Zoeken naar rechterlijke uitspraken en jurisprudentie

Via Uitspraken.nl kunt u eenvoudig zoeken in onze online uitspraken databank door het invoeren van één of meerdere trefwoorden. Het is uiteraard ook mogelijk om te zoeken op wetsartikelen, zaaknummer, ECLI nummer of het oude LJN nummer.

Eerste aanleg - meervoudig Strafrecht overig

11 oktober 2024
ECLI:NL:RBMNE:2024:5801

Op 11 oktober 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een eerste aanleg - meervoudig procedure behandeld op het gebied van strafrecht. Het zaaknummer is 16.259453.23 en 16.219513.23 (gev. ttz) (P), bekend onder ECLI code ECLI:NL:RBMNE:2024:5801. De plaats van zitting was Utrecht.

Soort procedure
Rechtsgebied
Zaaknummer(s)
16.259453.23 en 16.219513.23 (gev. ttz) (P)
Datum uitspraak
11 oktober 2024
Datum gepubliceerd
10 oktober 2024
Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht

Zittingsplaats Utrecht

Parketnummers: 16.259453.23 en 16.219513.23 (gev. ttz) (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 11 oktober 2024

in de strafzaak tegen:

[verdachte]
,

geboren op

[2008]
te
[geboorteplaats]
,

wonende aan

[adres]
te
[woonplaats]
, hierna:
[verdachte]
.

1
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 september 2024.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. L. van der Veldt en van hetgeen

[verdachte]
en zijn raadsvrouw, mr. M. van Keulen, advocaat te De Bilt naar voren hebben gebracht.

De rechtbank heeft verder kennisgenomen van hetgeen mr. P.M.A.C. van de Wouw, advocaat van de benadeelde partijen

[slachtoffer 1]
,
[slachtoffer 2]
en
[slachtoffer 3]
en hetgeen mevrouw
[A]
van Slachtofferhulp Nederland namens benadeelde partij
[slachtoffer 4]
naar voren hebben gebracht.

2
TENLASTELEGGING

De officier van justitie verdenkt

[verdachte]
ervan dat hij betrokken is geweest bij meerdere strafbare feiten. Deze verdenkingen staan beschreven in de tenlastelegging, die als bijlage is opgenomen in dit vonnis.

Kort gezegd verdenkt de officier van justitie

[verdachte]
ervan dat hij:

Ten aanzien van parketnummer 16.259453.23:

Feit 1

op 5 oktober 2023 te Utrecht (Griftpark), samen met anderen of alleen, met (bedreiging met) geweld airpods van

[slachtoffer 5]
heeft afgeperst (door onder meer een tasje voor het hoofd van
[slachtoffer 5]
te houden en daaruit gedeeltelijk een vuurwapen te pakken);

Feit 2

op 5 oktober 2023 te Utrecht (Griftpark), samen met anderen, met (bedreiging met) geweld een horloge van

[slachtoffer 5]
heeft gestolen (door
[slachtoffer 5]
stevig vast te pakken, tegen een heg te duwen en een horloge van zijn pols af te halen)

en

op 5 oktober 2023 te Utrecht (Griftpark), samen met anderen, met (bedreiging met) geweld een tasje met inhoud van

[slachtoffer 6]
heeft gestolen (door onder meer een vuurwapen gedeeltelijk uit een heuptas te halen);

Feit 3

op 5 oktober 2023 te Utrecht (Wilhelminapark) samen met anderen of alleen, met (bedreiging met) geweld een iPhone X, een iPhone 11, een identiteitskaart, een rugzak met inhoud (headset, huissleutels, een of meerdere pasjes, een bankpas en een brillenkoker) heeft afgeperst van

[slachtoffer 1]
,
[slachtoffer 2]
en
[slachtoffer 3]
(door
[slachtoffer 3]
te duwen/beet te pakken, een (vuur)wapen op het hoofd van
[slachtoffer 3]
te richten en tegen
[slachtoffer 1]
,
[slachtoffer 2]
en
[slachtoffer 3]
te zeggen dat zij hun spullen moesten afstaan en aan de zakken te voelen);

Feit 4

in de periode van 5 oktober 2023 tot en met 6 oktober 2023 te Utrecht (Maarschalkerweerdpad), samen met anderen of alleen, met (bedreiging met) geweld heeft geprobeerd om een tas van

[slachtoffer 7]
af te persen (door de weg te versperren,
[slachtoffer 7]
van de fiets te duwen, meermalen te schoppen en mes te hebben getoond);

Feit 5

in de periode van 5 oktober 2023 tot en met 6 oktober 2032 te Utrecht (Maarschalkerweerdpad), samen met anderen of alleen, de fiets van

[slachtoffer 7]
heeft gestolen.

Ten aanzien van parketnummer 16.219513.23:

op 26 augustus 2023 te Utrecht samen met anderen of alleen, met (bedreiging met) geweld een scooter en/of een helm heeft afgeperst van

[slachtoffer 4]
(door
[slachtoffer 4]
met zijn scooter te laten stoppen en te voorkomen dat hij weg kon rijden, te zeggen dat hij zijn helm en sleutels van de scooter moest geven, het bandje van de helm los te maken, de helm van zijn hoofd te pakken en met de helm weg te lopen, dreigende woorden te uiten en uiteindelijk met de scooter weg te rijden).

3
VOORVRAGEN

Voordat de rechtbank een inhoudelijke beslissing kan nemen in de zaak tegen

[verdachte]
, moet zij eerst kijken of aan de in de wet gestelde voorvragen is voldaan. Dat is het geval: de dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd om deze zaak te beoordelen, de officier van justitie mag
[verdachte]
vervolgen en er zijn geen redenen om de vervolging uit te stellen.

4
WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht alle ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.

4.2

Het standpunt van de verdediging

Ten aanzien van parketnummer 16.259453.23:

De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van de ten laste gelegde feiten.

[verdachte]
ontkent dat hij de feiten heeft gepleegd. Hoewel
[verdachte]
die avond met jongens was die hebben toegegeven dat zij de straatroven hebben gepleegd, kan het ook zo zijn dat die feiten zijn gepleegd op de momenten dat zij even weg waren van
[verdachte]
.

Ten aanzien van parketnummer 16.219513.23:

De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat dit feit, gelet op de bekennende verklaring van

[verdachte]
, bewezen kan worden verklaard met uitzondering van het gedachtestreepje: ‘Dreigend de woorden toe te voegen 'ik zou alles

maar geven want anders gebeuren er dingen die je niet wil' en/of 'als je om hulp gaat

vragen sla ik je kankerdood’.

[verdachte]
ontkent deze dreigende woorden te hebben gezegd. De raadsvrouw heeft verzocht om
[verdachte]
dan ook partieel vrij te spreken van deze dreigende woorden, omdat op basis van het dossier niet vastgesteld kan worden dat
[verdachte]
dit heeft gezegd of dat anderen dit hebben gezegd.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

Ten aanzien van parketnummer 16.259453.23:

Bewijsmiddelen

Proces-verbaal van aangifte d.d. 6 oktober 2023

Aangever

[slachtoffer 5]
heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

Ik ben de eigenaar van Apple Airpods in een doosje. Op 5 oktober 2023 ben ik met mijn schoolklas naar de Stadsschouwburg in Utrecht geweest. Daarna ben ik met vrienden naar het Griftpark gegaan. Vervolgens zag ik dat er 3 jongens om mij heen kwamen staan. Ik hoorde de jongen aan mij vragen: "Heb je Airpods?" Hierop zei ik: "Nee." Vervolgens hoorde ik hem zeggen: "Als we in je zakken voelen heb je dan nog steeds geen Airpods?" Ik voelde dat 1 van de jongens met zijn handen richting mijn broekzak ging. Ik zag dat de lange jongen hierna zijn tasje voor mijn hoofd hield. Ik zag dat hij uit dit tasje een zwart pistool pakte. Ik hoorde de jongen op luide en dwingende toon iets zeggen in de trant van: "Als ik deze op je hoofd zet dan ..." Terwijl hij dit uitsprak, zag ik dat de jongen dreigend met zijn bovenlichaam naar voren boog. Doordat ik mij zeer bedreigd voelde gaf ik mijn Airpods aan de jongen.

