Rechtbank Midden-Nederland, eerste aanleg - meervoudig strafrecht overig

ECLI:NL:RBMNE:2025:6137

Op 14 November 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een eerste aanleg - meervoudig procedure behandeld op het gebied van strafrecht overig, wat onderdeel is van het strafrecht. Het zaaknummer is 16/142507-24, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBMNE:2025:6137. De plaats van zitting was Utrecht.

Soort procedure:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
16/142507-24
Datum uitspraak:
14 November 2025
Datum publicatie:
14 November 2025

Indicatie

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een groot aantal zedenfeiten gedurende een periode van ongeveer acht jaar en met elf verschillende slachtoffers. De verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar met aftrek, waarvan zes maanden voorwaardelijk en met een proeftijd van 10 jaar. Beroepsverbod voor de duur van acht jaar ten aanzien van beroepen waarin de verdachte zorg en/of verantwoordelijkheid draagt voor minderjarigen. Daarnaast wordt een vrijheidsbeperkende maatregel ex 38v Sr en een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38z Sr opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht

Zittingsplaats: Utrecht

Parketnummer: 16/142507-24

Tegenspraak

Vonnis van de meervoudige kamer van 14 november 2025 in de strafzaak van:

[verdachte] ,

geboren op [1964] in [geboorteplaats] ,

ingeschreven op het adres: [adres] , [postcode] in [plaats 1] ,

hierna: de verdachte.

1
Zitting

De strafzaak van de verdachte is inhoudelijk behandeld op de zitting van 31 oktober 2025. Met instemming van partijen is het onderzoek (enkelvoudig) gesloten op 14 november 2025.

Op de zitting waren aanwezig:

de verdachte;

de advocaat van de verdachte: mr. D. Duijvelshoff;

de officier van justitie: mr. M.M. Rademaker;

de benadeelde partijen en/of slachtoffers: [slachtoffer 3] , [slachtoffer 1] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 9] ;

namens benadeelde partijen [slachtoffer 5] en [slachtoffer 11] , hun ouders;

de advocaat van de benadeelde partijen/slachtoffers: mr. P. van der Geest;

[A] , reclasseringswerker.

2
Tenlastelegging

De officier van justitie beschuldigt de verdachte ervan dat hij, samengevat:

feit 1

in de periode van 23 oktober 2016 tot en met 14 mei 2024 in [plaats 1] kinderporno van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] heeft vervaardigd en van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;

feit 2

op 28 maart 2024 in [plaats 1] , terwijl de verdachte werkzaam was als muziekdocent, ontuchtige handelingen heeft gepleegd met de aan zijn opleiding toevertrouwde minderjarigen [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] ;

feit 3

op 24 januari 2020 in [plaats 2] [slachtoffer 9] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen;

feit 4

in de periode van 20 maart 2016 tot en met 20 maart 2022 in [plaats 1] ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer 1] , die toen nog geen zestien jaar oud was;

feit 5

in de periode van 11 oktober 2015 tot en met 11 oktober 2016 in [plaats 1] ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer 10] , die toen nog geen zestien jaar oud was;

feit 6

in de periode van 11 november 2015 tot en met 11 november 2016 in [plaats 1] ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer 3] , die toen nog geen zestien jaar oud was;

feit 7

in de periode van 30 juni 2018 tot en met 14 mei 2024 in [plaats 1] ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer 6] , die toen nog geen zestien jaar oud was;

feit 8

in de periode van 14 januari 2022 tot en met 14 mei 2024 in [plaats 1] ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer 5] , die toen nog geen zestien jaar oud was;

feit 9

in de periode van 14 januari 2022 tot en met 14 mei 2024 in [plaats 1] ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer 4] , die toen nog geen zestien jaar oud was;

feit 10

op 22 augustus 2022 in [plaats 1] ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer 11] , die toen nog geen zestien jaar oud was;

feit 11

in de periode van 28 mei 2022 tot en met 28 mei 2023 in [plaats 1] ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer 2] , die toen nog geen zestien jaar oud was;

feit 12

op 14 mei 2024 in [plaats 1] kinderporno in zijn bezit heeft gehad.

De volledige tekst van de beschuldiging staat in de bijlage bij dit vonnis.

3
Bewijs
3.1.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat alle feiten wettig en overtuigend te bewijzen zijn.

De standpunten van de officier van justitie worden – voor zover van belang voor de beoordeling – besproken in paragraaf 3.3.

3.2.

Standpunt van de verdediging

De advocaat van de verdachte verzoekt de rechtbank om de verdachte vrij te spreken van feit 12. De advocaat van de verdachte voert verschillende verweren over het bewijs. Deze worden - voor zover van belang voor de beoordeling - hierna besproken onder paragraaf 3.3.

Ten aanzien van de overige feiten (feit 1 tot en met 11) voert de advocaat van de verdachte geen verweer over het bewijs en refereert zich wat betreft de bewezenverklaring aan het oordeel van de rechtbank.

3.3.

Oordeel van de rechtbank

3.3.1.

Vrijspraak feit 12 (bezit kinderporno)

De rechtbank oordeelt dat feit 12 (het bezit van kinderporno dat niet door de verdachte zelf is vervaardigd) niet is bewezen en zal de verdachte daarvan vrijspreken. De rechtbank legt hierna uit waarom.

De rechtbank stelt vast dat er op diverse gegevensdragers van de verdachte zes kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen die niet door de verdachte zelf zijn vervaardigd (foto 41 tot en met 46). De verdachte heeft verklaard dat hij zich niet bewust was van de aanwezigheid van deze kinderporno op zijn computer en stelt dat de kinderporno bijvangst moet zijn geweest door het downloaden of bekijken van legale porno.

Om tot een bewezenverklaring van het bezit van kinderporno te komen, is, behalve het aantreffen van de kinderporno, van belang te kunnen vaststellen of de verdachte opzet, al dan niet in voorwaardelijke zin, op het verwerven en/of bezit daarvan had. Voor het in bezit hebben van de kinderpornografische foto’s is vereist dat de verdachte hierover heeft kunnen beschikken.

Uit het dossier volgt dat drie van de zes kinderpornografische afbeeldingen (foto 41, 42 en 46) zich bevonden in de ‘cache’ van de telefoon. Voor bestanden die in de cache worden aangetroffen geldt dat deze in beginsel niet zonder specifieke kennis of zonder gebruikmaking van speciale software, in elk geval niet eenvoudig, toegankelijk zijn. Uit het dossier volgt ook dat deze foto’s niet benaderbaar waren voor de verdachte. Ten aanzien van deze afbeeldingen is dan ook niet bewezen dat de verdachte deze in zijn bezit heeft gehad.

De overige drie kinderpornografische foto’s (43, 44 en 45) waren wel benaderbaar voor de verdachte. Gelet op de verklaring van de verdachte, de bestandspads en -namen, en het relatief geringe aantal aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen (op het totale aantal van 2.256.855 aangetroffen afbeeldingen op alle gegevensdragers van de verdachte), kan de rechtbank niet uitsluiten dat deze drie afbeeldingen zijn meegekomen als ‘bijvangst’. Dat maakt dat niet met een voor bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de verdachte bewust kinderporno in zijn bezit heeft gehad. Ander bewijs dat de verdachte wist of moet hebben geweten van de aanwezigheid van deze afbeeldingen heeft de rechtbank niet aangetroffen. Daarbij heeft de rechtbank ook betrokken dat uit het onderzoek naar de gegevensdragers van verdachte niet is gebleken dat de verdachte actief heeft gezocht naar kinderpornografisch materiaal. De verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het onder 12 ten laste gelegde feit.

3.3.2.

Bewezenverklaring feit 1 tot en met 11

De rechtbank oordeelt dat feit 1 (vervaardigen en bezit van kinderporno), feit 2 (ontucht met [slachtoffer 8 (voornaam)] en [slachtoffer 7 (voornaam)] ), feit 3 (aanranding [slachtoffer 9 (voornaam)] ), feit 4 (ontucht met [slachtoffer 1 (voornaam)] ), feit 5 (ontucht met [slachtoffer 10 (voornaam)] ), feit 6 (ontucht met [slachtoffer 3 (voornaam)] ), feit 7 (ontucht met [slachtoffer 6 (voornaam)] ), feit 8 (ontucht met [slachtoffer 5 (voornaam)] ), feit 9 (ontucht met [slachtoffer 4 (voornaam)] ), feit 10 (ontucht met [slachtoffer 11 (voornaam)] ) en feit 11 (ontucht met [slachtoffer 2 (voornaam)] ) zijn bewezen. De rechtbank baseert dit oordeel op de volgende bewijsmiddelen: (Voetnoot 1)

3.3.2.1. Ten aanzien van feit 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8 en 9

De verdachte bekent dat hij de feiten 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 heeft gepleegd, zoals deze hieronder bewezen zijn verklaard. Door hem of namens hem is ook niet om vrijspraak van die feiten gevraagd. In die situatie hoeft de rechtbank niet de inhoud van de bewijsmiddelen op te schrijven. De rechtbank noemt ten aanzien van deze feiten daarom alleen de bewijsmiddelen waarop zij haar oordeel baseert:

feit 1 (vervaardigen en bezit van kinderporno)

de (bekennende) verklaring van de verdachte op de zitting van 31 oktober 2025;

een proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal, inclusief bijlage I met het overzicht van het aantal kinderpornografische foto’s en video’s per gegevensdrager en bijlage II Collectiescan aangetroffen kinderpornografisch materiaal|; (Voetnoot 2)

feit 2 (ontucht met [slachtoffer 8 (voornaam)] en [slachtoffer 7 (voornaam)] )

de (bekennende) verklaring van de verdachte op de zitting van 31 oktober 2025;

een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] op 9 april 2024; (Voetnoot 3)

- een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] op 10 april 2024;  (Voetnoot 4)

feit 4, feit 5 en feit 6 (ontucht met [slachtoffer 1 (voornaam)] , [slachtoffer 10 (voornaam)] en [slachtoffer 3 (voornaam)] )

de (bekennende) verklaring van de verdachte op de zitting van 31 oktober 2025;

een proces-verbaal van beoordelen beeldmateriaal, inhoudende het aantreffen van kinderpornografische filmpjes van [slachtoffer 1 (voornaam)] en [slachtoffer 10](Voetnoot 5)

- een proces-verbaal van aantreffen kinderpornografische video van [slachtoffer 3 (voornaam)] en [slachtoffer 1](Voetnoot 6)

- een proces-verbaal van studioverhoor met [slachtoffer 1] op 25 februari 2025; (Voetnoot 7)

- een proces-verbaal van studioverhoor met [slachtoffer 10] op 25 februari 2025; (Voetnoot 8)

