Rechtbank Noord-Holland, kort geding verbintenissenrecht

ECLI:NL:RBNHO:2025:9031

Op 11 August 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland een kort geding procedure behandeld op het gebied van verbintenissenrecht, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is C/15/367249 / KG ZA 25-451, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBNHO:2025:9031. De plaats van zitting was Haarlem.

Soort procedure:
Zaaknummer(s):
C/15/367249 / KG ZA 25-451
Datum uitspraak:
11 August 2025
Datum publicatie:
7 August 2025

Indicatie

CVGI vordert afgifte door de curatoren van de gehele administratie van de failliete onderneming die zij in hun bezit hebben en betaling van een bedrag dat zij volgens haar onverschuldigd heeft betaald voor de boedel. De curatoren voeren verweer. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie

Zittingsplaats Haarlem

zaaknummer / rolnummer: C/15/367249 / KG ZA 25-451

Vonnis in kort geding van 11 augustus 2025

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

CROWN VAN GELDER INTERNATIONAL B.V,,

gevestigd te Velsen-Noord,

eiseres,

advocaten mr. M.H.R.N.Y. Cordewener, mr. H.C.H. Roeleveld en mr. J. Bodewits te Amsterdam,

tegen

1
[gedaagde 1]

wonende althans kantoorhoudende te [plaats 1],

2. [gedaagde 2].,

wonende althans kantoorhoudende te [plaats 2],

in hun hoedanigheid van curatoren van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid CROWN VAN GELDER B.V.,

gedaagden,

advocaten mr. E.C. Netten, mr. H. ?im?ek en mr. D.A.E. Rietveld te Amsterdam.

Partijen zullen hierna CVGI en de curatoren genoemd worden.

De zaak in het kort

CVGI vordert afgifte door de curatoren van de gehele administratie van de failliete onderneming die zij in hun bezit hebben en betaling van een bedrag dat zij volgens haar onverschuldigd heeft betaald voor de boedel. De curatoren voeren verweer. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af.

1
De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding met de producties 1 tot en met 20 van CVGI

de akte overlegging aanvullende producties 21 en 22 van CVGI

de akte weergave feiten met producties 1 tot en met 47 van de curatoren

de akte houdende wijziging van eis van CVGI

de aanvullende productie 48 van de curatoren

de mondelinge behandeling op 28 juli 2025

de pleitnota van CVGI

de pleitnota van de curatoren.

1.2.

Voor de mondelinge behandeling op 28 juli 2025 zijn verschenen:

namens CVGI:

- de heer [betrokkene 1] (bestuurder), vergezeld van mevrouw [betrokkene 2], tolk in de Engelse taal

mevrouw [betrokkene 3] (bestuurder)

de heer [betrokkene 4] (voorzitter van de OR)

de advocaten mr. Cordewener, mr. Roeleveld en mr. Bodewits

namens de curatoren

[gedaagde 1] (curator)

de advocaten mr. Netten, mr. ?im?ek en mr. Rietveld.

1.3.

Ten slotte is vonnis bepaald op vandaag.

2
De feiten
2.1.

Crown van Gelder B.V. (CVG) is op eigen aangifte op 23 januari 2023 in staat van faillissement verklaard met benoeming van [gedaagde 1] en [betrokkene 5] tot curatoren. Op verzoek van voornoemde curatoren is op 3 april 2024 [gedaagde 2] aangesteld als derde curator. [betrokkene 5] heeft zich in 2024 in verband met het bereiken van de pensioenleeftijd laten ontheffen van zijn taken als curator.

2.2.

CVGI heeft bepaalde activa en personeel van CVG overgenomen en daarmee een doorstart van CVG gerealiseerd. De investeerder achter CVGI is EPAC Technologies (EPAC), een Amerikaans bedrijf. EPAC was een van de grootste klanten van CVG en is van mening dat CVG haar op een gegeven moment, in vergelijking tot eerdere bestellingen, te hoge prijzen in rekening heeft gebracht. Bij de doorstart heeft de failliete boedel van CVG als onderdeel van de betaling 22,11% van de aandelen in CVGI verkregen. De overige aandelen worden gehouden door ACIPS International, een 100% dochteronderneming van EPAC.

2.3.

Het bestuur van CVGI wordt gevormd door de heer [betrokkene 1] en mevrouw [betrokkene 3]. [betrokkene 1] is tevens bestuurder van EPAC en ACIPS en [betrokkene 3] is tevens CFO van EPAC Europe B.V., een aan EPAC gelieerde onderneming.

2.4.

Voor de doorstart hebben partijen op 19 februari 2023 een Asset Purchase Agreement (APA) gesloten. De APA houdt onder meer het volgende in:

12.1

The Sellers shall provide CVG's administration to Purchaser, and, where necessary and possible, cooperate in leaving in place or getting the Purchaser access to such administration in relation to CVG's complete financial, commercial, property and any other administration and documents relevant to the continuation of CVG's business by the Purchaser. Administration and documents regarding and related to employees of CVG is excluded, unless the relevant employee gave written permission to the seller to provide such administration and documents to the Purchasers [onderstreping voorzieningenrechter].

