Beslissing
- verklaart bewezen dat de verdachte het feit heeft gepleegd, zoals in paragraaf 3.4 is omschreven;
- verklaart het overige dat in de beschuldiging staat niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals in paragraaf 4.1 is vermeld;
- verklaart de verdachte strafbaar voor het in paragraaf 4.1 bewezenverklaarde;
- veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 20 maanden;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 10 maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van twee jaren vast;
- als algemene voorwaarden gelden dat de verdachte:
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte gedurende de proeftijd:
op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] (geboren op [2004] ), zolang het Openbaar Ministerie dit noodzakelijk acht. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
vordering tot schadevergoeding van benadeelde partij [slachtoffer]
- wijst de vordering van [slachtoffer] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 34.225,-
bestaande uit € 26.225,- aan materiële schade en € 8.000,- aan immateriële schade;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 april 2024 over een bedrag van € 8.000,- aan immateriële schade tot de dag van de algehele betaling;
- verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 34.225,- te betalen, bestaande uit € 26.225,- aan materiële schade en € 8.000,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 april 2024
over een bedrag van € 8.000,- aan immateriële schade tot de dag van de algehele betaling,
bij niet betaling aan te vullen met 201 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Van Wambeke, voorzitter, mr. N.M.H. van Ek en mr.
J.E.S. Dolmans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Belhadi, griffier, en is in het
openbaar uitgesproken op 16 december 2025.
Bijlage I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 21 april 2024 te [plaats] door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, iemand, te weten [slachtoffer] ,heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of medebestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaamimmers heeft hij, verdachte,- het lichaam van die [slachtoffer] betast en/of- die [slachtoffer] op de mond gekust en/of- zijn vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] gebracht en/of- de hand van die [slachtoffer] tegen zijn, verdachtes, penis geduwd en/of gehouden en/of- zijn penis langs en/of tegen de billen van die [slachtoffer] bewogen en/of gehouden en/of- zijn penis tegen de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] gebracht en/of geduwd en/of gehouden bestaande het geweld en/of een andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte,terwijl die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, tegen verdachte heeft gezegd het niet te willen en/of verdachte heeft gesommeerd te stoppen,- die [slachtoffer] (meermaals) aan haar arm(en) heeft vastgepakt en/of- die [slachtoffer] met kracht op haar rug heeft gedraaid en/of- die [slachtoffer] op het bed heeft geduwd en/of- de kleding die die [slachtoffer] droeg (deels) heeft uitgetrokken en/of- die [slachtoffer] (meermaals) bij de keel en/of nek heeft vastgepakt en/of (met kracht) op de keel van die [slachtoffer] heeft geduwd en/of- (meermaals) die [slachtoffer] haar benen (met kracht) uit elkaar geduwd en/of- met zijn hand de mond van die [slachtoffer] heeft afgedekt en/of- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd “kom, doe gewoon” en/of “sssst” en/of “hou je bek” en/of “stil” en/of “doe nou, doe nou”, althans woorden van gelijke dwingende aard en/of strekking
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 21 april 2024 te [plaats] ,door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit- met zijn hand(en) en/of vinger(s) verschuiven van de kleding van die [slachtoffer] en/of de kleding die die [slachtoffer] droeg uittrekken en/of- met zijn hand(en) en/of vinger(s) betasten van het lichaam en/of de schaamstreek van die[slachtoffer] en/of- het op de mond kussen van die [slachtoffer] en/of- met zijn hand(en) de hand van die [slachtoffer] tegen zijn, verdachtes, penis duwen en/of houden en/of- met zijn penis langs en/of tegen de billen van die [slachtoffer] bewegen en/of met zijn penis hetlichaam van die [slachtoffer] aanraken en/of en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte,- die [slachtoffer] (meermaals) aan haar arm(en) heeft vastgepakt en/of- die [slachtoffer] met kracht op haar rug heeft gedraaid en/of- die [slachtoffer] op het bed heeft geduwd en/of- die [slachtoffer] (meermaals) bij de keel en/of nek heeft vastgepakt en/of (met kracht) op de keel van die [slachtoffer] heeft geduwd en/of- (meermaals) die [slachtoffer] haar benen (met kracht) uit elkaar geduwd en/of- met zijn hand de mond van die [slachtoffer] heeft afgedekt en/of- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd “kom, doe gewoon” en/of “sssst” en/of “hou je bek” en/of “stil” en/of “doe nou, doe nou”, althans woorden van gelijke dwingende aard en/of strekking
De verklaring van verdachte op de zitting van 2 december 2025:
In de nacht van 20 op 21 april 2024 lag aangeefster [slachtoffer] in mijn bed in mijn kamer van mijn studentenwoning aan de [adres] in [plaats] . Ik ben naast haar gaan liggen. Ik heb haar aangeraakt, gezoend en heb haar gevingerd.
