Rechtbank Noord-Holland, eerste aanleg - meervoudig strafrecht overig

ECLI:NL:RBNHO:2025:10198

Op 4 September 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland een eerste aanleg - meervoudig procedure behandeld op het gebied van strafrecht overig, wat onderdeel is van het strafrecht. Het zaaknummer is 15/332622-23, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBNHO:2025:10198. De plaats van zitting was Haarlem.

Soort procedure:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
15/332622-23
Datum uitspraak:
4 September 2025
Datum publicatie:
3 September 2025

Indicatie

Veroordeling voor (poging tot) verleiding en poging tot grooming. De verdachte heeft acht minderjarige jongens via Snapchat gevraagd ontuchtige foto’s van hen naar de verdachte te sturen. Daarnaast heeft de verdachte geprobeerd met twee minderjarige jongens af te spreken om seksuele handelingen met hen te verrichten en zich daarmee schuldig gemaakt aan een poging tot grooming. De verdachte was destijds voetbaltrainer van deze minderjarigen. Bewijsconstructie mede aan de hand van schakelbewijs. De rechtbank legt een gevangenisstraf van 18 maanden waarvan 9 maanden voorwaardelijk op met de bijzondere voorwaarden zoals de reclassering heeft geadviseerd. Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Haarlem

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 15/332622-23 (P)

Uitspraakdatum: 4 september 2025

Tegenspraak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 21 augustus 2025 in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:

[adres A] ,

laatst opgegeven woon- of verblijfsadres: [adres B] ,

thans gedetineerd in de P.I. Alphen, locatie Eikenlaan.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,

mr. R.H.I. van Dongen, en van hetgeen de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. I.A.C. van Mulbregt, advocaat te Den Haag, naar voren hebben gebracht.

1
Tenlastelegging

De in de tenlastelegging weergegeven verdenking komt er samengevat op neer dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:

Feiten 1 t/m 5: het verleiden van vijf minderjarigen tot het plegen van ontucht, subsidiair een poging daartoe.

Feit 6: het voorstellen van een ontmoeting met ontuchtig oogmerk aan drie minderjarigen (grooming), subsidiair een poging daartoe.

Feit 7: een poging tot het verleiden van vijf minderjarigen tot het plegen van ontucht.

Feit 8 en 9: het vervalsen van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) en hier gebruik van maken (valsheid in geschrifte).

De volledige tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht en maakt daarvan deel uit.

2
Voorvragen

Beroep op niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vervolging

De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 7 inzake [slachtoffer 9] (hierna: [slachtoffer 9] ) betoogd dat het openbaar ministerie in strijd heeft gehandeld met het bepaalde in artikel 167a (oud) van het Wetboek van Strafvordering (Sv) door deze minderjarige niet te horen teneinde zijn mening over het tenlastegelegde feit kenbaar te maken. Dit zou volgens de verdediging moeten leiden tot niet-ontvankelijkheid in de vervolging van de verdachte voor dit feit.

De rechtbank overweegt als volgt.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 16 november 2010 (ECLI:NL:HR:2010:BM4308) beslist dat het instellen van strafvervolging ter zake van een misdrijf als bedoeld in artikel 167a Sv ingeval de minderjarige niet in de gelegenheid is gesteld zijn mening over het gepleegde feit kenbaar te maken of indien de minderjarige te kennen heeft gegeven die vervolging niet te wensen, niet zonder meer tot de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie hoeft te leiden. Het komt er daarbij volgens de Hoge Raad op aan of de minderjarige door dat verzuim dan wel door het instellen van de vervolging zo ernstig in zijn belang is geschaad dat vervolging achterwege had dienen te blijven. In zijn arrest van 28 mei 2013 (ECLI:NL:HR:2013:CA0796) heeft de Hoge Raad daar nog aan toegevoegd dat in geval het openbaar ministerie is tekortgeschoten in zijn in artikel 167a (oud) Sv vervatte inspanningsverplichting, dat verzuim niet kan worden aangemerkt als een verzuim als bedoeld in artikel 359a Sv omdat het niet de verdachte is die door de niet-naleving van dat voorschrift is getroffen in een belang dat die bepaling beoogt te beschermen.

De rechtbank stelt vast dat de vader van [slachtoffer 9] aangifte heeft gedaan tegen de verdachte, maar dat de minderjarige [slachtoffer 9] zelf niet in de gelegenheid is gesteld zijn mening over het gepleegde feit te geven. De rechtbank heeft daarnaast niet kunnen vaststellen of het openbaar ministerie zich voldoende heeft ingespannen om [slachtoffer 9] in de gelegenheid te stellen zijn mening over het gepleegde feit kenbaar te maken. De rechtbank stelt ook vast dat – vooralsnog – niet is gesteld of gebleken dat [slachtoffer 9] door het instellen van de vervolging tegen de verdachte zodanig in zijn belangen is of kan worden geschaad dat, afgewogen tegen andere met de vervolging gemoeide belangen, vervolging achterwege had moeten blijven.

Nu niet is gesteld dat de verdachte is getroffen in een belang dat de bepaling beoogt te beschermen, levert niet-nakoming van het bepaalde in artikel 167a (oud) Sv – voor zover hier sprake van was – geen verzuim in de zin van artikel 359a Sv op. Het verweer wordt daarom verworpen.

De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat de officier van justitie (ook overigens) ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

Overwegingen

3
Beoordeling van het bewijs
3.1.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het onder 6 primair ten laste gelegde feit en tot bewezenverklaring van de onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair, 6 subsidiair, 7, 8 en 9 ten laste gelegde feiten.

3.2.

Standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit van de onder 1 tot en met 6 ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van feit 7 is vrijspraak bepleit ten aanzien van de minderjarigen genoemd onder gedachtestreepjes 1 t/m 4. De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de minderjarige genoemd onder het vijfde gedachtestreepje van feit 7 ( [slachtoffer 13] ). Ook ten aanzien van de onder 8 en 9 ten laste gelegde feiten heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Het standpunt van de raadsvrouw zal bij de beoordeling van het bewijs worden besproken.

3.3

Oordeel van de rechtbank

3.3.1

Vrijspraak feit 5 primair en subsidiair ( [slachtoffer 5] ) Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen wat de verdachte onder feit 5 ten laste is gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.

De rechtbank overweegt daartoe als volgt.

De verdachte wordt primair verweten dat hij [slachtoffer 5] (hierna: [slachtoffer 5] ) heeft bewogen tot het plegen van ontuchtige handelingen, namelijk het door [slachtoffer 5] laten maken en versturen van foto’s van zijn “balhaar”. De rechtbank stelt vast dat uit de verklaring van [slachtoffer 5] en de overige inhoud van het dossier niet blijkt dat [slachtoffer 5] een dergelijke foto heeft gemaakt of verstuurd, zodat hij van het primair ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.

Ook zal de verdachte worden vrijgesproken van het onder 5 subsidiair ten laste gelegde. De verdachte wordt subsidiair verweten dat hij heeft geprobeerd [slachtoffer 5] over te halen tot het maken en versturen van foto’s van zijn balhaar, maar de rechtbank kan dit niet afleiden uit de verklaring van [slachtoffer 5] . [slachtoffer 5] heeft weliswaar verklaard dat de verdachte hem heeft gevraagd om foto’s van zijn “ding” en om een filmpje van het scheren van zijn balhaar, maar die gedraging is niet tenlastegelegd, zodat de verdachte ook van het subsidiair ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.

3.3.2

Redengevende feiten en omstandigheden

De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 6 subsidiair 7, 8 en 9 ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.

3.3.3

Nadere bewijsoverwegingen

3.3.3.1 Juridisch Kader

Bewijs in zedenzaken

Deze zaak gaat om de verdenking van zedenmisdrijven met minderjarigen. Zedenzaken zijn bewijstechnisch vaak lastige zaken. Het gaat daarbij namelijk veelal om zaken waarin de feiten zich in het verborgene afspelen, en waarbij het in de kern dus gaat om het woord van het slachtoffer tegen dat van de verdachte. Dat geldt ook voor deze zaak: de belastende verklaringen van de slachtoffers staan tegenover de - over het algemeen - ontkennende verklaring van de verdachte.

De vraag is of de verklaringen van de slachtoffers voldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. De rechtbank mag niet tot een bewezenverklaring komen als de door één getuige genoemde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en er onvoldoende steun is in ander bewijsmateriaal. Naast de verklaring van een slachtoffer is er dus steunbewijs nodig, waarbij de rechtbank tot uitgangspunt neemt dat steunbewijs niet afkomstig mag zijn van dezelfde bron.