Toen ik bij mijn fiets stond, voelde ik dat ik stevig werd vastgepakt bij beide bovenarmen. Ik voelde dat ik tegen de heg werd aangeduwd. Terwijl ik tegen de heg aanstond, hoorde ik 1 van de jongens zeggen: "We willen ook je horloge." Ik zag en voelde dat 1 van de jongens mijn horloge van mijn linkerpols afhaalde en wegnam.

Proces-verbaal van aangifte d.d. 5 oktober 2023

Aangever

[slachtoffer 6]
heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

Op 5 oktober 2023 omstreeks 21:50 uur ging ik met mijn vrienden naar het Griftpark in Utrecht.

Ik zag dat persoon 1 links voor mij kwam staan. Ik zag dat hij zijn heuptas van zijn rug naar zijn buik draaide. Ik zag dat hij zijn tasje openmaakte. Ik zag dat hij een voorwerp uit zijn tas haalde. Ik herkende dit voorwerp direct als een vuurwapen. Ik zag dat persoon 4 achter mij stond. Ik voelde dat persoon 4 mijn tasje over mijn hoofd deed en deze pakte. In het tasje zaten onder meer peuken en aanstekers.

Proces-verbaal van verhoor getuige

[getuige]
d.d. 6 oktober 2023

Getuige

[getuige]
heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

"Ik was met meerdere jongens in het Griftpak. Wij hadden net met

school een voorstelling gehad.

Ze liepen toen naar

[slachtoffer 6]
toe. Ik heb toen toegekeken dat er twee a drie mensen over hem heen hingen. Er werd toen gezegd dat hij de spullen moest geven. Ik hoorde meerdere keren dat ze vroegen of hij airpods had. Ik zag dat meerdere personen aan hem gingen zitten om te voelen waar de airpods waren.

Ik zag dat persoon 2 in de richting van het slachtoffer jogde. Ik zag dat persoon 1 en persoon 3 er achter aan liepen. Ik zag dat persoon 2 en persoon 3 het slachtoffer tegen de heg aan duwden en dat persoon 3 en persoon 1 het slachtoffer toen vast hielden. Ik zag dat ze toen zijn horloge te pakken hadden.

Persoon 3:

Geslacht: man

Haarkleur: zwart

Leeftijd: rond de 14 jaar

Gelaatskleur: licht getint

Postuur: slank

Lengte: ongeveer 160 centimeter

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 oktober 2023

Verbalisant

[verbalisant 1]
heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:

Verdachte

[verdachte]

Geslacht : Man

Huidskleur : Licht getint

Leeftijd : 15 jaar

Lengte : 1,68 meter

Postuur : Normaal

Hoofddeksel : Geen

Haardracht : Zwart haar

Bovenkleding : Zwart/ grijs trainingsvest

Broek : Grijze trainingsbroek

Schoenen : Zwart/witte schoenen met zwart Nike logo

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 oktober 2023

Verbalisant

[verbalisant 2]
heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:

Alle screenshots zijn van beelden op donderdag 5 oktober 2023.

21:52:26

[medeverdachte 1]
loopt de Albert Heijn in.

21:52:29

[verdachte]
en
[medeverdachte 2]
lopen de Albert Heijn in.

21:52:34

[medeverdachte 3]
komt de Albert Heijn binnen.

21:52:37

[medeverdachte 4]
komt de Albert Heijn binnen.

Proces-verbaal ter terechtzitting van medeverdachte

[medeverdachte 4]
d.d. 16 april 2024

[medeverdachte 4]
verklaart – zakelijk weergegeven – het volgende:

Er was een plan om spullen te stelen van mensen in het Griftpark. In het Griftpark kwamen wij de groep van slachtoffers tegen. Vervolgens werden de aangevers gevraagd om Airpods en sigaretten.

In het Wilhelminapark waren wij met dezelfde groep als in het Griftpark. Ik heb geholpen om de tas van aangever

[slachtoffer 3]
af te pakken.

Proces-verbaal van aangifte d.d. 6 oktober 2023

Aangever

[slachtoffer 2]
heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

Op 5 oktober 2023 was ik omstreeks 22:30 uur samen met mijn vrienden

[slachtoffer 1]
en
[slachtoffer 3]
in het Wilhelminapark te Utrecht. Ik zag dat verschillende jongens aan het duwen en trekken waren aan onze vriend
[slachtoffer 3]
. Ik zag dat jongen vier (4) een vuurwapen op het achterhoofd van
[slachtoffer 3]
richtte. Ik zag dat hij het vuurwapen tegen het hoofd van
[slachtoffer 3]
hield. Ik zag dat jongen twee zei dat we onze zakken leeg moesten maken. Ik zag dat verschillende jongens aan onze zakken in onze trui zaten. Ik gaf de jongens mijn telefoon. Mijn telefoon betreft een Apple iPhone 11 met een zwart hoesje. In mijn hoesje zat mijn identiteitskaart. Ik zag dat
[slachtoffer 1]
en
[slachtoffer 3]
hun spullen ook aan de jongens gaven.

Proces-verbaal van aangifte d.d. 6 oktober 2023

Aangever

[slachtoffer 1]
heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

Op 5 oktober 2023 was ik samen met mijn vrienden

[slachtoffer 2]
en
[slachtoffer 3]
in het Wilhelminapark te Utrecht. Ik gaf de jongens mijn telefoon. Mijn telefoon betreft een Apple Iphone X. Ik zag dat
[slachtoffer 2]
en
[slachtoffer 3]
hun spullen ook aan de jongens gaven.

Proces-verbaal van aangifte d.d. 5 oktober 2023

Aangever

[slachtoffer 3]
heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

Op 5 oktober 2023 was ik samen met mijn vrienden

[slachtoffer 1]
en
[slachtoffer 3]
(de rechtbank begrijpt
[slachtoffer 2]
) in het Wilhelminapark. Een persoon kwam op mij aflopen. Deze persoon richtte een op echt lijkend pistool op mijn achterhoofd en hij zei tegen mij dat ik mijn tas aan hem moest afstaan. Ik draaide me vervolgens om en kon duidelijk zien dat het om een pistool ging.

Doordat ik bedreigd werd, stond ik mijn rugtas af. In deze rugtas zaten de volgende tot mij behorende goederen:

-Zwarte Sony XN4 headset

-Huissleutels

-Rode kaarthouder met meerdere pasjes

-Bankpas en

-Brillenkoker

Proces-verbaal van aangifte

[slachtoffer 7]
d.d. 6 oktober 2023

Aangever

[slachtoffer 7]
heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

Op 6 oktober 2023 omstreeks 00:00 uur reed ik op mijn fiets op het Maarschalkerweerdpad te Utrecht. Ter hoogte van sportvereniging VSC zag ik een groep van ongeveer 7 jongens staan, verspreid over de breedte van de weg. Toen ik langs de jongens fietste, voelde ik dat ik door 1 van hen van mijn fiets werd geduwd. Door de duw viel ik hard op het wegdek. Terwijl ik op de grond lag, zag en voelde ik dat ik werd geschopt. Ik denk dat ik ongeveer 6 keer ben geschopt door de jongens. Ik voelde dat ik geraakt werd op mijn rechterheup, rechterschouder, rechterkaak en op mijn rug. Vervolgens kwam een jongen op mij aflopen met iets in zijn rechterhand. Toen de jongen mij tot op 1 meter was genaderd, zag ik dat hij een mes in zijn rechterhand had. Ik zag dat de jongen met het mes met de punt in mijn richting wees. Ik hoorde 1 van de jongens op dwingende manier zeggen: "Geef je tas!" Ik zag dat 1 van de jongens mijn fiets oppakte en wegnam.