- een proces-verbaal van studioverhoor met [slachtoffer 3] op 25 februari 2025; (Voetnoot 9)

feit 7 (ontucht met [slachtoffer 6 (voornaam)] )

de (bekennende) verklaring van de verdachte op de zitting van 31 oktober 2025;

een proces-verbaal van aangifte door [B] namens [slachtoffer 6 (voornaam)] op 10 december 2024; (Voetnoot 10)

- een proces-verbaal van studioverhoor [slachtoffer 6 (voornaam)] op 12 februari 2025; (Voetnoot 11)

- een proces-verbaal van aantreffen kinderporno van [slachtoffer 6 (voornaam)](Voetnoot 12)

feit 8 (ontucht met [slachtoffer 5 (voornaam)] )

de (bekennende) verklaring van de verdachte op de zitting van 31 oktober 2025;

een proces-verbaal van studioverhoor met [slachtoffer 5 (voornaam)] op 24 februari 2025; (Voetnoot 13)

- een proces-verbaal van beoordelen beeldmateriaal, inhoudende het aantreffen van kinderpornografische beelden van [slachtoffer 5 (voornaam)](Voetnoot 14)

feit 9 (ontucht met [slachtoffer 4 (voornaam)] )

de (bekennende) verklaring van de verdachte op de zitting van 31 oktober 2025;

een proces-verbaal van aangifte door [C] namens [slachtoffer 4 (voornaam)] op 3 december 2024; (Voetnoot 15)

- een proces-verbaal van beoordelen beeldmateriaal, inhoudende het aantreffen van kinderpornografische beelden van [slachtoffer 4 (voornaam)](Voetnoot 16)

3.3.2.2. Ten aanzien van feit 3 (aanranding van [slachtoffer 9 (voornaam)] )

Bewijsmiddelen

Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

Pleegdatum: 24 januari 2020.

Plaats delict: [plaats 2](Voetnoot 17)

V: Tegen wie doe je aangifte?

A: [verdachte (voornaam)] . Volgens mij was het meneer [verdachte] . Hij gaf het vak muziek.

V: Waar is het gebeurd?

A: In school, in het muzieklokaal. (Voetnoot 18)

Aan het einde van de avond waren [D] , [verdachte (voornaam)] (de rechtbank begrijpt: de verdachte) en ik in het muzieklokaal en speelden we SingStar, een soort karaoke waarmee je punten kon verdienen met liedjes zingen. Na ieder liedje werd het steeds iets handtastelijker. Na ieder liedje raakte hij mijn schouders aan. Het ging steeds verder naar beneden met zijn handen. Van mijn schouders, naar mijn heupen, naar mijn billen. Het ging met twee handen van mijn heupen naar mijn billen. (Voetnoot 19)

Toen geleidelijk omhoog naar mijn borsten toe. Tegen het einde pakte hij mij bij mijn borsten. Hij had ze vol vast.  (Voetnoot 20)

Het was gedurende een paar liedjes. Ik was mij daar niet eens zo zeer bewust van. Tot hij op privéplekken kwam. Daar schrok ik heel erg van. (Voetnoot 21)

V: Hoe stond [verdachte (voornaam)] achter jou toen hij jouw borsten vasthield?

A: Hij had zijn armen onder mijn armen langs. (Voetnoot 22)

Een proces-verbaal van de verklaring van getuige [D] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

[D] verklaarde dat verdachte [verdachte] [slachtoffer 9 (voornaam)] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 9] ) in haar zij werd aangeraakt en dat hij haar steeds verder hoger vastpakte. Op mijn vraag waar dit eindigde, verklaarde [D (voornaam)] , dit was ter hoogte van de borst/BH-band van [slachtoffer 9 (voornaam)](Voetnoot 23)

de verklaring van de verdachte op de zitting van 31 oktober 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

U, voorzitter, vraagt mij of ik [slachtoffer 9 (voornaam)] heb aangerand op 24 januari 2020. Ik heb haar aangeraakt bij haar schouders.

Bewijsoverweging

De rechtbank oordeelt dat feit 3, op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen, wettig en overtuigend is bewezen.

Uit de wetsgeschiedenis volgt dat een ontuchtige handeling als bedoeld in artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht (oud) een handeling is van seksuele aard die in strijd is met de sociaal-ethische norm. De beoordeling of een handeling als zodanig kan worden gekwalificeerd, is volgens vaste rechtspraak afhankelijk van de aard van de gedraging en de omstandigheden van het geval. Verder zijn van belang de onderlinge verhouding tussen de betrokkenen en de context waarin de handeling zich heeft voltrokken. Ook de wijze van aanraking en het lichaamsdeel dat is aangeraakt spelen hierbij een rol.

Hoewel de verdachte heeft verklaard dat hij aangeefster wel heeft aangeraakt bij haar schouders maar niet aan haar billen en/of borsten heeft gezeten, vindt de rechtbank de verklaring van aangeefster geloofwaardig en betrouwbaar. Haar verklaring wordt ondersteund door de getuigenverklaring van [D] en deels door de verklaring van de verdachte zelf. Daarnaast wordt de rechtbank gesterkt in haar oordeel doordat aangeefster heeft verklaard over een specifieke manier waarop de verdachte haar borsten vastpakte – van achteren, met zijn armen onder haar armen door –, een handelwijze die overeenkomt met het gedrag van de verdachte bij aangeefsters [slachtoffer 3] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 4] .

Naar het oordeel van de rechtbank is het onder voornoemde omstandigheden door de verdachte onverhoeds de billen aanraken en het vastpakken van de borsten aan te merken als seksueel getinte aanrakingen die in strijd zijn met de sociaal-ethische norm. De rechtbank neemt daarbij in het bijzonder in aanmerking dat het slachtoffer een oud-leerling van de verdachte was, dat de gedragingen plaatsvonden in het lokaal van de verdachte en dat de aanrakingen onverhoeds plaatsvonden, namelijk op het moment dat het slachtoffer liedjes aan het zingen was in het kader van het spel SingStar. Naar het oordeel van de rechtbank wordt in de maatschappij in het algemeen gevoeld dat dergelijke handelingen – het onverhoeds aanraken van de billen en vastpakken van de borsten van een oud-leerling – handelingen van seksuele aard zijn die in strijd zijn met de sociaal-ethische norm.

3.3.2.3. Ten aanzien van feit 10 (ontucht met [slachtoffer 11 (voornaam)] )

Bewijsmiddelen

Een proces-verbaal van studioverhoor met [slachtoffer 11] op 12 februari 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

[slachtoffer 11] .

Geboren: [2012](Voetnoot 24)

V: Heb je enig idee waar dit over gaat?A: Ja, over dat ik toen naar het zwembad toe was gegaan met een vriendin van mij en [verdachte (voornaam)] (de rechtbank begrijpt: de verdachte). Op een gegeven moment wilde hij een filmpje maken, een soort spookfilmpje. Toen ging hij naar pashokjes en daar zei hij dan moeten jullie je ogen dicht doen. En toen was het zo dat hij een stukje van mijn topje naar beneden trok. (Voetnoot 25)

’s Avonds zat ik er nog een beetje mee. Dus toen had ik het opgeschreven. (Voetnoot 26)

V: Wat droeg jij?

A: Volgens mij gewoon een bikini. (Voetnoot 27)

Ik weet zelf ook niet helemaal precies hoe het nou is gegaan, omdat het gewoon heel snel gebeurde, ik weet niet meer precies of nou of hoog of omlaag was gedaan. (Voetnoot 28)

Een proces-verbaal van de verklaring van [F] (de moeder van [slachtoffer 11 (voornaam)] ) op 24 april 2024, inclusief bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

Mijn dochter is op een dag gaan zwemmen met [verdachte (voornaam)](Voetnoot 29)

Ik vroeg of het zwemmen leuk was, [slachtoffer 11 (voornaam)] zei van wel. Ik zei tegen haar: “Als er wat is, zeg je het dan?” “Ja” zei ze. Even later kwam ze haar bed uit, helemaal overstuur. Ze gaf mij een briefje:

“Ik bedacht me onder de douche, wat hij voor iets raars had gedaan. Hij had namelijk toen ik moest doen alsof ik dood was, schoof hij mijn topje omhoog. Ik vond/vind dat te eng om dat te zeggen, want ik dacht dat ik dan niet meer een keer mee mocht zwemmen”(Voetnoot 30)

De verklaring van de verdachte op de zitting van 31 oktober 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

Wij gingen zwemmen en op een gegeven moment gingen zij ‘dood’ spelen en heb ik haar (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 11]) weggeduwd en kwam ik tegen haar topje aan. Deze is toen iets omhoog geschoten.

Bewijsoverweging

Op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen oordeelt de rechtbank dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte ontuchtige handelingen heeft gepleegd door het bikinitopje van [slachtoffer 11 (voornaam)] omhoog te trekken. De verklaring van de verdachte, inhoudende dat hij dit niet opzettelijk heeft gedaan maar haar wegduwde, schuift de rechtbank als niet aannemelijk terzijde omdat deze verklaring wordt weerlegd door de bewijsmiddelen. Bovendien komt de door [slachtoffer 11 (voornaam)] geschetste – en door de verdachte bevestigde - context, waarin de verdachte eerst een setting creëerde waarbij zij moesten doen alsof zij dood waren, overeen met de handelwijze van de verdachte bij andere aangeefsters, die hij eveneens liet spelen dat zij dood waren en hen vervolgens aanraakte.

3.3.2.4. Ten aanzien van feit 11 (ontucht met [slachtoffer 2 (voornaam)] )

Bewijsmiddelen

Een proces-verbaal van de aangifte van [slachtoffer 2 (voornaam)] op 27 mei 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

Naam: [slachtoffer 2] .

Geboren: [2011](Voetnoot 31)

A: [verdachte (voornaam)] (de rechtbank begrijpt: de verdachte) heeft mij aangerand. Ik was 11 of 12 jaar.

V: Waar is het gebeurd?

A: Bij [verdachte (voornaam)] thuis. Ik kwam bij hem thuis via [slachtoffer 5 (voornaam)] . Wij moesten omkleden in van die latex pakjes. Ik moest voor dood spelen. Elke keer tong naar buiten ogen open. Met een neppistool ging hij op mij richten en hij ging dat filmen en mij overal aanraken. (Voetnoot 32)

Dat herhaalde hij steeds. Hij raakte ons aan bij onze borsten.

V: Dat overal aanraken, wat is overal?

A: volgens mij deed hij vooral borsten en naar beneden bij onze kut en ook billen. (Voetnoot 33)

Een proces-verbaal van de verklaring van [slachtoffer 5 (voornaam)] op 24 februari 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

V: Was er iemand bij toen je op de bank zat en [verdachte (voornaam)] je aanraakte?

