3.1.
[eiser] vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad;
primair,
AssuradeurenGilde veroordeelt tot nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst door middel van betaling van een schadevergoeding van € 46.388,75 (ex btw), althans een door de rechtbank vast te stellen schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke rente over dit bedrag vanaf 13 juni 2023, althans vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, alsmede betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ad
€ 1.238,86, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot en met de dag der algehele voldoening, met veroordeling van AssuradeurenGilde in de (na)kosten van deze procedure te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis;
1. AssuradeurenGilde veroordeelt tot nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst door betaling aan [eiser] van 40% van de schadevergoeding van
€ 46.388,75 (ex btw), althans een door de rechtbank vast te stellen schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 13 juni 2023, althans de datum van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, alsmede betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.238,86, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot en met de dag der algehele voldoening, en
2) voor recht verklaart dat AssuradeurenGilde na overlegging van de rekeningen ter zake van de herstelkosten aangaande de schade door [eiser] , gehouden zal zijn de resterende 60% van de schadevergoeding van € 46.388,75 (ex btw), althans een door de rechtbank vast te stellen schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke rente over dit bedrag vanaf 13 juni 2023, althans de datum van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
telkens,
met veroordeling van AssuradeurenGilde in de (na)kosten van deze procedure te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis.
3.2.
[eiser] legt aan haar vordering nakoming van de verzekeringsovereenkomst ten grondslag. Volgens haar heeft AssuradeurenGilde met de betaling van 13 juni 2023 ad
€ 37.564,25 exclusief btw niet volledig voldaan aan haar plicht om de door [eiser] geleden hagelschade te vergoeden. Zij licht toe dat AssuradeurenGilde ten onrechte pas tot uitkering is overgegaan op de genoemde datum, twee jaar na de schademelding. [eiser] kan met deze uitkering het benodigde herstel niet meer uitvoeren door de gestegen prijzen in de bouw. Een redelijke uitleg van de verzekeringsovereenkomst houdt volgens haar in dat de omvang van de uitkering moet worden bepaald naar het moment waarop de uitkering wordt gedaan, hier dus op 13 juni 2023. Voor de hoogte van de omvang van de herstelkosten verwijst zij naar de hiervoor genoemde offerte van Bunt Montage. Dat dit meer is dan wat [deskundige van QS-Expertise B.V.] twee jaar daarvoor heeft begroot komt volgens haar voor rekening en risico van AssuradeurenGilde. [deskundige van QS-Expertise B.V.] is bovendien in zijn begroting van een verkeerd aantal vierkante meters uitgegaan en heeft daarin materialen opgenomen die niet conform het Bouwbesluit zijn, aldus [eiser] . [eiser] licht toe dat er met asbest niet gewerkt mag worden en dat partieel herstel niet mogelijk is. Dat brengt met zich dat het gehele dak vervangen moet worden.
[eiser] stelt verder dat AssuradeurenGilde buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente vanaf 13 juni 2023 verschuldigd is.
[eiser] maakt ook aanspraak op de als gevolg van de hagelschade geleden gevolgschade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, een en ander vermeerderd met rente en kosten. Doordat herstel nog niet plaats heeft kunnen vinden is deze gevolgschade volgens haar groter geworden.
3.3.
AssuradeurenGilde concludeert tot afwijzing van de vordering met veroordeling van [eiser] , uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van deze procedure.
Zij voert aan dat niet zij maar De Burcht partij is bij de verzekeringsovereenkomst met [eiser] zoals tot uitdrukking gebracht is op de eerdergenoemde polis. Tussen partijen is er daarom geen rechtsbetrekking. AssuradeurenGilde treedt uitsluitend op als gevolmachtigd agent en verzorgt namens De Burcht – de risicodrager en poolleader – het proces van acceptatie, polisredactie, wijzigingen, administratie, premieincasso en schadeafhandeling. Uit praktische overwegingen voert zij namens De Burcht wel inhoudelijk verweer.
AssuradeurenGilde licht toe dat er aanvankelijk twijfels waren over de gehoudenheid dekking te verlenen, omdat er volgens haar maar beperkt sprake is van een woonhuis en de schade vooral ziet op het manegedeel van de schuur waarvan niet bekend was dat de platen asbesthoudend waren. Zij heeft dan ook eerst onderzoek gedaan naar de vraag of er sprake was van een schending door [eiser] van haar mededelingsplicht en, zo ja, welke gevolgen hieraan moesten worden verbonden. Bovendien heeft [deskundige van QS-Expertise B.V.] een vraagteken gezet bij hagel als schadeoorzaak en noemt hij (mede) als schadeoorzaak het torderen van de constructie met het scheuren van platen tot gevolg. [eiser] is het voordeel van de twijfel gegeven, maar volgens AssuradeurenGilde staat niet vast dat de schade komt door hagelinslag.
Omdat [eiser] zich niet in de schadevaststelling van [deskundige van QS-Expertise B.V.] kon vinden, heeft AssuradeurenGilde voorgesteld dat [deskundige van QS-Expertise B.V.] opnieuw de schade zou beoordelen en dat [eiser] – op kosten van AssuradeurenGilde – een contra-expert zou inschakelen. [eiser] heeft van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt. AssuradeurenGilde heeft uiteindelijk het door [deskundige van QS-Expertise B.V.] geraamde bedrag ad € 36.814,25 inclusief btw overgemaakt dat conform een met [eiser] gemaakte afspraak is berekend op basis van één helft/zijde van het dak. De andere helft/zijde van het dak zou [eiser] voor eigen rekening nemen, aldus AssuradeurenGilde. De gevolgschade komt volgens AssuradeurenGilde niet voor vergoeding in aanmerking. AssuradeurenGilde betwist dat sprake is van een vertraging in de nakoming van de verzekeringsovereenkomst en voert aan dat indien dat al anders zou zijn de schadevergoeding wegens een vertraging in de betaling van een geldsom door artikel 6:119 BW gefixeerd wordt op de wettelijke rente behoudens enkele uitzonderingen waarvan gesteld noch gebleken is dat deze zich in dit geval voordoen. AssuradeurenGilde, althans De Burcht, is niet in verzuim geraakt. Er is sprake van schuldeisersverzuim aan de zijde van [eiser] omdat laatstgenoemde niet heeft meegewerkt aan het gezamenlijk vaststellen van de schade zoals eerdergenoemd, aldus AssuradeurenGilde.