RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Team Straf, zittingsplaats Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/144036-24, 15/308060-24 (gev. ttz.), 15/110333-25 (gev. ttz.) en 15/011076-20 (herroeping vi) (P)
Uitspraakdatum: 26 juni 2025
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 5 juni 2025 (inhoudelijke behandeling) en 26 juni 2025 (sluiting en uitspraak) in de zaak tegen:
[naam verdachte]
,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres].
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd.
De zaak met parketnummer 15/144036-24 wordt hierna aangeduid als zaak A.
De zaak met parketnummer 15/308060-24 wordt hierna aangeduid als zaak B.
De zaak met parketnummer 15/110333-25 wordt hierna aangeduid als zaak C.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. C-J. Booij en van wat de verdachte en zijn raadsman, mr. P. Jeeninga, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.
Aan de verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Zaak A
Feit 1
hij op of omstreeks 17 april 2024 te Zaandam, gemeente Zaanstad tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer A] te dwingen tot de afgifte van een hoeveelheid creditcards, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer A] en/of een derde toebehoorde(n),- met een metalen en/of hard voorwerp tegen het gezicht, althans het hoofd van die [slachtoffer A] heeft geslagen, en/of (vervolgens)- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan die [slachtoffer A] heeft voorgehouden/getoond en/of op die [slachtoffer A] heeft gericht en/of (daarbij) die [slachtoffer A] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Ik ga je schieten, geef de creditcards", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Feit 2
hij op of omstreeks 17 april 2024 te Zaandam, gemeente Zaanstad tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer A] heeft gedwongen tot de afgifte van huissleutels (van de woning van die [slachtoffer A], gelegen aan [adres B] te Zaandam) en/of een telefoon en/of een paspoort, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer A] en/of een derde toebehoorde(n) door
- die [slachtoffer A] dreigend de woorden toe te voegen: "Geef mij jou huissleutels, want anders gaan wij jou slaan, je vingers knippen en alle andere Colombiaanse methodes", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan die [slachtoffer A] te tonen en/of op die [slachtoffer A] te richten en/of
- die [slachtoffer A] (met vlakke hand) in het gezicht te slaan/te duwen.
Feit 3
hij in of omstreeks de periode van 17 april tot en met 18 april 2024 te Zaandam, gemeente Zaanstad tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer A] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, door die [slachtoffer A] onder bedreiging van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp vast te houden in een woning (gelegen aan [adres C]).
Zaak B
hij in of omstreeks de periode van 17 april 2024 tot en met 27 april 2024 te Zaandam,
gemeente Zaanstad een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten:
- een pistool (van het merk ITM/Action Arms, model AT88S) (met kaliber 9 millimeter),
zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of munitie van categorie III, te weten:
- een hoeveelheid scherpe kogelpatronen (met kaliber 9x19 millimeter), en/of
- een hoeveelheid scherpe kogelpatronen (met kaliber .22 Longe Rifle)
voorhanden heeft gehad.
Zaak C
hij op of omstreeks 12 maart 2025 te Zaandam, gemeente Zaanstadopzettelijk heeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 3,08 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of ongeveer 1,72 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
4
Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, aanhef en onder B, van de Opiumwet gegeven verbod
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.
De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte in de zaak met parketnummer 15/144036-24 (zaak A) onder feit 1, 2 en 3 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste feit in de zaak met parketnummer
15/308060-24 (zaak B) en het ten laste gelegde feit in de zaak met parketnummer 15/110333-25 (zaak C) heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 135 (honderdvijfendertig) dagen.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de teruggave aan de verdachte van de op de beslaglijst onder 2, 6 en 7 vermelde voorwerpen, te weten een geldbedrag van € 720,- (PL1100-2024082025-1599330), een zwarte Samsung telefoon (PL1100-2024082025-1599284) en een blauwe Samsung telefoon (PL1100-2024082025-1599286).
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de op de beslaglijst onder 1, 3, 4 en 5 vermelde voorwerpen, te weten een geldbedrag van € 1.500,- (PL1100-2024082025-1599334), een horloge met gouden band met wit/gouden wijzerplaat (PL1100-2024082025-1599363), een Jaques Richal horloge (PL1100-2024082025-1599369) en een zwarte Yale kluis (PL1100-2024082025-1599255).
Wijst de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling gedeeltelijk toe en gelast dat het gedeelte van de vrijheidsstraf dat als gevolg van de toepassing van de regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling niet ten uitvoer is gelegd, alsnog gedeeltelijk moet worden ondergaan, te weten voor de duur van 180 (honderdtachtig) dagen.
Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.M.G. Hink, voorzitter,
mr. A.K. Korteweg en mr. S. Mac Donald, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier, mr. M.N. de Bruijn,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 juni 2025.