3.1.
Get Moving vordert samengevat - veroordeling van DPD tot betaling van:
I. € 111.155,44 ter zake loonkosten;
II. € 67.237,06 ter zake ontslagvergoedingen;
III. € 57.535,50 ter zake de opzegging huurovereenkomsten van de bestelbussen;
IV. € 39.600,00 ter zake van wervingskosten van chauffers;
V. € 4.839,75 ter zake mobiele telefoonkosten;
VI. € 14.265,00 ter zake van loonkosten van [C] ;
VII. € 3.050,86 aan buitengerechtelijke incassokosten;
[eiseres 2] vordert – samengevat – veroordeling van DPD tot betaling van:
VIII. € 72.379,59 ter zake loonkosten;
IX. € 29.261,09 ter zake ontslagvergoedingen;
X. € 33.759,00 ter zake de opzegging huurovereenkomsten van de bestelbussen;
XI. € 4.839,75 ter zake mobiele telefoonkosten;
XII. € 4.635,00 ter zake van loonkosten van [C] ;
XIII. € 2.223,74 aan buitengerechtelijke incassokosten;
Get Moving c.s. vordert – samengevat – veroordeling van DPD tot betaling van:
IVX. de proceskosten en nakosten;
VX. alle bedragen te vermeerderen met de wettelijke handelsrente.
Get Moving c.s. legt daar, zakelijk weergegeven, primair aan ten grondslag dat aan de opzegging van de raamovereenkomsten nadere eisen verbonden hadden moeten worden op de voet van artikel 6:248 lid 1 BW door het verstrekken van een langere opzegtermijn. Nu DPD dat heeft nagelaten rust op haar de verplichting tot het voldoen van een schadevergoeding aan Get Moving c.s.
Subsidiair stelt Get Moving c.s. dat de opzegging ex artikel 6:248 lid 2 BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is geweest, hetgeen DPD tevens verplicht tot betaling van de schade die door de opzegging is ontstaan.