12.2

If the Purchaser acquires any personal data as a result of the transaction contemplated by this Agreement, the Purchaser is obliged to act in accordance with the applicable privacy legislation and regulation, including the General Data Protection Regulation. After consultation with and receiving the approval of the Sellers, Purchaser will at its own expenses inform all data subjects involved (also for and on behalf of the Sellers) of (i) how the Purchaser obtained the personal data, (ii) the privacy rights of the data subjects (including but not limited to the right to erasure) and (iii) allow those data subjects to object to the acquisition of their personal data by Purchaser (opt-out). The Purchaser in this respect also warrants to the Sellers that insofar as the administration and documents to be transferred pursuant to article 12.1 contain personal data, the Purchaser will not use such personal data for any purpose other than the original processing purpose and that it will immediately delete personal data that is no longer necessary for such purposes. If the Purchaser wishes to process personal data transferred for a purpose other than that for which it was originally obtained by the Seller, the Purchaser warrants to the Seller that it will use another legally valid basis for processing the personal data. Purchaser hereby fully indemnifies the Sellers against any and all claims from and/or damages suffered by the Sellers and/or third parties, including fines by regulatory authorities, arising out of or in connection with the failure to comply with the applicable privacy legislation and regulation in respect of the personal data that are acquired as a result of the transaction between Parties and/or if the Purchaser fails to fulfil its obligations as set out in this Article 12, if and to the extent that such violation has occurred after the date the administration is provided to the Purchaser.

2.5.

De curatoren hebben op 23 januari 2023, de datum van het faillissement, Insolvit opdracht gegeven om een digitale back-up te maken van de gehele administratie van CVG.

2.6.

Om aan de verplichtingen uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) te voldoen, hebben de curatoren Insolvit op 13 februari 2023 gevraagd het proces te begeleiden waarbij de persoonsgegevens in de administratie in kaart worden gebracht. In overleg met medewerkers van CVG is een plan van aanpak gemaakt om AVG gevoelige persoonsgegevens in samenwerking met de verschillende afdelingen bij CVG in kaart te brengen en door de verschillende afdelingen apart te laten zetten voor nacontrole en het ontoegankelijk maken van de data. Over deze aanpak zijn de medewerkers van CVG in een e-mail van 14 februari 2023 als volgt geïnformeerd:

Op grond van wetgeving, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), dienen uw persoonsgegevens zorgvuldig te worden verwerkt door uw werkgever, Crown Van Gelder B.V. Als curatoren zijn wij na een faillissement van de onderneming gehouden om rekening te houden met de wettelijke bescherming van uw persoonsgegevens. Het is niet de bedoeling dat zonder uw expliciete toestemming uw persoonlijke gegevens worden verstrekt aan een derde, zoals bijvoorbeeld in het geval van een doorstart. Om uw persoonsgegevens te beschermen zijn wij genoodzaakt om deze ontoegankelijk te maken voor derden.

Uw persoonlijke gegevens bevinden zich in uw mailbox en op uw persoonlijke schijven. Wij hebben vernomen, dat de mailbox en de persoonlijke schijven mogelijk informatie bevat, die voor de uitvoering van uw werkzaamheden van belang zijn, en niet uw

persoonlijke gegevens betreffen. Het zou voor u van belang kunnen zijn om deze informatie te behouden.

Afdeling IT heeft op de I-schijf een map aangemaakt met de naam “#BEHOUDEN”. U kunt de informatie die van belang is voor de uitvoering van uw werkzaamheden verplaatsen (niet kopiëren) naar deze map.

Ter bescherming van uw persoonsgegevens bieden wij u de volgende opties:

A. U wenst dat uw mailbox en persoonlijke schijven volledig onbereikbaar worden gemaakt, en worden vernietigd;

B. U geeft expliciet toestemming door ondertekening van deze mail dat uw mailbox en uw persoonlijke schijven in stand blijven en beschikbaar zijn voor een doorstartende partij.

C. U verplaatst zelf de door u gewenste informatie uit uw mailbox en persoonlijke schijven naar de I-schijf en eventueel H-schijf, map “#BEHOUDEN”, welke informatie ook beschikbaar zal zijn voor een eventuele doorstartende partij, en voor zover informatie niet uit uw mailbox of persoonlijke schijven is verplaatst, zullen de mailbox en persoonlijke schijven onbereikbaar worden gemaakt, en worden vernietigd.

In de huidige stand van zaken in de onderhandelingen met een partij in verband met een doorstart is er een korte tijd de gelegenheid om uw keuze te maken, en uw eventuele expliciete toestemming tot behoud van de mailbox en persoonlijke schijven aan ons kenbaar te maken. Dat geldt ook voor verplaatsing van informatie zoals hiervoor aangegeven. U bent in de gelegenheid om uiterlijk op woensdag 15 februari 2023 voor 17:00 uur uw keuze te maken en uitvoering daaraan te geven.

