Zoeken naar rechterlijke uitspraken en jurisprudentie

Via Uitspraken.nl kunt u eenvoudig zoeken in onze online uitspraken databank door het invoeren van één of meerdere trefwoorden. Het is uiteraard ook mogelijk om te zoeken op wetsartikelen, zaaknummer, ECLI nummer of het oude LJN nummer.

Kort geding Civiel recht overig

7 december 2023
ECLI:NL:RBMNE:2023:6522

Op 7 december 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een kort geding procedure behandeld op het gebied van civiel recht. Het zaaknummer is 10765296 \ MV EXPL 23-148, bekend onder ECLI code ECLI:NL:RBMNE:2023:6522. De plaats van zitting was Almere.

Soort procedure
Zaaknummer(s)
10765296 \ MV EXPL 23-148
Datum uitspraak
7 december 2023
Datum gepubliceerd
7 december 2023
Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht

Kantonrechter

Zittingsplaats Almere

Zaaknummer: 10765296 \ MV EXPL 23-148

Vonnis in kort geding van 7 december 2023

in de zaak van

de stichting

STICHTING DUDOK WONEN,

gevestigd te Hilversum,

eisende partij,

gemachtigde: mr. A. Çapkurt,

tegen

1
[gedaagde sub 1]
,

wonende te

[woonplaats]
,

gemachtigde: mr. P.J.A. de Jong,

2
[gedaagde sub 2]
,

wonende te

[woonplaats]
,

niet verschenen,

gedaagde partijen.

Partijen zullen hierna Dudok,

[gedaagde sub 1]
en
[gedaagde sub 2]
worden genoemd.

1
De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding;

de conclusie van antwoord;

de aanvullende producties (19-20) van Dudok.

1.2.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 23 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Namens Dudok zijn verschenen mevrouw

[A]
en de heer
[B]
(medewerkers woonzaken), bijgestaan door mr. A. Çapkurt.
[gedaagde sub 1]
is verschenen met zijn tolk mevrouw A. Rezaie en zijn gemachtigde mr. P.J.A. de Jong.

1.3.

[gedaagde sub 2]
is – hoewel behoorlijk opgeroepen – niet verschenen. Tegen hem is daarom verstek verleend.

1.4.

Ten slotte is vonnis bepaald op vandaag.

2. De feiten

2.1.

Dudok verhuurt sinds 3 oktober 2017 aan

[gedaagde sub 1]
de (duplex)woning aan de
[adres]
te
[woonplaats]
(hierna: de woning). De huurprijs bedraagt nu € 598,72 per maand.

2.2.

Dudok heeft op basis van een aantal anonieme verklaringen, meldingen en huisbezoeken in februari 2023 geconcludeerd dat

[gedaagde sub 1]
niet zijn hoofdverblijf heeft in de woning.

2.3.

Op 4 oktober 2023 heeft Dudok wederom een bezoek gebracht aan de woning en de heer

[B]
van Dudok heeft twee mannen in de woning aangetroffen, onder wie
[gedaagde sub 2]
(een ver familielid van
[gedaagde sub 1]
). Volgens de door Dudok opgestelde verklaring heeft
[gedaagde sub 2]
onder meer verklaard dat hij sinds 11 september 2023 in de woning verblijft en ook in de Basisregistratie Personen (BRP) staat ingeschreven op het adres van de woning.

3
Het geschil

3.1.

Dudok vordert – samengevat –:

I. veroordeling van gedaagden tot ontruiming van de woning;

II. veroordeling van

[gedaagde sub 1]
tot betaling van € 598,72 per maand vanaf 1 december 2023 tot de ontruiming, te vermeerderen met de wettelijke rente;

III. hoofdelijke veroordeling van gedaagden in de proceskosten.

3.2.

[gedaagde sub 1]
voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4
De beoordeling

Ten aanzien van

[gedaagde sub 2]

Ontruiming

[gedaagde sub 2]
bij verstek

4.1.

[gedaagde sub 2]
is – hoewel behoorlijk opgeroepen – niet in deze procedure verschenen. Tegen hem zal daarom verstek worden verleend.

4.2.