Schakelbewijs als steunbewijs

Als er geen direct bewijs is voor de betrokkenheid van de verdachte bij de ten laste gelegde feiten dan kunnen de feiten met zogenaamd schakelbewijs eventueel toch bewezen worden. Het gaat dan om het gebruik van bewijs van een ander, soortgelijk feit dat als steunbewijs kan dienen. Het gebruik van schakelbewijs is alleen mogelijk als de manier waarop de verschillende feiten – in dit geval de verzoeken van de verdachte met een ontuchtig karakter waar de slachtoffers over hebben verklaard – zijn begaan, op essentiële punten overeenkomt of kenmerkende gelijkenissen vertoont. De manier waarop de feiten zijn gepleegd (modus operandi) moet dan zodanig overeenkomen in de zaken dat, bijvoorbeeld, de verklaring van het slachtoffer van het ene feit als steunbewijs voor het andere feit kan dienen.

3.3.3.2 Overwegingen ten aanzien van het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair (verleiding) en het onder 7 tenlastegelegde (pogingen tot verleiding)

Algemeen

De tenlastelegging van deze feiten is toegesneden op artikel 248a (oud) van het Wetboek van Strafrecht (Sr). In die bepaling is ‘verleiding’ strafbaar gesteld. Dat is onder meer het door beloften van geld of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht opzettelijk bewegen van minderjarigen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen. Van ‘bewegen’ in de zin van artikel 248a Sr is niet slechts sprake wanneer blijkt van het breken van psychische weerstand van het slachtoffer. Van het in deze bepaling door het bestanddeel ‘beweegt’ tot uitdrukking gebrachte causaal verband is sprake als voldoende aannemelijk is dat het slachtoffer mede onder invloed van giften of beloften van geld of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of misleiding is overgegaan tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen. Daarnaast is voor strafbaarheid vereist dat het opzet van de verdachte is gericht op het bewegen ontuchtige handelingen te plegen of dulden. Indien de tenlastelegging is toegesneden op het door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht bewegen tot het plegen van ontuchtige handelingen of het dulden van zodanige handelingen van de verdachte, kan het opzettelijk bewegen niet worden bewezenverklaard indien aannemelijk wordt dat – ook al had de verdachte feitelijk zodanig overwicht – hij zich niet ervan bewust was dat dit overwicht (mede) van invloed was op het door de betreffende persoon plegen of dulden van ontuchtige handelingen.

Vermelding verdient verder dat van het plegen of het dulden van ontuchtige handelingen ook sprake kan zijn als geen lichamelijke aanraking tussen de dader en het slachtoffer heeft plaatsgevonden. Of in een zodanig geval de gedraging of gedragingen van de dader – al dan niet in hun onderlinge samenhang bezien – het plegen of het dulden van ontuchtige handelingen met het slachtoffer opleveren, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij komt in het bijzonder betekenis toe aan het antwoord op de vraag of en zo ja, in hoeverre tussen de dader en het slachtoffer enige voor het plegen of dulden van ontucht relevante interactie heeft plaatsgevonden.

Ten aanzien van feit 1 primair ( [slachtoffer 1] )

De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de tenlastegelegde (poging) verleiding van [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ), primair omdat bij gebrek aan steunbewijs niet kan worden vastgesteld dat de verdachte de gevraagde foto van de sixpack van [slachtoffer 1] ook heeft ontvangen, en subsidiair omdat het maken en versturen van een ‘sixpackfoto’ door [slachtoffer 1] niet als een ontuchtige handeling kan worden aangemerkt.

De rechtbank overweegt als volgt.

Bij de beantwoording van de vraag of deze handeling als ontuchtig is aan te merken, moet worden vooropgesteld dat van een ontuchtige handeling in de zin van artikel 248a Sr sprake is in geval van een handeling van seksuele aard die in strijd is met de sociaal-ethische norm. Als niet op het eerste gezicht evident is dat een handeling een seksueel karakter heeft, kan het aankomen op een beoordeling van alle omstandigheden van het geval. Factoren die hierbij een rol kunnen spelen zijn onder meer de verhouding tussen de betrokkenen, het verschil in positie, de context waarin om de handeling is gevraagd en de wijze waarop het lichaamsdeel is afgebeeld.

De rechtbank is van oordeel dat de verdachte door zijn natuurlijke overwicht als (veel oudere) voetbaltrainer van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 1] welbewust heeft bewogen tot het maken en versturen van een foto van zijn ontblote bovenlichaam met een deel van zijn onderbroek. Deze handeling is naar het oordeel van de rechtbank als ontuchtig aan te merken vanwege de seksuele context van de Snapchatgesprekken die de verdachte met [slachtoffer 1] voerde, waarover [slachtoffer 1] heeft verklaard dat de verdachte met hem sprak over onder andere dickpics, balhaar en het aftrekken voor geld. Die verklaring van [slachtoffer 1] wordt ondersteund door de aangetroffen Snapchatberichten, waarin de verdachte onder andere een Euroteken stuurt met spetters, waarover de verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat die druppels staan voor sperma en/of aftrekken. Het tot vrijspraak strekkende verweer vindt zijn weerlegging in de bewijsmiddelen.

Ten aanzien van feit 2 primair ( [slachtoffer 2] )

De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de tenlastegelegde (poging) verleiding van [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ), omdat bij gebrek aan steunbewijs niet kan worden vastgesteld dat de verdachte een foto van [slachtoffer 2] zijn penis of ballen heeft gevraagd en dat volgens de verdachte de door hem betaalde ‘tikkies’ met omschrijving “weddenschap” zien op betaling van de hulp die [slachtoffer 2] heeft verricht aan de verdachte tijdens een voetbalkamp.

De rechtbank is van oordeel dat de verdachte door het bieden van geld en door zijn natuurlijke overwicht als (veel oudere) voetbaltrainer van [slachtoffer 2] , [slachtoffer 2] welbewust heeft bewogen tot het plegen van een ontuchtige handeling, namelijk het maken door [slachtoffer 2] van foto’s van zijn ballen en het sturen van die foto’s aan de verdachte. De verklaring van [slachtoffer 2] daarover vindt steun in de twee betaalverzoeken (zogenaamde tikkies) van [slachtoffer 2] aan de verdachte met omschrijving “weddenschap” die in de telefoon van de verdachte zijn aangetroffen. Deze betaalverzoeken betroffen volgens [slachtoffer 2] de betaalverzoeken voor de verstuurde foto’s van zijn ballen in de tenlastegelegde periode.

De rechtbank betrekt daarbij dat [slachtoffer 2] in zijn verhoor bij de politie gedetailleerd heeft verklaard over het conversaties tussen hem en de verdachte en dat op het moment dat de politie [slachtoffer 2] vraagt over de twee gestuurde ‘tikkies’ [slachtoffer 2] emotioneel wordt en aangeeft dat hij door de verdachte gevraagd werd om een foto van zijn ballen te sturen, dat hij dit twee keer heeft gedaan en dat hij voor elke foto 10 euro kreeg van de verdachte. De rechtbank acht de door de verdachte ter terechtzitting afgelegde verklaring dat de twee ‘tikkies’ betrekking hebben op het doen van klusjes of werk voor zijn bedrijf, die vanwege – zo begrijpt de rechtbank – fiscale redenen “weddenschap” zijn genoemd, mede gelet op het moment van afleggen van deze verklaring, niet geloofwaardig en gaat dan ook aan deze verklaring voorbij.

Het tot vrijspraak strekkende verweer vindt zijn weerlegging in de bewijsmiddelen.

Ten aanzien van feit 3 primair ( [slachtoffer 3] )

De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de tenlastegelegde (poging) verleiding van [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3] ), omdat bij gebrek aan steunbewijs niet kan worden vastgesteld dat de verdachte – voor geld – een naaktfoto van [slachtoffer 3] heeft gevraagd. Volgens de raadsvrouw ziet het door de verdachte betaalde bedrag van 20 euro op betaling van de kosten voor het padellen. Ter terechtzitting heeft de verdachte bovendien nog gesuggereerd dat [slachtoffer 3] en zijn familie een motief hebben om niet de waarheid te verklaren vanwege redenen gelegen in de relationele sfeer. Voor zover de raadsvrouw hiermee wenst te betogen dat de verklaring van [slachtoffer 3] niet betrouwbaar is en niet voor het bewijs zou mogen worden gebruikt, merkt de rechtbank het volgende op. [slachtoffer 3] heeft in zijn verhoor bij de politie gedetailleerd en authentiek verklaard over de conversaties tussen hem en de verdachte. [slachtoffer 3] erkent in dat verhoor dat hij deze verklaring heeft willen afleggen om de verdachte terug te pakken, nu in zijn visie de verdachte verantwoordelijk is voor het feit dat het broertje van [slachtoffer 3] uit de voetbalselectie is gezet. Dat maakt de verklaring van [slachtoffer 3] in de visie van de rechtbank oprecht en betrouwbaar en dus bruikbaar voor het bewijs. Daarnaast vindt de verklaring van [slachtoffer 3] steun in overige bewijsmiddelen, namelijk het op de telefoon van de verdachte door hem betaalde betaalverzoek voor een bedrag van 20 euro. Aan de verklaring van de verdachte dat deze betaling betrekking zou hebben op het padellen of het meedoen aan de Toto of een ander gokspelletje gaat de rechtbank voorbij, vanwege de omschrijving van deze betaling, namelijk: “…” (drie puntjes). Het tot vrijspraak strekkende verweer vindt zijn weerlegging in de bewijsmiddelen.