Mocht u geen expliciete toestemming hebben gegeven of de informatie hebben verplaatst, zal nadien uw mailbox onbereikbaar zijn.

U kunt uw expliciete toestemming door het plaatsen van een fysieke handtekening op deze mail en deze retourneren naar afdeling HR, die ons daarvan in het bezit zal stellen.

2.7.

Eind februari 2023 hebben de curatoren de fysieke en digitale administratie van CVG ter plaatse voor CVGI achtergelaten. De kast waarin zich de papieren administratie over persoonsgegevens bevindt is afgesloten. De sleutel is in het bezit van de curatoren.

2.8.

CVG was als vergunninghouder eigenaar van een broeikasgasinstallatie (de

installatie) en beschikte over een door de Nederlandse Emissieautoriteiten (NEa) toegekende emissierechtenrekening. Vanaf de datum van de overname, per 1 maart 2023, werd CVGI de exploitant van deze installatie. De emissierechtenrekening stond nog op naam van CVG. Eind maart 2023 werd duidelijk dat de exploitant van de installatie over het jaar 2022 per 30 april 2023 116.231 emissierechten moest inleveren bij de NEa. Op de datum van het faillissement stonden op de emissierechtenrekening 94.887 emissierechten.

2.9.

Op 26 april 2023 werden door de NEa 44.255 vrije emissierechten toegekend aan CVG voor het jaar 2023. Nadat de curatoren de NEa hadden geïnformeerd over het faillissement van CVG, heeft de NEa meegedeeld dat de exploitantenrekening nog op naam stond van CVG, maar dat de broeikasgasemissievergunning op naam staat van CVGI als huidige exploitant en dat daarmee de ETS-verplichtingen (het rapporteren over de CO2-emissie, het inleveren van emissierechten en het beheren van een exploitantenrekening) op CVGI rusten. De NEa heeft er op gewezen dat de exploitantenrekening moest worden omgezet door een exploitantwijziging van de voormalige naar de huidige exploitant en dat CVGI dat moest regelen, waarbij de curator als vertegenwoordiger van de vorige exploitant moest meetekenen.

De afrekening van de emissierechten over 2022 heeft op 28 april 2023 plaatsgevonden op de emissierechtenrekening. Hierna restte, van de vrij door NEa over 2023 toegekende emissierechten nog 22.911 emissierechten op de emissierechtrekening.

3
De vorderingen
3.1.

CVGI vordert na eiswijziging samengevat – dat de voorzieningenrechter bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad

de curatoren gebiedt om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis, doch in ieder geval voor uiterlijk 15 augustus 2025, de gehele in hun bezit zijnde administratie van CVG aan CVGI over te dragen (waaronder in ieder geval (maar niet uitsluitend) zijn begrepen, alle in het bezit van de curatoren zijnde back-ups zoals die door Insolvit, in opdracht van de curatoren, zijn gemaakt of andere in hun bezit zijnde administratie van CVG), op straffe van een dwangsom van € 100.000 per dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat de curatoren niet aan dit gebod voldoen, met een maximum van € 5.000.000.

de curatoren gebiedt om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis, doch in ieder geval voor uiterlijk 15 augustus 2025, een voorschot op de door CVGI ingediende boedelvordering ter hoogte van € 10.152.139, althans een bedrag van € 1.563.874,88 te voldoen met betrekking tot de aan CVGI toegekende emissierechten over 2023, op straffe van een dwangsom van € 10.000 per dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat de Curatoren niet aan dit gebod voldoen, met een maximum van € 1.500.000,

de curatoren veroordeelt tot betaling van de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis, en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.

4
De standpunten van partijen
CVGI

Ten aanzien van de administratie

4.1.

CVGI stelt dat de curatoren op grond van artikel 12.1 van de APA verplicht zijn de gehele administratie van CVG aan CVGI over te dragen, maar dat zij ondanks herhaald verzoek aan die verplichting niet hebben voldaan. Hierover voert CVGI samengevat het volgende aan.

4.2.

De curatoren hebben uit de administratie die wel op 3 maart 2023 aan CVGI is overgedragen ten onrechte eerst documenten verwijderd. Zo mist CVGI met name alle documenten van de key executives (voormalige bestuurders) van CVG. De curatoren verschuilen zich hierbij ten onrechte achter artikel 6 lid 1 AVG. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft in het verleden al bepaald dat de overdracht van persoonsgegevens in het kader van een asset deal niet verboden is. In de AVG-jurisprudentie moet de beoordeling plaatsvinden in drie stappen:

Is er een gerechtvaardigd belang en is dat bestaand, actueel en niet van hypothetische aard? De continuïteit van de bedrijfsvoering van CVGI is een gerechtvaardigd belang. Die continuïteit is in gevaar door het achterhouden van de administratie en dit bevestigt dat het belang gerechtvaardigd, actueel en niet hypothetisch van aard is.