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 oktober 2023

Verbalisant

[verbalisant 3]
heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:

Eén van de in beslag genomen mobiele telefoons behoort tot de verdachte

[verdachte]
. Het betreft een iPhone 8. Op 5 oktober 2023 om 23:52 uur bevindt dit toestel zich op de volgende coördinaten:

- Lat/lon

[…]
.

Deze locatie betreft de Koningsweg te Utrecht. Deze locatie is vlakbij Maarschalkerweerpad waar ongeveer op 6 oktober 2023 om 00:00 uur een beroving heeft plaatsgevonden.

Ter zitting heeft verdachte het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

Ik was in de avond van 5 oktober 2023 en in de nacht van 6 oktober 2023 met

[medeverdachte 3]
en
[medeverdachte 4]
en toen kwamen wij op een gegeven moment
[medeverdachte 5]
tegen.

Proces-verbaal van verhoor medeverdachte

[medeverdachte 5]
d.d. 7 oktober 2023

Medeverdachte

[medeverdachte 5]
heeft in zijn verhoor bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:

Later in de avond (de rechtbank begrijpt: van 5 oktober 2023) reden mijn vriend en ik naar de Koningsweg. Er kwam een groep jongens naar ons toe.

Even later zag ik dat jongens van de groep met een man vochten. Met een groepje van ongeveer 6 personen haalden ze een man van zijn fiets op het fietspad.

Ik liep met die jongens mee en vroeg aan de jongens wat er gebeurd was. Ik hoorde van jongen 1 dat ze wat hadden gestolen van een man op het fietspad. Diezelfde jongen 1 vertelde mij ook dat ze bij het Griftpark en Wilhelminapark waren geweest. Deze jongen vertelde ook dat ze daar van iemand wat hadden geroofd.

Ik wil nog aanvullen dat de gehele groep die werd aangehouden betrokken was bij de diefstal op het fietspad. Ik zag dat de man van zijn fiets getrokken werd en dat de gehele groep er bovenop dook.

Proces-verbaal inhoudende relaas d.d. 8 oktober 2023

Verbalisant

[verbalisant 4]
heeft het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:

Op 6 oktober 2023 te 00:20 uur zagen opsporingsambtenaren een groepje personen lopen op de Koningsweg in Utrecht met een fiets. Een van de personen werd direct herkend als verdachte

[medeverdachte 3]
. Hierop werd de groep personen aangehouden.

De aangehouden personen betroffen:

[medeverdachte 3]
,
[medeverdachte 5]
,
[verdachte]
en
[medeverdachte 4]
.

De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.

Bewijsoverweging

De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen vast dat

[verdachte]
in de avond van 5 oktober 2023 in de Albert Heijn was samen met de medeverdachten. Nadat
[verdachte]
met
[medeverdachte 4]
en andere medeverdachten is gezien in de Albert Heijn, zijn vervolgens straatroven in het Griftpark, het Wilhelminapark en bij het Maarschalkerweerdpad gepleegd. Volgens medeverdachte
[medeverdachte 4]
was er het plan om spullen te stelen van mensen en was de groep in het Wilhelminapark gelijk aan de groep die de straatroven in het Griftpark had gepleegd.
[verdachte]
voldoet aan het signalement van één van plegers van deze straatroven.
[verdachte]
was onderdeel van de groep, die sprak met
[medeverdachte 5]
en waarbij werd verteld dat de groep berovingen had gepleegd.

Volgens de telefoon van

[verdachte]
was
[verdachte]
vlak voor de straatroof in het Maarschalkerweerdpad vlak in de buurt. Ook is
[verdachte]
, nadat deze straatroof is gepleegd, met een aantal medeverdachten dichtbij het Maarschalkerweerd aangetroffen en aangehouden. Op grond van alle bewijsmiddelen in onderling verband en in samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat
[verdachte]
onderdeel was van de groep die de straatroven in het Griftpark, het Wilhelminapark en bij het Maarschalkerweerdpad heeft gepleegd en heeft
[verdachte]
hieraan een wezenlijke bijdrage geleverd.

Ten aanzien van parketnummer 16.219513.23:

Het feit is door

[verdachte]
begaan.
[verdachte]
heeft het ten laste gelegde feit bekend. De rechtbank volstaat met een opsomming van de navolgende bewijsmiddelen, aangezien de raadsvrouw enkel een kwalificatieverweer heeft gevoerd en het feit niet door de verdediging is betwist.

de bekennende verklaring van

[verdachte]
ter terechtzitting van 27 september 2024;

een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte door

[slachtoffer 4]
van 27 augustus 2023, genummerd PL0900-2023259770, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 6 t/m 9.

Bewijsoverweging

[verdachte]
heeft bekend het feit te hebben gepleegd.
[verdachte]
zegt zelf daarbij op een dwingende toon te hebben gesproken tegen aangever.
[verdachte]
ontkent dat hij of anderen hebben gezegd: 'ik zou alles maar geven want anders gebeuren er dingen die je niet wil' en/of 'als je om hulp gaat vragen sla ik je kankerdood'. Ondanks de stellige ontkenning van
[verdachte]
komt de rechtbank tot een bewezenverklaring. De rechtbank vindt het moeilijk voorstelbaar dat
[verdachte]
niets heeft gehoord van wat anderen tegen aangever hebben gezegd, terwijl hij erbij stond. Daarnaast heeft
[verdachte]
wisselend verklaard over zijn eigen aandeel terwijl aangever direct een volledige, gedetailleerde verklaring heeft gegeven. De rechtbank volgt daarom de lezing van aangever dat deze woorden zijn geuit en komt daarmee tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.

5
BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat

[verdachte]
:

Ten aanzien van parketnummer 16.259453.23:

Feit 1

op 5 oktober 2023 te Utrecht (Griftpark) tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld

[slachtoffer 5]
heeft gedwongen tot de afgifte van een paar Apple Airpods en een doosje, die geheel aan die
[slachtoffer 5]
toebehoorden door:

- met meerdere personen om die

[slachtoffer 5]
heen te gaan staan,

- aan die

[slachtoffer 5]
te vragen: "Heb je Airpods?" en "Als we in je zakken voelen heb je dan nog steeds geen Airpods?",

- met zijn handen richting de broekzak van die

[slachtoffer 5]
te gaan,

- een tasje voor het hoofd van die

[slachtoffer 5]
te houden en daaruit gedeeltelijk een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te pakken,

- tegen die

[slachtoffer 5]
te zeggen: "als ik deze op je hoofd zet dan..." en

- dreigend met zijn bovenlichaam naar voren te buigen richting die

[slachtoffer 5]
;

Feit 2

op 5 oktober 2023 te Utrecht (Griftpark) tezamen en in vereniging met anderen, een horloge, die geheel aan

[slachtoffer 5]
, toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd vergezeld van geweld tegen die
[slachtoffer 5]
, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door

- die

[slachtoffer 5]
stevig vast te pakken bij beide bovenarmen,

- die

[slachtoffer 5]
tegen een heg aan te duwen,

- tegen die

[slachtoffer 5]
te zeggen: "We willen ook je horloge" en

- een horloge van de pols van die

[slachtoffer 5]
af te halen en

een tasje met inhoud die geheel aan

[slachtoffer 6]
, toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen die
[slachtoffer 6]
, door

- vóór die

[slachtoffer 6]
te gaan staan, zijn heuptas van zijn rug naar zijn buik te draaien, deze heuptas open te maken en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, gedeeltelijk uit deze heuptas te halen en