Ten aanzien van feit 4 primair ( [slachtoffer 4] )

De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de tenlastegelegde (poging) verleiding van [slachtoffer 4] (hierna: [slachtoffer 4] ), primair omdat bij gebrek aan steunbewijs niet kan worden vastgesteld dat de verdachte een zogenaamde sixpackfoto aan [slachtoffer 4] heeft gevraagd en/of ontvangen, en subsidiair omdat het maken en versturen van sixpackfoto’s niet als ontuchtig kan worden aangemerkt.

De rechtbank is van oordeel dat de verdachte door zijn natuurlijk overwicht als veel oudere voetbaltrainer van [slachtoffer 4] , hem via Snapchat welbewust heeft bewogen tot het plegen van een ontuchtige handeling, te weten het op verzoek van de verdachte maken van een foto van zijn ontblote buik, een zogenaamde sixpackfoto, en aan de verdachte te sturen. [slachtoffer 4] heeft verder verklaard dat de verdachte daarna geld begon te bieden voor een foto van de piemel van [slachtoffer 4] . Deze werkwijze van de verdachte (de zogenaamde modus operandi) komt naar het oordeel van de rechtbank overeen met (onder andere) de wijze waarop de verdachte ten aanzien van [slachtoffer 1] (feit 1), [slachtoffer 2] (feit 2) en [slachtoffer 3] (feit 3) heeft gehandeld. Ook zij geven, net als [slachtoffer 4] , aan dat de verdachte, die ze kennen als voetbaltrainer, hen via Snapchat benaderde voor foto’s van een sixpack of geslachtsdeel, waarna de verdachte herhaaldelijk vroeg om tegen betaling foto’s van hun penis en/of ballen te sturen. De rechtbank is van oordeel dat hier sprake is van een in die mate herkenbaar en gelijksoortig patroon in de handelingen van de verdachte dat de rechtbank de verklaringen van [slachtoffer 1] (feit 1), [slachtoffer 2] (feit 2) en [slachtoffer 3] (feit 3) bij wijze van schakelbewijs gebruikt als steunbewijs voor de verklaring van [slachtoffer 4] . Deze handeling is naar het oordeel van de rechtbank bovendien als ontuchtig aan te merken vanwege de seksuele context van de Snapchatgesprekken die de verdachte met de veel jongere en minderjarige [slachtoffer 4] voerde, waarover [slachtoffer 4] heeft verklaard dat de verdachte hem onder andere zeer vaak vroeg om een foto van zijn piemel en foto’s van zijn ballen.

Ten aanzien feit 7, eerste gedachtestreepje (poging tot verleiding [slachtoffer 9] )

De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de tenlastegelegde poging tot verleiding van [slachtoffer 9] , omdat bij gebrek aan steunbewijs niet kan worden vastgesteld dat de verdachte aan [slachtoffer 9] om foto’s van zijn ontblote buik, zogenaamde sixpackfoto’s, heeft gevraagd. Bovendien dient volgens de raadsvrouw vrijspraak te volgen omdat dit handelen, ook voor zover het wel heeft plaatsgevonden, niet als ontuchtig aangemerkt kan worden.

Anders dan de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat de aangifte van de vader van [slachtoffer 9] voldoende specifiek en gedetailleerd is en voor het bewijs kan worden gebruikt. Deze aangifte vindt steun in de verklaring van de verdachte die hij op 8 juni 2023 bij de politie heeft afgelegd in combinatie met een tweetal op zijn telefoon aangetroffen foto’s van [slachtoffer 9] . In de verklaring van de verdachte ligt besloten dat [slachtoffer 9] die foto’s aan de verdachte heeft gestuurd. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat voorafgaand aan het versturen van deze twee foto’s de verdachte meermalen om zogenaamde sixpackfoto’s heeft gevraagd, zoals uit de aangifte blijkt. Gelet op het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat de verdachte welbewust de toen 12-jarige [slachtoffer 9] heeft geprobeerd te bewegen tot het plegen van een ontuchtige handeling, namelijk het tegen de belofte van betaling van een geldbedrag vragen om foto’s van de ontblote buik van [slachtoffer 9] ; zogenaamde sixpackfoto’s.

Deze handeling is naar het oordeel van de rechtbank bovendien als ontuchtig aan te merken vanwege de seksuele context van de Snapchatgesprekken die de verdachte met de veel jongere en minderjarige [slachtoffer 9] voerde, waarover de vader van [slachtoffer 9] heeft verklaard dat [slachtoffer 9] had verteld dat de verdachte hem onder andere zeer vaak vroeg om tegen betaling foto’s van zijn balhaar te sturen en gesprekken met [slachtoffer 9] te starten over aftrekken.

Ten aanzien feit 7, tweede gedachtestreepje (poging tot verleiding [slachtoffer 10] )

De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de tenlastegelegde poging tot verleiding van [slachtoffer 10] (hierna: [slachtoffer 10] ), omdat bij gebrek aan steunbewijs niet kan worden vastgesteld dat de verdachte aan [slachtoffer 10] om foto’s van zijn geslachtsdeel heeft gevraagd in ruil voor Ajax-kaartjes.

Anders dan de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer 10] voldoende steun vindt in de verklaring van de verdachte die hij op 11 augustus 2025 heeft afgelegd, en waarin hij aangeeft dat hij het misschien als grap heeft gevraagd om te kijken hoe ver hij kon gaan. Het tot vrijspraak strekkende verweer vindt zijn weerlegging in de bewijsmiddelen.

Partiele vrijspraak feit 7, derde gedachtestreepje (poging tot verleiding [slachtoffer 11] )

De verdachte wordt verweten dat hij heeft geprobeerd de toen 12-jarige [slachtoffer 11] (hierna: [slachtoffer 11] ) te bewegen tot het plegen van een ontuchtige handeling, namelijk het sturen van een foto van zijn sixpack en/of balhaar. De rechtbank acht het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen. [slachtoffer 11] heeft namelijk verklaard dat de verdachte hem had gevraagd om een foto van zijn geslachtsdeel en een filmpje waarop te zien is dat [slachtoffer 11] zich aftrekt. Deze handelingen zijn echter niet tenlastegelegd. De verdachte moet dan ook (partieel) worden vrijgesproken van dit op [slachtoffer 11] betrekking hebbende feit.

Ten aanzien feit 7, vierde gedachtestreepje (poging tot verleiding [slachtoffer 12] )

De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de tenlastegelegde poging tot verleiding van [slachtoffer 12] (hierna: [slachtoffer 12] ), omdat bij gebrek aan steunbewijs niet kan worden vastgesteld dat de verdachte aan [slachtoffer 12] heeft gevraagd om een filmpje waarop [slachtoffer 12] zich zou aftrekken.

De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 12] heeft verklaard dat de verdachte hem vroeg om een filmpje te sturen waarop [slachtoffer 12] zich zou aftrekken. [slachtoffer 12] heeft ook verklaard dat de verdachte vroeg of hij al balhaar had en ook dat de verdachte [slachtoffer 12] om een foto vroeg van zijn balhaar. Deze modus operandi komt naar het oordeel van de rechtbank overeen met hetgeen onder meer door [slachtoffer 9] (feit 7) is verklaard over de handelwijze van de verdachte. Hij geeft immers ook aan dat de verdachte, die hij kent als voetbaltrainer, hem via Snapchat benaderde om tegen betaling foto’s te sturen van hun balhaar. De rechtbank is van oordeel dat hierdoor sprake is van een herkenbaar en gelijksoortig patroon in de handelingen van de verdachte, in die mate dat de rechtbank de aangifte van de vader van [slachtoffer 9] (feit 7) bij wijze van schakelbewijs gebruikt als steunbewijs voor de verklaring van [slachtoffer 12] . Het tot vrijspraak strekkende verweer vindt dan ook zijn weerlegging in de bewijsmiddelen.