A: Heel soms [slachtoffer 2 (voornaam)] (fon). (Voetnoot 34)

Een proces-verbaal van aangifte door [E] (moeder van [slachtoffer 5] ) op 10 december 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

V: Op welke wijze is jou te horen gekomen dat ze (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 5] en [slachtoffer 2] ) betast zijn?

A: Ik heb het gehoord van de moeder van [slachtoffer 2 (voornaam)] dat ze betast zijn. [slachtoffer 2 (voornaam)] heeft het aan haar moeder verteld. (Voetnoot 35)

Bewijsoverweging

Op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen oordeelt de rechtbank dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte ontuchtige handelingen heeft gepleegd bij [slachtoffer 2 (voornaam)] door haar te betasten. De gedetailleerde verklaring van [slachtoffer 2 (voornaam)] wordt ondersteund door de verklaring van [slachtoffer 5 (voornaam)] die bevestigt dat zij samen met [slachtoffer 2 (voornaam)] bij de verdachte is geweest. Daarnaast verklaart de moeder van [slachtoffer 5 (voornaam)] dat zij van de moeder van [slachtoffer 2 (voornaam)] heeft gehoord dat [slachtoffer 2 (voornaam)] gezegd heeft dat zij is betast door de verdachte. Hoewel er geen direct steunbewijs is voor de ontuchtige handelingen zelf, en de verklaring van de moeder van [slachtoffer 5 (voornaam)] een verklaring ‘van horen zeggen’ is, komt de rechtbank tot een bewezenverklaring en maakt daarbij gebruik van schakelbewijs.

Met betrekking tot de modus operandi en het gebruik van schakelbewijs in het algemeen overweegt de rechtbank als volgt. Van schakelbewijs is sprake wanneer de rechter het bewijs van het tenlastegelegde strafbare feit mede aanneemt op grond van specifieke en kenmerkende gelijkenissen met een ander, soortgelijk strafbaar feit. De rechtbank stelt voorop dat schakelbewijs kan worden toegepast indien de wijze waarop de verschillende feiten zijn begaan, op essentiële punten overeenkomt met een al bewezen verklaard feit.

De rechtbank stelt vast dat de verklaring van [slachtoffer 2 (voornaam)] op belangrijke essentiële punten, namelijk wat betreft de handelingen en werkwijze (modus operandi) van de verdachte, overeenkomt met de werkwijze van de verdachte bij andere bewezenverklaarde feiten in deze zaak en welke de verdachte ook heeft bekend. Dit gaat onder andere om de feiten 2, 4 en 5. De modus operandi bestaat eruit dat de verdachte de slachtoffers latex pakjes aan liet trekken en/of spelletjes liet spelen waarbij zij moesten doen alsof zij dood gingen door een nepwapen van de verdachte, waarna de verdachte de slachtoffers heeft betast. Dit speelde zich (voornamelijk) thuis af bij de verdachte en de verdachte maakte hier filmopnamen van. De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat de bewijsmiddelen die ten grondslag liggen aan feit 2, 4 en 5 als schakelbewijs kunnen dienen voor feit 11, nu er sprake is van een herkenbare en specifieke modus operandi die voldoende uniek en onderscheidend voor het gedrag van de verdachte is en de werkwijze van de verdachte bij deze feiten sterk overeenkomt. De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van feit 11.

3.4.

Bewezenverklaring

De rechtbank verklaart bewezen dat de verdachte:

Feit 1

in de periode van 23 oktober 2016 tot en met 14 mei 2024 te [plaats 1] , meermalen, afbeeldingen, te weten foto’s en video’s en/of films - en gegevensdragers, - te weten Apple iPhone 14 Pro met goednummer 3343881 en BeQuiet desktop met goednummer 3344304 en Apple Ipad met goednummer 3343914 en Coolermaster desktop met goednummer 3343938 en/of Apple Iphone 5 met goednummer 3344360 en Iphone 6 met goednummer 3344383 en HDD WD2 TB met goednummer 3344390 en HDD 2TB met goednummer 3344395 bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [2008] )(ZD03), [slachtoffer 10] , (geboren op [2010] )(ZD04), [slachtoffer 4] (geboren op [2013] )(ZD05), [slachtoffer 5] (geboren op [2012] )(ZD06), [slachtoffer 6] (geboren [2008] ), [slachtoffer 3] (geboren op [2005] ) en andere personen zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad en welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit: het met de hand(en)/vingers betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een of meer personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt (Bijlage II collectiescan, p. 185 tot en met 188) en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;

Feit 2

als muziekdocent op 28 maart 2024 te [plaats 1] , ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding en waakzaamheid toevertrouwde minderjarigen,

- [slachtoffer 7] (geboren op [2008] ), en

- [slachtoffer 8] (geboren op [2008] ),

door

- die [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] op te dragen latexpakken aan te trekken en

- vervolgens aan die [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] op te dragen om hoge laarzen met hakken aan te trekken en

- die [slachtoffer 7] meerdere malen, althans eenmaal, bij haar heupen en buik en rug en schouder en bovenbeen te betasten en aan te raken en

- die [slachtoffer 8] meerdere malen bij haar heupen en buik en rug en schouder en bovenbeen en billen te betasten en aan te raken en

- - die [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] op te dragen om op bed te gaan liggen en

- die [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] te bevelen te spelen alsof zij dood waren met hun tong uit de mond nadat hij hen met een nepwapen had neergeschoten en

- alle bovengenoemde handelingen te filmen;

Feit 3

op 24 januari 2020 te [plaats 2] , door een andere feitelijkheid, te weten het onverhoeds aanraken, [slachtoffer 9] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten

- de billen van die [slachtoffer 9] aan te raken en/of te betasten en

- de borsten van die [slachtoffer 9] aan te raken en/of te betasten en/of vast te pakken;

Feit 4

in de periode 20 maart 2016 tot en met 20 maart 2022 te [plaats 1] met [slachtoffer 1] (geboren op [2008] )(ZD03), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (telkens)

- die [slachtoffer 1] (meermalen) neer te steken met een (nep)mes en haar op te dragen heftig heen en weer te bewegen met haar lichaam en vervolgens haar tong uit te laten steken en stil te laten liggen als zijnde zij dood is en

- die [slachtoffer 1] (meermalen) heeft aangeraakt/betast bij haar buik en/of borsten en/of arm;

Feit 5

in de periode 11 oktober 2015 tot en met 11 oktober 2022 te [plaats 1] , met [slachtoffer 10] , (geboren op [2010] )(ZD04) die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (telkens)

- die [slachtoffer 10] op te dragen te doen alsof zij op de bank valt en haar op te dragen heftig heen en weer te bewegen met haar lichaam en vervolgens haar tong uit te laten steken en stil te laten liggen als zijnde zij dood is en

- - die [slachtoffer 10] (meermalen) heeft aangeraakt/betast bij haar borst en vagina;

Feit 6

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 11 november 2015 tot en met 11 november 2016 te [plaats 1] , althans in Nederland, met

- [slachtoffer 3] , geboren op [2005] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (telkens)

- - die [slachtoffer 3] (meermalen) heeft betast/aangeraakt/gegrepen bij haar borsten;

Feit 7

in de periode van 30 juni 2018 tot en met 14 mei 2024 te [plaats 1] , met [slachtoffer 6] , geboren op [2008] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (telkens)

- die [slachtoffer 6] (meermalen) heeft aangeraakt bij haar borsten en/of haar vagina en

- die [slachtoffer 6] (meermalen) onder haar bovenkleding bij haar borsten, heeft aangeraakt;

Feit 8

in de periode van 14 januari 2022 tot en met 14 mei 2024 te [plaats 1] , met [slachtoffer 5] (ZD06), geboren op [2012] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (telkens)

- die [slachtoffer 5] op zijn, verdachtes, schoot heeft getrokken en

- die [slachtoffer 5] heeft aangeraakt/betast bij haar vagina en haar billen;

Feit 9

in de periode van 14 januari 2022 tot en met 30 november 2023 te [plaats 1] , met [slachtoffer 4] (ZD05), geboren op [2013] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (telkens)

- die [slachtoffer 4] (meermalen) heeft beetgepakt van achter en

- die [slachtoffer 4] (meermalen) heeft opgetild en

- die [slachtoffer 4] (meermalen) heeft betast/vastgepakt bij haar borsten en

- die [slachtoffer 4] (meermalen) heeft betast/aangeraakt onder haar trui en

- die [slachtoffer 4] (meermalen) heeft betast/vastgepakt bij haar vagina en (meermalen) kloppende bewegingen op haar vagina heeft gemaakt en

- die [slachtoffer 4] (meermalen) boven op zijn, verdachtes, lichaam heeft getrokken zodat zij op hem lag en

- die [slachtoffer 4] (meermalen) heeft betast/aangeraakt/vastgepakt bij haar billen;

Feit 10

op 25 augustus 2022 te [plaats 1] , met [slachtoffer 11] , geboren op [2012] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten

- het bikinitopje van die [slachtoffer 11] omhoog heeft getrokken;

Feit 11

in de periode van 28 mei 2022 tot en met 28 mei 2023 te [plaats 1] , met [slachtoffer 2] , geboren op [2011] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (telkens)

- die [slachtoffer 2] (meermalen) heeft aangeraakt/betast bij haar borsten en

- het lichaam van die [slachtoffer 2] (meermalen) heeft aangeraakt/betast.

De rest van de tekst van de beschuldiging kan niet worden bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

De taal- en/of schrijffouten die in de tekst van de beschuldiging voorkomen zijn in de bewezenverklaring verbeterd. Dit benadeelt de verdachte niet.

De rechtbank heeft in feit 10 de pleegdatum verbeterd gelezen van 22 augustus 2022 naar 25 augustus 2025. Het is de rechtbank op zitting gebleken dat het voor alle betrokken partijen duidelijk is geweest dat het bij die beschuldiging gaat om het incident in het zwembad ten aanzien waarvan in het dossier geen andere datum is genoemd dan 25 augustus 2022. De rechtbank gaat daarom ervan uit dat bij het opstellen van de tenlastelegging een schrijffout is gemaakt. De verbeterde lezing benadeelt de verdachte niet.

4
Kwalificatie en strafbaarheid
4.1

Kwalificatie De bewezen feiten leveren de volgende strafbare feiten op:

feit 1

een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt;

feit 2

ontucht plegen met een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd;

feit 3

feitelijke aanranding van de eerbaarheid;

feit 10

met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen;

t.a.v. feit 4, feit 5, feit 6, feit 7, feit 8, feit 9 en feit 11:

met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd.

4.2

Strafbaarheid feiten en verdachte De feiten en de verdachte zijn strafbaar.

5
Straf en maatregelen
5.1.

Vordering van de officier van justitie

De officier van justitie eist dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, met aftrek van het voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van vijf jaar en met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. Zij verzoekt daarnaast de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis.