- een tasje van die

[slachtoffer 6]
over zijn hoofd te doen en/of dit tasje weg te nemen;

Feit 3

op 5 oktober 2023 te Utrecht (Wilhelminapark) tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld

[slachtoffer 1]
en
[slachtoffer 2]
en
[slachtoffer 3]
hebben gedwongen tot de afgifte van een iPhone X en/of een iPhone 11 en/of een identeitskaart en/of een rugzak met inhoud (headset, huissleutels, een of meerdere pasjes, een bankpas en/of een brillenkoker), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die
[slachtoffer 1]
en/of
[slachtoffer 2]
en/of
[slachtoffer 3]
en/of een derde toebehoorde door:

- die

[slachtoffer 3]
te duwen en beet te pakken

- een vuurwapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, op het hoofd van die

[slachtoffer 3]
te richten

- daarbijte zeggen dat die

[slachtoffer 1]
en/of die
[slachtoffer 2]
en/of die
[slachtoffer 3]
hun spullen moesten afstaan en daarbij aan de zakken te voelen;

Feit 4

op 06 oktober 2023 te Utrecht (Maarschalkerweerdpad) tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld

[slachtoffer 7]
te dwingen tot de afgifte van zijn tas, die geheel aan die
[slachtoffer 7]
toebehoorde door die
[slachtoffer 7]
:

- de weg te hebben versperd,

- van de fiets heeft geduwd, waardoor die

[slachtoffer 7]
op de grond is gevallen,

- meermalen tegen zijn heup, schouder, kaak en rug, te hebben geschopt,

- een mes heeft getoond en de punt van het mes op die

[slachtoffer 7]
gericht heeft en

- ( daarbij) heeft gezegd 'geef je tas!',

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid

Feit 5

op06 oktober 2023 te Utrecht (Maarschalkerweerdpad) tezamen en in vereniging met anderen, een fiets, die geheel aan

[slachtoffer 7]
, toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

Ten aanzien van parketnummer 16.219513.23:

op 26 augustus 2023 te Utrecht tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld

[slachtoffer 4]
heeft gedwongen tot de afgifte van een scooter en een helm, die geheel aan die
[slachtoffer 4]
toebehoorden door die
[slachtoffer 4]

- met zijn scooter te laten stoppen en vervolgens te voorkomen dat hij weg kon

rijden en

- te zeggen dat hij zijn helm, de sleutels van zijn scooter en zijn scooter te geven en

- het bandje van zijn helm los te maken, de helm van zijn hoofd te pakken en met

de helm weg te lopen en

- dreigend de woorden toe te voegen 'ik zou alles maar geven want anders gebeuren er dingen die je niet wil' en 'als je om hulp gaat vragen sla ik je kankerdood' en

- vervolgens de sleutels van de scooter te pakken en met de scooter weg te rijden.

Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd.

[verdachte]
is daardoor niet in de verdediging geschaad.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen.

[verdachte]
wordt hiervan vrijgesproken.

6
STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Gedragingen zijn volgens de wet alleen strafbaar als er geen rechtvaardigingsgrond voor die gedragingen bestaat. Als een verdachte zich kan beroepen op zo’n rechtvaardigingsgrond is zijn gedrag niet in strijd met het recht. Niet is gebleken dat er zo’n rechtvaardigingsgrond voor de door

[verdachte]
gepleegde feiten bestond. De door
[verdachte]
gepleegde feiten zijn dus strafbaar.

De wet noemt de door

[verdachte]
gepleegde feiten:

Ten aanzien van parketnummer 16.259453.23:

Feit 1 & feit 3: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;

Feit 2: diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;

Feit 4: poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;

Feit 5: diefstal door twee of meer verenigde personen.

Ten aanzien van parketnummer 16.219513.23:

afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

7
STRAFBAARHEID VAN
[verdachte]

Verdachten zijn volgens de wet alleen strafbaar als zij geen beroep kunnen doen op een schulduitsluitingsgrond. Als een verdachte zich kan beroepen op een schulduitsluitingsgrond is zijn gedrag niet verwijtbaar. Niet is gebleken dat

[verdachte]
een beroep kon doen op zo’n schulduitsluitingsgrond.
[verdachte]
is dus strafbaar.

8
OPLEGGING VAN STRAF

8.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd

[verdachte]
ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:

- een jeugddetentie van 270 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 128 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.

De rechtbank begrijpt de eis zo dat

[verdachte]
wat betreft de officier van justitie niet terug hoeft naar een justitiële inrichting. De officier van justitie heeft verder gevorderd de te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.

8.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht om rekening te houden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van

[verdachte]
en de aftrek van het voorarrest.
[verdachte]
is een getalenteerde voetballer en mag met enkelband niet voetballen. De raadsvrouw heeft daarom verzocht om geen enkelband aan te leggen.
[verdachte]
begrijpt dat er wat tegenover moet staan. Het verzoek is om in dat geval een strengere vorm van huisarrest op te leggen.

8.3

Het oordeel van de rechtbank

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.

Ernst van de feiten

[verdachte]
heeft zich schuldig gemaakt aan het samen met anderen plegen van meerdere straatroven, afpersingen en een diefstal.
[verdachte]
heeft op lichtzinnige wijze met een groep jongens van verschillende personen spullen afgepakt en daarbij geweld gebruikt of daarmee gedreigd. Invoelbaar is dat het voor alle slachtoffers, die ’s-avonds in een park waren of gewoon over straat fietsten, bijzonder beangstigend moet zijn geweest om onverwachts overvallen te worden door een groep jongens. Dat slachtoffers van straatroven en afpersingen nog lang last houden van de gepleegde feiten blijkt ook uit de vorderingen van de benadeelde partijen. Hierin wordt naar voren gebracht dat de slachtoffers zich tot op de dag van vandaag niet veilig voelen op straat, slechter slapen en steeds op hun hoede zijn. De rechtbank rekent het
[verdachte]
aan dat hij met het plegen van de strafbare feiten geen rekening heeft gehouden met de nare gevolgen voor de slachtoffers.

De persoonlijke omstandigheden van

[verdachte]

Uit het strafblad van

[verdachte]
blijkt dat hij niet eerder bij de strafrechter is geweest.

Over

[verdachte]
is op 16 juli 2024 een persoonlijkheidsrapportage opgesteld door J. Hogendoorn (GZ-psycholoog). Uit dit rapport blijkt dat
[verdachte]
lijdt aan een verstandelijke ontwikkelingsstoornis en een disruptieve impulsbeheersings- of andere gedragsstoornis. Omdat deze stoornissen de keuzes van
[verdachte]
hebben beïnvloed, wordt geadviseerd om de strafbare feiten verminderd aan
[verdachte]
toe te rekenen. Om het recidiverisico te verlagen wordt langdurige en intensieve begeleiding en toezicht geadviseerd.

