Aan de verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
1hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 1 september 2019 te Kampen en/of Gouda en/of Rotterdam en/of Utrecht, en/of Alphen aan den Rijn en/of Nieuwegein en/of Overveen, gemeente Bloemendaal, althans (telkens) (in ieder geval) in Nederland,
(telkens)tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een ander) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
vele, althans een of meerdere (al dan niet onbekend gebleven) personen, waaronder in ieder geval
[naam persoon 1]
(op of rond 3 mei 2019 te Overveen, gemeente Bloemendaal), en/of;
[naam persoon 2]
(op of rond 3 april 2019 te Amsterdam), en/of;
[naam persoon 3]
(op of rond 6 april 2019 te Breda), en/of
[naam persoon 4]
(op of rond 7 april 2019 te ’t Zand,
[naam persoon 5]
(op of rond 15 juni 2019 te Heemskerk), en/of;
[naam persoon 6]
(op of rond 16 juni 2029 te Wateringen, gemeente Westland), en/of;
[naam persoon 7]
(op of rond 23 juni 2019 te Tilburg), en/of;
(heimelijk) heeft bewogen tot afgifte van enig goed en/of tot het verlenen van een dienst en/of tot het beschikking stellen van gegevens, namelijk tot het verlenen van (online) toegang tot hun (online) (bancaire) betaalomgeving(en) en/of tot het verstrekken en/of tot afgifte van inloggegevens van de/hun (online) (bancaire) betaalomgeving(en), hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid meermalen (telkens),- zich voorgedaan als bonafide (potentiële) koper (Bas en/of Bas Janssens) van (een) door de voornoemde personen (op Marktplaats.nl) aangeboden product(en);- gevraagd om rekeninggegevens van voornoemde personen;- een of meerdere (valse) “Tikkie” link(s) verzonden naar die personen/aangever(s) en/of die personen gevraagd/uitgenodigd 1 cent over te maken en/of op die link te klikken (, waarna deze personen hun inlog- en/of accountgegevens en/of gebruikersgegevens (moesten) invoer(d)en (op een valse bankwebsite));
waardoor voornoemde personen werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte
(Artikel art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 1 september 2019 te Kampen en/of Rotterdam en/of Gouda en/of Amsterdam en/of Heemskerk en/of Wateringen, gemeente Westland en/of Tilburg, en/of Utrecht, en/of Alphen aan den Rijn en/of Nieuwegein en/of Overveen, Gemeente Bloemendaal, althans (telkens) (in ieder geval) in Nederland,(telkens)
tezamen en in vereniging met (een) ander (en), althans alleen,
opzettelijk en wederrechtelijk in (een) geautomatiseerd(e) werk(en) voor opslag of verwerking van gegevens, te weten (een) server(s) en/of (een) netwerk(en), althans de online betaalomgeving(en), althans een of meer de(e)l(en) daarvan, van de ABN Amro bank, ING, Rabobank en/of een andere bank, en/of van vele, althans in ieder geval 20, althans een of meer (al dan niet onbekend gebleven) perso(o)n(en), waaronder in ieder geval
[naam persoon 5]
en/of
[naam persoon 6]
en/of
[naam persoon 7]
en/of
[naam persoon 8]
en/of
[naam persoon 9]
en/of
[naam persoon 10]
en/of
[naam persoon 11]
en/of
[naam persoon 1]
en/of
[naam persoon 4]
en/of
[naam persoon 2]
en/of
[naam persoon 3]
, althans van (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
(een of meermalen) is binnengedrongen,waarbij hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens), toegang tot dat/die werk(en) heeft/hebben verworven door het doorbreken van een beveiliging en/of door een technische ingreep en/of met hulp van valse signalen en/of valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) zich voordoend als bonafide koper(s) (telkens) één een of meerdere (valse) "Tikkie’' link(s) verzonden naar voornoemde personen, waarbij een of meer van deze personen naar (een) (valse) (phishing) website(s) werd(en) geleid, waarna voornoemde personen de/hun inlog- en/of accountgegevens en/of gebruikersgegevens (moesten) invoer(d)en, waardoor/waarna een of meer inlog- en/of accountgegevens en/of gebruikersgegevens van voornoemde personen zijn opgevangen/afgevangen en/of achterhaald,