De officier van justitie eist verder dat aan de verdachte een contact- en locatieverbod als vrijheidsbeperkende maatregel voor de duur van vier jaar wordt opgelegd, te vervangen door één week hechtenis voor iedere keer dat de verdachte niet aan de maatregel voldoet.

De officier van justitie eist dat deze maatregel direct na de uitspraak ingaat.

Tot slot eist de officier van justitie dat aan de verdachte een beroepsverbod wordt opgelegd voor het zijn van leraar, voor de duur van acht jaar.

5.2.

Standpunt van de verdediging

De advocaat van de verdachte verzoekt om de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die gelijk is aan de duur van het voorarrest. Daarnaast kan aan de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd worden met bijzondere voorwaarden en eventueel ook nog een onvoorwaardelijke taakstraf.

De advocaat van de verdachte voert aan dat er weliswaar sprake is van veel feiten maar dat geen sprake is geweest van verstrekkende seksuele handelingen door de verdachte. Daarnaast voert de advocaat aan dat de verdachte in erbarmelijke omstandigheden in voorlopige hechtenis heeft gezeten, hij momenteel niet thuis bij zijn gezin in [plaats 1] woont, er sprake is van een gematigd recidivegevaar en de psychiater adviseert de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren.

5.3.

Oordeel van de rechtbank

Bij het bepalen van de straf en maatregelen houdt de rechtbank rekening met de ernst van de gepleegde feiten en de omstandigheden waaronder de verdachte deze feiten heeft gepleegd. Ook weegt de rechtbank het strafblad van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden mee.

Ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd

De verdachte heeft zich in deze zaak schuldig gemaakt aan een groot aantal zedenfeiten gedurende een periode van ongeveer acht jaar en met elf verschillende slachtoffers. Op één slachtoffer na, waren alle slachtoffers nog geen zestien jaar oud. De verdachte heeft zijn eigen seksuele behoeftes boven het belang van de slachtoffers gesteld en is daarbij volledig voorbijgegaan aan hun welzijn.

De verdachte was werkzaam als muziekdocent op een school en heeft vanuit zijn functie als leraar ontuchtige handelingen gepleegd met een oud-leerling ( [slachtoffer 9 (voornaam)] ) en twee minderjarige leerlingen ( [slachtoffer 8 (voornaam)] en [slachtoffer 7 (voornaam)] ).

[slachtoffer 9 (voornaam)] werd aangerand en betast door de verdachte op school, terwijl zij met een andere oud-leerling liedjes aan het zingen was in het muzieklokaal in het kader van het spel SingStar na afloop van een voorlichtingsavond. [slachtoffer 8 (voornaam)] en [slachtoffer 7 (voornaam)] werden door de verdachte bij hem thuis uitgenodigd in zijn muziekstudio om een videoclip van ABBA op te nemen in het kader van het muziekexamen. De verdachte had hen een hoger cijfer in het vooruitzicht gesteld. Eenmaal in zijn muziekstudio aangekomen moesten zij strakke latex pakjes aantrekken en laarzen met hoge hakken. Ook moesten zij spelen alsof zij dood gingen, nadat de verdachte hen met een nepwapen had ‘neergeschoten’. Terwijl [slachtoffer 7 (voornaam)] en [slachtoffer 8 (voornaam)] de videoclip opnamen, liedjes zongen en speelden dat ze doodgingen, betastte de verdachte hen op meerdere plekken over hun gehele lichaam. De verdachte filmde dit alles. Gelukkig zijn [slachtoffer 8 (voornaam)] en [slachtoffer 7 (voornaam)] het handelen van de verdachte vanaf een zeker moment ook gaan filmen, zonder dat de verdachte dat door had, waardoor het ontuchtige handelen van de verdachte aan het licht is gekomen. De melding van [slachtoffer 8 (voornaam)] en [slachtoffer 7 (voornaam)] is het begin geweest van deze strafzaak.

De verdachte heeft daarnaast ontuchtige handelingen gepleegd met buurmeisjes en andere vriendinnetjes van zijn zoontje. Deze ontuchtige handelingen vonden op soortgelijke wijze plaats. De meisjes werden door de verdachte betast tijdens opnames in de studio, tijdens spelletjes als de kieteldood of tijdens ‘moordspelletjes’ waarbij zij (soms in latexpakjes) werden neergeschoten of neergestoken met een nepwapen door de verdachte. De verdachte deed dit op zo een geraffineerde en planmatige wijze, dat de slachtoffers zelf vaak – ook vanwege hun jonge leeftijd – niet (helemaal) door hadden waar de verdachte mee bezig was en ook het ontuchtige karakter van zijn handelen niet zagen. Bovendien haalde de verdachte de slachtoffers over om mee te werken, door hen eten bij de MacDonalds , uitjes of andere beloningen in het vooruitzicht te stellen. Verdachte beroofde de slachtoffers op een gewiekste manier van hun onschuld. Uit het dossier volgt dat wanneer de slachtoffers signalen gaven dat zij het niet wilden, door bijvoorbeeld zijn hand weg te duwen van hun borst of van hun vagina, de verdachte daar geen boodschap aan had en zijn hand weer teruglegde en doorging met zijn ontuchtige handelingen.

De verdachte heeft een deel van de ontuchtige handelingen gefilmd. Deze beelden zijn op zijn gegevensdragers aangetroffen. Deze aangetroffen video’s en foto’s zijn gekwalificeerd als kinderporno. De verdachte heeft zich dus ook schuldig gemaakt aan het vervaardigen en bezitten van kinderporno.

Uit de slachtofferverklaringen die op de zitting zijn voorgelezen door of namens de slachtoffers blijkt wat de impact is geweest van het handelen van de verdachte. De verdachte heeft misbruik gemaakt van het vertrouwen dat de slachtoffers in hem mochten stellen als leraar en als volwassene. De feiten hebben niet alleen gevolgen voor de slachtoffers maar ook voor hun ouders. Het vertrouwen dat ook deze ouders in de verdachte als muziekdocent, als buurman en/of als vriend van de familie hadden gesteld, heeft hij ernstig beschaamd.

Hoewel de verdachte (groten)deels bekent en meerdere malen op zitting heeft gezegd dat hij ‘dom is geweest’ en ‘te ver is gegaan’, ziet de rechtbank daarin geen aanwijzing dat hij de volledige verantwoordelijkheid neemt voor wat hij de slachtoffers heeft aangedaan. Hij lijkt de daadwerkelijke impact van zijn handelen nog steeds niet in te zien. Op de zitting heeft de verdachte de bewezenverklaarde feiten zo nu en dan gebagatelliseerd en hij blijft tot op heden ontkennen dat er een seksueel motief achter zijn handelen zat. De rechtbank vindt deze verklaring niet alleen ongeloofwaardig, maar ook zorgelijk. Daarbij wijst de rechtbank in het bijzonder op de legale pornografie die op de gegevensdragers van de verdachte is aangetroffen, waarin vrouwen in latexkleding acteren dat ze sterven waarbij ze zich achterover laten vallen, het lichaam schokt en de tong uit de mond hangt. De verdachte heeft precies die pornografie nagespeeld met de minderjarige slachtoffers.

Als volwassene, en zeker ook als leraar en familievriend, had de verdachte de (minderjarige) slachtoffers juist moeten beschermen en veiligheid moeten bieden. In plaats daarvan heeft de verdachte het vertrouwen dat in hem werd gesteld in grove mate beschaamd. De rechtbank rekent dit alles de verdachte zwaar aan.

Persoonlijke omstandigheden van de verdachte

Het strafblad van de verdachte

Uit het strafblad van de verdachte van 2 juni 2025 blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. De rechtbank weegt het strafblad daarom niet in strafverzwarende zin mee.

De rechtbank weegt wel in strafverzwarende zin mee dat de verdachte meerdere malen door verschillende personen is gewaarschuwd vanwege vermeend grensoverschrijdend gedrag. In 2014 en 2018 zijn bij de school waar de verdachte werkte meldingen gemaakt van ongewenste aanrakingen, waarna een coachingstraject is gestart met als doel dat de verdachte zijn gedrag ten opzichte van leerlingen zou verbeteren en de grenzen beter zou bewaken. In 2020 meldde aangeefster [slachtoffer 9 (voornaam)] bij de school dat zij was betast (feit 3) en daarvoor kreeg de verdachte een officiële berisping. Er vond wederom een coachingstraject plaats vanuit school en er werden afspraken gemaakt, waaronder de afspraak dat de verdachte geen één-op-één contact zou hebben met leerlingen. De verdachte is daarnaast ook door ouders van slachtoffers gewezen op zijn gedrag. De verdachte ontkende de aantijgingen steeds stellig of maakte die kleiner.

De verdachte is dus meerdere keren expliciet gewezen op het grensoverschrijdende en strafbare karakter van zijn handelen, maar heeft zich daar niet door laten weerhouden. Sterker nog, de verdachte overtuigde juist de (terecht) bezorgde ouders dat er niets aan de hand was en zorgde er op die manier voor dat de kinderen bij hem thuis bleven komen en hij zijn strafbare gedrag kon voortzetten.

Het advies van de psycholoog en psychiater

Psycholoog [H] schrijft in haar rapportage van 21 maart 2025 dat de verdachte geen informatie over zichzelf wilde verschaffen en de neiging had om zijn eigen tekortkomingen te bagatelliseren. De psycholoog concludeerde dat hij geen psychische stoornis bij de verdachte kon vaststellen en adviseerde de verdachte de tenlastegelegde feiten volledig toe te rekenen. Daarbij merkte de psycholoog wel op dat niet viel uit te sluiten dat het beeld op het gebied van seksualiteit onvolledig was doordat de verdachte op dat vlak geen volledige openheid had gegeven en een sociaalwenselijke houding leek aan te nemen.

De officier van justitie heeft vervolgens bij het NIFP verzocht om een second opinion op het psychologisch rapport. Volgens de officier van justitie was het namelijk feitelijk onjuist dat de psycholoog onvoldoende informatie had over verdachte om een conclusie te trekken over de aanwezigheid van een (seksuele) stoornis.

De second opinion is gegeven door psychiater [I] . De psychiater heeft gerapporteerd in het psychiatrisch rapport van 14 augustus 2025. Daarin staat dat bij de verdachte sprake is van een parafiele stoornis met lichte beperkingen in de sociale afstemming en een tekortschietende impulsregulatie. Ook is het denken van de verdachte egocentrisch en heeft hij weinig empathie voor de aangeefsters. Verder zijn de zelfkritische en reflectieve vaardigheden van de verdachte beperkt en heeft hij de neiging tot een overwaardig zelfbeeld. Deze stoornis en beperkingen waren ook aanwezig bij de verdachte ten tijde van de tenlastegelegde feiten en beïnvloedde zijn gedragskeuzes en gedragingen. Door de psychiater wordt daarom geadviseerd om het tenlastegelegde in verminderde mate toe te rekenen.