Kan het belang niet redelijkerwijs even doeltreffend worden bereikt met andere middelen die in mindere mate afbreuk doen aan de grondrechten en fundamentele vrijheden van de betrokkenen? Zonder overdracht van de gehele administratie is dat niet mogelijk. Er is in de APA een AVG protocol opgenomen om de grondrechten en fundamentele vrijheden van de betrokkenen te beschermen in lijn met de AVG.

Wat zijn de redelijke verwachtingen van de betrokkene? We hebben het hier over key executives die in een zakelijke context communiceren over de bedrijfsvoering waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen. Zij mogen redelijkerwijs verwachten dat de zakelijke beslissingen en besprekingen relevant zijn voor de doorstartende partij.

4.3.

De curatoren hebben instructie gegeven tot vernietiging van documenten door aan de medewerkers van CVG een e-mail te sturen dat de complete inboxen en bestanden op de persoonlijke schijven zouden worden verwijderd, tenzij werknemers ervoor kozen om hun

bestanden niet te laten verwijderen. Dat de curatoren zijn overgegaan tot massale vernietiging van die gegevens blijkt onder meer uit de verklaringen van twee voormalige werknemers van CVG, die thans werkzaam zijn voor CVGI en die verklaren dat zij opdracht hebben gekregen om financiële gegevens, duurzaamheidsrapportages, maandrapportages, waardebepalingen en budgetteringsdocumenten te vernietigen. Verder blijkt het uit de vergelijking die door Digi Juris is gemaakt van de back-ups van de administratie van 24 januari 2023 en van 17 februari 2023. Uit die vergelijking blijkt dat er honderden zo niet duizenden bestanden zijn verwijderd vóór 17 februari 2023, welke bestanden betrekking hebben op financiële gegevens, duurzaamheidsrapportages, maandrapportages, waardebepalingen en budgetteringsdocumenten. Dit vormt hard bewijs dat belangrijke documenten zijn vernietigd voorafgaande aan de overdracht van de administratie aan CVGI. De curatoren zijn sinds 6 mei 2025 bekend met de uitkomst van dit onderzoek maar zijn nog altijd niet overgegaan tot het overdragen van de integrale administratie aan CVGI zoals die aanwezig was ten tijde van het faillissement.

4.4.

De verwijderde bestanden maken geen deel meer uit van de administratie van CVG, terwijl de curatoren verplicht waren de gehele administratie aan CVGI over te dragen. Daarom moeten de curatoren de volledige back-ups die zij hebben aan CVGI overdragen. CVGI kan dan op basis van die documenten de benodigde reps & warranties opstellen om een externe financiering aan te kunnen trekken. Omdat CVGI deze reps & warranties nu niet kan geven, komt haar voortbestaan vanaf november in gevaar en heeft zij daarom ook al vast het ontslag van het personeel aangevraagd. De curatoren hadden, als zij over een back-up van de volledige administratie beschikken, de problemen van CVGI door het ontbreken van administratie gemakkelijk kunnen en moeten oplossen en zo de door CVGI geleden schade kunnen voorkomen.

Ten aanzien van de emissierechten

4.5.

Hierover voert CVGI samengevat het volgende aan.

CVGI heeft recht op terugbetaling van de door haar onverschuldigd voor een schuld van de boedel over 2022 aan de NEa teruggegeven emissierechten, waaronder ongeveer de helft van de vrij aan haar toegekende emissierechten over 2023. Deze schuld moest zij van de curatoren betalen omdat zij volgens de curatoren anders het risico liep op oplegging van een boete van circa 12 miljoen euro door de NEa. Dit risico was echter een risico van de boedel, omdat het een schuld van CVG over 2022 betrof.

De eventuele vermelding van een schuld uit hoofde van de emissierechten over 2022 in een informatiememorandum in de dataroom waarin potentiële kopers de gegevens van CVG konden lezen, maakt nog niet dat de koper verplicht was deze schuld te voldoen. Zij heeft CVG gekocht vrij van schulden en de curatoren hebben tijdens de onderhandelingen niets gezegd over de schuld. Anders zou zij niet de koopsom hebben betaald, die zij nu heeft betaald.

De stelling van de curatoren dat de emissierechten zoals die per datum faillissement op de emissierekening stonden geen onderdeel uitmaakten van de APA, omdat ze niet waren opgenomen op de activalijst is misleidend. Wat telt is dat de emissierechten (zoals die per datum faillissement) op de emissierekening stonden (het ging om 94.887 emissierechten) niet zijn opgenomen in de lijst met Excluded Assets zoals die aan de APA was gehecht en daarom, evenals de installatie, horen bij de door CVGI overgenomen assets.

CVGI heeft als gevolg van deze onverschuldigde betaling een boedelvordering van 10 miljoen euro. Voor het geval dit bedrag niet wordt toegewezen vordert zij een voorschot op dit bedrag van ruim 1,5 miljoen euro, als vergoeding van de door haar ingezette vrije emissierechten over 2023 om het tekort aan te vullen.

