3.3.2
Bewijsoverweging
Uit de bewijsmiddelen volgt dat op zaterdag 6 juli 2019, omstreeks 22.42 uur, de politie diverse meldingen binnenkreeg over een mogelijke ontvoering op de [adres] in Beverwijk, waarbij vermoedelijk geschoten was. Een man zou in een witte bestelbus getrokken zijn die daarna met hoge snelheid was weggereden.Kort na de melding zagen politiemedewerkers daadwerkelijk een witte bestelbus met een geschatte snelheid van 50 à 60 kilometer per uur rijden over de Duitslandlaan via de Hoflaan in de richting van de Tolweg te Heemskerk. Meerdere opvallende politievoertuigen reden achter de witte bestelbus, toen op de Hoflaan de achterdeur van de witte bestelbus werd geopend en er een op het oog zwaar gewonde man uitviel. Het slachtoffer, [aangever] , was nog wel aanspreekbaar maar moest voor behandeling van zijn verwondingen met de ambulance worden overgebracht naar het ziekenhuis.Politiemedewerkers zagen dat de bestuurder van de bestelbus zijn weg vervolgde over de Hoflaan en via de rotonde met de Laan van Broekpolder over de Beneluxlaan. Op de Luxemburglaan ter hoogte van een parkeerterrein stopte de bestelbus. Door de politie werd gezien dat er mannen uit de bus sprongen en dat zij wegrenden. Kort hierna werden in de buurt van de bus verdachte en zijn medeverdachten aangehouden.
Verklaringen aangever en getuigen
Aangever heeft ten overstaan van de rechter-commissaris verklaard dat hij op 6 juli 2019 op de parkeerplaats bij zijn woning iets uit zijn auto pakte, toen er uit verschillende richtingen, mannen op hem afkwamen. Ze kwamen ook uit een geparkeerde bus, die hij al eerder had zien staan. Ze wilden hem beetpakken en hij heeft teruggevochten. Hij heeft ook verklaard dat hij probeerde te ontkomen, dat hij denkt beschoten te zijn en met geweld achter in de bestelbus is gegooid.
Zijn lezing van de gebeurtenissen vindt bevestiging in de verklaringen van diverse getuigen, die eveneens schoten hebben gehoord en hebben gezien dat er een man in een bus werd gesleurd. Ook medeverdachte [medeverdachte 1] heeft als getuige bij de rechter-commissaris verklaard dat er op de Pieter Cheeuwenlaan, waar de bus en de auto van het slachtoffer stonden, wapens werden getrokken.
Uit de getuigenverklaringen volgt voorts dat de bestelbus bij het wegrijden van de Pieter Cheeuwenlaan werd gevolgd door een kleine auto en dat beide voertuigen bij het woonwagenkamp aan de Fibula, een kort moment zijn gestopt, waarna nog een man achter in de bus stapte. Ook hebben meerdere getuigen verklaard dat de betreffende bestelbus en de kleinere auto daar al enige dagen in de woonwijk waren gesignaleerd.
Aantreffen goederen, wapens en munitie
Uit de bewijsmiddelen volgt verder dat tijdens de achtervolging van de bestelbus politiemedewerkers zien dat er diverse goederen uit de bestelbus worden gegooid en dat op de route die de bestelbus heeft afgelegd onder meer een kniptang, tape, (een tas met) tiewraps, handschoenen, een doorgeknipte enkelband, drie patroonmagazijnen, losse patronen en hulzen, drie vuurwapens (een Beretta 7.65mm, een Beretta 9mm en een Glock 9mm) en een geluidsdemper zijn gevonden. Op een groot deel van deze goederen zijn bloedsporen van aangever aangetroffen.
Op de Pieter Cheeuwenlaan zijn daarnaast twee hulzen aangetroffen, één van het kaliber 7.65 mm en één van het kaliber 9 mm. Uit onderzoek door het NFI is vastgesteld dat deze hulzen waarschijnlijk afkomstig zijn uit de aangetroffen Berreta 7.65mm en de Glock. Ook in de
bodem van de laadruimte van de bestelbus zijn een patroondeel en een schotinslag aangetroffen. Dit bevestigt de lezing van aangever dat in de bus geschoten is. Dat in de witte bestelbus veel bloedsporen zijn aangetroffen, afkomstig van aangever, leidt bovendien tot de conclusie dat het geweld waarvan aangever zegt dat dit door verdachten is toegepast in de bus heeft plaatsgevonden.
Medeplegen wederrechtelijke vrijheidsberoving en poging doodslag
De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat er sprake is geweest van een groep van minimaal vier personen die aangever hebben ontvoerd. Vast staat dat de verdachten in het bezit waren van goederen, zoals wapens, tape en tiewraps, die geschikt zijn om iemand wederrechtelijk van zijn vrijheid te beroven, welke goederen zij tijdens hun vlucht hebben weggegooid. Uit het feit dat de bestelbus al enige dagen in de buurt van de woning van het slachtoffer was gesignaleerd en de bestuurder van de bus deel uitmaakte van de groep die verdachte heeft overmeesterd, kan worden afgeleid dat de bestelbus daar geparkeerd stond om de omgeving te verkennen en de ontvoering mogelijk te maken. Verdachte en zijn medeverdachten hebben aangever opgewacht, in luttele minuten met geweld overmeesterd en de bus in getrokken, die meteen met hoge snelheid is vertrokken. Vervolgens hebben verdachte, medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] gedrieën in de laadruimte van de bus excessief geweld uitgeoefend op aangever, terwijl medeverdachte [medeverdachte 3] de bus bestuurde. De geweldshandelingen in de Pieter Cheeuwenlaan en in de bus vormden steeds een gezamenlijk handelen, waaraan verdachte bewust heeft deelgenomen.
Dat er ter uitvoering van de wederrechtelijke vrijheidsberoving bovendien op aangever is geschoten waarbij hij gewond is geraakt, leidt de rechtbank af uit het feit dat een getuige heeft horen roepen: “Auw, ik ben geraakt. Help me, help me bel de politie”. Nu uit de letselverklaring van aangever daarnaast volgt dat aangever een wond op zijn borst had (waarvan nog steeds een litteken zichtbaar is), die volgens zijn zeggen door het ziekenhuis als schampschot is bestempeld en ook door twee verbalisanten kort na het incident als schampschot is beschreven, acht de rechtbank voldoende aannemelijk dat aangever is geraakt door een (1) van de door verdachten bij de ontvoering gebruikte wapens. Dat de ontvoering uit de hand is gelopen en er daarbij door de verdachten op aangever is geschoten, komt geheel voor rekening en risico van verdachten. Het is meer geluk dan wijsheid dat het schot aangever slechts heeft geschampt en hem niet dodelijk heeft getroffen.
Bij de ontvoering en het daarbij gebruikte (vuurwapen)geweld is sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten, hetgeen ook volgt uit het gezamenlijk optreden bij de auto van aangever, ook toen hij zich verzette en uit het wegrijden, waarbij – toen aangever bij de Fibula trachtte te vluchten - een (1) van de mannen overstapte in de laadruimte van de bus. Op grond van het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen zowel ten aanzien van de wederrechtelijke vrijheidsberoving als de poging tot doodslag bewezen.
Medeplegen verboden wapenbezit
Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat gelet op de samenhang tussen de feiten onder 1 en 2, verdachte en zijn medeverdachten zich tevens hebben schuldig gemaakt aan het medeplegen van het voorhanden hebben van vuurwapens.