waarna verdachte en/of zijn mededader(s) vervolgens (telkens) op voornoemd(e) geautomatiseerd(e) werk(en) heeft/hebben ingelogd met die aldus verkregen gegevens (als ware hij/zij de rechthebbende(n) op dat/die werk(en))
(Artikel art 138ab lid 1 Wetboek van Strafrecht)
3hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en met 1 september 2019 te Kampen en/of Rotterdam en/of Gouda en/of Amsterdam en/of Heemskerk en/of Wateringen, gemeente Westland en/of Utrecht, en/of Alphen aan den Rijn, en/of Overveen, gemeente Bloemendaal, althans (telkens) (in ieder geval) in Nederland,
(telkens)
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (enig(e)) geldbedrag(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan vele, althans een of meer (al dan niet onbekend gebleven) perso(o)n(en), waaronder in ieder geval
-
[naam persoon 5]
(te weten EUR 2.275,98 en/of EUR 200,00), en/of;-
[naam persoon 6]
(te weten EUR 1.258,00), en/of;-
[naam persoon 1]
(te weten (ongeveer) EUR 446,67), en/of;-
[naam persoon 4]
(te weten (ongeveer) EUR 1186,50), en/of;-
[naam persoon 2]
(te weten EUR 335,00), en/of;in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s),
waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten (heimelijk) door phishing verkregen (bancaire) inloggegegeven(s) van voornoemde personen en/of een of meer telefoon(s) (welke via ApplePAY aan de rekeningen van die personen was/waren gekoppeld) (welke (daardoor) als betaalpas functioneerde(n));
(Artikel art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht)
Verbetering kennelijke misslag
Naar het oordeel van de rechtbank ontbreekt bij het onder 3 ten laste gelegde feit na het gedeelte ‘althans (telkens) (in ieder geval) in Nederland’ de zinsnede ‘tezamen en in verenging met (een) ander(en), althans alleen’. De rechtbank ziet aanleiding deze kennelijke misslag in de tenlastelegging verbeterd te lezen.
De verdachte is gelet op het tweede deel van het onder 3 ten laste gelegde feit met betrekking tot de mededader(s), de verwijzing naar artikel 311 ahf/sub 4 van het Wetboek van Strafrecht en hetgeen ter terechtzitting met betrekking tot het medeplegen is besproken, hierdoor niet in zijn verdediging geschaad. De rechtbank is daarom van oordeel dat door de verbeterde lezing de grondslag van de tenlastelegging niet wordt verlaten.
3
Beoordeling van het bewijs
3.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
3.2
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Oordeel van de rechtbank
3.3.1.
Bewijsmiddelen
De rechtbank grondt de beslissing dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten aanvulling worden opgenomen.
3.3.2.
Bewijsoverweging
Aangever [naam persoon 7]
(feiten 1 en 2)
Anders dan de officier van justitie stelt, is op basis van het procesdossier niet vast te stellen dat het bij de oplichting van aangever
[naam persoon 7]
gebruikte telefoonnummer eindigend op 2642 in gebruik is geweest bij de verdachte. Ook is niet gebleken dat vanaf het IP-adres in gebruik bij
[verdachte]
in de online bancaire omgeving van
[naam persoon 7]
is ingelogd. Uit het dossier volgt dat het bij de oplichting gebruikte telefoonnummer en het bij de computervredebreuk gebruikte IP-adres herleidbaar zijn tot de medeverdachte
[naam medeverdachte 2]
. Dat bij deze oplichting en/of computervredebreuk sprake zou zijn geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen
[naam medeverdachte 2]
en de verdachte vindt geen steun in het dossier, zodat de verdachte van dit deel van de tenlastelegging wordt vrijgesproken.