De curatoren voldoen ten onrechte niet aan haar verzoek om betaling.

de curatoren

ten aanzien van de administratie

4.6.

De curatoren voeren over de administratie samengevat het volgende aan.

Op de datum van het faillissement, 23 januari 2023, hebben zij Insolvit opdracht gegeven om het IT-systeem in kaart te brengen en een digitale back-up te maken van de gehele administratie en dit heeft Insolvit ook gedaan. Verder hebben zij Insolvit gevraagd met behulp van het personeel van CVG een deel van de digitale administratie niet aan CVGI ter beschikking te stellen, maar deze in plaats daarvan alleen toegankelijk te houden voor de curatoren in de digitale back-up van de administratie die was gemaakt. Daarbij ging het om persoonlijke bestanden en persoonsgegevens van het personeel waarvan de curatoren op grond van de AVG verplicht waren deze gegevens te beschermen. Zij betwisten nadrukkelijk dat zij op de dag van het faillissement zelf uit de IT-systemen bepaalde (bedrijfsgevoelige) documenten hebben verwijderd of deze hebben verborgen. Eind februari 2023 hebben de curatoren de fysieke en digitale administratie van CVG ter plaatse achtergelaten voor CVGI, waarmee CVGI toegang had tot de bestaande IT-systemen. Deze administratie bestond onder andere uit alle financiële administratie - waaronder jaarrekeningen, maandrapportages, cashflow forecast - contracten, juridische zaken en informatie gerelateerd aan operationele zaken. CVGI had dus alle relevante documenten uit de administratie verkregen die nodig waren om de onderneming te kunnen continueren.

Uit het rapport van DigiJuris blijkt ook dat bepaalde bestanden ontoegankelijk waren gemaakt, waardoor deze niet aan CVGI ter beschikking zijn gesteld. Dat betreft bestanden waarvan het personeel van mening was dat dit persoonlijke bestanden betroffen, zoals HR-data, gespreksverslagen, beoordelingen, inboxen van werknemers, en andere persoonlijke mappen en bestanden. Het personeel had al deze mappen ontoegankelijk gemaakt voor CVGI, aangezien het afgaande op de titels persoonlijke documenten betrof en CVGI, mede gelet op de AVG, geen rechtens te respecteren belang had bij deze informatie. Voor zover werknemers bepaalde informatie uit hun persoonlijke schijven wel wilden behouden na de doorstart, hebben zij die informatie zelf kunnen verplaatsen naar een voor dat doel gemaakt mapje "Behouden" op de I-schijf (of eventueel H-schijf). De door het personeel als persoonlijk bestempelde documenten zijn niet vernietigd, maar in een back-up bewaard, welke back-up niet aan CVGI ter beschikking is gesteld, zoals ook in de APA was afgesproken. Digi Juris heeft aan CVGI een Excel-lijst overhandigd met een overzicht van de bestanden of mappen die niet voor haar toegankelijk zijn en CVGI kan aan de hand van deze lijst aangeven welke bestanden, mappen of categorieën van bestanden zij alsnog wil ontvangen of inzien. Dit heeft CVGI niet gedaan.

Tussen de privacy-advocaten van zowel CVGI als de curatoren is vanaf december 2024 een Protocol uit onderhandeld dat voldoet aan het bepaalde in de AVG en voorziet in de volgende werkwijze:

de nog ontbrekende administratie wordt door een derde partij (Considerati) ontdaan van persoonsgegevens.

de op die manier bewerkte administratie wordt vervolgens (ongeclausuleerd) aan CVGI overgelegd door de curatoren. Hiermee weet CVGI alsnog zeker dat zij de beschikking heeft over de gehele administratie.

als CVGI van mening is dat zij ten aanzien van bepaalde documenten toch (ook) de persoonsgegevens moet hebben, zal zij dit voorleggen aan haar privacy-advocaat en aan de privacy-advocaat van de curatoren en deze beide advocaten zullen gezamenlijk, aan de hand van de toets van artikel 6 lid 1 onder f AVG beoordelen of de betreffende persoonsgegevens kunnen worden overgelegd.

als de privacy-advocaten er niet samen uitkomen, zullen de curatoren in overleg treden met de advocaat van CVGI om te proberen er samen uit te komen. Mocht dit niet lukken, dan zullen zij de beslissing aan een onafhankelijke derde partij met AVG-expertise overlaten.

De curatoren hebben het Protocol ondertekend, maar CVGI weigert ineens dit Protocol te ondertekenen en is overgegaan tot dagvaarding. Het Protocol kan ook vandaag ter zitting nog worden ondertekend, zodat het probleem snel opgelost kan worden.

ten aanzien van de emissierechten

4.7.

Over de emissierechten voeren de curatoren samengevat het volgende aan.