Ten aanzien feit 7, vijfde gedachtestreepje (poging tot verleiding [slachtoffer 13] )

De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van het bewijs voor de poging tot verleiding gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank is van oordeel dat de verdachte welbewust heeft geprobeerd de toen 11-jarige [slachtoffer 13] (hierna: [slachtoffer 13] ) te bewegen tot het plegen van een ontuchtige handeling, namelijk het aan [slachtoffer 13] vragen om een foto van zijn piemel. De rechtbank betrekt hierbij dat in de telefoon van de verdachte berichtenverkeer tussen hem en [slachtoffer 13] is aangetroffen waarin de verdachte onder andere aan [slachtoffer 13] vraagt of er al sperma uitkomt en hij aangeeft dat [slachtoffer 13] niet eens balhaar heeft.

3.3.3.3 Overwegingen ten aanzien van het onder 6 primair en subsidiair tenlastegelegde (grooming)

De tenlastelegging van feit 6 is primair toegesneden op artikel 248e (oud) Sr. In die bepaling is ‘grooming’ strafbaar gesteld. De verdachte wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan grooming van [slachtoffer 6] (hierna: [slachtoffer 6] ), [slachtoffer 7] (hierna: [slachtoffer 7] ) en [slachtoffer 8] (hierna: [slachtoffer 8] ), en subsidiair de poging tot grooming van deze jongens.

Juridisch kader

Het in artikel 248e Sr strafbaar gestelde misdrijf grooming, dat ook wel ‘digitaal kinderlokken’ wordt genoemd, bestaat naar de kern genomen uit het (i) door middel van een digitaal medium voorstellen van een ontmoeting (ii) aan iemand die jonger is dan zestien jaar, (iii) met het oogmerk ontuchtige handelingen met die jeugdige te plegen of kinderporno te vervaardigen, en (iv) het vervolgens ondernemen van enige (concrete en zelfstandige) handeling ter verwezenlijking van die ontmoeting.

Ook een poging tot ‘grooming’ is strafbaar. Daarvan kan sprake zijn als de digitale communicatie met een jeugdige heeft geleid tot het voorstel voor een ontmoeting met het oogmerk om seksuele handelingen te plegen, maar geen handeling is ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting. Dat voorstel vormt dan het begin van uitvoering van het delict.

Verweer raadsvrouw ten aanzien van alle gedachtestreepjes

De raadsvrouw heeft aangevoerd dat voor een bewezenverklaring van het primair en subsidiair tenlastegelegde vereist is dat de verdachte zich heeft voorgedaan als een persoon onder de zestien. De rechtbank verwerpt dit verweer nu dit op een verkeerde lezing van het wetsartikel berust.

Vrijspraak feit 6 primair

Met de raadsvrouw en de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de verdachte van het onder 6 primair ten laste gelegde feit dient te worden vrijgesproken, omdat concrete (voorstellen tot) ontmoetingen en het verrichten van een handeling gericht op het realiseren van die ontmoetingen ten aanzien van deze drie jongens niet kan worden vastgesteld.

Ten aanzien van feit 6 subsidiair, eerste gedachtestreepje ( [slachtoffer 6] )

Uit de verklaring van [slachtoffer 6] en de verklaring van de verdachte bij de politie op 11 augustus 2025, kan worden afgeleid dat de verdachte via Snapchat [slachtoffer 6] (destijds 11 jaar) heeft voorgesteld om elkaar te ontmoeten achter de containers bij de voetbalclub [voetbalclub] om te gaan zoenen. Gelet op het hiervoor beschreven juridisch kader kan deze handelwijze als een poging tot grooming worden aangemerkt. Voor de verklaring van de verdachte dat hij hier slechts een grapje maakt en dus geen oogmerk heeft gehad op het ontuchtig handelen, biedt het strafdossier geen enkel aanknopingspunt.

De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich tegenover [slachtoffer 6] aan het subsidiair tenlastegelegde schuldig heeft gemaakt. Het tot vrijspraak strekkende verweer vindt zijn weerlegging in de bewijsmiddelen.

Partiele vrijspraak feit 6 subsidiair, tweede gedachtestreepje ( [slachtoffer 7] )

Zoals hiervoor aangegeven is voor een bewezenverklaring van poging tot grooming vereist dat de digitale communicatie met een jeugdige heeft geleid tot het voorstel voor een ontmoeting met het oogmerk om seksuele handelingen te plegen, maar dat (nog) geen handeling is ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting. Dat voorstel vormt dan het begin van uitvoering van het delict. Nu uit de verklaring van [slachtoffer 7] weliswaar volgt dat de verdachte hem had voorgesteld om hem te leren zoenen, volgt uit zijn verklaring niet dat de verdachte hiervoor een ontmoeting heeft voorgesteld. De verdachte zal daarom partieel worden vrijgesproken van dit feit voor wat betreft de poging tot grooming van [slachtoffer 7] .

Ten aanzien van feit 6 subsidiair, derde gedachtestreepje ( [slachtoffer 8] )

Uit de inhoud van de verklaring van [slachtoffer 8] , de verklaring van de verdachte bij de politie op 11 augustus 2025 en de op de telefoon van de verdachte aangetroffen chats met [slachtoffer 8] , kan worden afgeleid dat de verdachte via Snapchat de destijds 14-jarige [slachtoffer 8] heeft voorgesteld om elkaar te ontmoeten bij de voetbalclub [voetbalclub] om samen te zoenen en af te trekken. Uit de chats volgt bovendien dat de verdachte meermaals vraagt aan [slachtoffer 8] of hij langskomt om te rukken, waarbij [slachtoffer 8] dit afwijst en de verdachte telkens opnieuw en op verschillende manieren vraagt wanneer er samen gerukt gaat worden.

Gelet op het hiervoor beschreven juridisch kader kan deze handelwijze van de verdachte als een poging tot grooming worden aangemerkt. Voor de verklaring van de verdachte dat hij hier slechts een grapje maakt en dus geen oogmerk heeft gehad op het ontuchtig handelen, biedt het strafdossier geen aanknopingspunten. Weliswaar antwoordt de verdachte met “Grapje jongen” nadat [slachtoffer 8] voor het eerst negatief had bericht op de vraag van de verdachte of hij langs komt om te rukken, maar een dag later begint de verdachte er weer over in die zin dat hij het heeft over samen gaan oefenen en naast het oefenen van voetbal ook dat andere. Een paar dagen later bericht de verdachte [slachtoffer 8] dat hij [slachtoffer 8] nodig heeft voor klusjes en rukken. Uiteindelijk vraagt de verdachte letterlijk aan [slachtoffer 8] : “Wanneer samen rukken op [voetbalclub] dannn?”. En [slachtoffer 8] antwoordt met: “Nietttt”.

De rechtbank ziet dit als een voorbeeld van de door de verdachte gehanteerde strategie, waarbij hij een hengel uitgooit om vervolgens te kijken of het beoogde slachtoffer toehapt. Als het beoogde slachtoffer negatief bericht, antwoordt de verdachte dat het een grapje was, maar dat is naar het oordeel van de rechtbank slechts bedoeld om het oogmerk van de verdachte te verhullen, namelijk dat hij seksuele handelingen wil verrichten met [slachtoffer 8] . Immers, nadat de verdachte aangeeft dat het een grapje is, gaat hij door met het vragen om samen seksuele handelingen te verrichten.

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich ook tegenover [slachtoffer 8] aan het subsidiair tenlastegelegde schuldig heeft gemaakt. Het tot vrijspraak strekkende verweer vindt dus ook hier zijn weerlegging in de bewijsmiddelen.