Over

[verdachte]
is door de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) een rapport

opgesteld op 19 september 2024 door J. van Steenbergen. Uit dit rapport blijkt dat de Raad zich ernstig zorgen maakt over

[verdachte]
. De Raad meent dat
[verdachte]
het meest gebaat is bij (voortzetting van) jeugdreclassering met de Harde Kern aanpak. Deze vorm van toezicht is pas net in het kader van de geschorste voorlopige hechtenis gestart en er is tot nu toe onvoldoende tijd geweest om deze vorm van toezicht tot volledig resultaat te laten komen. De Raad adviseert de rechtbank om
[verdachte]
een voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen onder de bijzondere voorwaarden dat (I)
[verdachte]
zich in het kader van de maatregel van Toezicht en Begeleiding, waarvan 6 maanden zullen bestaan uit de maatregel van ITB Harde Kern, zal melden, zo frequent en zo lang die instelling dat gedurende de proeftijd noodzakelijk acht en zijn medewerking verleent aan de daaruit voortvloeiende afspraken, (II)
[verdachte]
zich houdt aan het locatiegebod conform het advies van Reclassering Nederland en zolang de jeugdreclassering dit nodig vindt, (III)
[verdachte]
meewerkt aan Elektronische Monitoring zolang de jeugdreclassering dit nodig vindt (IV)
[verdachte]
zich houdt aan een avondklok zolang de jeugdreclassering dat nodig vindt, (V)
[verdachte]
zich houdt aan een contactverbod met de medeverdachten en de slachtoffers zolang de jeugdreclassering dat nodig acht (VI)
[verdachte]
meewerkt aan en zich inspant voor het vinden en behouden van een zinvolle en gestructureerde dagbesteding in de vorm van school en/of stage en zich houdt aan de regels en afspraken die hier gelden, (VII)
[verdachte]
meewerkt aan en zich inspant voor het vinden en behouden van een zinvolle en gestructureerde vrijetijdsbesteding, (VIII)
[verdachte]
zich houdt aan de (huis)regels die ouders in afstemming met de jeugdreclassering en hulpverlening opstellen, (IX)
[verdachte]
meewerkt aan en zich inzet voor begeleiding vanuit Humanitas Homerun of soortgelijke instelling, zolang de jeugdreclassering dit nodig acht (X)
[verdachte]
meewerkt aan en zich inzet voor behandeling bij en/of toezicht door Fivoor of een soortgelijke instelling (zoals geadviseerd in het PO) zolang de jeugdreclassering dit nodig acht, (XI)
[verdachte]
meewerkt aan en zich inzet voor alle aanvullende onderzoeken en/of behandelingen die noodzakelijk worden geacht door de jeugdreclassering en (XII)
[verdachte]
meewerkt aan en zich inzet voor de uitvoering van de adviezen vanuit het persoonlijkheidsonderzoek;

De straf

Gelet op de ernst van de feiten kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. De rechtbank heeft gelet op de persoonlijke omstandigheden van

[verdachte]
en heeft gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank neemt het advies van de psycholoog over om – gelet op de stoornissen waar
[verdachte]
aan lijdt – de strafbare feiten verminderd aan
[verdachte]
toe te rekenen. De rechtbank neemt het
[verdachte]
kwalijk dat hij geen verantwoordelijkheid neemt voor al zijn daden. Dit werkt weliswaar niet strafverzwarend – een verdachte mag ontkennen en zwijgen – maar het maakt wel dat de rechtbank in dit geval geen mogelijkheid heeft om kennis te nemen van bijvoorbeeld spijt, schuldbesef of andere inzichten die ruimte kunnen geven voor strafmatiging.

Alles afwegend acht de rechtbank een onvoorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 270 dagen, met aftrek van de tijd die

[verdachte]
heeft vastgezeten (129 dagen), waarvan 141 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, passend en geboden. Deze straf betekent dat
[verdachte]
op dit moment niet opnieuw naar de jeugdgevangenis moet, tenzij hij zich tijdens de proeftijd niet houdt aan de algemene en/of bijzondere voorwaarden. De rechtbank legt de bijzondere voorwaarden op zoals geadviseerd door de reclassering, met uitzondering van het contactverbod met de slachtoffers. Dat betekent dat de rechtbank ook het meewerken aan Elektronische Monitoring als bijzondere voorwaarde opneemt. Hoewel de rechtbank zich realiseert dat voetbal belangrijk is voor
[verdachte]
, is eerder gebleken dat het met teveel vrijheid snel (opnieuw) mis kan gaan. Het is aan de reclassering om op termijn de voorwaarden af te bouwen en dus om te bepalen wanneer de enkelband eraf mag.

De raadsvrouw van de benadeelde partijen heeft aanvullend op de geadviseerde bijzondere voorwaarden gevraagd om een locatieverbod voor het Griftpark en het Wilhelminapark. De rechtbank zal dit niet opleggen. De rechtbank vindt, gezien het woonadres van verdachte, de gevolgen van een dergelijk locatieverbod te ingrijpend. Ook zal de rechtbank geen contactverbod met de slachtoffers opleggen, aangezien niet is gebleken dat er in de tussentijd contact is geweest tussen

[verdachte]
en de slachtoffers of dat er aanleiding is om aan te nemen dat dit in de toekomst zal gebeuren.

Dadelijke uitvoerbaarheid

[verdachte]
heeft zich schuldig gemaakt aan misdrijven die gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Gelet op het recidiverisico zonder behandeling, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat
[verdachte]
opnieuw een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal zij bevelen dat de bijzondere voorwaarden die
[verdachte]
zullen worden opgelegd en het toezicht door de jeugdreclassering, dadelijk uitvoerbaar zijn.

9
BESLAG

Gelet op het feit dat op de beslaglijst geen goederen staan die onder

[verdachte]
in beslag zijn genomen, zal de rechtbank geen beslissing nemen over het beslag.

10
BENADEELDE PARTIJEN

10.1

Vorderingen benadeelde partij van

[slachtoffer 1]
,
[slachtoffer 2]
,
[slachtoffer 3]

De heer

[slachtoffer 1]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 5.795,28. Dit bedrag bestaat uit € 795,28 materiële schade en

€ 5.000 immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 16.259453.23 feit 3 ten laste gelegde feit.

De heer

[slachtoffer 2]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 5.852,85. Dit bedrag bestaat uit € 852,85 materiële schade en € 5.000 immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16.259453.23 feit 3 ten laste gelegde feit.

De heer

[slachtoffer 3]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 6.205,41. Dit bedrag bestaat uit € 1.205,41 materiële schade en € 5.000 immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16.259453.23 feit 3 ten laste gelegde feit.

Het standpunt van de officier van justitie

Ten aanzien van de vorderingen benadeelde partij van

[slachtoffer 1]
,
[slachtoffer 2]
en
[slachtoffer 3]
heeft de officier van justitie gevorderd deze gedeeltelijk toe te wijzen. Zij acht de gevorderde materiële schadeposten toewijsbaar, met uitzondering van de door alle benadeelden gevorderde vergoeding voor toekomstige medische kosten. De benadeelden dienen hierin niet-ontvankelijk te worden verklaard. Tot slot vindt de officier van justitie dat de toe te wijzen gevorderde immateriële schadebedragen gematigd moeten worden tot een bedrag van € 2.500,-.

Het standpunt van de verdediging

Materiële schade

Vordering benadeelde partij

[slachtoffer 1]

De raadsvrouw heeft verzocht de volgende materiële schadeposten niet-ontvankelijk te verklaren: de nieuwe SIM-kaart en de toekomstige schade. Deze schadeposten zijn onvoldoende onderbouwd.

Vordering benadeelde partij

[slachtoffer 2]

De raadsvrouw heeft verzocht de volgende materiële schadeposten niet-ontvankelijk te verklaren: GSM-abonnement, de nieuwe SIM-kaart en de toekomstige schade. Deze schadeposten zijn onvoldoende onderbouwd.

Vordering benadeelde partij

[slachtoffer 3]

De raadsvrouw heeft verzocht de volgende materiële schadeposten niet-ontvankelijk te verklaren: de rugzak, de sleutelkoning en de toekomstige medische kosten, en voert hiertoe het volgende aan. De afgenomen rugzak is al 10 jaar oud en is daarom volledig afgeschreven. Niet duidelijk is hoe het adres bekend zou zijn geweest bij

[verdachte]
, dus waarom het noodzakelijk is geweest alle sloten te vervangen van de woning. De toekomstige schade is onvoldoende onderbouwd.

Immateriële schade

De raadsvrouw heeft ten aanzien van de benadeelden verzocht de toe te wijzen immateriële schadebedragen te matigen tot een maximum bedrag van tussen de € 500,00 en de € 1.500,-.