Op de datum van het faillissement stonden er 94.887 voorlopig toegekende emissierechten op de emissierechtenrekening van CVG, die zij moest aanwenden ter voldoening van haar CO2 uitstoot voor het jaar 2022. Deze emissierechten hadden een waarde van circa € 7.875.621,- in de maand januari 2023. Ten tijde van het faillissement was al bekend dat dit aantal emissierechten onvoldoende was om aan de CO2-emissie voor 2022 te voldoen. In een informatiememorandum Financial Data in de dataroom, waarin de gegevens over CVG voor potentiële kopers waren opengesteld, is dit ook aan potentiële kopers bekend gemaakt. In die informatie is duidelijk aangegeven dat er een tekort aan emissierechten is voor het jaar 2022 ter waarde van circa € 1.900.000,-. CVGI was dus op de hoogte van het tekort aan emissierechten. Per saldo was dus sprake van een schuld aan de NEa en daarom zijn deze emissierechten niet aangeboden aan gegadigden met interesse in een doorstart. In de APA staat ook niets over de emissierechten en hierover is door partijen ook niet onderhandeld. De emissierechten zijn niet overgedragen aan CVGI. CVGI heeft haar vergoedingsvordering via haar vorige advocaat ingediend als concurrente vordering. De vordering wordt betwist door de curatoren en er is zeker geen sprake van een boedelvordering die nu bij voorrang betaald moet worden.

Overwegingen

5
De beoordeling
Spoedeisend belang
5.1.

Op grond van artikel 254 Rv is de voorzieningenrechter in alle spoedeisende zaken, waarin gelet op de belangen van partijen een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist, bevoegd deze te geven. De vraag of een eisende partij in kort geding voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening, dient te worden beantwoord aan de hand van een afweging van de belangen van partijen en de uitkomst van de beoordeling van de voorlopige merites van de zaak. Spoedeisend belang heeft de eisende partij in ieder geval, indien van hem niet kan worden gevergd dat hij of zij een bodemprocedure afwacht.

5.2.

CVGI stelt dat zij spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen omdat zij een nieuwe financier moet zien te vinden om de productie voort te kunnen zetten. Zij stelt dat zij op dit moment niet beschikt over de benodigde documenten uit de administratie van CVG om de ‘reps and warranties’ af te kunnen geven, die noodzakelijk zijn om een externe financiering aan te kunnen trekken. Zij stelt dat hierdoor haar bedrijfsvoering vanaf november in gevaar komt en dat zij daarom het ontslag van het personeel heeft moeten aanvragen.

5.3.

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter vloeit uit de geschetste situatie een voldoende spoedeisend belang voort.

Inhoudelijk

5.4.

De vorderingen van CVGI hebben betrekking op (i) afgifte van administratie door de curatoren en op (ii) vergoeding van door haar aan de NEa teruggegeven emissierechten over het jaar 2022. Deze vorderingen worden hierna afzonderlijk behandeld en beoordeeld.

afgifte administratie

5.5.

Partijen verschillen van mening over de vraag hoe artikel 12.1 van de APA moet worden uitgelegd. CVGI is van mening dat de curatoren op grond van dit artikel de volledige administratie van CVG aan haar moeten overdragen, dus ook de persoonlijke documenten van personeel. De curatoren zijn van mening dat in artikel 12.1 is bepaald dat

CVGI recht heeft op de volledige financiële, commerciële, eigendomsinformatie en andere documenten die relevant zijn voor de doorstart, maar dat de persoonlijke informatie van het personeel expliciet is uitgesloten van overdracht.

5.6.

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter hebben de curatoren volledig voldaan aan hun verplichting uit artikel 12.1 APA. In genoemd artikel is expliciet bepaald dat administratie en documenten met betrekking tot werknemers van CVG zijn uitgesloten, tenzij de betreffende werknemer schriftelijk toestemming heeft gegeven aan de verkoper (de curatoren) om zulke administratie en documenten over te dragen aan de koper (CVGI). Het gaat CVGI met name om persoonlijke documenten van de voormalig bestuurders van CVG. Deze voormalig bestuurders hebben echter geen toestemming gegeven voor overdracht van de bestanden en documenten aan CVGI.

De werkwijze die de curatoren hebben gevolgd, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter in lijn met de verplichting die op grond van artikel 6 lid 1 AVG op hen rust. Dat in artikel 12.2 APA is aangegeven hoe CVGI moet omgaan met persoonsgegevens die zij (desondanks of alsnog) in haar bezit heeft gekregen maakt dit niet anders. Hiermee wordt de initiële uitsluiting van deze gegevens immers niet ongedaan gemaakt.

5.7.

Door CVGI is nog gesteld dat de curatoren voorafgaand aan de eerste back-up door Insolvit op 23 januari 2023 stukken uit de administratie hebben verwijderd of documenten hebben vernietigd, maar in die stelling wordt zij niet gevolgd. Daarbij neemt de voorzieningenrechter ook het volgende in overweging.

5.8.

