en 72.

Voetnoot 31

Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 8] d.d. 31 december 2020, pg. 75 tot en met 83.

Voetnoot 32

Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 9] d.d. 31 december 2020, pg. 84 tot en met 88.

Voetnoot 33

Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 10] d.d. 31 december 2020, pg. 96 tot en met 101.

Voetnoot 34

Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 11] d.d. 3 januari 2022, pg. 115 tot en met 119.

Voetnoot 35

Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 12] d.d. 3 januari 2021, pg. 102 tot en met 108.

Voetnoot 36

Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 13] d.d. 13 januari 2021, pg. 171 tot en met 176.

Voetnoot 37

Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 14] d.d. 30 januari 2021, pg. 195 tot en met 203.

Voetnoot 38

Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 21 mei 2021, pg. 2795 tot en met 2802.

Voetnoot 39

Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte] d.d. 24 mei 2021, pg. 2813 tot en met 2830.

Voetnoot 40

Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 13 juli 2021, pg. 2850, 2851, 2859, 2867, 2888 en 2889.

Voetnoot 41

Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 19 juli 2021, pg. 2874 tot en met 2885.

Voetnoot 42

Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 12 januari 2021, pg. 2580 en 2582.

Voetnoot 43

Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 13 januari 2021, pg. 2590 tot en met 2618.

Voetnoot 44

Proces-verbaal verhoor verdachte [verdachte] d.d. 25 januari 2021, pg. 2620 tot en met 2644.

Voetnoot 45

Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 26 januari 2021, pg. 2689 en 2690.

Voetnoot 46

Proces-verbaal van verhoor [verdachte] d.d. 20 juli 2021, pg. 2710, 2720 en 2725.

Voetnoot 47

Proces-verbaal van verhoor [verdachte] d.d. 21 juli 2021, pg. 2732 tot en met 2766.