Het risico op herhaling wordt op de lange termijn ingeschat als matig. Het betreft het risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag naar (kwetsbare) vrouwen in alle leeftijden, met name naar hen tot wie hij in een bepaalde machtspositie staat. De psychiater schrijft dat het belangrijk is dat er nadere diagnostiek wordt verricht naar de bovengenoemde beperkingen, zodat meer zicht ontstaat op het (seksuele) gevoelsleven en de sociale interactie van de verdachte. Geadviseerd wordt om aan de verdachte een voorwaardelijk strafdeel op te leggen met een maximale proeftijd. Als bijzondere voorwaarden wordt ambulante behandeling bij een forensische polikliniek zoals [instelling] geadviseerd en geen contact met minderjarigen of andere kwetsbare vrouwen. Dat laatste betekent dat hij niet werkt op scholen of anderszins lesgeeft aan minderjarigen, geen maneges bezoekt waar op dat moment kinderen zijn en het werk van zijn echtgenote niet mag bezoeken omdat daar minderjarigen zijn.

De rechtbank zal bij haar verdere beoordeling uitgaan van het advies van de psychiater.

Het reclasseringsadvies

De rechtbank heeft tot slot kennisgenomen van het reclasseringsadvies van 14 oktober 2025, opgemaakt door reclasseringswerker [A] (hierna: de reclasseringswerker). De reclasseringswerker schrijft dat het delictgedrag van de verdachte een planmatig karakter lijkt te hebben. De verdachte maakte gebruik van de kwetsbaarheid van de slachtoffers, waarbij het de schijn heeft dat hij zijn seksuele fantasieën uitleeft. De verdachte heeft zich er niet door laten weerhouden dat hij eerder door de schoolleiding is aangesproken op zijn grensoverschrijdende gedrag.

Het risico op herhaling wordt ingeschat als gemiddeld en de reclassering sluit zich aan bij de risicoanalyse van de psychiater.

De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden, te weten een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, een contactverbod met de slachtoffers, een dagbesteding, geen andere huisvesting zonder toestemming, vermijden van contact met minderjarigen en het vermijden van digitale omgevingen seksueel misbruik. Geadviseerd wordt om de maximale proeftijd op te leggen en deze voorwaarden en het toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.

De reclasseringswerker heeft op de zitting toegelicht dat de verdachte op de wachtlijst staat voor ambulante behandeling bij [instelling] dat die behandeling gericht zal zijn op de seksuele problematiek. De behandeling is volgens de reclasseringswerker ingewikkeld als de verdachte blijft ontkennen dat hij een seksueel probleem heeft.

Strafkader

Gelet op de ernst van de feiten, de gevolgen voor de slachtoffers en de straffen die doorgaans voor soortgelijke feiten worden opgelegd, is de rechtbank van oordeel dat een (langdurige) gevangenisstraf moet worden opgelegd.

Bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf weegt de rechtbank in strafverzwarende zin mee dat het strafbare handelen van de verdachte meerdere jaren heeft voortgeduurd en dat de verdachte is doorgegaan ondanks dat hij van meerdere kanten is gewaarschuwd.

In strafmatigende zin neemt de rechtbank het advies van de psychiater over, dat de strafbare feiten in (enigszins) verminderde mate aan de verdachte kunnen worden toegerekend.

De reclassering en de psychiater vinden het noodzakelijk dat de verdachte wordt behandeld om tot gedragsverandering te komen en daarmee ook het recidivegevaar te verlagen. De rechtbank ziet daarin aanleiding om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen, zodat daaraan onder andere de bijzondere voorwaarde van ambulante behandeling gekoppeld kan worden.

Gelet op dit alles legt de rechtbank aan de verdachte, conform de eis van de officier van justitie, een gevangenisstraf op van vier jaar, waarvan zes maanden voorwaardelijk. De rechtbank legt daarbij de bijzondere voorwaarden op zoals geadviseerd door de reclassering. De rechtbank zal geen locatieverbod voor de plaats [plaats 1] opleggen aan de verdachte, zoals is geëist door de officier van justitie. De verdachte is met zijn gezin geworteld in [plaats 1] en de rechtbank vindt het niet proportioneel als hij na het uitzitten van zijn straf niet bij zijn gezin kan wonen. Daarbij is het de rechtbank niet gebleken dat een locatieverbod voor dit omvangrijke gebied, náást een contactverbod met de slachtoffers, noodzakelijk is ter voorkoming van strafbare feiten.

De rechtbank legt daarbij een proeftijd op van 10 jaar. Die proeftijd is langer dan gebruikelijk. Dat acht de rechtbank noodzakelijk omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Daarbij wijst de rechtbank erop dat sprake is van een verhoogd recidivegevaar en dat de verdachte een behandeling moet ondergaan om dat recidivegevaar te verminderen. De reclassering en psychiater hebben ten aanzien van die behandeling een maximale proeftijd geadviseerd.

De rechtbank zal om diezelfde redenen bevelen dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn.

Beroepsverbod

De rechtbank kan een beroepsverbod opleggen als de verdachte het strafbare feit in de uitoefening van dat beroep heeft begaan. Daarvan is in deze zaak sprake, aangezien de verdachte een deel van de feiten in de uitoefening van zijn functie als muziekdocent heeft gepleegd.

De rechtbank vindt een bijkomende straf in de vorm van een beroepsverbod ten aanzien van beroepen waarbij hij zorg en/of verantwoordelijkheid draagt voor minderjarigen voor de duur van acht jaar op zijn plaats. Er ging voor de verdachte in de bewezenverklaarde periode geen preventieve werking uit van het feit dat hij eerder door de schoolleiding, maar ook door ouders, is aangesproken op zijn grensoverschrijdende gedrag. Ook het uiteindelijke ontslag op school en zijn (eerste) aanhouding in deze zaak hebben de verdachte er niet van weerhouden om daarna op een andere school te gaan werken. De rechtbank vindt het daarom van groot belang dat wordt verzekerd dat de verdachte voor een langere periode niet meer in aanraking zal komen met minderjarige personen in de uitoefening van zijn beroep, om zo recidive te voorkomen.

Een vrijheidsbeperkende maatregel (art. 38v Sr)

De rechtbank ziet, ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten, aanleiding om aan de verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen in de zin van artikel 38v Sr. De rechtbank zal bevelen dat de verdachte op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met alle slachtoffers in deze zaak, zoals nader omschreven in het dictum.

De rechtbank zal deze vrijheidsbeperkende maatregel opleggen voor de duur van vier jaar. Voor iedere keer dat de verdachte deze maatregel overtreedt, zal vervangende hechtenis worden opgelegd voor de duur van één week, met een maximale totale duur van zes maanden.

Daarbij geldt dat toepassing van de vervangende hechtenis de verdachte niet ontslaat van nakoming van deze maatregel.

De verdachte heeft zich met de bewezenverklaarde feiten belastend gedragen tegenover de verschillende slachtoffers. Gelet op de lange periode waarin de verdachte seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft vertoond, de waarschuwingen die hij in 2014, 2018 en 2020 in de wind heeft geslagen, en het gegeven dat de verdachte de ernst niet volledig lijkt in te zien, moet er ernstig rekening mee worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend zal gedragen tegenover de slachtoffers. Daarom zal de rechtbank bepalen dat de maatregel direct na de uitspraak ingaat.

De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod.

Gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (38z Sr)

Het valt op voorhand niet te zeggen in hoeverre het zal lukken om het recidivegevaar tijdens de proeftijd blijvend te verminderen. Daarbij wijst de rechtbank erop dat de verdachte op de zitting een beperkt ziekte-inzicht en probleembesef heeft laten zien, wat volgens de reclassering de behandeling van de verdachte kan bemoeilijken. Daarnaast zal er aanvullende diagnostiek moeten plaatsvinden, wat van invloed kan zijn op de benodigde behandelwijze en behandelduur van de verdachte.

Gelet op de inschatting van de deskundigen, de ernst van de feiten, de lange periode waarin de feiten zijn gepleegd, de hardnekkigheid waarmee de verdachte zijn gedrag heeft voortgezet ondanks de vele waarschuwingen, en zijn beperkte ziekte-inzicht en probleembesef, is de rechtbank van oordeel dat een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z, eerste lid, Sr (hierna: maatregel langdurig toezicht) noodzakelijk is. Daarmee wordt de mogelijkheid gecreëerd dat de verdachte, ook na zijn proeftijd, langdurig onder toezicht wordt gesteld en kan ook in de verdere toekomst het recidiverisico worden teruggedrongen dan wel op een aanvaardbaar niveau worden gehouden. Aan de wettelijke vereisten voor de oplegging van een maatregel langdurig toezicht is voldaan. Gelet op het voorgaande zal de maatregel langdurig toezicht worden opgelegd.

De voorlopige hechtenis

De verdachte heeft in deze strafzaak 192 dagen in voorlopige hechtenis doorgebracht. Deze voorlopige hechtenis is met ingang van 2 juni 2025 geschorst onder voorwaarden. De officier van justitie heeft gevorderd om de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte bij einduitspraak op te heffen, gelet op het recidivegevaar. De advocaat van de verdachte heeft verzocht de vordering af te wijzen, omdat er geen sprake is van recidivegevaar.

De rechtbank legt aan de verdachte een straf op die langer is dan de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De voorlopige hechtenis was geschorst tot aan de uitspraak. De rechtbank stelt vast dat de schorsing van de voorlopige hechtenis in beginsel ten einde komt na het wijzen van deze uitspraak. Dit zou betekenen dat de verdachte terug moet naar de gevangenis. Opheffing van de schorsing, zoals door de officier van justitie is gevraagd, is niet aan de orde.

De rechtbank zal beoordelen of het aflopen van de schorsing van de voorlopige hechtenis nog steeds noodzakelijk is, of dat hernieuwde schorsing van de voorlopige hechtenis is aangewezen. Daarbij moet een belangenafweging worden gemaakt tussen de belangen van strafvordering en de belangen van de verdachte.

De enkele omstandigheid dat bij een veroordelend vonnis een gevangenisstraf is opgelegd van langere duur dan de al ondergane voorlopige hechtenis, is geen zelfstandige grond voor opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis.

De rechtbank is van oordeel dat de verdachte momenteel in een strak schorsingskader loopt met schorsingsvoorwaarden, waarmee het recidiverisico voldoende kan worden ondervangen. De rechtbank ziet daarin aanleiding om opnieuw de schorsing van de voorlopige hechtenis te bevelen. Aan de schorsing zullen dezelfde voorwaarden worden verbonden die aan het voorwaardelijk strafdeel worden verbonden en die dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.