3.4.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 6 subsidiair, 7, 8 en 9 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat

feit 1 primair hij in de periode van 28 mei 2023 tot en met 6 juni 2023 in Nederland, door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten dat hij, verdachte in zijn hoedanigheid als voetbaltrainer en het aanzienlijke leeftijdsverschil (te weten 11 jaar),[slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 1] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, te weten het maken en versturen via snapchat van een foto van zijn, [slachtoffer 1] ontblote borst en buik (“sixpack”);

feit 2 primair hij in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 in Nederland, door beloften van geld en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten dat hij, verdachte, in zijn hoedanigheid als voetbaltrainer en het aanzienlijke leeftijdsverschil (te weten 10 jaar),

[slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 2] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, te weten het maken en versturen via snapchat van foto’s van zijn, [slachtoffer 2] ballen;

feit 3 primair hij in de periode van 1 november 2022 tot en met 30 november 2022 in Nederland, door beloften van geld en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten dat hij, verdachte in zijn hoedanigheid als voetbaltrainer en het aanzienlijke leeftijdsverschil (te weten 7 jaar),

[slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 3] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, te weten het maken en versturen via snapchat van een foto van zijn, [slachtoffer 3] schaamstreek;

feit 4 primair hij in de periode van 1 oktober 2022 tot en met 1 juni 2023 in Nederland door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten dat hij, verdachte in zijn hoedanigheid als voetbaltrainer en het aanzienlijke leeftijdsverschil (te weten 11 jaar),

[slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 4] die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, te weten het maken en versturen via snapchat van een foto van zijn, [slachtoffer 4] ontblote borst en buik (“sixpack”);

feit 6 subsidiair hij in de periode van 26 april 2022 tot en met 15 juni 2023 in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door met gebruikmaking van een communicatiedienst, aan personen, te weten- [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum 6] en- [slachtoffer 8] , geboren op [geboortedatum 8] ,die allen de leeftijd van zestien jaren nog niet hadden bereikt,een ontmoeting voor te stellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt te plegen, en daarbij enige handeling te ondernemen tot het verwezenlijken van die ontmoeting,- [slachtoffer 6] meermalen via snapchat heeft gevraagd of hij mee wilde naar een wedstrijd van Ajax en dat die [slachtoffer 6] dan daarvoor eerst moest oefenen met zoenen met hem, verdachte, en heeft aangegeven dat hij, verdachte, dan om 14:00 uur wilde afspreken bij de containers van [voetbalclub] , op een dag dat er geen training was en- [slachtoffer 8] voorgesteld heeft om bij het [voetbalclub] af te spreken om te zoenen en af te trekken,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

feit 7

hij in de periode van 26 april 2022 tot en met 31 mei 2023 in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door beloften van geld en/of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht,- [slachtoffer 9] , geboren op [geboortedatum 9] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en- [slachtoffer 10] , geboren op [geboortedatum 10] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en- [slachtoffer 12] , geboren op [geboortedatum 12] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en- [slachtoffer 13] die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,opzettelijk te bewegen ontuchtige handelingen te plegen,- [slachtoffer 9] meermaals heeft gevraagd om een foto van zijn, [slachtoffer 9] ontblote borst en/of buik (“sixpack”) te sturen en- [slachtoffer 10] meermaals heeft gevraagd om een foto van zijn, [slachtoffer 10] ’ lul te sturen en- [slachtoffer 12] heeft gevraagd om een filmpje te sturen waarop [slachtoffer 12] zich zou aftrekken en- [slachtoffer 13] heeft gevraagd om een foto van zijn, [slachtoffer 13] , piemel te sturen,waarbij hij verdachte in zijn hoedanigheid als voetbaltrainer en het aanzienlijke leeftijdsverschil (te weten tenminste 8 jaar) en/of meermalen geldbedragen heeft geboden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

feit 8 hij op of omstreeks 1 juli 2024 te Beverwijk een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, heeft vervalst, door op het format van een eerder verstrekte verklaring omtrent gedrag de datum en het aanvraagnummer aan te passen met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

feit 9 hij in de periode van 1 juli 2024 tot en met 2 september 2024 te Duivendrecht, gemeente Ouder-Amstel, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een verklaring omtrent gedrag als ware het echt en onvervalst, door een foto van voornoemde verklaring omtrent gedrag te maken en te versturen naar zijn (toenmalige) werkgever in het kader van een sollicitatieprocedure.

De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.

Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4
Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:

Ten aanzien van de feiten 1 en 4 primair telkens:

door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon waarvan hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen;

Ten aanzien van de feiten 2 en 3 primair telkens:

door belofte van geld en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon waarvan hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen;

Ten aanzien van feit 6 subsidiair:

poging tot, met gebruikmaking van een communicatiedienst, een persoon van wie hij weet dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, een ontmoeting voorstellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting, meermalen gepleegd;

Ten aanzien van feit 7:

poging tot door belofte van geld en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon waarvan hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen, meermalen gepleegd;

Ten aanzien van feit 8:

valsheid in geschrift;

Ten aanzien van feit 9:

opzettelijk gebruik maken van een vervalst geschrift als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst.

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5
Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.

6
Motivering van de sanctie
6.1

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd het volwassenenstrafrecht toe te passen en de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 24 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren onder het stellen van de bijzondere voorwaarden die door de reclassering zijn geadviseerd, waarbij het verbod bepaalde werkzaamheden te verrichten zich dient uit te strekken tot alle werkzaamheden met minderjarigen. De officier van justitie heeft gevorderd dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.

Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat aan de verdachte wordt opgelegd de vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38v Sr, inhoudende contactverboden met alle slachtoffers voor de duur van drie jaren, per overtreding te vervangen door twee weken hechtenis, met een maximum van zes maanden.

Ook heeft de officier van justitie gevorderd dat aan de verdachte wordt opgelegd de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z Sr, teneinde toezicht op en begeleiding van de verdachte te verzekeren na beëindiging van de gevangenisstraf en de proeftijd van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.

6.2

Standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft verzocht om aan de verdachte hooguit een gevangenisstraf op te leggen die de duur van de reeds ondergane voorlopige hechtenis niet overstijgt en voor het overige te volstaan met een geheel voorwaardelijke straf met het stellen van bijzondere voorwaarden, zoals door de reclassering is geadviseerd. De raadsvrouw acht het buiten proportioneel om de verdachte als first offender en mede gelet op zijn jeugdige leeftijd naast die bijzondere voorwaarden de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z Sr op te leggen.

6.3

Oordeel van de rechtbank

Bij de beslissing over de sancties die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon en de draagkracht van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.

Ernst van de feiten

De verdachte heeft zich over een lange periode schuldig gemaakt aan ernstige seksuele delicten gepleegd tegen tien minderjarige jongens. De verdachte, die in de tenlastegelegde periode tussen 21 en 22 jaren oud was en de voetbaltrainer was van deze jongens, zocht via Snapchat contact met hen om vervolgens met hen te chatten, waarbij hij deze gesprekken al snel seksueel van aard maakte. De verdachte ging op een geraffineerde en strategische wijze te werk om deze jongens zover te krijgen dat zij foto’s of filmpjes met een seksuele strekking naar hem stuurden. Eerst vroeg de verdachte daar om en als daar niet op ingegaan werd, bleef hij opdringerig doorvragen. Als dat niet hielp probeerde hij een aantal van hen over te halen het alsnog te doen door het bieden van steeds hogere geldbedragen, het beloven van merkschoenen of kaartjes voor wedstrijden van Ajax. In vier gevallen heeft dat ertoe geleid dat de jongens foto’s naar hem stuurden en in vier gevallen is het bij een poging gebleven. Daarnaast heeft hij geprobeerd met twee jongens tot een ontmoeting te komen om te gaan zoenen of samen af te trekken. Hierdoor heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de minderjarige slachtoffers en heeft hij zich op geen enkele wijze bekommerd om de jonge leeftijd van deze kinderen en de gevolgen die zij van zijn handelen kunnen ondervinden. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder in aanmerking dat een groot aantal jonge jongens aangifte tegen de verdachte heeft gedaan. Meerdere slachtoffers hebben aangegeven enorm op te hebben gekeken naar de verdachte, hun voetbaltrainer. De verdachte heeft het vertrouwen dat in hem als voetbaltrainer werd gesteld door zowel de slachtoffers als hun ouders op ernstige wijze beschaamd.

Zorgelijk is bovendien dat de verdachte weinig tot geen inzicht toont in het kwalijke van zijn handelen. De rechtbank rekent het de verdachte bovendien aan dat hij tijdens de schorsing van zijn voorlopige hechtenis zijn Verklaring omtrent gedrag (VOG) heeft vervalst om met kinderen te kunnen blijven werken op een basisschool, terwijl de VOG juist is bedoeld om situaties te voorkomen waarin een verdachte van zedendelicten in aanraking met kinderen kan komen.

De persoon van de verdachte

De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie van 12 februari 2025 van de verdachte. Hieruit blijkt dat hij niet eerder onherroepelijk is veroordeeld vanwege een soortgelijk feit, zodat de rechtbank dit niet in zijn nadeel zal meewegen. Wel merkt de rechtbank op dat de verdachte eerder verdachte is geweest in een onderzoek naar soortgelijke feiten, maar dat dit tot een sepot wegens gebrek aan bewijs heeft geleid. Deze verdenking en het daaropvolgende sepot hebben de verdachte er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.