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 16 mei 2024, voor zover inhoudende:
V: Tegen wie kom je aangifte doen?A: Tegen [verdachte] . Zijn adres is [adres] in [plaats] .V: Waar heeft de verkrachting plaatsgevonden?A: In zijn kamer in zijn huis op zijn adres.V: In welke periode heeft dit strafbare feit plaatsgevonden?A: In de nacht van 20 op 21 april 2024.
V: Vertel ons eens alles over wat er op 21 april 2024 is gebeurd.
A: (…) Rond 00:00 uur was het feest afgelopen. Ik ging toen in zijn bed liggen met mijn kleding aan. Ik voelde dat hij naast mij in bed kwam liggen. (Voetnoot 3)(…)Hij draaide mij via mijn schouder om, hij trok mij naar zich toe. Hij begon mij te zoenen en aan mijn billen en tieten te zitten. Ik zei steeds: nee [verdachte (voornaam)] , nee. Hij zei toen: kom, doe gewoon. Hij ging toen met zijn hand onder mijn shirt om aan mijn borsten te zitten, hij deed ook mijn shirt uit. Ik zei steeds: [verdachte (voornaam)] , nee nee, stop. Hij begon mij harder vast te pakken. Hij hield mijn polsen stevig vast. Hij hield ook met een hand mijn nek vast. Hij zei steeds: stil stil, hield zijn hand op mijn mond, hou je bek, hou je bek. Aan het begin zei ik; nee nee. Ik ging het minder vaak zeggen omdat hij toch mijn mond snoerden. Op een gegeven moment begint hij mijn string uit te doen. Dan begint hij mij heel hard te vingeren. Ik zei; Au au, stop. Ik begon weer met huilen. Hij pakte mijn hand vast en duwde mijn hand naar beneden omdat ik hem moest aftrekken. Hij zei steeds: doe nou, doe nou. Ik zei: nee, nee. Hij maakte zelf de aftrekbeweging met zijn hand om mijn hand. Ik heb hem heel even een paar seconde vast gehouden. Hij zei: trek me nou gewoon af. Ik lag op mijn rug en toen ging hij op mij liggen. Hij ging mijn string verder naar beneden duwen naar mijn knieën. Hij ging maar door en hield mij hard vast bij mijn keel. Hij ging mij weer heel hard vingeren. Ik voelde dat hij zijn onderbroek uit ging doen. Toen lag hij op mij en probeerde zelf zijn piemel bij mij er in te doen. Ik voelde zijn piemel tegen mijn vagina aandrukken. Ik floepte eruit: mijn medicijnen! Hij schrok daar van en liet mij los en toen was er minder kracht. Ik deed snel mijn string omhoog en klom snel het bed uit. (…) Ik liep de [straat 4] op naar mijn fiets. Ik herkende toen iemand van achteren. Dat was [A (voornaam)] , de broer van mijn ex-vriend(de rechtbank begrijpt [A] ). Ik riep zijn naam. Ik ben naar hem toe gerend. Mijn huisgenoot (de rechtbank begrijpt: [B] ) is toen naar ons toegekomen. (Voetnoot 4)
A: Raakte hij jou aan op of onder je kleding?A: Hij ging onder mijn shirt. Bij mijn billen was het eerst over de broek heen. Op een gegeven moment werd de broek uitgetrokken en op de grond gegooid.
V: Hoe pakte hij jou vast?A: Hij had zijn handen om mijn polsen. Hij had een hand om mijn keel (Voetnoot 5) en zijn onderarm op mijn keel. Als hij mij vingerde dan moest ik echt veel kracht zetten om mijn benen naar elkaar te duwen want dit hield hij tegen met zijn handen.V: Met welke hand hield hij jou keel en onderarm beet?A: Dit was zijn rechterhand. Ik had een blauwe plek met vingers in mijn nek. Dat was aan mijn linker kant.
