3.1.
I. De vrouw te gebieden binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, dan wel een termijn die de voorzieningenrechter juist acht, terug te verhuizen naar [woonplaats man] , dan wel na overleg en akkoord van de man naar een woning in een plaats zoals overeengekomen in het ouderschapsplan.
II. In geval de vrouw weigert binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, dan wel een termijn die de voorzieningenrechter juist acht, terug te verhuizen naar [woonplaats man] , [naam kind] voorlopig wordt toevertrouwd aan de zorg van de man.
III. Te bepalen dat als de vrouw weigert [naam kind] aan de man af te geven een dwangsom verbeurt zoals hierna is gevorderd.
IV. te bepalen dat de vrouw bij niet-nakoming van dit vonnis aan de man een dwangsom verbeurt van € 250,- per dag, voor iedere dag dat de vrouw in gebreke blijft daaraan te voldoen, waarbij een deel van een dag als een geheel wordt gerekend en daaraan een maximum te verbinden.
V. De vrouw te veroordelen in de proceskosten.