De raadsvrouw acht hoofdelijkheid niet wenselijk nu uit de praktijk blijkt dat een hoofdelijke veroordeling veelal leidt tot betalingsproblemen. In het bijzonder in het geval van minderjarige verdachten.

Het oordeel van de rechtbank

Materiële schade:

Vordering benadeelde partij van

[slachtoffer 1]

De rechtbank is van oordeel dat vast is komen te staan dat de benadeelde partij materiële schade heeft geleden als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van verdachte. De rechtbank acht de gevorderde materiële schade - voor zover deze ziet op de kosten van de nieuwe simkaart (€ 20,-) en de reiskosten voor het ophalen van de telefoon van benadeelde op het politiebureau (€ 5,28) - een rechtstreeks gevolg van het bewezen verklaarde en is van oordeel dat deze genoemde posten voldoende zijn onderbouwd. De rechtbank zal deze schadeposten dan ook toewijzen. De benadeelde heeft daarnaast vergoeding van toekomstige medische kosten (€ 770,-) gevorderd. Nu het onduidelijk is of deze kosten gemaakt zullen worden, zal de rechtbank de benadeelde voor wat betreft deze schade niet-ontvankelijk verklaren.

Vordering benadeelde partij

[slachtoffer 2]

De rechtbank is van oordeel dat vast is komen te staan dat de benadeelde partij materiële schade heeft geleden als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van verdachte. De rechtbank acht de gevorderde materiële schade - voor zover deze ziet op de kosten van de nieuwe simkaart (€ 3,50) en de vervangingskosten van de weggenomen ID-kaart (€ 70,35) - een rechtstreeks gevolg van het bewezen verklaarde en is van oordeel dat deze genoemde posten voldoende zijn onderbouwd. De rechtbank zal deze schadeposten dan ook toewijzen. De benadeelde heeft daarnaast vergoeding van toekomstige medische kosten (€ 770,-) gevorderd. Nu het onduidelijk is of deze kosten gemaakt zullen worden, zal de rechtbank de benadeelde voor wat betreft deze schade niet-ontvankelijk verklaren. Tot slot heeft de benadeelde een vergoeding gevraagd voor het nutteloos geworden telefoonabonnement

(€ 9,-), nu hij drie weken geen mobiele telefoon ter beschikking heeft gehad. De rechtbank zal deze schadepost afwijzen. De benadeelde had ook zonder het bewezen verklaarde de vaste maandelijkse abonnementskosten moeten betalen. Zonder inzicht in het gebruikelijke gebruik van de telefoon en het gewenste gebruik in de periode dat de benadeelde niet beschikte over een telefoon, valt niet te zeggen of er sprake is van genotsderving, en zo ja om welk bedrag het dan zou gaan.

Vordering benadeelde partij

[slachtoffer 3]

De rechtbank is van oordeel dat vast is komen te staan dat de benadeelde partij materiële schade heeft geleden als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van verdachte. De rechtbank acht de gevorderde materiële schade - voor zover deze ziet op de vergoeding voor de weggenomen rugzak (10,-), koptelefoon (€ 195,-), cardprotector (€ 30,-) en sleutels

(€ 172,05), de kosten voor het bijmaken van sleutels (€ 21,10) en de reiskosten naar het depot voor gevonden voorwerpen (€ 7,26) - een rechtstreeks gevolg van het bewezen verklaarde en is van oordeel dat deze posten voldoende zijn onderbouwd. Hoewel de rugzak en de koptelefoon door de moeder van benadeelde zijn aangeschaft gaat de rechtbank ervan uit dat benadeelde zelf de schade heeft geleden omdat de rechtbank aanneemt dat de spullen aan hem waren gegeven. De gevorderde kosten zijn ook redelijk. De rechtbank zal deze schadeposten dan ook toewijzen. De benadeelde heeft daarnaast vergoeding van toekomstige medische kosten (€ 770,-) gevorderd. Nu het onduidelijk is of deze kosten gemaakt zullen worden, zal de rechtbank de benadeelde voor wat betreft deze schade niet-ontvankelijk verklaren.

Immateriële schade:

De benadeelden hebben allen aanspraak gemaakt op vergoeding van immateriële schade. De rechtbank stelt vast dat aan de benadeelden door het bewezenverklaarde rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. De benadeelden hebben geen gegevens overgelegd op grond waarvan objectief kan worden vastgesteld dat er sprake is van geestelijk letsel. De rechtbank overweegt echter dat de aard en de ernst van de normschending in de huidige zaak met zich brengen dat de nadelige (psychische) gevolgen voor de benadeelden zo voor de hand liggen dat aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ kan worden aangenomen. Gelet op de aard en ernst van de normschending en de nadelige gevolgen die geweldsfeiten als deze, naar algemene ervaringsregels, teweeg brengen, begroot de rechtbank de immateriële schade naar billijkheid op een bedrag van € 1.000,- per benadeelde. Voor het overige deel van de vordering zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard.

Hoofdelijkheid

De toegewezen materiële en immateriële schadebedragen worden hoofdelijk aan

[verdachte]
en zijn mededader(s) opgelegd. De rechtbank ziet geen aanleiding om de schade over
[verdachte]
(en zijn medeverdachte(n)) te verdelen, waarbij
[verdachte]
slechts voor een deel aansprakelijk zou zijn voor de door hem veroorzaakte schade. Het belang dat de benadeelde partij erbij heeft om niet alle verdachten te hoeven aanspreken voor de vergoeding van de geleden schade, weegt zwaarder dan het incassorisico van
[verdachte]
bij het regres op zijn mededader(s), of andere complicaties zoals bijvoorbeeld bestaande contactverboden met mededaders. Dat zijn allemaal omstandigheden waar benadeelde niets mee te maken heeft. Daar zou benadeelde dan ook geen last van moeten hebben. Dit betekent dat
[verdachte]
tegenover de benadeelde partij voor het hele schadebedrag aansprakelijk is. Indien een mededader een deel van het bedrag betaalt, is
[verdachte]
niet langer gehouden om dat deel te betalen (en vice versa).

10.2

Vordering benadeelde partij van

[slachtoffer 4]

De heer

[slachtoffer 4]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.339,99. Dit bedrag bestaat uit € 689,99 materiële schade en

€ 650,00 immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 16.219513.23 ten laste gelegde feit.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd de gehele vordering toe te wijzen.

Het standpunt van de verdediging

Materiële schade:

De raadsvrouw heeft verzocht om het gevraagde bedrag voor de scooter niet-ontvankelijk te verklaren, wegens gebrek aan onderbouwing. De raadsvrouw heeft gevraagd om het verzochte bedrag voor de helm fors te matigen, nu is gebleken dat de helm reeds beschadigd was. Deze schade doet af aan de waarde van de helm, nu er geen garantie meer bestaat op 100% bescherming.

Immateriële schade:

De raadsvrouw heeft verzocht het toe te wijzen immateriële schadebedrag te matigen tot een maximum bedrag van tussen de € 250,00 en de € 500,00.

Het oordeel van de rechtbank

Materiële schade:

De rechtbank is van oordeel dat vast is komen te staan dat de benadeelde partij materiële schade heeft geleden als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van

[verdachte]
. De rechtbank is het met de raadsvrouw van
[verdachte]
eens dat een beschadigde helm niet meer 100% bescherming biedt en dat deze dus ook niet voor volledige vergoeding in aanmerking komt. De rechtbank zal dit gevraagde bedrag matigen en stelt de schade schattenderwijs vast op

€ 100,00. Ook het gevraagde bedrag voor de scooter zal de rechtbank matigen. Immers is ter terechtzitting gebleken dat voor de benadeelde partij ‘het anders moeten huren van een aanhanger’ en ‘de nare herinneringen aan de scooter’ redenen zijn geweest om de scooter bij de politie te laten staan en een nieuwe scooter aan te schaffen. De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij daarmee niet (volledig) aan zijn schadebeperkingsplicht heeft voldaan. De rechtbank stelt de schade voor de scooter schattenderwijs vast op € 300,00.

