RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Team Straf, zittingsplaats Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/008366-24 en 15/193770-24 (gev. ttz.) (P)
Uitspraakdatum: 30 januari 2025
Tegenspraak
verkort strafvonnis (art. 138b Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 25 maart 2024, 10 juni 2024, 19 augustus 2024, 11 november 2024 en 16 januari 2025 in de zaak tegen:
[verdachte]
,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres: [adres],
thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Alphen aan den Rijn, locatie Eikenlaan.
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. B.K.M. Thuijs en van hetgeen de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. Z. Boufadiss, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.
Aan de verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging ten laste gelegd dat:
In de zaak met parketnummer 15/008366-24 (zaak A)
Feit 1
Hij op of omstreeks 7 januari 2024 te Andijk, gemeente Medemblik tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[benadeelde 1] heeft gedwongen tot de afgifte van (auto)sleutels, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [benadeelde 1] en/of een derde toebehoorde(n) door
- aan die [benadeelde 1] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te tonen en/of
- met dat vuurwapen meerdere malen in de buik, althans tegen het lichaam, van die [benadeelde 1] te duwen/prikken en/of
- daarbij de woorden toe te voegen: "zakken legen, of ik schiet je", althans woorden van gelijkende dreigende aard of strekking.
Feit 2
hij op of omstreeks 7 januari 2024 te Andijk, gemeente Medemblik tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een auto (merk: Opel Combo, kenteken: [kenteken 1]) met daarin meerdere kledingstukken, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel, door onbevoegd gebruik te maken van een bij voornoemde auto horende autosleutel.
Feit 3
hij op of omstreeks 7 januari 2024 te Andijk, gemeente Medemblik tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een telefoon (merk Samsung, type S10+), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- aan die [benadeelde 1] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te tonen en/of
- met dat vuurwapen meerdere malen in de buik, althans tegen het lichaam, van die [benadeelde 1] te duwen/prikken en/of
- daarbij de woorden toe te voegen: "zakken legen, of ik schiet je", althans woorden van gelijkende dreigende aard of strekking.
Feit 4
hij in of omstreeks de periode van 23 december 2023 tot en met 8 januari 2024 te Stompetoren, gemeente Alkmaar, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een auto (merk Opel Meriva), althans een goed, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
In de zaak met parketnummer 15/193770-24 (zaak B)
Feit 1 primair
hij op of omstreeks 13 november 2023 te Enkhuizen, althans in Nederland een personenauto, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Feit 1 subsidiair
hij in de periode van 12 november 2023 tot en met 3 januari 2024 te Zaandam, gemeente Zaanstad, althans in Nederland, een personenauto, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Feit 2
hij op of omstreeks 3 januari 2024 te Oostzaan en/of Zaandam, althans in Nederland,
een voertuig, te weten een personenauto, heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen besturen, na gebruik van een of meer in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en
geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste
lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten Amfetamine en/of Cannabis en/of Cocaïne, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van genoemde Wet, het gehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen 45 microgram Amfetamine per liter bloed en/of 3,8 microgram THC per liter bloed en/of 31 microgram Cocaïne per liter bloed bedroeg, in elk geval (telkens) zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stoffen afzonderlijk vermelde grenswaarde.
Feit 3
hij op of omstreeks 3 januari 2024 te Oostzaan en/of Zaandam, althans in Nederland terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de A7 en/of A8, als bestuurder een motorrijtuig, (een personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
Beslissing
De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte in de zaak met parketnummer 15/008366-24 (zaak A) onder feit 1, 3 en 4 is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte in de zaak met parketnummer 15/193770-24 (zaak B) onder feit 1 primair en feit 2 is tenlastegelegde en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde onder 2 in de zaak met parketnummer 15/008366-24 (zaak A), het subsidiair tenlastegelegde onder 1 in de zaak met parketnummer 15/193770-24 (zaak B) en het onder 3 in de zaak met parketnummer 15/193770-24 (zaak B) heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
zich meldt binnen vijf dagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland op het adres Drechterwaard 102 in Alkmaar. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
zich laat behandelen door de Waag, Ambulant Centrum Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag; en
meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.C.J. Lommen, voorzitter,
mr. T. de Bont en mr. G. Elst, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier, M.N. de Bruijn,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 januari 2025