De kantonrechter moet nu toetsen of de vorderingen van Dudok ten aanzien van

[gedaagde sub 2]
haar onrechtmatig dan wel ongegrond voorkomen. Bij gebreke van betwisting staat het feitelijk door Dudok aan het spoedeisend belang en aan haar vorderingen ten grondslag gelegde vast. Het moet dus ervoor worden gehouden dat het klopt dat
[gedaagde sub 2]
de woning zonder recht of titel (heeft) gebruikt en zich ook op het adres van de woning heeft ingeschreven in de BRP. De vordering tot ontruiming (ten aanzien van
[gedaagde sub 2]
) komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom worden toegewezen zoals onder de beslissing vermeld.

Proceskosten

[gedaagde sub 2]

4.3.

moet als de in het ongelijk gestelde partij de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Dudok worden begroot op:

- dagvaarding € 129,14

- griffierecht € 128,00

- salaris gemachtigde € 529,00

- nakosten € 132,00

totaal € 918,14

Ten aanzien van

[gedaagde sub 1]

Geen ontruiming van

[gedaagde sub 1]

4.4.

Dudok legt aan haar vordering tot ontruiming van

[gedaagde sub 1]
ten grondslag dat hij is tekortgeschoten in zijn verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst:

door niet zijn hoofdverblijf in de woning te houden en

door het zonder toestemming van Dudok ter beschikking stellen van de woning aan derden.

4.5.

Toewijzing van een vordering tot ontruiming in kort geding heeft verstrekkende en veelal onomkeerbare gevolgen. Daarom is voor toewijzing in kort geding vereist dat het in hoge mate aannemelijk moet zijn dat de bodemrechter in een bodemprocedure de vordering tot ontruiming eveneens zal toewijzen en dat het van de eisende partij niet kan worden gevergd dat de uitkomst van een bodemprocedure wordt afgewacht. Ook moet bij de beoordeling grote terughoudendheid worden betracht, omdat in een kortgedingprocedure geen plaats is voor een diepgaand onderzoek naar de bestreden feiten.

4.6.

[gedaagde sub 1]
heeft gemotiveerd betwist dat hij niet zijn hoofdverblijf in de woning heeft.
[gedaagde sub 1]
erkent dat hij weinig thuis is, maar verklaart dat dit komt door zijn werk(locaties). Uit onder meer de verklaring van
[gedaagde sub 2]
(productie 10, dagvaarding) volgt dat
[gedaagde sub 1]
door het hele land (verbouwings)werkzaamheden verricht en daarom vaak weg is. Verder volgt uit die verklaring dat
[gedaagde sub 1]
17 dagen thuis heeft geslapen van de 20 dagen waarop
[gedaagde sub 2]
bij hem logeerde. Deze verklaring bevestigt derhalve het door
[gedaagde sub 1]
gevoerde verweer, zodat niet valt uit te sluiten dat dit de reden is dat bij verschillende bezoeken door Dudok aan de woning in februari 2023 de deur niet werd opengedaan.

4.7.

Verder heeft

[gedaagde sub 1]
verklaard dat hij weinig thuis is omdat hij (de zorg over) een jong kind heeft, dat bij zijn vriendin elders woont. Daarom komt hij vaak pas ’s avonds laat of ’s nachts thuis (als niet bij zijn vriendin of op werklocaties slaapt). Vanwege de gezondheidsrisico’s door de (zwarte) schimmel kan zijn gezin ook niet in de woning verblijven en gaat
[gedaagde sub 1]
vaak naar de woning van zijn vriendin. De schimmelproblematiek is al in 2018 door
[gedaagde sub 1]
gemeld, maar nog steeds niet opgelost. Partijen twisten derhalve over de oorzaak van de schimmel: volgens Dudok komt de schimmel door (het bewonersgedrag van)
[gedaagde sub 1]
zelf, maar
[C]
van Huurteam Hilversum heeft op 13 november 2018 al om een onderzoek naar de vochtproblemen gevraagd, omdat volgens hem hoogstwaarschijnlijk sprake is van meer dan alleen bewonersgedrag (nadere productie 20 van Dudok). De oorzaak hiervan is echter nooit objectief vastgesteld. De kantonrechter is van oordeel dat dit verweer nader onderzoek vergt en daarvoor leent dit kort geding zich niet.

4.8.

Dudok heeft ter onderbouwing van haar stellingen nog een aantal verklaringen overgelegd. Niet alleen zijn dit anonieme verklaringen, bovendien worden die door

[gedaagde sub 1]
betwist en kunnen die in het kader van deze kortgedingprocedure ook niet nader worden onderzocht.

4.9.