Verder heeft de rechtbank gekeken naar de reclasseringsadviezen van 3 maart en 8 augustus 2025. De reclassering schat het risico op recidive in als matig-hoog. Er wordt geadviseerd om een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met de volgende bijzondere voorwaarden:

Meldplicht bij de Reclassering

Ambulante behandeling bij De Waag

Contactverbod met slachtoffers

Controleerbare dagbesteding

Vermijden van contact met minderjarigen

Verbod op bepaalde werkzaamheden: onderwijs, (sport)verenigingen en andere situaties waar hij met kinderen in aanraking kan komen

Vermijden van digitale omgevingen seksueel kindermisbruik/grooming,

alsmede de opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op deze bijzondere voorwaarden en die dadelijk uitvoerbaar te verklaren.

De reclassering heeft de rechtbank in overweging gegeven een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) op te leggen.

De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van het rapport van 18 februari 2025 dat is opgesteld door drs. J. Yntema, GZ-psycholoog. Dit rapport houdt onder meer het volgende in:

Betrokkene is een 24-jarige jongeman bij wie er sprake is van een andere gespecificeerde disruptieve, impulsbeheersings- of andere gedragsstoornis. Hiervan was ook sprake tijdens de hem tenlastegelegde feiten.

Er lijkt sprake te zijn van een soort ‘thrillseeking’ en zelfoverschatting voortkomend vanuit de narcistische trekken hetgeen leidde tot grensoverschrijdend impulsief gedrag.

Vanuit de andere gespecificeerde disruptieve, impulsbeheersings- of andere gedragsstoornis in combinatie met de zelfoverschatting is hij vooral voor zijn eigen behoeftebevrediging gegaan. Zijn impulsiviteit en opportunistische karakter maken dat hij voorbij gaat aan de grenzen van anderen en is doorgegaan met zijn gedrag. Hierin lijkt hij zich niet geheel bewust te zijn van de gevolgen van zijn daden voor zichzelf en anderen. Daarbij spelen de narcistische trekken en zijn dominantie een rol. Hij is gewend om zijn zin te krijgen en komt in combinatie met zijn impulsiviteit toch in situaties terecht waarmee hij in de problemen komt.

Dit alles overziend en wegend, is er sprake geweest van enige doorwerking van de andere gespecificeerde disruptieve, impulsbeheersings- of andere gedragsstoornis in de tenlastegelegde feiten. De beschreven problematiek heeft gezorgd voor een beperking in de keuzemogelijkheden van betrokkene. Geadviseerd wordt om de hem tenlastegelegde feiten in verminderde mate toe te rekenen. Gelet op deze stoornissen is behandeling van betrokkene geïndiceerd. Verder dient de behandeling zich te richten op zijn seksuele impulsiviteit en leren die impulsen te beheersen.

Gezien betrokkenes beperkte probleeminzicht is er sprake van een beperkte responsiviteit voor behandeling. Om deze reden kan worden verwacht dat er bij betrokkene een langdurig behandeltraject nodig zal zijn om tot enig probleembesef en gedragsverandering te kunnen komen.

Strafoplegging

De rechtbank kan zich met de conclusies van bovengenoemde adviezen verenigen. Overeenkomstig het hiervoor genoemde advies van de psycholoog, zal de rechtbank de bewezen verklaarde feiten in verminderde mate aan de verdachte toerekenen. Deze omstandigheid wordt in strafmatigende zin meegewogen.

Gelet op de ernst van de feiten acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan negen maanden voorwaardelijk, passend en geboden.

De rechtbank zal aan het voorwaardelijk strafdeel een proeftijd van drie jaren verbinden, zodat de verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd opnieuw schuldig te maken aan een strafbaar feit. De rechtbank ziet aanleiding om een proeftijd van drie jaar op te leggen, omdat uit de verschillende rapportages naar voren komt dat het geruime tijd zal duren om enig probleembesef en gedragsverandering bij de verdachte tot stand te brengen.

Daarnaast acht de rechtbank verplicht contact met de reclassering noodzakelijk. Aan het voorwaardelijk strafdeel worden ook de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden verbonden, behalve het meewerken aan het vinden en behouden van een controleerbare dagbesteding.

De rechtbank acht ook contactverboden met de slachtoffers noodzakelijk. Anders dan de officier van justitie heeft gevorderd is de rechtbank van oordeel dat ermee kan worden volstaan deze contactverboden als bijzondere voorwaarde aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf te verbinden. De gevorderde vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38v Sr zal dan ook niet worden opgelegd.

Dadelijk uitvoerbaar

De verdachte heeft slechts zeer beperkt verantwoordelijkheid genomen voor de bewezen verklaarde feiten. Daarom is er nog geen deugdelijke risicotaxatie gemaakt van het recidiverisico voor de bewezen verklaarde ontucht. Het risico op recidive wordt als matig-hoog ingeschat en op grond hiervan moet er ernstig rekening mee worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De rechtbank acht het bovendien van belang dat de in te zetten behandeling zo spoedig mogelijk een aanvang neemt. De rechtbank zal daarom bevelen dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn.

Maatregel als bedoeld in artikel 38z Sr

De deskundige en de reclassering geven de rechtbank in overweging een maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z Sr op te leggen, teneinde toezicht op en begeleiding van de verdachte te verzekeren na beëindiging van de proeftijd. Aan de wettelijke vereisten voor de oplegging van deze maatregel is voldaan. Naar het oordeel van de rechtbank is de oplegging van de maatregel geboden in het belang van de bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen. De rechtbank zal daarom de maatregel als bedoeld in artikel 38z Sr opleggen.

7
Beslissingen met betrekking tot in beslag genomen voorwerpen

Onder de verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen en niet teruggegeven:

1. STK GSM (Omschrijving: PL1100-2023117200-1494029, Zwart, merk: Apple iPhone);

2. 1 STK GSM (Omschrijving: PL1100-20231172000-1493935, Apple iPhone);3. 1 STK Computer (PL1100-2023117200-1494028, Apple).

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1. en 2. in beslag genomen telefoons dienen te worden verbeurd verklaard. De onder 3. in beslag genomen computer kan volgens de officier van justitie terug worden gegeven aan de verdachte.

De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van het beslag gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

De rechtbank is van oordeel dat de onder 2. van de beslaglijst in beslag genomen en niet teruggegeven telefoon dient te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de onder 1 tot en met 7 bewezen verklaarde feiten met betrekking tot die telefoon, die aan de verdachte toebehoort, zijn begaan.

Voorts is de rechtbank van oordeel dat de onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen onder de nummers 1. en 3. van de beslaglijst dienen te worden teruggegeven aan de verdachte. Uit het onderzoek ter terechtzitting is niet gebleken dat er een verband bestaat tussen dit voorwerp en de bewezen verklaarde feiten.

8
Vordering benadeelde partij

De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 1.000,- ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die hij als gevolg van het onder 3 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag en met oplegging van de in artikel 36f Sr bedoelde schadevergoedingsmaatregel.

Ter zitting heeft diens advocaat, mr. De Klerk, de vordering van de benadeelde partij mondeling toegelicht.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gehele toewijzing van de vordering verzocht.

Standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering, omdat de benadeelde partij onvoldoende heeft onderbouwd waaruit het bestaan van de aantasting in zijn persoon blijkt.

Oordeel van de rechtbank

De benadeelde partij legt aan de vordering ten grondslag dat sprake is van een aantasting in zijn persoon op andere wijze als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek (BW).

De rechtbank is van oordeel dat de aard en ernst van de normschending niet zodanig is dat in dit geval de relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon (en dus immateriële schade) zonder nadere onderbouwing, die niet is gesteld of gebleken, kan worden aangenomen.

De rechtbank is van oordeel dat het alsnog in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij diens vordering degelijk te voorzien van een onderbouwing en dus aanhouding van de strafzaak een onevenredige belasting van het strafgeding vormt, zodat de benadeelde partij niet in diens vordering zal kunnen worden ontvangen.

Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering.

9
Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:

14a, 14b, 14c, 33, 33a, 38z, 45, 57, 225, 248a (oud), 248e (oud) van het Wetboek van Strafrecht.

10
Beslissing

De rechtbank:

Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder 5 primair en subsidiair en 6 primair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.

Verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 6 subsidiair, 7, 8 en 9 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.

Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.

Bepaalt dat de onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 6 subsidiair, 7, 8 en 9 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.

Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.

Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden.

Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 9 (negen) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van drie jaren.

Stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.