6
In beslag genomen voorwerpen
6.1.

Vordering van de officier van justitie

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat alle muziekinstrumenten en bijbehorende goederen terug moeten worden gegeven aan de beslagene en dat alle in beslag genomen gegevensdragers en de camera verbeurd moet worden verklaard.

6.2.

Standpunt van de verdediging

De advocaat van de verdachte stelt zich op het standpunt dat alle in beslag genomen instrumenten, en ook de rode camera van de partner van de verdachte, aan de verdachte moeten worden teruggegeven. Wat betreft de overige goederen heeft de advocaat van de verdachte geen standpunt ingenomen.

6.3.

Oordeel van de rechtbank

Verbeurdverklaring

De rechtbank zal de volgende in beslag genomen voorwerpen verbeurd verklaren:

- drie telefoontoestellen (G3343881, G3344360 en G3344383);

- een tablet (G3343914);

- twee computers (G3343938 en G3344304);

- twee harddisks (G3344390) en G3344395).

Met behulp van deze voorwerpen is de kinderporno vervaardigd en opgeslagen (zoals onder feit 1 bewezen is verklaard).

Teruggave aan verdachte

De rechtbank zal teruggave aan de verdachte gelasten van de volgende in beslag genomen voorwerpen die aan de verdachte toebehoren, aangezien deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet. Uit het dossier blijkt niet dat deze voorwerpen zijn gebruikt bij de bewezenverklaarde feiten. Het gaat om de volgende in beslag genomen voorwerpen:

- een notebook (G3343924);

- twee harddisks (G3343930 en G3344399);

- drie SD-cards (G3344310, G3344316 en G3344322);

- twee telefoons (G3344351 en G3344388);

- een zak gegevensdragers (G3344404);

- zeven keyboards (G3442142, G3442147, G3442190, G3442198, G3442640, G3442642 en G3442647);

- zes versterkers (G3442153, G3442614, G3442663, G3442665, G3442719, G3442723 en G3443268)

- een drumstel (G3442158);

- vier gitaren (G3442161, G3442582, G3443893 en G3443895);

- een kruk (G3442168);

- vier mengpanelen (G3442207, G3442549, G3442676 en G3442746);

- vijf jukeboxen (G3442569, G3442587, G3442626 en G3442631);

- zes stuks geluidsapparatuur (G3442621 en G3443270);

- vier luidsprekers (G3442656 en G3442736);

- speelgoed (G3442711);

- een microfoon (G3442714);

- een adapter (G3443891);

- een videocamera (G3443268);

- een computer (G3442148).

7
Vordering benadeelde partij
7.1.

Vorderingen van de benadeelde partijen

[slachtoffer 8] (feit 2), [slachtoffer 7] (feit 2), [slachtoffer 6] (feit 1 en feit 7) , [slachtoffer 4] (feit 1 en feit 9), [slachtoffer 5] (feit 1 en feit 8), [slachtoffer 1] (feit 1 en feit 4), [slachtoffer 3] (feit 1 en feit 6) en [slachtoffer 10] (feit 1 en feit 5) hebben zich gesteld als benadeelde partij en vorderen de verdachte te veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding van € 2.500,00, bestaande uit immateriële schade.

[slachtoffer 2] (feit 11) heeft zich gesteld als benadeelde partij en vordert de verdachte te veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding van € 1.750,-, bestaande uit immateriële schade.

Alle benadeelde partijen verzoeken de schadevergoeding te verhogen met de wettelijke rente en om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.

7.2.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat alle vorderingen van de benadeelde partijen geheel kunnen worden toegewezen, omdat deze voldoende zijn onderbouwd. De schadevergoeding moet vermeerderd worden met de wettelijke rente en daarnaast moet de schadevergoedingsmaatregel opgelegd worden.

7.3.

Standpunt van de verdediging

De advocaat van de verdachte verzoekt alle vorderingen te matigen tot een bedrag van € 500,- gelet op de (beperkte) aard en impact van de bewezen gedragingen.

7.4.

Oordeel van de rechtbank

Vergoeding van immateriële schade is op grond van art. 6:106 sub b BW mogelijk als de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen, is aangetast in zijn eer en goede naam of ‘op andere wijze’ in zijn persoon is aangetast. De rechtbank begrijpt dat de vordering van de benadeelde partij in dit geval op deze laatste grondslag is gebaseerd.

Uit de rechtspraak van de Hoge Raad blijkt dat van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ in ieder geval sprake is als het slachtoffer geestelijk letsel (psychische schade) heeft opgelopen. Het bestaan van geestelijk letsel moet naar objectieve maatstaven worden vastgesteld. Als geestelijk letsel niet kan worden vastgesteld, kan de aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ volgen uit de aard en de ernst van de normschending (het strafbare feit) en de gevolgen daarvan. De gevolgen moeten met concrete gegevens worden onderbouwd. In uitzonderlijke situaties kunnen de nadelige gevolgen voor het slachtoffer zó voor de hand liggen dat ook zonder nadere onderbouwing kan worden aangenomen dat sprake is van een aantasting in de persoon.

Gelet op de aard en ernst van de normschendingen en de gevolgen daarvan voor de benadeelde partijen, is de rechtbank van oordeel dat de nadelige gevolgen voor de slachtoffers zó voor de hand liggen dat ook zonder nadere onderbouwing kan worden aangenomen dat sprake is van een aantasting in de persoon. De verdachte heeft met zijn ontuchtige handelingen ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de benadeelde partijen. De verdachte is jarenlang stelselmatig en consequent de grenzen van slachtoffers over gegaan. Hij heeft deze handelingen in veel gevallen heimelijk gefilmd en heeft met zijn handelen het gevoel van vertrouwen maar ook van veiligheid ernstig beschadigd. Het is een feit van algemene bekendheid dat de bewezen gedragingen het aangaan van gezonde relaties en een gezonde (seksuele) ontwikkeling van de benadeelde partijen in de weg kunnen staan. Dat maakt dat de nadelige gevolgen voor de benadeelde partijen zó voor de hand liggen dat ook zonder nadere onderbouwing kan worden aangenomen dat sprake is van een aantasting in de persoon.

Voor de hoogte van de vergoedingen per benadeelde partij houdt de rechtbank met name rekening met de duur en frequentie van het bewezenverklaarde strafbare handelen van de verdachte. De rechtbank ziet daarom aanleiding om een deel van de vorderingen te matigen, namelijk indien en voor zover sprake was van een eenmalige situatie waarin de ontuchtige handelingen plaatsvonden.

De rechtbank wijst de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 6] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 10] geheel toe. Gelet op de bedragen die in soortgelijke zaken als schadevergoeding worden toegekend, is de rechtbank van oordeel dat de gevraagde vergoeding van € 2.500,00 billijk is. De verdachte heeft gedurende een lange periode veelvuldig ontuchtige handelingen gepleegd met deze benadeelde partijen.

De rechtbank wijst de vorderingen van [slachtoffer 8] en [slachtoffer 7] gedeeltelijk toe, omdat de ontuchtige handelingen bij hen niet over een langere periode maar op een dag hebben plaatsgevonden. Gelet op de bedragen die in soortgelijke zaken als schadevergoeding worden toegekend, en gelet op de aard en ernst van de bewezenverklaarde handelingen, is de rechtbank van oordeel dat een vergoeding van € 2.000,00 billijk is. De rechtbank verklaart deze benadeelde partijen in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk.

De rechtbank wijst de vordering van [slachtoffer 2] in zijn geheel toe. Ten aanzien van deze benadeelde partij is bewezen dat de verdachte ontuchtige handelingen heeft gepleegd. De rechtbank is van oordeel dat de gevraagde vergoeding van € 1.750,00 billijk is, gelet op de bedragen die in soortgelijke zaken als schadevergoeding zijn toegekend.

Wettelijke rente

De hiervoor genoemde bedragen die de verdachte aan de benadeelde partijen moet vergoeden worden vermeerderd met de wettelijke rente, telkens vanaf de datum van het ontstaan van de schade, zoals hieronder in de beslissing weergegeven. In de gevallen waarin de rechtbank heeft bewezen verklaard dat de verdachte zich gedurende een periode schuldig heeft gemaakt aan strafbare gedragingen jegens benadeelde partijen, hebben de schadeveroorzakende gebeurtenissen zich gedurende een periode voorgedaan en gaat de rechtbank ervan uit dat de schade van de benadeelde partijen geleidelijk is opgelopen. De rechtbank ziet hierin aanleiding om de aanvangsdata van de wettelijke rente in die gevallen in het midden van de bewezen verklaarde periode te bepalen.

Proceskosten

Bij vorderingen tot schadevergoeding is de hoofdregel dat de partij die ongelijk krijgt, de proceskosten van de andere partij moet vergoeden. Omdat de vorderingen tot schadevergoeding (grotendeels) worden toegewezen, moet de verdachte de kosten vergoeden die de benadeelde partijen hebben gemaakt.

De rechtbank is van oordeel dat op dit moment niet vaststaat dat de benadeelde partijen kosten hebben gemaakt voor het indienen en toelichten van hun vorderingen en begroot de kosten daarom op nihil.

Schadevergoedingsmaatregel

Daarnaast legt de rechtbank ten behoeve van alle benadeelde partijen de schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte op. Dit betekent dat de benadeelde partijen de schadevergoeding niet zelf bij de verdachte hoeven te incasseren, maar dat de Staat dit voor hen doet. Als de verdachte de schadevergoeding niet (volledig) betaalt, kan gijzeling (een vorm van vrijheidsbeneming van de verdachte) worden toegepast, zoals hieronder in de beslissing weergegeven. De verdachte mag de schadevergoeding ook rechtstreeks betalen aan de benadeelde partijen. Als hij dat heeft gedaan, is hij niet langer verplicht om aan de Staat te betalen.

8
Toegepaste wetsartikelen

De opgelegde straf en maatregel(en) en beslissing op het beslag zijn gebaseerd op de volgende artikelen van het Wetboek van Strafrecht: 14a, 14b, 14c, 28, 31, 33, 33a, 38v, 38w, 38z, 36f, 57, 240b, 249, 246, 247, 249 en 251.