CVGI heeft onder meer gewezen op de ‘compare’ (vergelijking) die Digi Juris heeft gemaakt op 6 mei 2025 van de beide back-ups die op respectievelijk 24 januari 2023 en op 17 februari 2023 zijn gemaakt van de administratie van CVG. Volgens CVGI volgt uit dit rapport hard bewijs dat er honderden en mogelijk zelfs duizenden belangrijke documenten zijn vernietigd door de curatoren. Digi Juris benadrukt echter zelf in haar rapport dat als uit de analyse blijkt dat bestanden zijn verwijderd, hieruit alleen kan worden geconcludeerd dat een bestand is verwijderd uit het desbetreffende onderdeel, maar dat niet kan worden uitgesloten dat het is verplaatst naar een ander onderdeel. Om CVGI enig inzicht in haar constateringen te geven heeft Digi Juris aan CVGI een Excel-lijst verstrekt. CVGI heeft echter uitsluitend verklaard dat zij geen enkel document van de voormalig bestuurders heeft ontvangen zoals milieurapportages en dat zij deze gegevens nodig heeft en zij heeft de curatoren verweten dat zij niet actief naar die gegevens op zoek gegaan zijn. Door echter te elfder ure het mede namens haar door haar privacy-advocaat uit onderhandelde Protocol niet te willen ondertekenen, heeft zij zelf de zoektocht naar de door haar gewenste informatie onmogelijk gemaakt door haar medewerking aan een dergelijk onderzoek te onthouden.

5.9.

Verder heeft CVGI gewezen op de verklaringen van twee voormalig werknemers van CVG, die hebben verklaard dat zij (indirect) in opdracht van de curatoren heel veel belangrijke documenten hebben moeten verwijderen. Door de curatoren is van hun kant de verklaring overgelegd van mevrouw [betrokkene 7] van 10 november 2024 die in hun opdracht als leidinggevende van deze werknemers het proces heeft gecoördineerd om de schijven te controleren op AVG gegevens en deze in een map ‘te behouden documenten’ neer te zetten. Uit haar verklaring blijkt dat voor deze aanpak is gekozen omdat de tijd beperkt was, maar dat de curatoren in het bezit zijn van een back-up van de gehele administratie. Verder heeft zij verklaard dat haar in de eerste periode na het faillissement geen signalen hebben bereikt dat er documenten ontbraken die nodig waren om een goede doorstart te maken.

5.10.

Uit deze verklaring blijkt naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dat documenten waarin AVG gegevens van medewerkers opgenomen konden zijn bij die selectie apart gezet werden voor eventueel nader onderzoek en dat de curatoren beschikken over een volledige back-up van de volledige administratie. Hiermee is in ieder geval niet aannemelijk geworden dat deze gegevens zijn vernietigd. Dat de curatoren al voorafgaande aan de eerste back-up gegevens uit de administratie hebben verwijderd en vernietigd, is door de curatoren met klem weersproken en door CVGI niet onderbouwd, zodat hieraan voorbij gegaan wordt.

5.11.

CVGI heeft ook niet weersproken dat zij voorafgaande aan de koop voldoende tijd en gelegenheid heeft gekregen om een due diligence onderzoek uit te voeren. Dat dit zo is geweest blijkt ook uit de omstandigheid dat zij de activa heeft gekocht als ‘as is, where is’, waaruit blijkt dat het voor haar voldoende duidelijk was wat zij kocht.

5.12.

De aantijgingen die CVGI doet aan het adres van de curatoren, onder meer dat zij alleen maar geïnteresseerd zijn in een zo hoog mogelijke opbrengst en dat zij niet begaan zijn bij een (succesvolle) doorstart en dus ook niet bij de belangen van het personeel, heeft CVGI volstrekt onvoldoende onderbouwd. Door dergelijke aantijgingen te doen probeert CVGI, door in te spelen op de begrijpelijke zorgen van het personeel om behoud van hun baan, de curatoren op ongeoorloofde wijze onder druk te zetten om CVGI haar zin maar te geven. Daarbij gaat zij eraan voorbij dat de boedel van CVG, waarvoor de curatoren verantwoordelijk zijn, mede aandeelhouder is in CVGI, zodat ook de curatoren er belang bij hebben dat de doorstart succesvol is. Dit echter wel binnen de grenzen van de wettelijke verplichtingen waaraan de curatoren bij de uitoefening van hun taken gebonden zijn.

5.13.

Daarbij acht de voorzieningenrechter ook van belang dat CVGI niet heeft weersproken dat in december 2024 tussen de privacy-advocaten van beide partijen een Protocol is uit onderhandeld over hoe om te gaan met de apart gezette persoonlijke bestanden. Door het ondertekenen van het Protocol had CVGI al geruime tijd geleden toegang kunnen krijgen tot informatie die zij stelt te missen. Dat CVGI nu weigert het mede namens haar uit onderhandelde Protocol te ondertekenen, maar terugvalt op de stelling die zij al twee jaar hanteert dat de curatoren verplicht zijn de gehele administratie die zij in hun bezit hebben, inclusief alle back-ups, aan haar over te dragen, geeft te denken en lijkt erop te wijzen dat CVGI bezig is met een ‘fishing expedition’ en daarbij het Protocol, op basis waarvan de gewenste documenten en gegevens eerst door een onafhankelijke derde worden gescreend, probeert te passeren. Door het ondertekenen van het Protocol zou CVGI de oplossing voor het door haar geschetste probleem mede in eigen hand hebben, zodat ook in dat licht haar aantijgingen aan het adres van de curatoren niet passend zijn.