Stelt als bijzondere voorwaarden dat:

a. de veroordeelde zich gedurende de proeftijd meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met betrokkene opnemen voor de eerste afspraak;

[b. de] veroordeelde zich laat behandelen door de Waag, centrum voor ambulante forensische geestelijke gezondheidszorg (ggz) of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;

[c. de] veroordeelde op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met de slachtoffers in onderhavige strafzaak, te weten:

[slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 1] ;

[slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 2] ;

[slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 3] ;

[slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 4] ;

[slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum 6] ;

[slachtoffer 8] , geboren op [geboortedatum 8] ;

[slachtoffer 9] , geboren op [geboortedatum 9] ;

[slachtoffer 10] , geboren op [geboortedatum 10] ;

[slachtoffer 12] , geboren op [geboortedatum 12] ;

[slachtoffer 13] , geboren op [geboortedatum 13] ,

zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. De politie ziet toe op handhaving van dit verbod;

[d. de] veroordeelde op geen enkele wijze contact zoekt met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de veroordeelde dat er andere volwassenen aanwezig zijn.

[e. de] veroordeelde geen werkzaamheden verricht in het onderwijs en/of sport(vereniging) en/of andere beroepen waarbij hij in contact is met minderjarigen;

[f. de] veroordeelde gedurende de proeftijd:1. digitale omgevingen vermijdt waarin hij in aanraking kan komen met seksueel kindermisbruik;2. digitale omgevingen vermijdt waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;3. geen gebruik maakt van virtuele machines, versleutelprogramma’s (zoals Bitlocker, Veracrypt) of applicaties die helpen de identiteit te verbergen (zoals een VPN), tenzij de reclassering toestemming heeft gegeven voor het gebruik (zoals voor werk of voor bankzaken);4. inzicht geeft in de wijze waarop hij de omgevingen genoemd onder 1. en 2. zal vermijden en bespreekt hoe dit verlopen is voor het verstreken deel van de proeftijd.Het toezicht op de naleving van de onderdelen 1. tot en met 3. beperkt zich tot geautomatiseerde controles van digitale apparaten (zoals computers, smart devices, USB-sticks, SD-kaarten, externe harde schijven) waarop bestanden kunnen worden opgeslagen en/of waarmee internet kan worden benaderd en die de veroordeelde in gebruik heeft.De veroordeelde werkt mee aan deze controles tijdens (on)aangekondigde huisbezoeken en verschaft toegang tot alle aanwezige digitale apparaten die de veroordeelde in gebruik heeft. Hieronder wordt begrepen het verstrekken van wachtwoorden, codes of andere wijzen van ontgrendeling of ontsluiting zoals vingerafdrukken, die nodig zijn voor toegang. Op verzoek past de veroordeelde de instellingen zodanig aan dat controle mogelijk is. De wijzigingen mogen niet leiden tot definitieve wijzigingen aan het apparaat en worden aan het einde van de controle weer teruggezet.De controles worden uitgevoerd door de reclassering. Indien en voor zover noodzakelijk mag de reclassering voor ondersteuning op technisch en digitaal gebied een specialist, niet zijnde een opsporingsambtenaar meenemen. De controles mogen gedurende de proeftijd maximaal zes keer worden uitgevoerd, waarbij de persoonlijke levenssfeer van de veroordeelde zoveel mogelijk wordt geëerbiedigd. De controles strekken er in het bijzonder niet toe een min of meer volledig beeld te krijgen van het persoonlijke leven van de veroordeelde.

Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden. Het toezicht op de onder f) vermelde bijzondere voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers; deze controles mogen slechts op zodanige wijze worden uitgevoerd dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van afbeeldingen (geautomatiseerde controle is derhalve wel toegestaan). Ten behoeve van deze controle mag een deskundige (niet zijnde een opsporingsambtenaar) de reclassering (technische) ondersteuning bieden.

Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:

- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;

- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.

Beveelt dat de op grond van artikel 14c gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14c, zesde lid, Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.

Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Legt aan de verdachte op de maatregel op grond van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking;

Verklaart verbeurd:

1 STK GSM (Omschrijving: PL1100-20231172000-1493935, Apple iPhone).

Gelast de teruggave aan de verdachte van:

- 1 STK GSM (Omschrijving: PL1100-2023117200-1494029, Zwart, merk: Apple iPhone);

- 1 STK Computer (PL1100-2023117200-1494028, Apple).

Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk in de vordering.

Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van die voorlopige hechtenis gelijk wordt aan de duur van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf.

Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum

Dit vonnis is gewezen door

mr. P.A. Hesselink, voorzitter,

mr. M.E. Francke en mr. M. Rigter, rechters,

in tegenwoordigheid van de griffier, mr. L.P. van Os,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 september 2025.

Bijlage I

De tenlastelegging

feit 1 hij in of omstreeks de periode van 28 mei 2023 tot en met 6 juni 2023 te Haarlem en/of te Beverwijk, althans in Nederland,

door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, te weten dat hij, verdachtein zijn hoedanigheid als voetbaltrainer en/of het aanzienlijke leeftijdsverschil (te weten 11 jaar) en/of door een of meergeldbedragen te bieden en/of een of meerijsjes aan te bieden,

[slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 1] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/ofvan hem, verdachte, te dulden, te weten het maken en/of versturen (via snapchat) van foto’s van zijn, [slachtoffer 1] ontblote borst en/of buik (“sixpack”)

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij in of omstreeks de periode van 28 mei 2023 tot en met 6 juni 2023 te Haarlem en/of te Beverwijk, althans in Nederland,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingenvoortvloeiend overwicht en/of misleiding,

[slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 1] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt opzettelijk te bewegen ontuchtige handelingen te plegen en/of vanhem/haar, verdachte, te dulden,- [slachtoffer 1] zeer vaak heeft gevraagd om foto’s van zijn penis en/of ballen, althans diens testikels en/of- [slachtoffer 1] heeft gevraagd om een video van zichzelf, terwijl hij zichzelf aftrekt aan verdachte te sturen,

terwijl verdachte eerst zelf een foto van zijn ballen stuurde aan [slachtoffer 1] en/of waarbij hij, verdachte, in zijn hoedanigheid als voetbaltrainer en/of het aanzienlijkeleeftijdsverschil (te weten 11 jaar) en/of meermalen een of meer geldbedragen heeft geboden en/of een of meer ijsjes heeft aangeboden, terwijl de uitvoering van datvoorgenomen misdrijf niet is voltooid;

feit 2 hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2021 tot en met 1 juli 2023 te Haarlem en/of te Beverwijk, althans in Nederland,

door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, te weten dat hij, verdachte,in zijn hoedanigheid als voetbaltrainer en/of het aanzienlijke leeftijdsverschil (te weten 10 jaar) en/of door een of meer geldbedragen te bieden,[slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 2] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/of vanhem, verdachte, te dulden, te weten het maken en/of versturen (via snapchat) van foto’s van zijn, [slachtoffer 2] penis en/of ballen, althans van diens testikels

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2021 tot en met 1 juli 2023 te Haarlem en/of te Beverwijk, althans in Nederland,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingenvoortvloeiend overwicht en/of misleiding,

[slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 2] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk te bewegen ontuchtige handelingen te plegen en/of vanhem/haar, verdachte, te dulden,- [slachtoffer 2] (meermaals) heeft gevraagd om foto’s te maken en/of versturen (via snapchat) van zijn, [slachtoffer 2] penis en/of ballen, althans van diens testikelswaarbij hij, verdachte, in zijn hoedanigheid als voetbaltrainer en/of het aanzienlijke leeftijdsverschil (te weten 11 jaar) en/of meermalen een of meer geldbedragen heeftgeboden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

feit 3 hij in of omstreeks de periode van 1 november 2022 tot en met 30 november 2022 te Haarlem en/of te Beverwijk, althans in Nederland,

door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, te weten dat hij, verdachtein zijn hoedanigheid als voetbaltrainer en/of het aanzienlijke leeftijdsverschil (te weten 7 jaar) en/of door een of meer geldbedragen te bieden en/of een of meerdereflessen drank te bieden,

[slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 3] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/ofvan hem, verdachte, te dulden, te weten het maken en/of versturen (via snapchat) van foto’s van zijn, [slachtoffer 3] penis en/of ballen, althans van diens testikels en/ofschaamstreek.