Immateriële schade:

De benadeelde heeft aanspraak gemaakt op vergoeding van immateriële schade. De rechtbank stelt vast dat aan de benadeelde door het bewezenverklaarde rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. De benadeelde heeft geen gegevens overgelegd op grond waarvan objectief kan worden vastgesteld dat er sprake is van geestelijk letsel. De rechtbank overweegt echter dat de aard en de ernst van de normschending in de huidige zaak met zich brengen dat de nadelige (psychische) gevolgen voor de benadeelde zo voor de hand liggen dat aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ kan worden aangenomen. Gelet op de aard en ernst van de normschending en de nadelige gevolgen die geweldsfeiten als deze, naar algemene ervaringsregels, teweeg brengen wijst de rechtbank de vordering voor wat betreft de immateriële schade geheel toe. De rechtbank acht dit gevorderde bedrag passend en redelijk.

10.3

Wettelijke rente

De rechtbank zal de vorderingen van de benadeelde partijen voor bovengenoemde bedragen toewijzen en, zoals gevorderd door de officier van justitie, vermeerderen met de wettelijke rente. De wettelijke rente wordt berekend vanaf de datum waarop het ten laste gelegde feit door verdachte is gepleegd en de schade is ontstaan, zoals hierna vermeld.

Ten aanzien van de benadeelde partij:

[slachtoffer 1]
met ingang van 5 oktober 2023;

[slachtoffer 2]
met ingang van 5 oktober 2023;

[slachtoffer 3]
met ingang van 5 oktober 2023;

[slachtoffer 4]
met ingang van 26 augustus 2023.

10.4

Schadevergoedingsmaatregel

Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank bij de (gedeeltelijk) toe te wijzen vorderingen (hoofdelijk voor wat betreft de benadeelden

[slachtoffer 1]
,
[slachtoffer 2]
,
[slachtoffer 3]
) de schadevergoedingsmaatregel opleggen. De rechtbank zal hierbij tevens de gevorderde wettelijke rente toewijzen vanaf de datum zoals hierboven per benadeelde partij is weergegeven. Bij gebreke van betaling kan geen gijzeling worden toegepast. De betaling die door
[verdachte]
(en/of zijn mededader(s)) is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelden in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling door mededaders is gedaan aan de benadeelde partij.

10.5

Proceskosten

[verdachte]
zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zullen maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

11
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36f, 45, 47, 77a, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 311, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12
BESLISSING

De rechtbank:

Bewezenverklaring ten aanzien van parketnummer 16.259453.23

- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;

- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt

[verdachte]
daarvan vrij;

Bewezenverklaring ten aanzien van parketnummer 16.219513.23

- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;

- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt

[verdachte]
daarvan vrij;

Strafbaarheid

- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;

- verklaart

[verdachte]
strafbaar;

Oplegging straf

- veroordeelt

[verdachte]
tot een jeugddetentie van 270 dagen;

- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht. Het onvoorwaardelijke gedeelte van de straf is gelijk aan het voorarrest;

- bepaalt dat van de jeugddetentie een gedeelte van 141 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat

[verdachte]
de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;

- stelt daarbij een proeftijd van twee (2) jaren vast;

- als algemene voorwaarden gelden dat

[verdachte]
:

? zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;

? ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;

? medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.

- stelt als bijzondere voorwaarden dat

[verdachte]
gedurende de proeftijd:

? zich in het kader van de maatregel van Toezicht en Begeleiding, waarvan 6 maanden zullen bestaan uit de maatregel van ITB Harde Kern, zich daarna gedurende een door de gecertificeerde instelling te bepalen periode en op door de gecertificeerde instelling te bepalen tijdstippen zal melden, zo frequent en zo lang die instelling dat gedurende de proeftijd noodzakelijk acht en zijn medewerking verleent aan de daaruit voortvloeiende afspraken;

? zich houdt aan het locatiegebod conform het advies van Reclassering Nederland en zolang de jeugdreclassering dit nodig vindt;

? zich ter controle van het locatiegebod onder elektronische toezicht zal stellen van de gecertificeerde instelling te weten William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering te Amsterdam, conform het advies van Reclassering Nederland en zolang de jeugdreclassering dit nodig vindt;

? zich houdt aan een avondklok waarbij hij van 19.00 uur 's avonds tot de volgende morgen 7.00 uur thuis is, voor zolang de jeugdreclassering dat nodig vindt;

? verboden wordt contact te leggen of te laten leggen met de medeverdachten

[medeverdachte 3]
(geboren op
[2005]
),
[medeverdachte 5]
(geboren op
[2007]
);
[medeverdachte 1]
(geboren op
[2006]
);
[medeverdachte 2]
(geboren op
[2007]
) en
[medeverdachte 4]
(geboren op
[2004]
), voor zover en zolang de jeugdreclassering dat nodig acht;

? meewerkt aan en zich inspant voor het vinden en behouden van een zinvolle en gestructureerde dagbesteding in de vorm van school en/of stage en zich houdt aan de regels en afspraken die hier gelden;

? meewerkt aan en zich inspant voor het vinden en behouden van een zinvolle en gestructureerde vrijetijdsbesteding;

? zich houdt aan de (huis)regels die ouders in afstemming met de jeugdreclassering en hulpverlening opstellen;

? meewerkt aan en zich inzet voor begeleiding vanuit Humanitas Homerun of soortgelijke instelling, zolang de jeugdreclassering dit nodig acht;

? meewerkt aan en zich inzet voor behandeling bij en/of toezicht door Fivoor of een soortgelijke instelling (zoals geadviseerd in het PO) zolang de jeugdreclassering dit nodig acht en

? meewerkt aan en zich inzet voor alle aanvullende onderzoeken en/of behandelingen die noodzakelijk worden geacht door de jeugdreclassering;

- waarbij aan de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering te Amsterdam opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 77aa, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en

[verdachte]
ten behoeve daarvan te begeleiden;

- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn;

Voorlopige hechtenis

- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;

Benadeelde partij

[slachtoffer 1]

- wijst de vordering van

[slachtoffer 1]
toe tot een bedrag van € 1.025,28, bestaande uit € 25,28 aan materiële schade en € 1.000,- aan immateriële schade;

- veroordeelt

[verdachte]
hoofdelijk tot betaling aan
[slachtoffer 1]
van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 oktober 2023 tot de dag van volledige betaling;

- verklaart

[slachtoffer 1]
voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;

- legt

[verdachte]
hoofdelijk de verplichting op ten behoeve van
[slachtoffer 1]
aan de Staat € 1.025,28 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 oktober 2023 tot de dag van volledige betaling. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt geen gijzeling toegepast;

- bepaalt dat

[verdachte]
van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;

- veroordeelt

[verdachte]
ook in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op dit moment begroot op nihil;

Benadeelde partij

[slachtoffer 2]

- wijst de vordering van

[slachtoffer 2]
toe tot een bedrag van € 1.073,85, bestaande uit € 73,85 aan materiële schade en € 1.000,- aan immateriële schade;

- veroordeelt

[verdachte]
hoofdelijk tot betaling aan
[slachtoffer 2]
van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 oktober 2023 tot de dag van volledige betaling;

- wijst de vordering van

[slachtoffer 2]
af voor een bedrag van € 9,-, bestaande uit materiële schade;

- verklaart

[slachtoffer 2]
voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dit deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;

- legt

[verdachte]
hoofdelijk de verplichting op ten behoeve van
[slachtoffer 2]
aan de Staat

€ 1.073,85 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 oktober 2023 tot de dag van volledige betaling. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt geen gijzeling toegepast;