Gelet op de hiervoor besproken gemotiveerde betwisting van

[gedaagde sub 1]
, kan de kantonrechter op grond van de thans beschikbare stukken onvoldoende vaststellen dat, en zo ja voor hoelang en waarom,
[gedaagde sub 1]
zijn hoofdverblijf niet in de woning heeft (gehad). Zoals eerder is overwogen kunnen in het kader van dit kort geding de hiervoor genoemde omstandigheden niet nader worden onderzocht. De kantonrechter kan daarom niet met voldoende zekerheid voorshands oordelen dat de bodemrechter een vordering tot ontbinding en ontruiming zal toewijzen.

4.10.

Ten aanzien van de ingebruikgeving van de woning door

[gedaagde sub 1]
aan
[gedaagde sub 2]
, geldt het volgende. De kantonrechter is van oordeel dat
[gedaagde sub 1]
hierdoor in strijd heeft gehandeld met de huurvoorwaarden en dus is tekortgeschoten in de nakoming van de huurovereenkomst.
[gedaagde sub 1]
heeft echter op de zitting toegelicht dat
[gedaagde sub 2]
slechts tijdelijk bij hem logeerde ter overbrugging van de periode tot hij zijn nieuwe huurwoning kon betrekken. Weliswaar heeft
[gedaagde sub 2]
in zijn verklaring
[gedaagde sub 1]
de “landlord” genoemd, maar hij heeft ook verklaard dat hij geen huur betaalde. In deze kortgedingprocedure kan daarom niet worden vastgesteld dat er sprake is (geweest) van onderhuur. Bovendien is de ingebruikgeving slechts van korte duur geweest en is tijdens de zitting niet gebleken dat
[gedaagde sub 2]
nog steeds in de woning verblijft. De kantonrechter is daarom voorshands van oordeel dat deze tekortkoming te gering is om in kort geding een verstrekkende maatregel als ontruiming te rechtvaardigen.

4.9.

De conclusie is dat de gevorderde ontruiming ten aanzien van

[gedaagde sub 1]
(vooralsnog) moet worden afgewezen. Ook de gevorderde betaling van € 598,72 per maand tot aan de ontruiming moet worden afgewezen bij gebrek aan belang.
[gedaagde sub 1]
is immers al op grond van de huurovereenkomst gehouden om de huur te blijven betalen; een veroordeling daartoe is niet nodig.

Proceskosten

[gedaagde sub 1]

4.10.

Dudok is de partij die (ten aanzien van

[gedaagde sub 1]
) ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten van
[gedaagde sub 1]
(inclusief nakosten) worden veroordeeld.

De proceskosten aan de zijde van

[gedaagde sub 1]
worden tot dit vonnis vastgesteld op:

- salaris gemachtigde € 793,00

- nakosten € 132,00

totaal € 925,00

5
De beslissing

De kantonrechter, rechtdoende in kort geding:

Ten aanzien van

[gedaagde sub 2]

5.1.

veroordeelt

[gedaagde sub 2]
, voor zover hij nog in de woning aan de
[adres]
te
[woonplaats]
verblijft, deze binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en te verlaten met al het zijne en de personen die zijdens hem in de woning verblijven;

5.2.

veroordeelt

[gedaagde sub 2]
in de proceskosten van € 918,14?, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis. Als
[gedaagde sub 2]
niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet
[gedaagde sub 2]
ook de betekeningskosten betalen;

5.3.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

5.4.

wijst het meer of anders gevorderde af;

Ten aanzien van

[gedaagde sub 1]

5.5.

wijst de vorderingen van Dudok af ten aanzien van

[gedaagde sub 1]
,

5.6.

veroordeelt Dudok in de proceskosten, aan de zijde van

[gedaagde sub 1]
tot dit vonnis vastgesteld op € 925,00, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis. Als Dudok niet tijdig aan de proceskostenveroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Dudok ook de betekeningskosten betalen;

5.7.

verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. van Wegen en in het openbaar uitgesproken op 7 december 2023.

1298

Zie ook

Oozo.nl
Weten wat er in jouw buurt of straat gebeurt?
FaillissementsDossier.nl
Alle faillissementen en surseances in Nederland
FaillissementsDossier.be
Alle faillissementen en opschortingen in België
ProcedureCollective.fr
Alle faillissementen in Frankrijk
DatIsSlimBedacht.nl
Tips - Ideeën - Slimmigheden
  • Uitspraken.nl is een produkt van Binq Media B.V. - Mart Smeetslaan 1, 1217 ZE Hilversum - Kvk nummer 54506158