Vele, althans een of meerdere (al dan niet onbekend gebleven) personen (feiten 1, 2 en 3)
De rechtbank is van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat voor een bewezenverklaring van oplichting en/of diefstal van andere dan de in tenlastelegging specifiek genoemde personen, behoudens aangever
[naam persoon 12]
. Er zijn geen andere aangiftes in het dossier aanwezig die wijzen in de richting van de verdachte en hoewel volgens de inloglijst (gevoegd bij de aangifte van de ING) blijkt dat er bij nog andere, niet op de tenlastelegging vermelde, personen in hun online bankomgeving is ingelogd vanaf het IP-adres van de verdachte, is zonder aangifte niet vast te stellen of in deze gevallen sprake is van oplichting en/of diefstal.
Ten aanzien van de onder 2 ten laste gelegde computervredebreuk is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een bewezenverklaring ten aanzien van die personen die aangifte hebben gedaan en waarbij blijkens de inloglijst is ingelogd in hun online bancaire omgeving vanaf het IP-adres van de verdachte en/of zijn mededader.
Voorts acht de rechtbank de computervredebreuk ten aanzien van de personen
[naam persoon 11]
,
[naam persoon 8]
,
[naam persoon 9]
en
[naam persoon 10]
bewezen. Hiertoe overweegt de rechtbank dat uit het dossier op pagina 621 voldoende blijkt dat vanaf het IP-adres van de verdachte in de ten laste gelegde periode bij voornoemde personen wederrechtelijk is ingelogd.
De rechtbank is van oordeel dat geen bewezenverklaring van computervredebreuk kan volgen voor de overige op de inloglijst vermelde personen. Blijkens de aangifte van de ING bank ziet de inloglijst op een ruimere periode dan de ten laste gelegde periode en de inloglijst maakt geen afzonderlijke melding van de data waarop is ingelogd in de online bancaire omgeving van de op de lijst vermelde personen. Dit betekent dat de rechtbank niet kan vaststellen of de inlogs van het IP-adres van de verdachte op de online bancaire omgevingen van personen die hiervan geen aangifte hebben gedaan in de ten laste gelegde periode heeft plaatsgevonden.
De rechtbank is, anders dan de officier van justitie, van oordeel dat geen sprake is van medeplegen ten aanzien van de computervredebreuk bij
[naam persoon 8]
,
[naam persoon 9]
,
[naam persoon 10]
en
[naam persoon 11]
. De enkele omstandigheid dat bij deze personen binnen een kort tijdsbestek is ingelogd in hun online bancaire omgeving vanaf het IP-adres van de verdachte en het IPadres in gebruik bij medeverdachte
[naam medeverdachte 1]
, is onvoldoende om een nauwe en bewuste samenwerking bij deze inlogs bewezen te verklaren. De rechtbank betrekt hierbij dat uit het dossier volgt dat de verdachten in het merendeel van de zaken onafhankelijk van elkaar hebben gewerkt.
3.4
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
1hij, in de periode van 3 april 2019 tot en met 27 juni 2019 in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en),
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen,
[naam persoon 1]
(op of rond 3 mei 2019 te Overveen, gemeente Bloemendaal), en/of;
[naam persoon 2]
(op of rond 3 april 2019 te Amsterdam), en/of;
[naam persoon 3]
(op of rond 6 april 2019 te Breda), en/of
[naam persoon 4]
(op of rond 7 april 2019 te ’t Zand, en/of
[naam persoon 5]
(op of rond 15 juni 2019 te Heemskerk), en/of;
[naam persoon 6]
(op of rond 16 juni 2029 te Wateringen, gemeente Westland), en/of;
[naam persoon 12]
(op of rond 27 juni 2019 te Alkmaar); heeft bewogen tot het ter beschikking stellen van gegevens en/of tot het verstrekken en/of tot afgifte van inloggegevens van de/hun (online) (bancaire) betaalomgeving(en), hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar met vorenomschreven oogmerk valselijk en listiglijk meermalen,- zich voorgedaan als bonafide (potentiële) koper (Bas en/of Bas Janssens) van (een) door de voornoemde personen (op Marktplaats.nl) aangeboden product(en);- gevraagd om rekeninggegevens van voornoemde personen;- een of meerdere valse “Tikkie” link(s) verzonden naar die personen/aangevers en/of die personen gevraagd/uitgenodigd 1 cent over te maken en/of op die link te klikken;