V: Hoe lag je dan?A:. Hij trok mijn string naar beneden. Dan ging hij wel echt vingeren.V: Wat bedoel je met echt vingeren?A: Eerst gewoon rond voelen en daarna wel echt met zijn vingers in mijn vagina. Heen en weer en op mijn klit. Maar voornamelijk er gewoon in.
V: Hoe reageerde je hierop?A: Ik deed mijn benen tegen elkaar dat zijn hand klem zat. Hij ging dan met zijn andere hand op mijn keel en op mijn mond. Hij probeerde met zijn handen mijn benen weer open te doen. (Voetnoot 6)
V: Heb je letsel overgehouden?A: De blauwe plekken zijn net weg op mijn been en op mijn arm.
V: Wanneer zijn de foto’s gemaakt?
A: De volgende ochtend. (Voetnoot 7)
Een proces-verbaal fotobijlage verklaring [slachtoffer] , opgesteld door [verbalisant] , van 20 augustus 2024, voor zover inhoudende:
Ik, verbalisant [verbalisant] , ontving na het opnemen van de aangifte onderstaande foto’s van [slachtoffer] . Het betreffen foto’s van het letsel.
Foto 1 (Voetnoot 8)
Foto 2
Foto 3 (Voetnoot 9)
Het proces-verbaal van relaas, voor zover inhoudende:
Na het doen van aangifte mailde [slachtoffer (voornaam)] drie foto’s van haar letsel die de dag na het incident door haarzelf zijn gefotografeerd. Op de foto’s is een blauwe plek op haar linker onderarm te zien, drie vingerafdrukken op de rechterzijde van haar hals en een blauwe plek aan de binnenkant van haar linkerbeen, ongeveer 10 centimeter bij haar vagina vandaan. (Voetnoot 10)
Een proces-verbaal van verhoor getuige [A] van 7 juni 2024, voor zover inhoudende:
Toen ik wegfietste hoorde ik iemand mijn naam roepen. Toen ik omkeek zag ik [slachtoffer (voornaam)] (de rechtbank begrijpt [slachtoffer] ) staan. Toen ik bij haar was, brak zij gelijk. De eerste vijf minuten sprak zij alleen in afgekapte zinnen. Zij had een dinner date gehad in zijn huis, zij had meerdere keren 'nee' gezegd. Ze was ontzettend aan het trillen, helemaal in shock. Ik had haar nooit eerder zo gezien.
V: Kan jij je de datum nog herinneren waarop jij door [slachtoffer (voornaam)] werd aangesproken?A: Volgens mij was dat 21 april (de rechtbank begrijpt 21 april 2024). (Voetnoot 11)V: Wat zag jij aan [slachtoffer (voornaam)] toen zij jou aansprak?A: Veel tranen, trillen.V: Wat werd jou duidelijk toen [slachtoffer (voornaam)] haar verhaar vertelde?A: Dat er iets mis ging met haar date. Zij was eerder in bed gaan liggen. Die gast kwam later naar boven, was naast haar gaan liggen en had aan haar gezeten. Zij had meerdere keren nee gezegd, was in paniek geraakt. (Voetnoot 12)
Een proces-verbaal van verhoor getuige [B] van 10 juni 2024, voor zover inhoudende:
Rond 02.00-02.30 uur (de rechtbank begrijpt op 21 april 2024) belde [slachtoffer (voornaam)] mij. Ik nam op en het eerste wat ik hoorde was [slachtoffer (voornaam)] zoals ik haar nog nooit gehoord had. Paniek, hijgen. Zij was helemaal in paniek, wazig. Ik ben die kant opgegaan. Ondertussen was [A (voornaam)] (de rechtbank begrijpt [A] ) ter plaatse. (Voetnoot 13)
V: In hoeverre heeft [slachtoffer (voornaam)] op straat met jou gedeeld wat er precies was voorgevallen tussen haar en [verdachte (voornaam)] ?A: Op straat was het geen compleet verhaal, 'hij heeft mij aangeraakt', 'ik wilde het niet'. Het waren losse zinnen, weinig vloeiend.
V: Wat zag je aan [slachtoffer (voornaam)] toen je haar aantrof?A: Heel veel tranen, heel erg aan het huilen, verwilderd, haar haar helemaal wild, wat bleek van de paniek, rode ogen. (Voetnoot 14)