Beslissing

9
De beslissing

De rechtbank:

vrijspraak

- verklaart niet bewezen dat de verdachte feit 12 heeft gepleegd en spreekt hem daarvan vrij;

bewezenverklaring

- verklaart bewezen dat de verdachte de feiten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 heeft gepleegd, zoals hierboven in paragraaf 3.4 is omschreven;

- verklaart het overige dat in de beschuldiging staat niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;

strafbaarheid feiten

- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in paragraaf 4.1 is vermeld;

strafbaarheid verdachte

- verklaart de verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;

straf en maatregel

- veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van vier jaar;

- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van zes (6) maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;

- stelt daarbij een proeftijd van tien (10) jaar vast;

- als algemene voorwaarden gelden dat de verdachte:

? zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;

? ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;

? medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;

- stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte gedurende de proeftijd:

? zich binnen twee werkdagen na vonnis meldt op afspraken met de reclassering, locatie Alkmaar of een nader te bepalen locatie door de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering bepaalt op welke dagen en tijdstippen deze afspraken zijn;

? zich laat behandelen door [instelling] , of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk en duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek van de verdachte kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;

? verblijft, indien geïndiceerd (bij onverhoopt verlies van verblijfplaats), in een nader door de reclassering te bepalen instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;

? zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag. Vanwege onderhavige feiten en risicofactoren is dagbesteding met kinderen of kwetsbare vrouwen niet toegestaan;

? zich niet op een ander adres vestigt zonder toestemming van het Openbaar Ministerie;

? op geen enkele wijze contact zoekt met minderjarigen. De verdachte vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de verdachte dat zijn echtgenote en/of moeder aanwezig zijn;

? op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met

- [slachtoffer 6] , geboren op [2008] ;

- [slachtoffer 9] , geboren op [2001] ;

- [slachtoffer 8] , geboren op [2008] ;

- [slachtoffer 7] , geboren op [2008] ;

- [slachtoffer 1] , geboren op [2008] ;

- [slachtoffer 3] , geboren op [2005] ;

- [slachtoffer 10] , geboren op [2010] ;

- [slachtoffer 5] , geboren op [2012] ;

- [slachtoffer 4] , geboren op [2013] ,

- [slachtoffer 2] , geboren op [2011] ;

- [slachtoffer 11] , geboren op [2012] ;

zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.

? digitale omgevingen seksueel misbruik vermijdt, inhoudende;

1. digitale omgevingen vermijdt waarin hij in aanraking kan komen met kinderpornografisch materiaal;

2. digitale omgevingen vermijdt waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd; games met chatfunctie, die specifiek ontwikkeld zijn voor minderjarigen;

3. geen gebruik maakt van virtuele machines, versleutelprogramma’s (zoals Bitlocker, Veracrypt) of applicaties die helpen de identiteit te verbergen (zoals een VPN), tenzij de reclassering toestemming heeft gegeven voor het gebruik (zoals voor werk of voor bankzaken);

4. inzicht geeft in de wijze waarop hij de omgevingen genoemd onder a en b zal vermijden en bespreekt hoe dit verlopen is voor het verstreken deel van de proeftijd.

Het toezicht op de naleving van de onderdelen 1 tot en met 3 beperkt zich tot geautomatiseerde controles van digitale apparaten (zoals computers, smart devices, USB-sticks, SD-kaarten, externe harde schijven) waarop bestanden kunnen worden opgeslagen en/of waarmee internet kan worden benaderd en die de verdachte in gebruik heeft.

De verdachte werkt mee aan deze controles tijdens (on)aangekondigde huisbezoeken en verschaft toegang tot alle aanwezige digitale apparaten die de verdachte in gebruik heeft. Hieronder wordt begrepen het verstrekken van wachtwoorden, codes of andere wijzen van ontgrendeling of ontsluiting zoals vingerafdrukken, die nodig zijn voor toegang. Op verzoek past de verdachte de instellingen zodanig aan dat controle mogelijk is. De wijzigingen mogen niet leiden tot definitieve wijzigingen aan het apparaat en worden aan het einde van de controle weer teruggezet.

De controles worden uitgevoerd door de reclassering. Indien en voor zover noodzakelijk mag de reclassering voor ondersteuning op technisch en digitaal gebied een specialist, niet zijnde een opsporingsambtenaar meenemen.

De controles mogen gedurende de proeftijd maximaal drie keer per jaar proeftijd worden uitgevoerd, waarbij de persoonlijke levenssfeer van de verdachte zoveel mogelijk wordt geëerbiedigd. De controles strekken er in het bijzonder niet toe een min of meer volledig beeld te krijgen van het persoonlijke leven van de verdachte;

- geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;

- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn;

beroepsverbod

- bepaalt dat de verdachte wordt ontzet van het recht tot het uitoefenen van beroepen waarbij hij zorg en/of verantwoordelijkheid draagt voor minderjarigen voor de duur van acht (8) jaar;

38v-maatregel

- legt aan verdachte op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van vier (4) jaar, inhoudende dat de verdachte;

op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met

- [slachtoffer 6] , geboren op [2008] ;

- [slachtoffer 9] , geboren op [2001] ;

- [slachtoffer 8] , geboren op [2008] ;

- [slachtoffer 7] , geboren op [2008] ;

- [slachtoffer 1] , geboren op [2008] ;

- [slachtoffer 3] , geboren op [2005] ;

- [slachtoffer 10] , geboren op [2010] ;

- [slachtoffer 5] , geboren op [2012] ;

- [slachtoffer 4] , geboren op [2013] ,

- [slachtoffer 2] , geboren op [2011] ;

- [slachtoffer 11] , geboren op [2012] ;

- beveelt dat deze vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel wordt vervangen door één week hechtenis, met een maximumduur van zes maanden;

de politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod.

38z-maatregel

- legt aan de verdachte op de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht;

voorlopige hechtenis

- beveelt dat het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte wederom geschorst wordt, onder de(zelfde) voorwaarden die in dit dictum zijn gesteld ten aanzien van de voorwaardelijke gevangenisstraf;

beslag (feit 1)

- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:

drie telefoontoestellen (G3343881, G3344360 en G3344383);

een tablet (G3343914);

twee computers (G3343938 en G3344304);

twee harddisks (G3344390) en G3344395);

- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:

een Notebook (G3343924);

twee harddisks (G3343930 en G3344399);

drie SD-cards (G3344310, G3344316 en G3344322);

twee telefoons (G3344351 en G3344388);

een zak gegevensdragers (G3344404);

zeven keyboards (G3442142, G3442147, G3442190, G3442198, G3442640, G3442642 en G3442647);

zes versterkers (G3442153, G3442614, G3442663, G3442665, G3442719, G3442723 en G3443268)

een drumstel (G3442158);

vier gitaren (G3442161, G3442582, G3443893 en G3443895);

een kruk (G3442168);

vier mengpanelen (G3442207, G3442549, G3442676 en G3442746);

vijf jukeboxen (G3442569, G3442587, G3442626 en G3442631);

zes stuks geluidsapparatuur (G3442621 en G3443270);

vier luidsprekers (G3442656 en G3442736);

speelgoed (G3442711);

een microfoon (G3442714);

een adapter (G3443891);

een videocamera (G3443268);

een computer (G3442148);

vorderingen tot schadevergoedingen

benadeelde partij [slachtoffer 6] (feit 1 en 7)

- wijst de vordering van [slachtoffer 6] geheel toe tot een bedrag van € 2.500,00, bestaande uit immateriële schade;

- veroordeelt de verdachte tot betaling aan [slachtoffer 6] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 juni 2021 tot de dag van volledige betaling;

- veroordeelt de verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- legt aan de verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 6] aan de Staat € 2.500,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 juni 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 35 dagen gijzeling;

- bepaalt dat de verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;

benadeelde partij [slachtoffer 4] (feit 1 en feit 9)

- wijst de vordering van [slachtoffer 4] geheel toe tot een bedrag van € 2.500,00, bestaande uit immateriële schade;

- veroordeelt de verdachte tot betaling aan [slachtoffer 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 maart 2023 tot de dag van volledige betaling;

- veroordeelt de verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- legt aan de verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 4] aan de Staat € 2.500,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 maart 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 35 dagen gijzeling;

- bepaalt dat de verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;

benadeelde partij [slachtoffer 5] (feit 1 en feit 8)

- wijst de vordering van [slachtoffer 5] geheel toe tot een bedrag van € 2.500,00, bestaande uit immateriële schade;

- veroordeelt de verdachte tot betaling aan [slachtoffer 5] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 maart 2023 tot de dag van volledige betaling;

- veroordeelt de verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- legt aan de verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 5] aan de Staat € 2.500,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 maart 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 35 dagen gijzeling;

- bepaalt dat de verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;

benadeelde partij [slachtoffer 8] (feit 2)

- wijst de vordering van [slachtoffer 8] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 2.000,00, bestaande uit immateriële schade;

- verklaart [slachtoffer 8] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;

- veroordeelt de verdachte tot betaling aan [slachtoffer 8] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 maart 2024 tot de dag van volledige betaling;

- veroordeelt de verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- legt aan de verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 8] aan de Staat € 2.000,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 maart 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 30 dagen gijzeling;

- bepaalt dat de verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;

benadeelde partij [slachtoffer 7] (feit 2)

- wijst de vordering van [slachtoffer 7] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 2.000,00, bestaande uit immateriële schade;

- verklaart [slachtoffer 7] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;

- veroordeelt de verdachte tot betaling aan [slachtoffer 7] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 maart 2024 tot de dag van volledige betaling;

- veroordeelt de verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- legt aan de verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 7] aan de Staat € 2.000,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 maart 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 30 dagen gijzeling;

- bepaalt dat de verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;

benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 1 en feit 4)

- wijst de vordering van [slachtoffer 1] geheel toe tot een bedrag van € 2.500,00, bestaande uit immateriële schade;

- veroordeelt de verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2019 tot de dag van volledige betaling;

- veroordeelt de verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- legt aan de verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 2.500,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 35 dagen gijzeling;

- bepaalt dat de verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;

benadeelde partij [slachtoffer 3] (feit 1 en feit 6)

- wijst de vordering van [slachtoffer 3] geheel toe tot een bedrag van € 2.500,00, bestaande uit immateriële schade;

- veroordeelt de verdachte tot betaling aan [slachtoffer 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2016 tot de dag van volledige betaling;

- veroordeelt de verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- legt aan de verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 3] aan de Staat € 2.500,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2016 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 35 dagen gijzeling;

- bepaalt dat de verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;

Benadeelde partij [slachtoffer 10] (feit 1 en feit 5)

- wijst de vordering van [slachtoffer 10] geheel toe tot een bedrag van € 2.500,00, bestaande uit immateriële schade;

- veroordeelt de verdachte tot betaling aan [slachtoffer 10] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 april 2016 tot de dag van volledige betaling;

- veroordeelt de verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- legt aan de verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 10] aan de Staat € 2.500,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 april 2016 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 35 dagen gijzeling;

- bepaalt dat de verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;

Benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 11)

- wijst de vordering van [slachtoffer 2] geheel toe tot een bedrag van € 1.750,00, bestaande uit immateriële schade;

- veroordeelt de verdachte tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 november 2022 tot de dag van volledige betaling;

- veroordeelt de verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- legt aan de verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 1.750,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 november 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 27 dagen gijzeling;

- bepaalt dat de verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;

Dit vonnis is gewezen door mr. I.G.C. Bij de Vaate, voorzitter, mr. S.D. Groen en mr. S.T. Könning, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G.S.M. van Duinkerken, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 14 november 2025.