waardoor voornoemde personen werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte.2hij, in de periode van 3 april 2019 tot en met 23 augustus 2019 in Nederland,tezamen en in vereniging met (een) ander (en),
opzettelijk en wederrechtelijk in (een) geautomatiseerd(e) werk(en) van de online betaalomgeving van ING van
[naam persoon 5]
en
[naam persoon 6]
en
[naam persoon 1]
en
[naam persoon 4]
en
[naam persoon 2]
en
[naam persoon 3]
en
[naam persoon 12]
,
is binnengedrongen,waarbij hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens), toegang tot dat/die werk(en) heeft/hebben verworven door het doorbreken van een beveiliging en met behulp van een valse sleutel en door het aannemen van een valse hoedanigheid,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) zich voordoend als bonafide koper(s) (telkens) één een of meerdere (valse) "Tikkie’' link(s) verzonden naar voornoemde personen, waarbij een of meer van deze personen naar (een) (valse) (phishing) website(s) werd(en) geleid, waarna voornoemde personen de/hun inlog- en/of accountgegevens en/of gebruikersgegevens invoer(d)en, waardoor/waarna een of meer inlog- en/of accountgegevens en/of gebruikersgegevens van voornoemde personen zijn opgevangen/afgevangen en/of achterhaald,
waarna verdachte en/of zijn mededader(s) vervolgens op voornoemd(e) geautomatiseerd(e) werk(en) heeft/hebben ingelogd met die aldus verkregen gegevens (als ware hij/zij de rechthebbende(n) op dat/die werk(en))
en
hij, in de periode van 3 april 2019 tot en met 23 augustus 2019 in Nederland,opzettelijk en wederrechtelijk in (een) geautomatiseerd(e) werk(en) van de online betaalomgeving van ING van
[naam persoon 8]
en
[naam persoon 9]
en
[naam persoon 10]
en
[naam persoon 11]
,
is binnengedrongen,waarbij hij, verdachte (telkens), toegang tot dat/die werk(en) heeft verworven door het doorbreken van een beveiliging en/of met behulp van een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid;
3hij, in de periode van 3 april 2019 tot en met 16 juni 2019 in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en),
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een) geldbedrag(en), toebehorende aan
-
[naam persoon 5]
(te weten EUR 2.275,98 en/of EUR 200,00), en/of;-
[naam persoon 6]
(te weten EUR 1.258,00), en/of;-
[naam persoon 1]
(te weten EUR 446,67), en/of;-
[naam persoon 4]
(te weten EUR 786,50), en/of;-
[naam persoon 2]
(te weten EUR 335,00), en/of;
-
[naam persoon 12]
(te weten EUR 485,00); in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s),
waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten door phishing verkregen (bancaire) inloggegeven(s) van voornoemde personen.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Ten behoeve van de leesbaarheid van de bewezenverklaring heeft de rechtbank onder verwijzing naar hetgeen hierover onder 3.3.2 is overwogen
[naam persoon 12]
toegevoegd in de bewezenverklaring onder feiten 1, 2 en 3.
Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 323 (driehonderddrieëntwintig) dagen.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vorderingen benadeelde partijen [naam persoon 3]
en [naam persoon 6]
Wijst af de vordering tot vergoeding van de door benadeelde partijen
[naam persoon 3]
en
[naam persoon 6]
geleden schade.
Bepaalt dat de verdachte en de benadeelde partijen ieder de eigen proceskosten dragen.
Vordering ING Bank N.V.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij ING Bank N.V. geleden schade tot een bedrag van € 4.515,62, als vergoeding voor de materiële schade, en veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 januari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan ING Bank N.V., voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat indien dit bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Voorlopige hechtenis
Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.H.E. Boomgaart, voorzitter,
mr. N. Boots en mr. G.D. Kleijne, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. T.J.A. Krips,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 november 2023.