- bepaalt dat

[verdachte]
van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;

- veroordeelt

[verdachte]
ook in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op dit moment begroot op nihil;

Benadeelde partij

[slachtoffer 3]

- wijst de vordering van

[slachtoffer 3]
toe tot een bedrag van € 1.435,41, bestaande uit € 435,41 aan materiële schade en € 1.000,- aan immateriële schade;

- veroordeelt

[verdachte]
hoofdelijk tot betaling aan
[slachtoffer 3]
van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 oktober 2023 tot de dag van volledige betaling;

- verklaart

[slachtoffer 3]
voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;

- legt

[verdachte]
hoofdelijk de verplichting op ten behoeve van
[slachtoffer 3]
aan de Staat € 1.435,41 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 oktober 2023 tot de dag van volledige betaling. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt geen gijzeling toegepast;

- bepaalt dat

[verdachte]
van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;

- veroordeelt

[verdachte]
ook in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op dit moment begroot op nihil;

Benadeelde partij

[slachtoffer 4]

- wijst de vordering van

[slachtoffer 4]
toe tot een bedrag van € 1.050,-, bestaande uit € 400,00 aan materiële schade en € 650,00 aan immateriële schade;

- veroordeelt

[verdachte]
tot betaling aan
[slachtoffer 4]
van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling;

- verklaart

[slachtoffer 4]
voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;

- legt

[verdachte]
de verplichting op ten behoeve van
[slachtoffer 4]
aan de Staat € 1.050,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt geen gijzeling toegepast;

- bepaalt dat

[verdachte]
van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;

- veroordeelt

[verdachte]
ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.

Dit vonnis is gewezen door mr. L.M.G. de Weerd, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. N.M.H. van Ek en mr. L.M. Rödel, (kinder)rechters, in tegenwoordigheid van mr. B. Matser, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 oktober 2024.

Bijlage: de tenlastelegging

Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:

Ten aanzien van parketnummer 16.259453.23:

Feit 1

hij op of omstreeks 5 oktober 2023 te Utrecht (Griftpark) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld

[slachtoffer 5]
heeft gedwongen tot de afgifte van een paar Apple Airpods en/of een doosje, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die
[slachtoffer 5]
en/of een derde toebehoorde(n) door:

- met meerdere personen om die

[slachtoffer 5]
heen te gaan staan,

- aan die

[slachtoffer 5]
te vragen: "Heb je Airpods?" en/of "Als we in je zakken voelen heb je dan nog steeds geen Airpods?",

- met zijn handen richting de broekzak van die

[slachtoffer 5]
te gaan,

- een tasje voor het hoofd van die

[slachtoffer 5]
te houden en daaruit gedeeltelijk een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te pakken,

- tegen die

[slachtoffer 5]
te zeggen: "als ik deze op je hoofd zet dan..." en/of

- dreigend met zijn bovenlichaam naar voren te buigen richting die

[slachtoffer 5]
;

Feit 2

hij op of omstreeks 5 oktober 2023 te Utrecht (Griftpark) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een horloge, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan

[slachtoffer 5]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die
[slachtoffer 5]
, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door

- die

[slachtoffer 5]
stevig vast te pakken bij beide bovenarmen,

- die

[slachtoffer 5]
tegen een heg aan te duwen,

- tegen die

[slachtoffer 5]
te zeggen: "We willen ook je horloge" en/of

- een horloge van de pols van die

[slachtoffer 5]
af te halen en/of

een tasje met inhoud, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan

[slachtoffer 6]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die
[slachtoffer 6]
, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door

- vóór die

[slachtoffer 6]
te gaan staan, zijn heuptas van zijn rug naar zijn buik te draaien, deze heuptas open te maken en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, gedeeltelijk uit deze heuptas te halen en/of

- een tasje van die

[slachtoffer 6]
over zijn hoofd te doen en/of dit tasje weg te nemen;

Feit 3

hij op of omstreeks 5 oktober 2023 te Utrecht (Wilhelminapark) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld

[slachtoffer 1]
en/of
[slachtoffer 2]
en/of
[slachtoffer 3]
heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een iPhone X en/of een iPhone 11 en/of een identeitskaart en/of een rugzak met inhoud (headset, huissleutels, een of meerdere pasjes, een bankpas en/of een brillenkoker), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die
[slachtoffer 1]
en/of
[slachtoffer 2]
en/of
[slachtoffer 3]
en/of een derde toebehoorde(n) door:

- die

[slachtoffer 3]
te duwen en/of beet te pakken

- een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, op het hoofd van die

[slachtoffer 3]
te richten

- ( daarbij) te zeggen dat die

[slachtoffer 1]
en/of die
[slachtoffer 2]
en/of die
[slachtoffer 3]
hun spullen moesten afstaan en/of daarbij aan de zakken te voelen;

Feit 4

hij in of omstreeks de periode van 05 oktober 2023 tot en met 06 oktober 2023 te Utrecht (Maarschalkerweerdpad) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om

met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld

[slachtoffer 7]
te dwingen tot de afgifte van zijn tas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die
[slachtoffer 7]
en/of een derde toebehoorde(n) die
[slachtoffer 7]
:

- de weg heeft/hebben versperd,

- van de fiets heeft geduwd, waardoor die

[slachtoffer 7]
op de grond is gevallen,

- meermalen op/tegen zijn heup, schouder, kaak en/of rug, althans het lichaam, heeft/hebben geschopt,

- een mes heeft getoond en/of de punt van het mes op die

[slachtoffer 7]
gericht heeft en/of

- ( daarbij) heeft/hebben gezegd 'geef je tas!', terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

Feit 5

hij in of omstreeks de periode van 05 oktober 2023 t/m 06 oktober 2023 te Utrecht

(Maarschalkerweerdpad) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een fiets, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan

[slachtoffer 7]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

Ten aanzien van parketnummer 16.219513.23:

hij op of omstreeks 26 augustus 2023 te Utrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld

[slachtoffer 4]
heeft gedwongen tot de afgifte van een scooter en/of een helm, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die
[slachtoffer 4]
en/of een derde toebehoorde(n) door die
[slachtoffer 4]
- met zijn scooter te laten stoppen en/of (vervolgens) te voorkomen dat hij weg kon rijden en/of- te zeggen dat hij zijn helm, de sleutels van zijn scooter en/of zijn scooter te geven en/of- het bandje van zijn helm los te maken, de helm van zijn hoofd te pakken en/of met de helm weg te lopen en/of- dreigend de woorden toe te voegen 'ik zou alles maar geven want anders gebeuren er dingen die je niet wil' en/of 'als je om hulp gaat vragen sla ik je kankerdood' en/of- (vervolgens) de sleutels van de scooter te pakken en/of met de scooter weg te rijden.

Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of

ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij

de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van 8 oktober 2023, genummerd 202310061346.10687.VGL, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 412, tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe

bevoegde opsporingsambtenaren.

Pagina 85-88.

Pagina 104-107.

Pagina 111-114.

Pagina 154.

Pagina 7.

Pagina 9.

Pagina 125-127.

Pagina 130-132.

Pagina 139-141.

Pagina 169-171.

Het proces-verbaal ter terechtzitting van 27 september 2023, inhoudende de verklaring van verdachte.

Pagina 306-309.

Pagina 6.

Zie ook

Oozo.nl
Weten wat er in jouw buurt of straat gebeurt?
FaillissementsDossier.nl
Alle faillissementen en surseances in Nederland
FaillissementsDossier.be
Alle faillissementen en opschortingen in België
ProcedureCollective.fr
Alle faillissementen in Frankrijk
DatIsSlimBedacht.nl
Tips - Ideeën - Slimmigheden
  • Uitspraken.nl is een produkt van Binq Media B.V. - Mart Smeetslaan 1, 1217 ZE Hilversum - Kvk nummer 54506158