Bijlage: de tenlastelegging

Aan de verdachte is na nadere omschrijving van de tenlastelegging ten laste gelegd dat:

Feit 1

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 oktober 2016 tot en met 14 mei 2024 te [plaats 1] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s en/of films - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - te weten Apple iPhone 14 Pro met goednummer 3343881 en/of BeQuiet desktop met goednummer 3344304 en/of Apple Ipad met goednummer 3343914 en/of Coolermaster desktop met goednummer 3343938 en/of Apple Iphone 5 met goednummer 3344360 en/of Iphone 6 met goednummer 3344383 en/of HDD WD2 TB met goednummer 3344390 en/of HDD 2TB met goednummer 3344395 van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [2008] )(ZD03), [slachtoffer 10] , (geboren op [2010] )(ZD04), [slachtoffer 4] (geboren op [2013] )(ZD05), [slachtoffer 5] (geboren op [2012] )(ZD06), [slachtoffer 6] (geboren [2008] ), [slachtoffer 3] (geboren op [2005] ) en/of één of meer andere pers(o)n(en) is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd, heeft verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit: het met de hand(en)/vingers betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een of meer personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt (Bijlage II collectiescan, p. 185 tot en met 188) en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;

MEDEDELINGEN: De officier van justitie deelt mede dat een toonmap met (een representatieve collectie van) de afbeeldingen is samengesteld, die ter voorkoming van strafbare feiten en verdere verspreiding,niet in het dossier is gevoegd en ook niet in afschrift zal worden verstrekt. De officier van justitie zal deze toonmap als stuk van overtuiging op de terechtzitting aanwezig hebben en aan de rechtbank overleggen. Voorafgaand aan de terechtzitting kan inzage in genoemd materiaal verleend worden op afspraak met de officier van justitie.

Feit 2

hij - als muziekdocent - op of omstreeks 28 maart 2024 te [plaats 1] , althans in Nederland, ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarigen,

- [slachtoffer 7] (geboren op [2008] ), en/of

- [slachtoffer 8] (geboren op [2008] ),

door

- die [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] op te dragen latexpakken aan te trekken en/of

- vervolgens aan die [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] op te dragen om hoge laarzen met hakken aan te trekken en/of

- die [slachtoffer 7] meerdere malen, althans eenmaal, bij haar heupen en/of buik en/of rug en/of schouder en/of bovenbeen te betasten en/of aan te raken en/of te knijpen en/of

- die [slachtoffer 8] meerdere malen, althans eenmaal, bij haar heupen en/of buik en/of rug en/of schouder en/of bovenbeen en/of billen te betasten en/of aan te raken en/of te knijpen en/of

- die [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] op te dragen om op bed te gaan liggen en/of

- die [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] te bevelen te spelen alsof zij dood waren met hun tong uit de mond nadat hij hen met een nepwapen had neergeschoten en/of

- alle bovengenoemde handelingen te filmen;

Feit 3

hij op of omstreeks 24 januari 2020 te [plaats 2] , althans in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten het onverhoeds aanraken, [slachtoffer 9] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten

- ( meermalen) de billen van die [slachtoffer 9] aan te raken en/of te betasten en/of

- ( meermalen) de borsten van die [slachtoffer 9] aan te raken en/of te betasten en/of vast te pakken;

Feit 4

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 20 maart 2016 tot en met 20 maart 2022 te [plaats 1] , althans in Nederland, met

- [slachtoffer 1] (geboren op [2008] )(ZD03), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet hadden bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (telkens)

- die [slachtoffer 1] (meermalen) neer te steken met een (nep)mes en/of haar op te dragen heftig heen en weer te bewegen met haar lichaam en/of vervolgens haar tong uit te laten steken en/of stil te laten liggen als zijnde zij dood is en/of

- die [slachtoffer 1] (meermalen) heeft aangeraakt/betast bij haar buik en/of borsten en/of arm, althans het lichaam;

Feit 5

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 11 oktober 2015 tot en met 11 oktober 2022 te [plaats 1] , althans in Nederland, met [slachtoffer 10] , (geboren op [2010] )(ZD04) die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet hadden bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (telkens)

- die [slachtoffer 10] op te dragen te doen alsof zij op de bank valt en/of haar op te dragen heftig heen en weer te bewegen met haar lichaam en/of vervolgens haar tong uit te laten steken en/of stil te laten liggen als zijnde zij dood is en/of

- die [slachtoffer 10] (meermalen) heeft aangeraakt/betast bij haar borst en/of vagina;

Feit 6

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 11 november 2015 tot en met 11 november 2016 te [plaats 1] , althans in Nederland, met

- [slachtoffer 3] , geboren op [2005] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (telkens)

- die [slachtoffer 3] (meermalen) heeft betast/aangeraakt/gegrepen bij haar borsten;

Feit 7

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 juni 2018 tot en met 14 mei 2024 te [plaats 1] , althans in Nederland, met [slachtoffer 6] , geboren op [2008] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (telkens)

- die [slachtoffer 6] (meermalen) heeft aangeraakt bij haar borsten en/of haar vagina en/of - die [slachtoffer 6] (meermalen) onder haar bovenkleding bij haar borsten, althans het bovenlichaam, heeft aangeraakt;

Feit 8

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 januari 2022 tot en met 14 mei 2024 te [plaats 1] , althans in Nederland, met [slachtoffer 5] (ZD06), geboren op [2012] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (telkens)

- die [slachtoffer 5] op zijn, verdachtes, schoot heeft getrokken en/of

- die [slachtoffer 5] heeft aangeraakt/betast bij haar vagina en/of haar billen;

Feit 9

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 januari 2022 tot en met 14 mei 2024 te [plaats 1] , althans in Nederland, met [slachtoffer 4] (ZD05), geboren op [2013] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (telkens)

- die [slachtoffer 4] (meermalen) heeft beetgepakt van achter en/of

- die [slachtoffer 4] (meermalen) heeft opgetild en/of

- die [slachtoffer 4] (meermalen) heeft betast/vastgepakt bij haar borsten en/of

- die [slachtoffer 4] (meermalen) heeft betast/aangeraakt onder haar trui en/of

- die [slachtoffer 4] (meermalen) heeft betast/vastgepakt bij haar vagina en/of (meermalen) kloppende beweging(en) op haar vagina heeft gemaakt en/of

- die [slachtoffer 4] (meermalen) boven op zijn, verdachtes, lichaam heeft getrokken zodat zij op hem lag en/of

- die [slachtoffer 4] (meermalen) heeft betast/aangeraakt/vastgepakt bij haar billen;

Feit 10

hij op of omstreeks 22 augustus 2022 te [plaats 1] , althans in Nederland, met [slachtoffer 11] , geboren op [2012] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten

- het bikinitopje van die [slachtoffer 11] omhoog heeft getrokken en/of

- die [slachtoffer 11] heeft betast bij haar borsten;

Feit 11

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 mei 2022 tot en met 28 mei 2023 te [plaats 1] , althans in Nederland, met [slachtoffer 2] , geboren op [2011] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (telkens)

- die [slachtoffer 2] (meermalen) heeft aangeraakt/betast bij haar borsten en/of

- het gehele lichaam van die [slachtoffer 2] (meermalen) heeft aangeraakt/betast;

Feit 12

12. hij op of omstreeks 14 mei 2024 te [plaats 1] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, afbeeldingen , te weten foto’s en/of video’s en/of films - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - te weten Apple iPhone 14 Pro met goednummer 3343881 en/of BeQuiet desktop met goednummer 3344304 en/of Apple Ipad met goednummer 3343914 en/of Coolermaster desktop met goednummer 3343938 en/of Apple Iphone 5 met goednummer 3344360 en/of Iphone 6 met goednummer 3344383 en/of HDD WD2 TB met goednummer 3344390 en/of HDD 2TB met goednummer 3344395 van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit: het met de/een penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

(Bijlage II collectiescan, p. 186 tot en met 188)

en/of

het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een (erotisch getinte) houding

(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen

en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (Bijlage II collectiescan, p. 187) en/of een afbeelding waarbij een penis wordt getoond aan een minderjarige, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling

(Bijlage II collectiescan, p. 188)

en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;

MEDEDELINGEN: De officier van justitie deelt mede dat een toonmap met (een representatieve collectie van) de afbeeldingen is samengesteld, die ter voorkoming van strafbare feiten en verdere verspreiding, niet in het dossier is gevoegd en ook niet in afschrift zal worden verstrekt. De officier van justitie zal deze toonmap als stuk van overtuiging op de terechtzitting aanwezig hebben en aan de rechtbank overleggen. Voorafgaand aan de terechtzitting kan inzage in genoemd materiaal verleend worden op afspraak met de officier van justitie.

Voetnoot

Voetnoot 1

Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Midden-Nederland met proces-verbaalnummer met documentcode 20579291, doorgenummerd pagina 1 tot en met 695. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, opgemaakt proces-verbaal. Voor zover het gaat om geschriften als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 van het Wetboek van Strafvordering worden deze alleen gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.

Voetnoot 2

Pagina 174-188.

Voetnoot 3

Pagina 260-265.

Voetnoot 4

Pagina 305-308.

Voetnoot 5

Pagina 132-136.

Voetnoot 6

Pagina 140-141.

Voetnoot 7

Pagina 354-382.

Voetnoot 8

Pagina 341.

Voetnoot 9

Pagina 386-399.

Voetnoot 10

Pagina 435-438.

Voetnoot 11

Pagina 446-461.

Voetnoot 12

Pagina 142-143.

Voetnoot 13

Pagina 476-488.

Voetnoot 14

Pagina 132-136.

Voetnoot 15

Pagina 406-410.

Voetnoot 16

Pagina 132-136.

Voetnoot 17

Pagina 230.

Voetnoot 18

Pagina 232.

Voetnoot 19

Pagina 235.

Voetnoot 20

Pagina 236.

Voetnoot 21

Pagina 234.

Voetnoot 22

Pagina 236.

Voetnoot 23

Pagina 535.

Voetnoot 24

Pagina 527.

Voetnoot 25

Pagina 510.

Voetnoot 26

Pagina 516.

Voetnoot 27

Pagina 517.

Voetnoot 28

Pagina 524.

Voetnoot 29

Pagina 491.

Voetnoot 30

Pagina 492.

Voetnoot 31

Pagina 542.

Voetnoot 32

Pagina 543.

Voetnoot 33

Pagina 544.

Voetnoot 34

Pagina 486.

Voetnoot 35

Pagina 473.