3.3.2
Bewijsmotivering
Op basis van het dossier stelt de rechtbank het volgende vast. Met het arrest van 24 april 2020 is de organisatie Bandidos MC Holland onherroepelijk verboden verklaard en ontbonden. Op 6 april 2024 zijn de verdachte en zijn drie medeverdachten aangehouden nadat ze zijn aangetroffen bij hun motoren gekleed in hesjes van Bandidos. Eén van de verdachten droeg een zwart leren hesje met in geel en rood ‘Prospect’ en ‘Amsterdam’ daarop vermeld. Op de andere drie zwarte leren hesjes stond op de achterkant ‘Bandidos’ vermeld in geel en rood met daaronder een logo dat de verbalisant, op basis van een foto van Wikipedia, herkende als zijnde het logo van Bandidos MC Holland. Onderaan op de achterkant stond op één van de hesjes de tekst ‘Sargento de Armas’ en op de andere twee ‘Amsterdam’. Ook stonden diverse teksten en logo’s in het geel en rood op de hesjes van de verdachte en zijn medeverdachten, zoals ‘Our colors don’t run’, ‘National’, ‘Bandidos’, ‘BFFB’, ‘1%er’, ‘Bad Company’, ‘City’, ‘C-City’, ‘V.President’, ‘Worldwide’ en ‘Road Captain’.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of het in de openbare ruimte dragen van een dergelijk hesje een gedraging is die aan te merken is als een voortzetting van de werkzaamheid van de verboden organisatie Bandidos MC Holland. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend en overweegt daartoe als volgt.
In artikel 140, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) is de voortzetting van de werkzaamheid van een organisatie die bij onherroepelijke rechterlijke beslissing verboden is verklaard strafbaar gesteld. Artikel 140, tweede lid, Sr ziet daarmee op de strafbaarstelling van het negeren van een (onherroepelijke) rechterlijke beslissing. De reikwijdte van artikel 140, tweede lid, Sr is aangepast ten gevolge van de Wet tot wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen (Stb. 2021, 310), die per 1 januari 2022 in werking is getreden.
De Hoge Raad heeft zich in 2023 uitgelaten over de reikwijdte van het begrip ‘voortzetting van de werkzaamheid’. De desbetreffende zaak zag eveneens op een verdenking van voortzetting van de werkzaamheid van de verboden verklaarde organisatie Bandidos MC Holland door onder meer gekleed met een baseballpet met een opdruk van het logo en de naam van Bandidos en/of gekleed in een T-shirt met een opdruk van het logo van Bandidos naar de ingang van een gerechtsgebouw te lopen. Het Hof had de verdachte vrijgesproken. De Hoge Raad heeft - samengevat weergegeven - geoordeeld dat het Hof met zijn beslissing dat de tenlastegelegde gedraging niet kan worden aangemerkt als ‘voortzetting van de werkzaamheid’ blijk heeft gegeven van een te beperkte uitleg van dat bestanddeel. Volgens de Hoge Raad is het van belang dat de in artikel 140, tweede lid, Sr strafbaar gestelde gedraging een delict tegen de openbare orde is en dat aan voornoemd bestanddeel een ruime uitleg toe dient te komen. Daarbij overweegt de Hoge Raad dat ‘voortzetting van de werkzaamheid’ betrekking heeft op iedere gedraging die ten dienste staat aan het voorbestaan van de verboden organisatie.
De rechtbank stelt op basis van het dossier vast dat de hesjes van de verdachte en zijn medeverdachten zeer sterke gelijkenissen vertonen met het hesje van de verboden organisatie Bandidos MC Holland. Zoals hiervoor reeds aangegeven staat op één van de hesjes de tekst ‘Bandidos’ en ‘Sargento de Armas’ vermeld, hetgeen volledig overeenkomt met de tekst op het hesje van Bandidos MC Holland. Op de andere twee hesjes staat op de onderkant in plaats van ‘Sargento de Armas’ ‘Amsterdam’ vermeld. Verder komen alle hesjes qua logo, kleuren en vormgeving overeen met het hesje van Bandidos MC Holland. Daarnaast zijn ook de overige teksten en logo’s op de hesjes te herleiden naar de verboden organisatie. Uit de feiten die in het kader van de verbodenverklaring van Bandidos MC Holland zijn vastgesteld blijkt dat het 1%-teken ook werd getoond op het hesje van voornoemde motorclub, met de bedoeling een cultuur van wetteloosheid uit te dragen. Ook benamingen als ‘vice-president’ en ‘roadcaptain’ werden gebruikt door Bandidos MC Holland. Uit diezelfde feiten leidt de rechtbank tevens af dat hesjes belangrijke elementen zijn van de clubcultuur.
Op grond van het voorgaande concludeert de rechtbank dat het dragen van een dergelijk hesje in de openbare ruimte – zoals in dit geval bij een benzinepomp naast een motor – een handeling is, die in zodanige mate te identificeren is met de verboden organisatie Bandidos MC Holland, dat het hier gaat om een gedraging die ten dienste staat aan het voortbestaan van die verboden organisatie. Daarmee is, naar het oordeel van de rechtbank sprake van voortzetting van de werkzaamheid van die verboden organisatie.
Het feit dat het chapter Bandidos Amsterdam als organisatie niet verboden is verklaard, doet niet af aan voorgaande conclusie. Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van voortzetting van de werkzaamheid van Bandidos MC Holland is van belang dat de verdachte in het openbaar een hesje heeft gedragen dat qua kleur, logo en tekst in hoge mate gelijkenissen vertoont met het hesje van die verboden organisatie.
Opzet
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte bewust de werkzaamheid van Bandidos MC Holland heeft willen voortzetten door een hesje aan te trekken met vergelijkbare kleuren, logo’s en teksten, en acht daarmee het vereiste opzet bewezen.
Medeplegen
Verder is de rechtbank van oordeel dat door gezamenlijk in het openbaar deze hesjes te dragen sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten, zodat het tenlastegelegde medeplegen eveneens bewezen is.