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2021 tot en met 1 juli 2023 te Haarlem en/of te Beverwijk, althans in Nederland,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingenvoortvloeiend overwicht en/of misleiding,

[slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 3] , die de leeftijd van achttien jaren nog hem/haar, verdachte, te dulden,- [slachtoffer 3] (meermaals) heeft gevraagd om foto’s te maken en/of versturen (via snapchat) van zijn, [slachtoffer 3] penis en/of ballen, althans van diens testikelswaarbij hij, verdachte, in zijn hoedanigheid als voetbaltrainer en/of het aanzienlijke leeftijdsverschil (te weten 11 jaar) en/of meermalen een of meer geldbedragen heeftgeboden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

feit 4 Hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2022 tot en met 01 juni 2023 in de gemeente Haarlem en/of in de gemeenteBeverwijk, in elk geval in Nederland

door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, te weten dat hij, verdachtein zijn hoedanigheid als voetbaltrainer en/of het aanzienlijke leeftijdsverschil (te weten 11 jaar) en/of door een of meer geldbedragen te bieden en/of door aan tebieden om mee te mogen naar een wedstrijd van Ajax en/of door Jeezy’s aan te bieden

[slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 4] die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/of van hem/haar, verdachte, te dulden, te weten het maken en/of versturen (via snapchat) van foto’s van zijn, [slachtoffer 4] ontblote borst en/of buik (“sixpack”)

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2022 tot en met 01 juni 2023 in de gemeente Haarlem en/of in de gemeenteBeverwijk, in elk geval in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding,

[slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 4] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt opzettelijk te bewegen ontuchtige handelingen te plegen en/of vanhem/haar, verdachte, te dulden,- [slachtoffer 4] zeer vaak heeft gevraagd om foto’s van zijn penis en/of ballen, althans van diens testikels, en/of een zogenaamde “Frenkie” te maken en/of teversturen,

waarbij hij verdachte in zijn hoedanigheid als voetbaltrainer en/of het aanzienlijke leeftijdsverschil (te weten 11 jaar) en/of meermalen een of meer geldbedragen heeftgeboden en/of [slachtoffer 4] heeft aangeboden om hem mee te nemen naar een wedstrijd van Ajax en/of Jeezy’s heeft aangeboden, terwijl de uitvoering van datvoorgenomen misdrijf niet is voltooid;

feit 5 Hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2022 tot en met 30 december 2022 in de gemeente Haarlem en/of in degemeente Beverwijk, in elk geval in Nederland

door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, te weten dat hij, verdachtein zijn hoedanigheid als voetbaltrainer en/of het aanzienlijke leeftijdsverschil (te weten 11 jaar) en/of door een of meer geldbedragen te bieden en/of door aan tebieden om een privétraining te volgen,

[slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 5] die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/of vanhem/haar, verdachte, te dulden, te weten het maken en/of versturen (via snapchat) van foto’s van [slachtoffer 5] zijn balhaar,

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

Hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2022 tot en met 30 december 2022 in de gemeente Haarlem en/of in degemeente Beverwijk, in elk geval in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding,

[slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 5] die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk te bewegen ontuchtige handelingen te plegen en/of vanhem/haar, verdachte, te dulden,- [slachtoffer 5] meermaals heeft gevraagd om foto’s van zijn balhaar te maken en/of te versturen,

waarbij hij verdachte in zijn hoedanigheid als voetbaltrainer en/of het aanzienlijke leeftijdsverschil (te weten 11 jaar) en/of meermalen een of meer geldbedragen heeftgeboden en/of het volgen van een privétraining heeft aangeboden terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

feit 6 Hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 26 april 2022 tot en met 15 juni 2023 te Bentveld, gemeente Zandvoort en/of in de gemeenteHaarlem en/of in de gemeente Beverwijk, in elk geval in Nederland

door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst aan een persoon, te weten- [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum 6] en/of- [slachtoffer 7] , geboren op [geboortedatum 7] en/of- [slachtoffer 8] , geboren op [geboortedatum 8] ,die allen de leeftijd van zestien jaren nog niet had/hadden bereikt,

een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen, met een of meerdere personen die de leeftijd van zestien jaren nog niet had/haddenbereikt, te plegen en/of een afbeelding van een seksuele gedraging te vervaardigen, waarbij een of meerdere personen die de leeftijd van zestien jaren nog niethad/hadden bereikt was betrokken,terwijl hij, verdachte, enige handeling heeft ondernomen tot het verwezenlijken van die ontmoeting, door- [slachtoffer 6] meermalen via snapchat te vragen of hij mee wilde naar een wedstrijd van Ajax en/of dat [slachtoffer 6] dan daarvoor eerst moest oefenenmet zoenen met hem, verdachte, en/of dat hij, verdachte, dan om 14:00 uur die dag wilde afspreken bij de containers van [voetbalclub] , op een dag dat er geen training wasen/of- [slachtoffer 7] meermaals te zeggen dat hij, verdachte, een zoencursus (aan [slachtoffer 7] ) kon geven en/of hier geld voor te bieden en/of- [slachtoffer 8] voor te stellen om bij het [voetbalclub] af te spreken om te zoenen en/of af te trekken

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zoukunnen leiden:

Hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 26 april 2022 tot en met 15 juni 2023 te Bentveld, gemeente Zandvoort en/of in de gemeenteHaarlem en/of in de gemeente Beverwijk, in elk geval in Nederland,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst,aan een of meerdere personen, te weten- [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum 6] en/of- [slachtoffer 7] , geboren op [geboortedatum 7] en/of- [slachtoffer 8] , geboren op [geboortedatum 8] ,die allen de leeftijd van zestien jaren nog niet had/hadden bereikt,

een ontmoeting voor te stellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met een of meerdere personen die de leeftijd van zestien jaren nog niet had/hadden bereikt teplegen en/of een afbeelding van een seksuele gedraging te vervaardigen, waarbij een of meerdere personen die de leeftijd van zestien jaren nog niethad/hadden bereikt was/waren betrokken, en daarbij enige handeling te ondernemen tot het verwezenlijken van die ontmoeting,

- [slachtoffer 6] meermalen via snapchat heeft gevraagd of hij mee wilde naar een wedstrijd van Ajax en/of dat [slachtoffer 6] dan daarvoor eerst moest oefenenmet zoenen met hem, verdachte, en/of heeft aangegeven dat hij, verdachte, dan om 14:00 uur die dag wilde afspreken bij de containers van [voetbalclub] , op een dag dat er geentraining was en/of- [slachtoffer 7] meermaals heeft gezegd dat hij, verdachte, een zoencursus (aan [slachtoffer 7] ) kon geven en/of hier geld voor heeft geboden en/of- [slachtoffer 8] voorgesteld heeft om bij het [voetbalclub] af te spreken om te zoenen en/of af te trekken,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

feit 7

Hij op/in of omstreeks de periode van 26 april 2022 tot en met 31 mei 2023 te Bentveld en/of Haarlem en/of Beverwijk en/of Velserbroek en/of Heemstede,althans in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf

om door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding,- [slachtoffer 9] , geboren op [geboortedatum 9] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en/of- [slachtoffer 10] , geboren op [geboortedatum 10] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en/of- [slachtoffer 11] , geboren op [geboortedatum 11] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en/of- [slachtoffer 12] , geboren op [geboortedatum 12] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en/of- [slachtoffer 13] die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,

opzettelijk te bewegen ontuchtige handelingen te plegen en/of van hem, verdachte, te dulden,- [slachtoffer 9] meermaals heeft gevraagd om een foto van zijn, [slachtoffer 9] ontblote borst en/of buik (“sixpack”) te sturen en/of- [slachtoffer 10] meermaals heeft gevraagd om een foto van zijn, [slachtoffer 10] ’ lul en/of penis te sturen en/of- [slachtoffer 11] meermaals heeft gevraagd om een foto van zijn, [slachtoffer 11] ontblote borst en/of buik (“sixpack”) te sturen en/of foto’s te sturen van zijn,[slachtoffer 11] , balhaar en/of- [slachtoffer 12] meermaals heeft gevraagd om een filmpje te sturen waarop [slachtoffer 12] zich zou aftrekken en/of- [slachtoffer 13] meermaals heeft gevraagd om een foto van zijn, [slachtoffer 13] , piemel en/of penis, althans testikels te sturen,

waarbij hij verdachte in zijn hoedanigheid als voetbaltrainer en/of het aanzienlijke leeftijdsverschil (te weten tenminste 8 jaar) en/of meermalen een of meergeldbedragen heeft geboden terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

feit 8 hij op of omstreeks 1 juli 2024 te Beverwijk een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten geschriftvalselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, door op het format van een eerder verstrekte verklaring omtrent gedrag de datum en het aanvraagnummer aan tepassen met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

feit 9 hij in op een tijdstip in of omstreeks de periode van 1 juli 2024 tot en met 2 september 2024 te Duivendrecht, gemeente Ouder-Amstel, in elk geval in Nederland opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een verklaring omtrent gedrag als ware het echt en onvervalst, door een foto van voornoemde verklaring omtrent gedrag te maken en te versturen naar zijn (toenmalige)werkgever in het kader van een sollicitatieprocedure.