5.14.

Tenslotte heeft CVGI op geen enkele wijze onderbouwd dat zij daadwerkelijk pogingen heeft ondernomen om een externe financier aan te trekken, maar dat het verkrijgen van een financiering om de door haar gestelde reden tot nu toe niet is gelukt.

5.15.

Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat de vordering tot afgifte van de volledige administratie die de curatoren onder zich hebben wordt afgewezen.

vergoeding van terug geleverde emissierechten

5.16.

De vordering tot vergoeding van terug geleverde emissierechten is een geldvordering in kort geding. Een geldvordering is in kort geding alleen toewijsbaar als het bestaan en de omvang van de vordering voldoende aannemelijk geworden zijn en daarnaast sprake is van feiten of omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is, terwijl in de afweging van belangen van partijen mede betrokken moet worden het risico van onmogelijkheid tot terugbetaling.

5.17.

Door CVGI is gesteld dat zij recht heeft op vergoeding voor de door haar aan de NEa terug geleverde emissierechten voor de CO2 uitstoot van CVG over 2022. Primair heeft zij uit dien hoofde betaling gevorderd van € 10.152.139 en subsidiair van een voorschot van € 1.563.874,88. Zij heeft aangevoerd dat zij ten tijde van de transactie voor de doorstart niet bekend was met een mogelijke schuld uit hoofde van de emissierechten, maar ook dat als, zoals de curatoren hebben aangevoerd, die informatie met potentiële kopers is gedeeld in de dataroom, daaruit nog altijd niet volgt dat zij als koper deze schuld voor haar rekening moest nemen. Zij heeft gesteld dat dit een schuld betrof van CVG, dat zij CVG zonder schuld heeft gekocht en dat zij die schuld daarmee onverschuldigd heeft voldaan. Verder heeft zij er op gewezen dat de emissierechten die ten tijde van het faillissement nog op de emissierechtrekening stonden onderdeel uitmaakten van de APA, omdat ze niet expliciet staan vermeld op de lijst van ‘excluded assets’ en aan haar overgedragen hadden moeten worden.

5.18.

CVGI heeft niet weersproken dat de informatie over de te verwachten schuld uit hoofde van emissierechten over 2022 met potentiële kopers en dus ook met haar is gedeeld via de dataroom. Zij was dus bekend met het bestaan van de schuld, althans had hiermee bekend moeten zijn.

5.19.

CVGI wordt ook niet gevolgd in haar stelling dat de emissierechten zoals die ten tijde van het faillissement op de emissierechtrekening stonden aan haar overgedragen hadden moeten worden omdat ze onderdeel uitmaakten van de deal die zij met de curatoren heeft gesloten. Dit is door de curatoren gemotiveerd betwist en daarbij hebben zij er op gewezen dat de tegenwaarde van de emissierechten op die rekening ten tijde van het faillissement € 7.875.621,- was. Als dit een positief vermogensbestanddeel zou zijn geweest in plaats van een schuld, zou hierover zeker afzonderlijk onderhandeld zijn. De omstandigheid dat de emissierechten niet expliciet zijn vermeld in de lijst van excluded assets bij de overeenkomst tussen partijen, maakt dit niet anders, zeker niet in het licht van het betoog van de curatoren dat op dat moment al duidelijk was dat sprake zou zijn van een schuld.

5.20.

Tenslotte hebben de curatoren er op gewezen dat de door CVGI ingediende (boedel)vordering door hen wordt betwist en als concurrente vordering op de lijst van betwiste vorderingen is geplaatst. De vraag of de vordering door CVGI als boedelvordering of als concurrente vordering is ingediend in het faillissement, is bij deze beoordeling niet van belang. Duidelijk is dat de vordering door de curatoren wordt betwist, waarmee het bestaan van de vordering van CVGI in dit kort geding onvoldoende aannemelijk is geworden. Daarom worden zowel de primaire als de subsidiaire vordering afgewezen.

Conclusie

Alle vorderingen van CVGI worden afgewezen. Zij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding tot op heden aan de zijde van de curatoren begroot op:

griffierecht € 314,00

salaris advocaat € 1.107,00

nakosten € 178,00 (plus verhoging zoals in de beslissing vermeld)

totaal € 1.599,00

Beslissing

6
De beslissing

De voorzieningenrechter

6.1.

wijst de vorderingen af,

6.2.

veroordeelt CVGI in de proceskosten van de curatoren van € 1.599,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als CVGI niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,

6.3.

verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier C. Vis-van Zanden op 11 augustus 2025. (Voetnoot 1)

Voetnoot

Voetnoot 1

type: 1155

coll: