Rechtbank Oost-Brabant, bodemzaak civiel recht overig

ECLI:NL:RBOBR:2025:8514

Op 17 December 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een bodemzaak procedure behandeld op het gebied van civiel recht overig, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is C/01/407609 / HA ZA 24-535, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBOBR:2025:8514. De plaats van zitting was 's-Hertogenbosch.

Soort procedure:
Zaaknummer(s):
C/01/407609 / HA ZA 24-535
Datum uitspraak:
17 December 2025
Datum publicatie:
24 December 2025
Advocaat:
mr. B.J.L Baas;mr. W.M. Welage

Indicatie

Tandarts heeft praktijk verkocht aan Atlas. Good Leaver of Bad Leaver? Uitleg concurrentiebeding. Geen schending.

Uitspraak

RECHTBANK Oost-Brabant

Civiel recht

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

Zaaknummer: C/01/407609 / HA ZA 24-535

Vonnis van 17 december 2025

in de zaak van

1
TABEMA HOLDING I B.V.,

te Breda,

hierna: Tabema,

2. [eiser 2] ,

te [plaats] ,

hierna: [eiser 2] ,

eisende partijen in conventie,

verwerende partijen in reconventie,

advocaat: mr. B.J.L. Baas,

tegen

1
ATLAS DENTAL CARE B.V.,

te Rosmalen,

hierna: Atlas,2. MCDENT B.V.,

te Breda,

hierna: MCDent3. [gedaagde 3],

te [plaats] ,

hierna: [gedaagde 3] ,4. [gedaagde 4],

te [plaats] ( [land] ) ,

hierna: [gedaagde 4] ,

gedaagde partijen in conventie,

eisende partijen in reconventie,

hierna samen te noemen: Atlas c.s.,

advocaat: mr. W.M. Welage.

1
Het geschil in het kort

[eiser 2] is tandarts en heeft via zijn persoonlijke holding Tabema een tandartsenpraktijk gedreven in Breda in de vorm van de besloten vennootschap MCDent B.V. Tabema heeft de aandelen in MCDent op 1 oktober 2021 verkocht aan Atlas, een tandartsketen in Nederland. De aandelen zijn per 1 januari 2022 overgedragen. De heren [gedaagde 3] en [gedaagde 4] waren(indirect) bestuurder van Atlas. Na de overname zou [eiser 2] nog drie jaar voor MCDent blijven werken op grond van een overeenkomst van opdracht. De overeenkomst van opdracht is door Atlas op 23 juli 2022 voortijdig opgezegd.

Tabema en [eiser 2] vorderen in deze procedure onder meer betaling van Atlas van de restant koopsom voor de aandelen MCDent (de vendor loan), een winstuitkering en declaraties voor verrichte tandartswerkzaamheden. Tabema en [eiser 2] spreken ook de bestuurders [gedaagde 3] en [gedaagde 4] aan voor hun schade omdat de tandartspraktijk is overgeheveld naar een andere vennootschap en MCDent naar hun verwachting geen verhaal meer biedt. Ook spreken Tabema en [eiser 2] [gedaagde 3] en [gedaagde 4] aan voor schade wegens vermeende fraude met declaraties.

Atlas meent dat haar betalingsverplichting uit hoofde van de vendor loan met € 75.000,-- naar beneden moet worden bijgesteld omdat [eiser 2] op grond van de exitregeling in de koopovereenkomst als Bad Leaver moet worden aangemerkt. Daarnaast stelt Atlas zich op het standpunt dat [eiser 2] geen (verdere) aanspraak meer heeft op een winstuitkering, dat zijn declaraties onvoldoende zijn gespecificeerd en dat Atlas zich op opschorting en verrekening kan beroepen met een tegenvordering op Tabema en [eiser 2] wegens verbeurde boetes op grond van niet-nakoming van het overeengekomen concurrentie- en geheimhoudingsbeding. [gedaagde 3] en [gedaagde 4] betwisten fraude te hebben gepleegd.

2
De procedure
2.1.

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:

- het vonnis in incident van 22 mei 2024 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant en de daarin genoemde eerdere processtukken, - de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie,

- de brief van de rechtbank waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald,

- de akte overlegging nadere producties (18 t/m 23), tevens akte vermeerdering van eis in reconventie,

- de akte overlegging producties (27 t/m 55), tevens conclusie van antwoord in reconventie,

- de akte vermeerdering eis in conventie, met aanvullende productie (56),

- de mondelinge behandeling van 30 september 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en bij welke gelegenheid de advocaten spreekaantekeningen hebben voorgedragen.

2.2.

Aan het einde van de mondelinge behandeling is een datum voor uitspraak bepaald.

3
De feiten
3.1.

[eiser 2] is tandarts en had een eigen praktijk in Breda met de naam MCDent. [eiser 2] dreef deze praktijk sinds 2004, vanaf 2007 in de vorm van een besloten vennootschap. Bij MCDent waren 7 medewerkers werkzaam, onder wie de echtgenote van [eiser 2] , mevrouw [A] .

3.2.

Tabema is de persoonlijke holdingmaatschappij van [eiser 2] en was tot 1 januari 2022 bestuurder en enig aandeelhouder van MCDent.

3.3.

In verband met het naderen van de pensioengerechtigde leeftijd van [eiser 2] heeftTabema de aandelen in MCDent op 1 oktober 2021 verkocht aan Atlas. De aandelen MCDent zijn per 1 januari 2022 door Tabema aan Atlas geleverd. Atlas is de holdingmaatschappij van een groep Atlasvennootschappen en een van de grootste tandartsenketens van Nederland. De heren [gedaagde 4] en [gedaagde 3] waren (middellijk) bestuurders van Atlas.

3.4.

De verkoop van de aandelen in MCDent door Tabema aan Atlas is neergelegd in een overeenkomst met opschrift: “Overeenkomst tot Koop en Verkoop van aandelen” (hierna: de koopovereenkomst, productie 4 bij dagvaarding). De koopovereenkomst houdt – voor zover in deze procedure van belang – onder meer het volgende in:

“(…)

Artikel 3 – Koopprijs

3.1

De koopprijs voor de Aandelen bedraagt een vast bedrag van € 325.000,00 - euro (zegge: driehonderd vijfentwintig duizend euro) voor alle aandelen van de Vennootschap en wordt als volgt voldaan:

a. door een directe betaling van € 100.000,- (zegge: honderd duizend euro) van Koper aan Verkoper op de Leveringsdatum op een bankrekening aangeleverd door Verkoper.

door een uitgestelde betaling van € 225.000,- (zegge: tweehonderd vijfentwintig duizend euro) van Koper aan Verkoper, betaalbaar in drie jaarlijkse schijven van elk € 75.000,- (zegge: vijfenzeventig duizend euro) na de Leveringsdatum. Voor dit restantdeel van de koopsom zijn Verkoper en Koper op 1 januari 2022 een geldleningsovereenkomst (Bijlage 9) aangegaan krachtens welke overeenkomst Koper aan Verkoper een bedrag verschuldigd van € 225.000,- (zegge: tweehonderd vijfentwintig duizend euro) en onlosmakelijk verbonden is met deze overeenkomst.

3.2

Partijen komen verder uitdrukkelijk overeen:

a. Dat het Netto Werkkapitaal van de Vennootschap op 1 januari 2022 € 40.000,- (zegge: veertigduizend euro) bedraagt. Dit betekent dat er op Leveringsdatum voldoende werkkapitaal in de Vennootschap aanwezig moet zijn zodat de Vennootschap niet gehinderd wordt in een normale bedrijfsvoering. Het Netto Werkkapitaal wordt berekend door de formule: Vlottende Activa (specifiek: debiteuren en liquide middelen) verminderd met de Vlottende Passiva (specifiek: crediteuren en kortlopende schulden (incl. vakantie- uren)). De Vlottende Activa en Vlottende Passiva worden in de Balans (Bijlage 7) opgenomen conform de consistent toegepaste waarderingsregels voor de boekjaren 2019 en 2020. Tevens dient er een normale voorraad aanwezig te zijn zodat de Vennootschap niet gehinderd wordt in een normale bedrijfsvoering en er bestellingen worden gedaan

conform gangbaar gedurende een jaar.

Indien het Netto Werkkapitaal van € 40.000,- (zegge: veertigduizend euro) niet wordt bereikt, wordt deze ten laste van de Verkoper in mindering van de Koopprijs gebracht en/of verrekend met een deel van de eerste uitgestelde betaling. Dit binnen 28 dagen na definitieve vaststelling. Vaststelling vindt plaats bij het opstellen van de jaarrekening over 2021.

Indien het Netto Werkkapitaal meer dan € 40.000,- (zegge: veertigduizend euro) blijkt te zijn, wordt deze als aanvulling op de eerste uitgestelde betaling binnen 28 dagen na definitieve vaststelling aan Verkoper betaald. Vaststelling vindt plaats bij het opstellen van de jaarrekening over 2021. Indien in 2021 winst is gemaakt waardoor het Netto Werkkapitaal meer dan € 40.000,- (zegge; veertigduizend euro) bedraagt zal dit surplus als winst uitgekeerd worden aan Verkoper bij vaststelling van de definitieve jaarrekening over 2021.

Na Leveringsdatum is het Verkoper verboden om dividenden, managementfee's, privé onttrekkingen en/of andere betalingen vanuit Vennootschap te betalen.

(…)

3.3

Partijen zijn daarenboven ook een jaarlijkse Variabele Koopprijs overeengekomen voor alle aandelen van de Vennootschap, betaalbaar in driejaarlijkse schijven. De exacte omvang van de jaarlijkse Variabele Koopprijs wordt als volgt berekend:

Jaarlijkse variabele koopprijs = 25% van winst na belastingen

De uitkering van de jaarlijks variabele koopprijs geschiedt drie opeenvolgende jaren na

Leveringsdatum binnen 28 dagen nadat de definitieve jaarrekening beschikbaar is. De

definitieve jaarrekening moet beschikbaar zijn in hetzelfde tijdskader als dat gewoon is bij

andere ondernemingen. Adviseurs van Verkoper mogen inzage hebben in de jaarrekeningen

van de Vennootschap en in onderling overleg treden met de adviseurs van Koper mochten zij dit nodig achten.

Artikel 4 - Bijzondere voorwaarden

a. De Verkoper verplicht zich dat de heer [eiser 2] zich ertoe verbindt minstens drie (3) jaar na Leveringsdatum in de Onderneming, voor rekening van de Koper, als tandarts te blijven werken voor een minimum van 4 volledige werkdagen van tenminste 32 uur per week (daadwerkelijke stoeluren met een normale agendaplanning) voor minstens 45 weken per jaar tegen 42% van de gerealiseerde honorariumomzet minus techniek- en

materiaalkosten, UTP-codes A20, B12, E04, E98, H21, J07, J33, J97, J98 en Q8001. De heer [eiser 2] ontvangt deze 42% ook van de omzet verricht door assistentes direct onder zijn hoede. Wanneer assistentes een eigen agenda draaien komt deze omzet de heer [eiser 2] niet toe. Dit percentage blijft behouden wanneer de heer [eiser 2] op twee behandelkamers werkt en sporadisch op drie kamers (lx per maand op zaterdag).

Werkdagen zijn in onderling overleg. Gedurende het 1ste en 2de jaar kan dit ook een zaterdag betreffen. In bovenstaand bruto percentage van de gerealiseerde

honorariumomzet zit verdisconteerd: het inwerken/begeleiden van nieuwe tandartsen, tandheelkundig werkoverleg en zo meer wat men redelijkerwijs van een chef-de-clinique mag verwachten. Dagen in overleg, maar gedurende het eerste en tweede jaar ook de zaterdag conform voorafgaande aan de Leveringsdatum reeds gedaan werd. Een Overeenkomst van Opdracht tussen de Koper en Verkoper is afgesloten en wordt gehecht aan deze overeenkomst als Bijlage 10. Dit conform de wettelijke bepalingen ter zake en volgens de richtlijnen van de Koninklijke Maatschappij ter bevordering ter Tandheelkunde (KNMT). Vanwege fiscale eisen zal deze (minimaal driemaal) jaarlijks verlengd worden. Deze koopovereenkomst prevaleert te allen tijde boven de Overeenkomst van Opdracht.

Wanneer de heer [eiser 2] zijn Overeenkomst van Opdracht verlengd naar het 4de en het 5de jaar zal 12,5% van de winst na belastingen (conform formule artikel 3.3) toegekend worden aan de heer [eiser 2] .

(…)

Artikel 5 - Exit regeling

5.l In het geval de Overeenkomst van Opdracht tussen de heer [eiser 2] en Koper in de in artikel 4 bedoelde periode van drie jaar eindigt of niet wordt voortgezet binnen die periode van 3 jaar, geldt de volgende exit regeling.

5.2

De heer [eiser 2] wordt als Bad Leaver aangemerkt indien:

a. De Overeenkomst van Opdracht eindigt op initiatief van [eiser 2] en/of de

Overeenkomst van Opdrachten worden niet voor een aaneengesloten periode van drie jaar verlengd op initiatief van [eiser 2] ;

Het aantal werkuren (daadwerkelijke stoeluren met een normale agendaplanning) per maand voor werkzaamheden in de Overeenkomst van Opdracht op initiatief van [eiser 2] wordt verminderd naar minder dan 24 uur per week en/of minder dan 42 weken in een kalenderjaar.

De Overeenkomst van Opdracht eindigt door 1) een dringende reden zoals omschreven in artikel 7:678 BW, of 2) een gewichtige reden zoals beschreven in artikel 7:669 BW, waarvan de oorzaak kan worden toegerekend aan [eiser 2] .

De Overeenkomst van Opdracht wordt beëindigd in verband met een onrechtmatige daad van [eiser 2] , die schade heeft veroorzaakt aan de Onderneming of elk ander onderdeel van de Groep waardoor in redelijkheid van Opdrachtgever niet langer gevergd kan worden dat de Overeenkomst van Opdracht wordt voortgezet.

[eiser 2] , voor zover van toepassing, handelt in strijd met het concurrentiebeding, vertrouwelijkheidsbeding of andere materiele bedingen in deze Overeenkomst wanneer deze naar hun aard niet meer ongedaan kunnen worden gemaakt waardoor in redelijkheid van Opdrachtgever niet langer gevergd kan worden dat de Overeenkomst van Opdracht wordt voortgezet.

[eiser 2] , voor zover van toepassing, handelt in strijd met het concurrentiebeding, vertrouwelijkheidsbeding of andere materiele bedingen in deze Overeenkomst wanneer deze naar hun aard wel ongedaan kunnen worden gemaakt of kunnen worden gestaakt en hij deze handelingen niet ongedaan maakt dan wel stopt binnen twee weken nadat hij een schriftelijke mededeling van Atlas hierover heeft ontvangen waardoor in redelijkheid van Opdrachtgever niet langer gevergd kan worden dat de Overeenkomst van Opdracht wordt voortgezet.

5.3

De heer [eiser 2] wordt als Good Leaver aangemerkt indien:

a. De Overeenkomst van Opdracht eindigt en de beëindiging is geïnitieerd door [eiser 2] met instemming van Koper;

Een beëindiging van de overeenkomst, geïnitieerd door een van partijen wegens ernstig verstoorde verhoudingen zonder dat dat in overwegende mate aan [eiser 2] is te wijten en pas na een vergeefse mediation-procedure.

Ingeval opzegging door Verkoper wegens surseance of faillissement van Koper.

In geval van ontbinding van de Koopovereenkomst of Overeenkomst van Opdracht of niet gedurende drie jaren voortzetten van de Overeenkomst van Opdracht met wederzijds goedvinden op initiatief van Koper.

De Overeenkomst van Opdracht eindigt en de beëindiging is geïnitieerd door de Koper of een ander lid van de Groep, voor een andere reden dan in het geval van een Bad Leaver omstandigheid.

[eiser 2] arbeidsongeschikt wordt met als gevolg dat het niet langer mogelijk is om als tandarts te functioneren, dit in de verwachting dat herstel binnen een periode van 6 maanden niet te verwachten is; of,

Van het overlijden van [eiser 2] .

5.4

in het geval de Overeenkomst van Opdracht door Koper niet wordt verlengd, zonder dat er sprake is van een Good Leaver of Bad Leaver situatie is de Koopprijs, vermeldt in artikelen 3.1. en 3.3., geheel verschuldigd.

5.5

In het geval [eiser 2] kan worden aangemerkt als Bad Leaver, dan zal [eiser 2]

onherroepelijk en onvoorwaardelijk de sanctie vallende onder de Bad Leaver Prijs aanvaarden. In het geval [eiser 2] kan worden aangemerkt als Good Leaver, dan zal [eiser 2] onherroepelijk en onvoorwaardelijk de sanctie vallende onder de Good Leaver Prijs aanvaarden.

5.6

In het geval [eiser 2] kan worden aangemerkt als Bad Leaver zijn de op moment dat Verkoper door Koper schriftelijk aangemerkt wordt als Bad Leaver de nog niet vervallen variabele betalingen vermeldt in artikel 3.3, niet meer verplicht. De nog niet vervallen uitgestelde betalingen vermeldt in artikel 3.1 en bijbehorende Geldleningsovereenkomst blijven van kracht, minus € 75.000,- (zegge: vijfenzeventigduizend euro).

5.7

In het geval [eiser 2] kan worden aangemerkt als Good Leaver zijn de op moment dat

Verkoper door Koper schriftelijk aangemerkt wordt a Is Good Leaver nog niet vervallen variabele betalingen vermeldt in artikel 3.3, niet meer verplicht. De nog niet vervallen uitgestelde betalingen vermeldt in artikel 3.1 en bijbehorende Geldleningsovereenkomst blijven wel onherroepelijk van kracht.

(…)

Artikel 10 - Niet-concurrentie

10.1

Verkoper en diens enige vertegenwoordigingsbevoegde bestuurder, de heer [eiser 2] , en gevolmachtigde, de mevrouw [A] , verbinden zich hierbij jegens Koper, gedurende een periode van 3 (drie) jaar, te rekenen vanaf de Leveringsdatum, en behoudens de Overeenkomst van Opdracht met de Koper, zowel direct als indirect, in welke vorm of hoedanigheid dan ook:

a. niet betrokken te zijn en/of belang te hebben bij activiteiten die direct concurrerend zijn met de huidige activiteiten van de Verkoper; of

geen eventuele medewerkers van de Verkoper, in dienst te nemen respectievelijk

anderszins werkzaamheden te laten verrichten (onder "medewerkers'’ wordt verstaan: personen die, in welke vorm ook, bij de Verkoper werkzaam zijn of minder dan een jaar daarvoor bij de Verkoper werkzaam waren).

10.2

Het voorgaande artikel 10.1 is beperkt tot een straal van 25 kilometer rondom Breda.

10.3

Ingeval van een inbreuk op enige verbintenis gestipuleerd in dit artikel zal Koper de Verkoper in gebreke stellen met de eis om deze inbreuk binnen veertien (14) kalenderdagen stop te zetten. Indien aan de Ingebrekestelling geen gevolg wordt gegeven zal Koper, onafgezien van de werkelijke schade die de Koper kan vorderen, Verkoper een bedrag van € 5.000,- (zegge: vijfduizend euro) per inbreuk en € 1.000,- (zegge: duizend euro) per dag verschuldigd zijn, tot op het ogenblik waarop vaststaat dat de schending is stopgezet. De Verkoper erkent dat deze vergoeding een correcte vergoeding is voor de negatieve gevolgen voor de Koper van het niet naleven van de niet concurrentie verbintenis.

Artikel 11 – Geheimhouding

11.1

Elk der Partijen zal geheimhouding betrachten omtrent alle informatie, documentatie en gegevens die betrekking hebben op de andere Partijen, tenzij deze informatie, documentatie of gegevens van algemene bekendheid zijn, de openbaarmaking daarvan wettelijk of op grond van overheidswege uitgevaardigde reglementen vereist is of redelijkerwijs noodzakelijk is in het kader van een gerechtelijke procedure als verderop in deze Overeenkomst bedoeld, de openbaarmaking daarvan redelijkerwijs noodzakelijk is in verband met het door Koper verkrijgen van financiering van de in deze Overeenkomst bedoelde transacties, of de andere Partijen toestemming geven voor openbaarmaking, welke toestemming niet op onredelijke wijze of onredelijke gronden zal worden onthouden. Partijen staan er voor in dat hun medewerkers en (ingeschakelde of in te schakelen) professionele adviseurs dezelfde geheimhouding betrachten.

11.2

Behoudens indien en voor zover wettelijk of anderszins vereist, in welk geval de betrokken Partij zich verplicht met de andere Partijen vooraf te overleggen, zal geen der Partijen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de andere Partijen enige informatie verstrekken aan de pers of enige openbare mededeling doen dan wel anderszins informatie verstrekken met betrekking tot de inhoud van deze Overeenkomst.

3.5.

Gelijktijdig met het sluiten van de koopovereenkomst hebben Tabema, als opdrachtnemer en MCDent, als opdrachtgever, vertegenwoordigd door Atlas, een overeenkomst van opdracht gesloten (productie 8 bij dagvaarding).

Deze overeenkomst van opdracht houdt – voor zover van belang in deze procedure – onder meer in:

“(…)

Artikel 1. Aard van de opdracht

OPDRACHTNEMER zal als praktijkmedewerker met ingang van 01-01-2022 voor bepaalde tijd tot 31-12-2022 op verzoek van OPDRACHTGEVER, welk verzoek OPDRACHTNEMER aanvaardt, zelfstandig tandheelkundige diensten verlenen aan de patiënten waaraan OPDRACHTGEVER zorg aanbiedt en wel voor vijf dagen per week, zoveel mogelijk volgens onderstaand schema waarin de beschikbaarheid van faciliteiten wordt geregeld. OPDRACHTNEMER kan binnen deze uren zijn spreekuur- en behandelingstijden

naar eigen inzicht indelen.

Werkrooster:

Maandag: ochtend, middag

Dinsdag: ochtend, middag

Woensdag: ochtend, middag

Donderdag: ochtend, middag

Vrijdag: ochtend

Zaterdag: ochtend

(…)

Artikel 5. Medewerkershonorarium

5.1

OPDRACHTNEMER ontvangt voor zijn werkzaamheden of de werkzaamheden die zijn verricht door zijn vervanger, 42% van het bruto-honorarium als vergoeding als bedoeld in artikel 7:461 BW.

5.2.1

Onder "bruto-honorarium" wordt hier verstaan: het totaalbedrag gedeclareerd in verband met de verrichtingen die OPDRACHTNEMER of diens vervanger heeft uitgevoerd en/of die de directe assistente onder zijn toezicht heeft uitgevoerd bij de patiënt, verminderd met de eventuele BTW, de aan de patiënt doorbelaste materiaal en techniekkosten en met aftrek/creditering van de vergoedingen/bedragen die door patiënten of verzekeraars in redelijkheid worden betwist en waarvan partijen met de creditering instemmen.

Partijen kunnen met elkaar afspraken maken over het onder voorwaarden hanteren van prestatiecodes of combinaties van prestatiecodes, vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit Het totaal te declareren bedrag wordt in opdracht van OPDRACHTNEMER door OPDRACHTGEVER gedeclareerd aan de patiënt of diens zorgverzekeraar.

5.2.2

Partijen verdisconteren het risico van het niet of niet volledig realiseren van vorderingen op patiënten of verzekeraars in de afspraken als bedoeld in artikel 5.1.

5.3.1

De vergoeding wordt aan OPDRACHTNEMER door OPDRACHTGEVER uitbetaald als OPDRACHTNEMER de voor het opmaken van de declaraties benodigde gegevens heeft verstrekt, zo spoedig mogelijk na het eind van iedere maand dan wel aan het eind van de overeenkomst, maar uiterlijk binnen achtentwintig dagen na het einde van de betreffende maand waarin de zorg is verleend.

5.3.2

OPDRACHTNEMER stuurt OPDRACHTGEVER hiervoor maandelijks een factuur. OPDRACHTNEMER zal geen gebruik maken van zijn zelfstandige declaratierecht jegens patiënten en verzekeraars voor de door hem binnen de kaders van deze overeenkomst verleende zorg.

(…)

Artikel 9. Einde

9.1

De overeenkomst wordt beëindigd:

a. door het verstrijken van de duur waarvoor deze overeenkomst is aangegaan, zonder dat voorafgaande opzegging nodig is. Bij voortzetting van de activiteiten als bedoeld in artikel 1.1 wordt de overeenkomst geacht stilzwijgend te zijn verlengd voorgelijke duur en overeenkomstige voorwaarden;

b. door tussentijdse opzegging dooréén der partijen met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden;

c. doordat de inschrijving van OPDRACHTNEMER in het BIG-register (tijdelijk) wordt doorgehaald, of OPDRACHTNEMER anderszins feitelijk of juridisch de bevoegdheid verliest om als tandarts de opdracht uit te voeren, vanaf het moment dat OPDRACHTNEMER zijn bevoegdheid verliest.

9.2

De ene partij is gerechtigd deze overeenkomst met onmiddellijke ingang en zonder enige verplichting tot schadevergoeding op te zeggen, indien de andere partij:

a. ernstig tekort is geschoten ter zake van enige verplichting voortvloeiende uit de werkzaamheden zoals overeengekomen in deze overeenkomst en een dergelijk tekortschieten niet binnen twee weken na schriftelijke kennisgeving hiervan door de eerstgenoemde partij zal zijn hersteld;

b. ernstig tekort is geschoten ter zake van enige verplichting voortvloeiende uit de werkzaamheden zoals overeengekomen in deze overeenkomst en herstel van een dergelijk tekortschieten reeds blijvend onmogelijk is;

c. in staat van faillissement wordt verklaard, surseance van betaling of het eigen faillissement aanvraagt, surseance van betaling wordt verleend, dan wel indien zij door beslaglegging, onder curatelestelling of anderszins de beschikkingsbevoegdheid over zijn vermogen of substantiële delen ervan verliest;

d. OPDRACHTNEMER komt te overlijden;

e. sprake is van onvoorziene omstandigheden, daaronder begrepen wijziging van wet- en regelgeving, die met voor rekening van de opzeggende partij komen en die zo ingrijpend zijn, dat van de opzeggende partij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid instandhouding van de overeenkomst niet verlangd kan worden.

(…)

Artikel 11. Gevolgen van beëindiging

11.1

Bij het einde van de overeenkomst staakt OPDRACHTNEMER zijn werkzaamheden in de praktijk en worden nadere afspraken gemaakt, schriftelijk vastgesteld en kenbaar gemaakt ever de lopende activiteiten ten aanzien van betrokken patiënten (inzake onder meer dossieroverdracht, behandeling en eventuele klachten).

OPDRACHTNEMER heeft dan het recht zich elders ter plaatse als tandarts te vestigen of in een andere praktijk werkzaam te zijn. Behoudens schriftelijke toestemming van OPDRACHTGEVER is het OPDRACHTNEMER binnen een tijdvak van vierentwintig maanden na het einde van deze overeenkomst verboden patiënten uit de praktijk van OPDRACHTGEVER in te schrijven in een praktijk waar OPDRACHTNEMER werkzaam is, dan wel activiteiten te ontplooien en/of werkzaamheden te verrichten, al dan met onder eigen naam of onder naam van derden, hetzij om niet, hetzij tegen vergoeding, in opdracht

van en/of in dienst van en/of ten behoeve van patiënten van OPDRACHTGEVER, ook al verbreken de patiënten de relatie met OPDRACHTGEVER, anders dan in het kader van het behandelen van pijnklachten.

OPDRACHTNEMER zal zich bovendien binnen het genoemde tijdvak na het einde van deze overeenkomst onthouden van het werven van patiënten van OPDRACHTGEVER, met het oogmerk patiënten over te halen zich in te schrijven in de praktijk waar OPDRACHTNEMER werkzaam is. Dit artikel is niet van toepassing wanneer OPDRACHTNEMER zich als tandarts vestigt op een afstand van tenminste 25 kilometer van het praktijkpand waar opdrachtgever is gevestigd en waar OPDRACHTNEMER hoofdzakelijk de werkzaamheden heeft verricht. Voorgaande verplichtingen en verboden gelden niet voor de eerste 25 patiënten die OPDRACHTNEMER volgen. Bij overtreding van de verplichtingen zoals vermeld in dit artikel verbeurt OPDRACHTNEMER aan OPDRACHTGEVER dadelijk en ineens, dus zonder dat een nadere sommatie of ingebrekestelling is vereist, een opeisbare boete van € 500,- (zegge: vijfhonderd euro) per

overtreding, met een maximum van € 15.000,- (zegge: vijftienduizend euro), onverminderd het recht van OPDRACHTGEVER om in plaats daarvan de volledige schade op OPDRACHTNEMER te verhalen.

(…)”

3.6.

Atlas heeft aan haar verplichting om het eerste deel van de vaste component van de koopsom van € 100.000,00 bij levering van de aandelen te betalen voldaan.

Atlas heeft niet voldaan aan haar betalingsverplichting met betrekking tot het tweede deel van de vaste component van de koopsom, de gespreide betaling van in totaal € 225.000,00 in drie jaarlijkse termijnen van elk € 75.000,00. Voor deze gespreide betaling zijn partijen een geldleningsovereenkomst (vendor loan, productie 7 bij dagvaarding) aangegaan. Tot zekerheid van de nakoming van de verplichtingen uit de geldlening werd een pandrecht gevestigd ten behoeve van Tabema op de aandelen van MCDent.

3.7.

Als gevolg van teruglopende omzetcijfers en patiënten aantallen na de overname is tussen partijen een verschil van inzicht ontstaan over de naleving van de verplichtingen uit de koopovereenkomst en de overeenkomst van opdracht. Een mediationgesprek heeft niet tot een oplossing geleid.

3.8.

Bij e-mail van 23 juli 2022 (productie 9 bij dagvaarding) heeft MCDent de

overeenkomst van opdracht met Tabema/ [eiser 2] opgezegd. MCDent heeft in die e-mail geen standpunt ingenomen over de vraag of [eiser 2] /Tabema als Good Leaver of Bad Leaver moet worden aangemerkt. De wens van MCDent was om in onderling overleg tot een minnelijke oplossing te komen.

3.9.

Bij e-mail van 3 augustus 2022 heeft [eiser 2] op de opzegging van de overeenkomst van opdracht gereageerd. In deze e-mail sommeert [eiser 2] Atlas om binnen één week met een onderbouwing van (vermeend) Bad Leaverschap te komen.

3.10.

Bij e-mail van 23 oktober 2022 met bijlage (productie 5 bij conclusie van antwoord) heeft [gedaagde 3] namens Atlas een motivering gegeven waarom [eiser 2] volgens haar is aan te merken als Bad Leaver. Atlas geeft in deze e-mail daarvoor de volgende redenen:

1. [eiser 2] zou een contract met de zorgverzekeraar afgesloten zonder overleg of toestemming van Atlas;

2. [eiser 2] zou geld hebben overgeboekt naar zichzelf terwijl dat niet de afspraak was;

3. [eiser 2] zou informatie hebben achtergehouden over niet werkende telefonie;

4. [eiser 2] zou Atlas niet hebben geïnformeerd over ziekte en vertrek van medewerkers;

5. [eiser 2] zou een 100% vergoeding hebben afgedwongen voor de spoedgevallendienst terwijl MCDent de volledige kosten zou moeten dragen;

6. [eiser 2] zou niet hebben meegewerkt aan het gebruik van de onderhoudsleverancier van Atlas;

7. [eiser 2] zou medewerker [B] hebben weggejaagd;

8. [eiser 2] zou zonder toestemming van Atlas kortingen verlenen op implantaten en

behandelingen;

9. [eiser 2] zou zonder toestemming van Atlas kortingen verlenen aan patiënten als ze het niet eens zijn met de rekening;

10. [eiser 2] zou zich omzet van mondhygiënisten en tandtechnici toe-eigenen;

11. [eiser 2] zou de relatie met Atlas ernstig onder druk zetten met een claim inzake de agenda en [C] ;

12. [eiser 2] zou post achterhouden;

13. de gang van zaken rondom kapitaalreserve/netto-actief;

14. [eiser 2] zou medewerkers en patiënten van MCDent blootgesteld hebben

aan onaanvaardbare gezondheidsrisico’s (ziekte en besmettingsrisico Covid-19);

3.11.

Bij e-mail met bijlage van 24 oktober 2022 (productie 6 bij conclusie van antwoord) heeft Atlas hieraan toegevoegd dat zij van mening is dat [eiser 2] (althans Tabema) zijn

inlichtingenplicht heeft geschonden ten aanzien van de gezondheidssituatie van

zijn echtgenote [A] , medewerkster van MCDent.

3.12.

Bij e-mail van 26 oktober 2022 (productie 7 bij conclusie van antwoord) heeft MCDent/Atlas aan [eiser 2] en Tabema een bericht gestuurd waarin zij zich op het standpunt stelt dat Tabema de afspraken uit de overeenkomst van opdracht heeft geschonden.

3.13.

Bij e-mail van 28 oktober 2022 heeft Atlas aangegeven dat Tabema ook bepalingen van de koopovereenkomst zou hebben geschonden, althans onrechtmatig jegens Atlas/MCDent zou hebben gehandeld (productie 9 bij conclusie van antwoord) doordat [eiser 2] als bestuurder van Tabema op 20 oktober 2022 een e-mail heeft gestuurd aan alle patiënten van MCDent waarin hij zich negatief en schadelijk heeft uitgelaten over MCDent/Atlas.

3.14.

[eiser 2] is na opzegging van de overeenkomst van opdracht door Atlas per 1 december 2022 werkzaam bij Tandheelkundig Centrum Moergestel en per 1 januari 2023 bij Tandartsengroep Zandpad in Numansdorp.

3.15.

Tabema en [eiser 2] hebben na verkregen verlof beslag gelegd ten laste van Atlas c.s.

4
De vorderingen

In conventie

4.1.

Tabema en [eiser 2] vorderen, na vermeerdering van eis:

1. te verklaren voor recht dat Atlas toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming

van de leningsovereenkomst, in elk geval bij het volledig en tijdig terugbetalen van

de inmiddels opeisbare lening, en dat Atlas de schade die daaruit voortvloeit dient te

vergoeden aan Tabema en [eiser 2] ;

2. te verklaren voor recht dat de beroepen op verrekeningen, die blijken uit de

overgelegde berichten van gedaagden, en die zijdens gedaagden werden gedaan,

falen;

3. te verklaren voor recht dat gedaagden toerekenbaar tekort zijn geschoten in de

nakoming van de koopovereenkomst doordat de aan Tabema verschuldigde

winstuitkering over 2021 niet juist en volledig plaats heeft gehad binnen de

overeengekomen periode nadat de jaarrekening definitief werd gemaakt.

4. te verklaren voor recht dat gedaagde Atlas, gedaagde MCDent en gedaagden

[gedaagde 3] en [gedaagde 4] daarmee jegens Tabema wanprestatie hebben gepleegd c.q.

onrechtmatig hebben gehandeld en Atlas en/of MCDent hoofdelijk, des dat de een

betaald heeft de anderen gekweten zullen zijn, te veroordelen tot betaling van een

bedrag ad primair € 79.344,- en subsidiair tot betaling van een bedrag ter waarde

van de door Tabema voldane winstbelasting, het één en ander vermeerderd met de

wettelijke rente vanaf de dag van verschuldigdheid tot het moment der algehele

voldoening;

5. gedaagden MCDent, Atlas en gedaagden [gedaagde 3] en [gedaagde 4] hoofdelijk, des dat de een betaald heeft de anderen gekweten zullen zijn, te veroordelen tot betaling aan

Tabema en [eiser 2] van 42% van de omzet minus de kosten van de assistentes onder de hoede van [eiser 2] tijdens de looptijd van de overeenkomst van opdracht, zoals in art. 4a van de koopovereenkomst is omschreven, primair een bedrag ad € 7.329,57 en subsidiair wordt gevorderd dat uw rechtbank zal bepalen dat de te betalen som nader opgemaakt zal worden bij staat alsook om terzake naar de schadestaatprocedure te verwijzen;

6. te verklaren voor recht dat gedaagden wanprestatie hebben gepleegd jegens Tabema en [eiser 2] door niet de contractueel in artikel 4a van de koopovereenkomst overeengekomen drie jaarlijkse verlengingen van de overeenkomst van opdracht aan te bieden en zelfs tot opzegging van die overeenkomst van opdracht over te gaan, waar dat hen uit hoofde van de prevalerende koopovereenkomst niet vrij stond;

7. gedaagde Atlas en gedaagden [gedaagde 3] en [gedaagde 4] hoofdelijk, des dat de een betaald heeft de anderen gekweten zullen zijn, te veroordelen tot voldoening van de schade die Tabema en [eiser 2] daardoor hebben geleden welke schade bestaat uit het misgelopen inkomen, groot 42% van de omzet van de assistentes die onder de hoede van [eiser 2] zouden hebben gewerkt, zoals in artikel 4a van de koopovereenkomst is omschreven, nader op te maken bij staat,

8. gedaagde Atlas en gedaagden [gedaagde 3] en [gedaagde 4] hoofdelijk, des dat de een betaald heeft de anderen gekweten zullen zijn, te veroordelen tot voldoening van de

incassokosten conform het besluit BIK over de hiervoor genoemde som terzake de

winstuitkering over 2021;

9. gedaagde Atlas en gedaagden [gedaagde 3] en [gedaagde 4] hoofdelijk, des dat de een betaald heeft de anderen gekweten zullen zijn, te veroordelen tot voldoening van de

wettelijke rente over de in het vorige punt genoemde incassokosten vanaf het

moment van dagvaarding tot het moment der algehele voldoening daarvan;

10. gedaagde Atlas en gedaagden [gedaagde 3] en [gedaagde 4] hoofdelijk, des dat de een

betaald heeft de anderen gekweten zullen zijn, te veroordelen tot voldoening van het

niet terugbetaalde geldbedrag ad € 225.000,-- wegens de geldlening aan Tabema en [eiser 2] , te vermeerderen met de contractuele rente ad 3% op jaarbasis tot het moment der gehele voldoening;

11. gedaagde Atlas en gedaagden [gedaagde 3] en [gedaagde 4] hoofdelijk, des dat de een betaald heeft de anderen gekweten zullen zijn, te veroordelen tot voldoening van de

incassokosten conform het besluit BIK over de hiervoor genoemde som terzake de

geldlening;

12. gedaagde Atlas en gedaagden [gedaagde 3] en [gedaagde 4] hoofdelijk, des dat de een betaald heeft de anderen gekweten zullen zijn, te veroordelen tot voldoening van de

wettelijke rente over de genoemde incassokosten vanaf het moment van dagvaarding tot het moment der algehele voldoening daarvan;

13. gedaagde MCDent, gedaagde Atlas en gedaagden [gedaagde 3] en [gedaagde 4] hoofdelijk, des dat de een betaald heeft de anderen gekweten zullen zijn, te veroordelen tot betaling van de facturen van Tabema zoals die aan MCDent werden gericht, voor zover deze nog niet werden voldaan;

14. gedaagde MCDent, gedaagde Atlas en gedaagden [gedaagde 3] en [gedaagde 4] hoofdelijk, des dat de een betaald heeft de anderen gekweten zullen zijn, te veroordelen tot

voldoening van primair de wettelijke handelsrente over de genoemde facturen en

subsidiair de wettelijke rente, primair vanaf de vervaldatum van iedere factuur, aangezien de factuur telkens per die datum voldaan had dienen te zijn en subsidiair vanaf een in goede justitie vast te stellen datum, steeds vanaf de te bepalen datum tot het moment der volledige voldoening van de desbetreffende factuur;

15. gedaagde MCDent, gedaagde Atlas en gedaagden [gedaagde 3] en [gedaagde 4] hoofdelijk, des dat de een betaald heeft de anderen gekweten zullen zijn, te veroordelen tot

voldoening van de incassokosten over de genoemde facturen conform de staffel

Buitengerechtelijke Incasso Kosten (BIK), zoals gepubliceerd op www.rechtspraak.nl en zoals hiervoor uiteengezet;

16. gedaagde MCDent, gedaagde Atlas en gedaagden [gedaagde 3] en [gedaagde 4] hoofdelijk, des dat de een betaald heeft de anderen gekweten zullen zijn, te veroordelen tot

voldoening van de wettelijke rente over de genoemde incassokosten vanaf het

moment van dagvaarding tot het moment der algehele voldoening daarvan;

17. gedaagde MCDent, gedaagde Atlas en gedaagden [gedaagde 3] en [gedaagde 4] hoofdelijk, des dat de een betaald heeft de anderen gekweten zullen zijn, te veroordelen tot

voldoening van de beslagkosten en kosten voor verkrijging van een grosse van de

pandakte, vermeerderd met de wettelijke rente over de genoemde kosten vanaf het

moment dat zij gevallen zijn tot het moment der algehele voldoening daarvan;

18. gedaagde MCDent, gedaagde Atlas en gedaagden [gedaagde 3] en [gedaagde 4] hoofdelijk, des dat de een voldaan heeft de anderen gekweten zullen zijn, te veroordelen in de

werkelijke - in dat geval bij staat op te maken - en anders forfaitaire kosten van dit

geding, daaronder begrepen dagvaardingskosten, griffierecht en de kosten van de

advocaat van eiser;

19. gedaagde MCDent, gedaagde Atlas en gedaagden [gedaagde 3] en [gedaagde 4] hoofdelijk, des dat de een voldaan heeft de anderen gekweten zullen zijn, te veroordelen tot

voldoening van de wettelijke rente over de proceskosten vanaf het moment van

dagvaarding tot het moment der algehele voldoening daarvan.

4.2.

Atlas c.s. voeren verweer.

4.3.

Op de standpunten van partijen wordt hierna onder de beoordeling ingegaan.

In reconventie

4.4.

Atlas c.s. vorderen, na vermeerdering van eis:

1. voor recht te verklaren dat Tabema (toerekenbaar) tekort is geschoten in de

nakoming van de koopovereenkomst en/of de overeenkomst van opdracht, althans

onrechtmatig jegens Atlas c.s. heeft gehandeld en schadeplichtig is jegens Atlas

en Tabema te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding op te maken bij

staat;

2. Tabema te veroordelen tot betaling van een (voorschot op) schadevergoeding ad

€ 51.591,26;

3. voor recht te verklaren dat Tabema het concurrentiebeding tweemaal heeft

overtreden;

4. Tabema te veroordelen tot betaling van de contractuele boete ad € 1.105.000,00 wegens schending van het concurrentiebeding;

5. Tabema en [eiser 2] te veroordelen in de proceskosten.

4.5.

Tabema en [eiser 2] voeren verweer.

4.6.

Op de standpunten van partijen wordt hierna onder de beoordeling ingegaan.

Overwegingen

5
De verdere beoordeling

in conventie en in reconventie

5.1.

Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zullen deze vorderingen gezamenlijk worden behandeld.

[eiser 2] is ten onrechte aangemerkt als procespartij

5.2.

Het meest verstrekkende verweer van Atlas c.s. houdt in dat [eiser 2] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vorderingen in conventie, voor zover hij die al instelt. Volgens Atlas c.s. is [eiser 2] ten onrechte als eisende partij aangemerkt in de dagvaarding. Hij is geen partij bij de overeenkomsten waarop partijen hun vordering baseren en hij stelt blijkens het petitum van de dagvaarding ook geen vorderingen tegen Atlas c.s. in.

5.3.

[eiser 2] heeft bij monde van zijn advocaat ten tijde van de mondelinge behandeling in reactie op dit verweer aanvankelijk aangegeven dat [eiser 2] alleen de vordering sub 1 toekomt, maar na doorvragen heeft hij toegegeven dat ook deze vordering alleen Tabema aangaat.

5.4.

Het voorgaande breng mee dat [eiser 2] niet-ontvankelijk wordt verklaard in alle vorderingen in conventie.

De hoogte van de restant koopsom / exit regeling

5.5.

Tussen partijen staat vast dat Atlas de restant koopsom van € 225.000,00 voor de aandelen MCDent, waarvoor partijen de leningsovereenkomst zijn aangegaan, niet heeft voldaan binnen de afgesproken termijnen.

5.6.

Tabema legt aan haar daarop betrekking hebbende vorderingen ten grondslag dat [eiser 2] als Good Leaver in het kader van de Exit-regeling moet worden aangemerkt en dat Atlas daarom het volle bedrag van € 225.000,00 moet betalen Atlas meent dat haar betalingsverplichting op grond van artikel 5.6 van de koopovereenkomst met € 75.000,00 naar beneden moet worden bijgesteld naar € 150.000,00 omdat [eiser 2] als Bad Leaver moet worden aangemerkt op grond van het bepaalde in artikel 5.2 sub c t/m f van de koopovereenkomst. Tabema betwist dit.

5.7.

Naar het oordeel van de rechtbank kan [eiser 2] niet als Bad Leaver worden aangemerkt zodat Atlas het volledige restant van de koopsom van € 225.000,00 verschuldigd is. De rechtbank motiveert deze beslissing hieronder aan de hand van een bespreking van de verwijten die Atlas [eiser 2] in dit verband maakt. Hierbij geldt dat de uitkomst is dat de verwijten niet op zichzelf en ook niet in samenhang met elkaar tot de conclusie kunnen leiden dat sprake is van een Bad Leaver situatie.

Atlas heeft aangevoerd dat [eiser 2] ook als Bad Leaver moet worden aangemerkt, omdat het concurrentiebeding uit de koopovereenkomst is overtreden. Dat gaat niet op, ten eerste omdat die beweerde overtreding van het concurrentiebeding zou hebben plaatsgevonden nadat reeds opzegging van het contract had plaatsgevonden. Artikel 5.2., aanhef en onder e van de koopovereenkomst ziet blijkens de formulering daarvan kennelijk op de periode voor de opzegging van de overeenkomst van opdracht. Voorts omdat, zoals hierna zal blijken, van overtreding van het concurrentiebeding geen sprake is.

[eiser 2] zou een contract met de zorgverzekeraar hebben afgesloten zonder overleg of toestemming van Atlas;

5.8.

Volgens Atlas heeft [eiser 2] op 3 augustus 2022 namens MCDent een driejarige overeenkomst getekend met een zorgverzekeraar zonder hiertoe geautoriseerd of bevoegd te zijn. De rechtbank oordeelt allereerst dat dit punt in wezen irrelevant is, omdat dit is gebeurd nadat de overeenkomst van opdracht al was opgezegd. Verder geldt het volgende.

5.9.

[eiser 2] ontkent niet dat hij als behandelaar voor verlenging heeft getekend, maar hij voert aan dat Atlas een bevestiging van de verlenging heeft ontvangen en hierop geen actie heeft ondernomen. De verlenging kon eenvoudig teruggedraaid worden, wat door Atlas niet is gedaan. Atlas heeft volgens [eiser 2] ook geen schade geleden, maar kon door de verlenging juist diensten aan blijven bieden via de verzekeraars. Er nooit communicatie geweest over verlenging van behandelovereenkomsten met verzekeraars. [eiser 2] wijst er verder op dat de betreffende mail over de verlenging door de praktijkmanager aan hem is doorgestuurd, kennelijk in opdracht van Atlas. Pas veel later heeft Atlas hier een probleem van gemaakt, aldus [eiser 2] .

5.10.

Naar het oordeel van de rechtbank kan dit verwijt van Atlas er niet mede toe leiden tot [eiser 2] als Bad Leaver wordt aangemerkt. Atlas heeft met name het gemotiveerde verweer van [eiser 2] dat Atlas aanstonds van de verlenging op de hoogte was en hier niet tegen op is gekomen, hoewel dit eenvoudig mogelijk was, onvoldoende weersproken en weerlegd. Daaruit leidt de rechtbank af Atlas de verlenging, al dan niet stilzwijgend, heeft goedgekeurd. Atlas heeft evenmin aangetoond of aannemelijk gemaakt dat zij schade heeft geleden of anderszins nadeel heeft ondervonden als gevolg van de verlenging door [eiser 2] .

[eiser 2] zou geld hebben overgeboekt naar zichzelf terwijl dat niet de afspraak was / gang van zaken rondom kapitaal reserve

5.11.

Atlas verwijt Tabema en [eiser 2] dat zij in januari 2022 tweemaal een betaling hebben verricht van de bankrekening van MCDent naar de bankrekening van

Tabema. Volgens Atlas is haar niet om toestemming gevraagd, noch heeft zij hiermee ingestemd. Tabema en [eiser 2] handelen door deze onttrekkingen in strijd met onder meer artikel 3.2 sub c van de koopovereenkomst en handelen onrechtmatig jegens MCDent (en Atlas).

5.12.

Volgens Tabema is dit verwijt ten onrechte. Zij stelt dat tijdens de onderhandelingen over de overname is afgesproken dat per 1 januari 2022 € 40.000 aanwezig moest zijn als werkkapitaal en dat dit het geval was zodat het meerdere mocht worden onttrokken. Volgens Tabema heeft de echtgenote van [eiser 2] met [gedaagde 4] afgesproken dat zij het bankpasje mocht houden na 1 januari 2022 en zij heeft de overboekingen gedaan op dezelfde wijze waarop dat werd gedaan voor de overname. Atlas c.s. zijn op de hoogte gesteld en Atlas heeft geen enkele actie ondernomen. Dat [A] , destijds de praktijkmanager, op deze manier conform afspraken heeft gehandeld kan Tabema naar eigen zeggen niet aangerekend worden.

5.13.

Hoewel de overboekingen door [A] zijn gedaan was [eiser 2] daar volgens hem wel bij betrokken. Voor deze overboekingen had toestemming moeten worden gevraagd, aangezien Tabema/ [eiser 2] niet meer de eigenaar van de tandartspraktijk was. Anderzijds geldt dat niet gebleken is dat Atlas [eiser 2] en/of zijn echtgenote direct hebben aangesproken op de overboekingen nadat deze aan Atlas kenbaar werden. Het verwijt is naar het oordeel van de rechtbank dus tardief en kan er niet (mede) aan bijdragen dat [eiser 2] ruim na dit voorval en de beëindiging van de overeenkomst van opdracht als Bad Leaver wordt aangemerkt.

[eiser 2] zou informatie hebben achtergehouden over niet werkende telefonie

5.14.

Volgens Atlas heeft [eiser 2] hoewel hij hiervan wetenschap had, verzuimd aan MCDent/Atlas mede te delen dat er problemen waren met de telefonie. Het gevolg hiervan was dat de praktijk een tijd niet of slecht bereikbaar was en het spreekt volgens Atlas voor zich dat dit tot schade voor de praktijk heeft geleid.

5.15.

Tabema betwist het verwijt. Zij voert onderbouwd aan dat Atlas op de hoogte is gesteld over de ICT. Tabemaheeft daarnaast aangegeven dat het opwaarderen van de telefoon via creditcard diende te gebeuren. Verdere problemen met de telefonie zijn Tabema naar eigen zeggen niet bekend. [eiser 2] /Tabema zou per 1 januari 2022 ontzorgd worden en Atlas zou alles regelen, conform hun eigen website.

5.16.

Naar het oordeel van de rechtbank miskent Atlas dat Tabema/ [eiser 2] na de praktijkoverdracht niet meer verantwoordelijk was voor het managen van de praktijk. Het was in de eerste plaats aan Atlas om zorg te dragen voor een goede bereikbaarheid van de praktijk. Niet gebleken is dat Tabema/ [eiser 2] bewust Atlas niet heeft geïnformeerd over eventuele problemen met de telefonie.

[eiser 2] zou Atlas niet hebben geïnformeerd over ziekte [A] en vertrek van medewerkers

5.17.

Atlas verwijt Tabema dat zij haar niet heeft geïnformeerd over de (psychische/medische) toestand van zijn echtgenote [A] . Nog geen maand na de overname blijkt volgens Atlas dat er problemen waren met het personeel. [A] valt met (langdurige en reeds op het moment van overname waarschijnlijk aanwezige) psychische klachten uit en personeelsleden geven uitdrukkelijk te kennen niet langer met [eiser 2] te willen samenwerken. Omdat Tabema heeft verklaard dat er geen problemen waren met het personeel levert dit tevensschending op van de garantiebepaling (van artikel 8 van de koopovereenkomst) dan wel van de vrijwaringsbepaling (artikel 9 koopovereenkomst). Vordering 2 in reconventie van € 51.591,26 wegens een voorschot op schadevergoeding houdt met dit verwijt verband.

5.18.

Volgens Tabema zijn de stellingen van Atlas op dit punt complete verzinsels en ontbreekt ieder bewijs. Tabema verwijst naar e-mails van 29 februari 2024, 29 mei 2024, klinische verklaring, probleemanalyse UWV en een verslag van de bedrijfsarts (productie 46 Tabema). Hieruit blijkt dat de uitspraken onjuist en ongefundeerd zijn en dat de uitval van [A] te maken had met een arbeidsconflict met Atlas na het sluiten van de koopovereenkomst. Er is na ernstige en compleet onware stellingen over de gezondheid van [A] door Atlas gerectificeerd op 29 mei 2024. De rectificatie is duidelijk. Er is volgens Tabema geen inlichtingenplicht geschonden. Personeelsaangelegenheden na de aandelenoverdracht kunnen Tabema niet aangerekend worden.

5.19.

De rechtbank stelt vast dat de rectificatie van Atlas dateert van na het instellen van haar schadevordering. Atlas is tijdens de mondelinge behandeling niet meer op deze kwestie teruggekomen, anders dan dat zij heeft aangegeven dat [A] zich vier maanden na de overname heeft ziek gemeld en twee jaar ziek is gebleven zodat volgens Atlas aannemelijk is dat er al iets speelde voor de overname. De rechtbank oordeelt dit een onvoldoende reactie op het met stukken onderbouwde verweer van Tabema en een onvoldoende basis voor het instellen van een schadevordering. Dat Tabema haar mededelings-/informatieplicht met betrekking tot personele aangelegenheden heeft geschonden is niet vast komen te staan. Er is dus op dit punt geen grond om [eiser 2] als Bad Leaver aan te merken. Vordering 2 in reconventie wordt afgewezen.

[eiser 2] zou een 100% vergoeding hebben afgedwongen voor de spoedgevallendienst terwijl MCDent de volledige kosten zou moeten dragen

5.20.

Atlas verwijt [eiser 2] in 2022 als voorwaarde voor het draaien van een noodgevallendienst te hebben gesteld dat hem de volledige omzet van deze dienst zou toekomen terwijl MCDent de kosten voor deze dienst moest dragen. Tabema/ [eiser 2] hebben MCDent dusdanig onder druk gezet dat zij niet anders konden dan schoorvoetend instemmen. Volgens Atlas was dit echter volstrekt onaanvaardbaar en in strijd met de tariefafspraken die partijen in de overeenkomst van opdracht hebben gemaakt.

5.21.

Tabema betwist dat [eiser 2] geweigerd heeft de spoeddienst te draaien en Atlas onder druk heeft gezet om de volledige omzet aan hem toe te laten komen. Tabema verwijst naar mailwisseling van 12 en 13 december 2021 en 11 en 12 juli 2022 (productie 29 Tabema) waaruit volgens haar blijkt dat er geen sprake is van weigering en/of afdwingen, maar dat hem 100% van de omzet is geboden in een toen nog zeer vriendelijke sfeer.

5.22.

De rechtbank kan dit verwijt niet volgen. [eiser 2] heeft gelet op de relevante mailwisseling verzocht het vergoedingspercentage aan te passen voor het draaien van een noodgevallendienst en MCDent is daarmee akkoord gegaan. Van ontoelaatbare druk of misbruik van een noodsituatie blijkt in het geheel niet en dit wordt door Atlas c.s. ook niet verder toegelicht.

[eiser 2] zou niet hebben meegewerkt aan het gebruik van de onderhoudsleverancier van Atlas

5.23.

Volgens Atlas c.s. heeft Tabema/ [eiser 2] geweigerd onderhoudswerkzaamheden door de firma [D] uit te laten voeren en is hij in strijd met de afspraken contact blijven leggen met zijn eigen leverancier [E] , wat tot meer kosten zou hebben geleid.

5.24.

Tabema betwist dit. Zij wijst erop dat opdrachten voor onderhoudswerkzaamheden door de praktijkmanager werden gegeven, niet zijnde [eiser 2] , en dat [eiser 2] slechts eenmaal contact heeft gezocht met [E] voor reparatiewerkzaamheden aan een defecte kabel onder garantie wat niet tot kosten voor Atlas heeft geleid.

5.25.

De rechtbank stelt vast dat Atlas dit verweer niet meer heeft weersproken zodat het voor het juist wordt gehouden. [eiser 2] kan (mede) op grond van dit verwijt dus niet als Bad Leaver wordt aangemerkt.

[eiser 2] zou tandtechnicus [B] (en andere medewerkers) hebben weggejaagd

5.26.

Volgens Atlas c.s. is o.a. tandtechnicus [B] bij MCDent vertrokken door het conflictmatige en starre handelen en gedrag van [eiser 2] en het feit dat hij te weinig werk om handen had.

5.27.

Tabema betwist dit. Er was te weinig werk, maar geen sprake van een conflictsituatie.

5.28.

Tijdens de mondelinge behandeling is komen vast te staan dat er minder toeloop naar de praktijk en minder werk was dan gedacht. Het staat voor de rechtbank vast dat [eiser 2] heeft vastgehouden aan zijn patiënten en dat er kennelijk mede daarom te weinig werk was voor [B] . Maar dat dit voornamelijk te wijten was aan [eiser 2] is niet gebleken. Atlas vindt het duidelijk niet sympathiek van [eiser 2] dat hij geen patiënten afstond die aan hem verbonden waren, maar een contractuele verplichting daartoe bestond niet. Dit verwijt kan er niet (mede) toe leiden dat [eiser 2] als Bad Leaver wordt aangemerkt.

[eiser 2] zou zonder toestemming van Atlas kortingen hebben verleend op implantaten en

behandelingen of aan patiënten als zij het niet eens waren met de rekening;

5.29.

Atlas stelt dat zonder toestemming van Atlas kortingen zijn verleend.

5.30.

Tabema betwist dit. Zij stelt te hebben gehandeld volgens de overeenkomst van opdracht, specifiek conform artikel 1.3. Wanneer er welke kortingen zouden zijn verleend is niet verduidelijkt, noch gesubstantieerd door Atlas c.s.

5.31.

Naar het oordeel van de rechtbank slaagt dit verweer omdat Atlas c.s. het verwijt onvoldoende concreet hebben gemaakt.. Specifieke voorbeelden zijn niet gegeven noch zijn er stukken met betrekking tot deze kwesties overgelegd waaruit onoirbaar handelen van [eiser 2] zou blijken.

[eiser 2] zou zich omzet van mondhygiënisten en tandtechnici toe-eigenen / claim agenda;

5.32.

Het verwijt komt erop neer dat na de overname de omzet sterk is gedaald, volgens Atlas als gevolg van inefficiënt indiceren, minder werk genereren en niet adequaat opvolgen/doorverwijzen door [eiser 2] . Agenda’s bleven daardoor leeg, terwijl de agenda’s van [eiser 2] en zijn assistenten vol zaten. Dit is volgens Atlas in strijd met de afspraak om ook door te verwijzen, als leermeester op te treden en het is in strijd met de “werkinstructie planning MCDent".

5.33.

Tabema voert aan dat zij de afspraken die zijn gemaakt die erop neerkwamen dat [eiser 2] in twee behandelkamers werkzaam zou blijven, is nagekomen. In het kader van mediation is over verdeling van patiënten volgens Tabema gesproken, maar zij betwist dat daarover harde afspraken zijn gemaakt.

5.34.

Niet gemotiveerd gesteld door Atlas is dat Tabema op dit punt tekort is geschoten in een specifieke verplichting uit de koopovereenkomst of de overeenkomst van opdracht.. Atlas verwijst naar de werkinstructie planning MCDent (productie 41 Tabema), waarin staat dat bij onvoldoende patiënten deze verdeeld zouden worden, maar de status van deze instructie is bij gebreke van een toelichting onduidelijk gebleven. Voor de rechtbank is aannemelijk geworden dat de discussie tussen partijen over verdeling van patiënten pas na het sluiten van de koopovereenkomst is ontstaan en onderwerp was van een mediationgesprek dat heeft plaatsgevonden. Duidelijk is ook dat [eiser 2] , kennelijk mede vanwege zijn eigen financiële belangen, geweigerd heeft patiënten over te dragen die in beginsel door hem behandeld wensten te worden. [gedaagde 3] heeft ter zitting gesproken van overtreding van een op [eiser 2] rustende fatsoensnorm. Een tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst of overeenkomst van opdracht levert dat naar het oordeel van de rechtbank echter niet op. Het verwijt kan er dus niet (mede) toe leiden dat [eiser 2] als Bad Leaver wordt aangemerkt.

[eiser 2] zou post hebben achtergehouden;

5.35.

Atlas verwijt [eiser 2] te hebben verzuimd om gedurende zes maanden na de overname poststukken die op de praktijk binnenkwamen door te zenden aan Atlas, of aan Atlas te melden dat er poststukken waren binnengekomen. Dat is volgens Atlas (ernstig) nalatig, in strijd met de afspraken en in strijd met de beginselen van een goed en redelijk handelend opdrachtnemer en verkoper.

5.36.

Tabema heeft betwist dat [eiser 2] verantwoordelijk was voor de post na de overname.

5.37.

Met betrekking tot dit verwijt geldt naar het oordeel van de rechtbank hetzelfde als met betrekking tot de telefonie: [eiser 2] was geen praktijkmanager en hier na overname niet meer verantwoordelijk voor. Van het bewust achterhouden van informatie of het verhullen van problemen is niet gebleken. Het verwijt kan er niet (mede) toe leiden dat [eiser 2] als Bad Leaver wordt aangemerkt.

[eiser 2] zou medewerkers en patiënten van MCDent blootgesteld hebben aan onaanvaardbare gezondheidsrisico’s (ziekte en besmettingsrisico Covid-19);

5.38.

Volgens Atlas heeft [eiser 2] de voorschriften tijdens de Corona pandemie in de wind geslagen en is hij met corona-symptomen (herhaaldelijk hoesten) op de werkvloer verschenen. Met deze symptomen heeft [eiser 2] werkzaamheden uitgevoerd, tot

ontstentenis van patiënten en medewerkers. Hiermee zou [eiser 2] de gezondheid van zijn patiënten en de medewerkers van MCDent ernstig in gevaar hebben gebracht.

5.39.

Tabema betwist het verwijt en het is haar naar eigen zeggen een raadsel waar deze beschuldigingen, die nergens concreet worden gemaakt, vandaan komen. Zij betwist dat [eiser 2] zelftesten heeft geweigerd en zij voert aan dat [eiser 2] zijn verantwoordelijkheid steeds heeft genomen en de richtlijnen correct heeft opgevolgd.

5.40.

Naar het oordeel van de rechtbank geldt ook ten aanzien van dit verwijt dat het na betwisting ervan door Tabema door Atlas niet verder concreet is gemaakt of onderbouwd en daarom wordt verworpen. Het verwijt kan er niet (mede) toe leiden dat [eiser 2] als Bad Leaver wordt aangemerkt.

Resumerend ten aanzien van de koopsom en de exitregeling

5.41.

Op grond van het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van een aan Tabema/ [eiser 2] toe te rekenen redelijke of dringende reden voor arbeidsrechtelijk ontslag (sub c), onrechtmatig handelen (sub d) of het schenden van een ander materieel beding in de koopovereenkomst (sub e en f) die maakt dat [eiser 2] als Bad Leaver kan worden bestempeld. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van een opzegging wegens ernstig verstoorde verhoudingen zonder dat dat in overwegende mate aan [eiser 2] is te wijten als bedoel artikel 5.3 sub c van koopovereenkomst zodat [eiser 2] op grond van de exit-regeling ten tijde van de opzegging van de overeenkomst van opdracht als Good Leaver moet worden aangemerkt.

5.42.

De restant koopsom bedraagt gelet op het bepaalde in artikel 3.1 sub b van de koopovereenkomst op grond van het voorgaande € 225.000,--. De rentevordering van 3 % op jaarbasis is door Atlas niet bestreden en toewijsbaar. Vordering 10 in conventie wordt daarom toegewezen tegen Atlas. De ingangsdatum van de rentevordering is niet gespecificeerd. De rechtbank wijst de rente daarom toe vanaf de dag van de dagvaarding. Bij de onder 1 gevorderde verklaring voor recht heeft Tabema in dit verband geen afzonderlijk belang, in acht genomen dat niet duidelijk is op welke schade Tabema doelt. Vordering 10 in conventie wordt afgewezen ten aanzien van de bestuurders [gedaagde 3] en [gedaagde 4] . De rechtbank komt daar hierna nog op terug.

5.43.

Vordering 2 in conventie kan niet worden toegewezen omdat deze verklaring voor recht te vaag is geformuleerd. Afgezien van het beroep op verrekening van 2 december 2022 (productie 11 Tabema) is voor de rechtbank onduidelijk op welke ‘beroepen op verrekening’ en ‘overgelegde berichten van gedaagden’ Tabema het oog heeft. Verder heeft Tabema bij deze vordering geen specifiek belang, omdat -zoals nog zal blijken- de vorderingen in reconventie niet toewijsbaar zijn.

Atlas mocht de overeenkomst van opdracht opzeggen

5.44.

Tabema vordert een verklaring voor recht en schadevergoeding, nader op te maken bij staat, wegens misgelopen honorarium door de voortijdige beëindiging van de overeenkomst van opdracht door Atlas. Volgens Tabema schiet Atlas tekort in haar verplichting om op grond van artikel 4a van de koopovereenkomst drie jaarlijkse verlengingen van de overeenkomst van opdracht aan Tabema/ [eiser 2] aan te bieden en moet zij de schade die Tabema daardoor lijdt vergoeden.

5.45.

Atlas betwist dat de overeenkomst van opdracht niet opzegbaar zou zijn. Over (on)opzegbaarheid van de overeenkomst van opdracht bepaalt de koopovereenkomst volgens haar niets. Uit artikel 4a van de koopovereenkomst volgt slechts een verplichting / verbintenis voor [eiser 2] /Tabema om nog (ten minste) drie jaar aan de praktijk verbonden te zijn. Dat de overeenkomst van opdracht opzegbaar is volgt uit artikel 5, dat een specifieke regeling bevat over de invloed die een voortijdig vertrek heeft op de koopsom. Ook in de overeenkomst van opdracht staat een opzegregeling (in artikel 9) en Tabema/ [eiser 2] hebben tot 18 september 2025 de rechtsgeldigheid van de opzegging nooit bestreden of enige vordering ingesteld.

5.46.

Naar het oordeel van de rechtbank slaagt dit verweer van Atlas. De redenering die Tabema aan haar vordering ten grondslag legt is onnavolgbaar. In de koopovereenkomst heeft Tabema zich ertoe verbonden dat [eiser 2] drie jaar werkzaam zou blijven tegen een bepaald honorarium. Dat is verder geregeld in de overeenkomst van opdracht. Atlas heeft zich in de koopovereenkomst er niet toe verbonden Tabema/ [eiser 2] door te betalen na het einde van de overeenkomst van opdracht of onafhankelijk daarvan Tabema/ [eiser 2] drie jaar door te betalen in het geval vast staat dat [eiser 2] na opzegging geen werkzaamheden meer voor MCDent verricht maar elders werkzaam is. Het betoog van Tabema faalt. Vorderingen 6 en 7 in conventie worden afgewezen.

De brief die [eiser 2] heeft gestuurd aan zijn patiënten

5.47.

Volgens Atlas hebben Tabema en [eiser 2] het geheimhoudingsbeding en/of de privacyregels geschonden en/of onrechtmatig jegens Atlas gehandeld (in de zin van artikel 6:162 BW) door persoonsgegevens van patiënten zonder toestemming of medeweten van MCDent/Atlas uit het systeem van MCDent te halen en te gebruiken om een voor MCDent/Atlas schadelijk bericht (productie 8 Atlas) te delen met de patiënten. Ook is een interview dat [eiser 2] heeft gegeven aan het blad Haagse Beemden volgens Atlas hoogst ongepast, schadelijk en onrechtmatig jegens MCDent. Vordering 1 in reconventie houdt verband met dit verwijt.

5.48.

[eiser 2] /Tabema betwist tekort te zijn geschoten in enige verplichting of onrechtmatig te hebben gehandeld. Volgens hen is onjuist dat [eiser 2] niet zonder toestemming van Atlas patiënten mag informeren over zijn vertrek. Atlas wist volgens hendat hij zijn patienten zou gaan informeren en [eiser 2] heeft dit vooraf met het KNMT besproken. Volgens Tabema/ [eiser 2] drong de KNMT er juist op aan dat [eiser 2] zijn patiënten juist zou informeren en heeft hij hiervoor een neutrale tekst gebruikt afkomstig van een voorbeeldbrief van de KNMT. Wie zijn opvolger zou worden is volgens [eiser 2] toen nog niet met hem besproken.

Tabema/ [eiser 2] voert verder aan dat bij een vertrekkende oud-tandarts volgens de KNMT vaak sprake is van een verloop van 15-20%. Volgens hen zijn diverse cliënten sinds de overname ontevreden omdat opvolgende (buitenlandse) tandartsen geen Nederlands spreken en niet correct declareren, hetgeen de praktijk niet ten goede komt, maar Tabema en [eiser 2] niet aangerekend kan worden.

5.49.

De rechtbank heeft tijdens de mondelinge behandeling geconstateerd dat de tekst van de afscheidsmail van [eiser 2] aan zijn patiënten van oktober 2022 afwijkt van de voorbeeldbrief van KNMT. De rechtbank acht het mogelijk dat de mail vragen oproept bij patiënten, maar de rechtbank stelt ook vast dat van onrechtmatige uitlatingen door Tabema/ [eiser 2] jegens Atlas/MCDent in de bewuste mail geen sprake is geweest. Atlas/McDent is ook niet heel duidelijk geweest in de concretisering van haar verwijt op dit punt.

Tabema/ [eiser 2] heeft gemotiveerd betwist dat [eiser 2] patiënten niet zelfstandig mag informeren over zijn vertrek en de rechtbank is van oordeel dat Atlas/MCDent deze stelling onvoldoende heeft weerlegd. De overeenkomst van opdracht regelt hier niets over. Van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst van opdracht of onrechtmatig handelen door [eiser 2] is op dit punt daarom geen sprake.

[eiser 2] heeft verder betwist persoonsgegevens van patiënten te hebben ontvreemd uit de praktijk en Atlas heeft op deze betwisting niet meer adequaat op gereageerd. Het enkele versturen van de bewuste afscheidsmail aan zijn patiënten in oktober 2022 kan het verwijt dat Tabema het geheimhoudingsbeding van artikel 11 van de koopovereenkomst en/of privacyregels heeft geschonden naar het oordeel van de rechtbank niet dragen. Het verwijt is gelet op de tekst en de inhoud van het geheimhoudingsbeding door Atlas onvoldoende onderbouwd.

Het interview dat [eiser 2] heeft gegeven in Haagse Beemden op 21 december 2022 (productie 11 van Atlas) maakt samengevat melding van een conflict/verschil van inzicht dat is ontstaan tussen [eiser 2] en Atlas en het vertrek van [eiser 2] uit de praktijk. De rechtbank kan daarin geen schending van het geheimhoudingsbeding van de koopovereenkomst zien, omdat het daarbij gaat om geheimhouding “omtrent alle informatie, documentatie en gegevens die betrekking hebben op de andere partijen” en niet om de onderlinge relatie. De daarin gedane mededelingen oordeelt de rechtbank onnodig en begrijpelijk is dat Atlas de inhoud van het artikel ziet als ‘een trap na’. De rechtbank acht daarmee echter de onrechtmatigheid niet gegeven. Atlas laat in feite na goed te onderbouwen welke specifieke uitlatingen van [eiser 2] tijdens dit interview volgens haar onrechtmatig zijn of een tekortkoming opleveren van contractuele verplichtingen uit de koopovereenkomst en de overeenkomst van opdracht. Vordering 1 in reconventie is op deze grondslag daarom niet toewijsbaar.

Het concurrentiebeding

5.50.

In de koopovereenkomst is in artikel 10 opgenomen dat het Tabema/ [eiser 2] tot 1 januari 2025 verboden is, kort gezegd, om concurrerende activiteiten te ontplooien en dat dit is beperkt tot ‘een straal van 25 kilometer rondom Breda’. Volgens Atlas c.s. zijn partijen, om afbreuk aan de waarde van de gekochte praktijk te voorkomen, overeengekomen dat het Tabema/ [eiser 2] verboden is om binnen het verzorgingsgebied van de praktijk werkzaam te zijn.

5.51.

Partijen twisten over de vraag of Tabema/ [eiser 2] het concurrentiebeding heeft overtreden door bij Tandartsengroep Zandpad in Numansdorp werkzaam te zijn. Naast het feit dat Tabema/ [eiser 2] vindt dat Numansdorp niet binnen het verzorgingsgebied van de praktijk valt, beroept zij zich op een andere uitleg van het concurrentiebeding, met name op een andere betekenis van de zinsnede ‘rondom Breda’. Volgens hen mochten zij het zo begrijpen dat het beginpunt van de straal van 25 kilometer het adres van de praktijk is, net als in de overeenkomst van opdracht, en anders het centrum van Breda.

Atlas meent dat met de zinsnede ‘rondom Breda’ is overeengekomen dat het beginpunt van de straal van 25 kilometer een willekeurig punt is op de stadsgrenzen van Breda. Partijen zijn het er wel over eens dat ieders uitleg beslissend is voor de vraag of Numansdorp binnen (in het geval van Atlas c.s.) of buiten (in het geval van Tabema/ [eiser 2] ) de geografische reikwijdte van het concurrentiebeding valt.

5.52.

Omdat partijen van mening verschillen over de inhoud van het concurrentiebeding moet de rechtbank dit beding uitleggen. Daarbij komt het volgens vaste jurisprudentie aan op hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen, hebben afgeleid en van hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Uit een en ander volgt dat redelijkheid en billijkheid hierbij een rol spelen. De taalkundige betekenis van bewoordingen van het omstreden bepaling zal vaak van groot belang zijn, maar dat wil niet zeggen dat deze doorslaggevend is. De overige omstandigheden van het geval kunnen meebrengen dat een andere betekenis aan de bepaling moet worden gehecht. Beslissend blijft de zin die partijen over en weer redelijkerwijs aan de bepaling mochten toekennen en hetgeen zij wat dat betreft redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.

5.53.

Uit de verklaringen van partijen tijdens de mondelinge behandeling volgt dat zij niet over dit specifieke deel van de tekst van het concurrentiebeding hebben onderhandeld. Volgens [gedaagde 3] was sprake van een door hen gehanteerd standaardbeding, aangepast aan deze overeenkomst. Het ging volgens zijn zeggen om het beschermen van het verzorgingsgebied van de praktijk. Dat [eiser 2] ook in Moergestel werkzaam is, is volgens [gedaagde 3] voor Atlas c.s. niet interessant, omdat Moergestel buiten het verzorgingsgebied van MCDent ligt. Voor wat betreft Numansdorp zou dat volgens [gedaagde 3] anders zijn, maar dat is door [eiser 2] bestreden.

5.54.

Bij de totstandkoming van de overeenkomst is volgens [gedaagde 3] niet aan [eiser 2] uitgelegd hoe Atlas het concurrentiebeding precies zag en dat het daarbij niet ging om een enkele straal vanaf een bepaald punt, zoals in de overeenkomst van opdracht, maar in feite om duizenden stralen vanaf de gehele grens van Breda. Dat betekent dat Atlas Tabema niet op de hoogte heeft gebracht van haar precieze bedoeling met de formulering van de geografische reikwijdte van het beding. De uitleg die Atlas daaraan geeft is naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf niet dwingend in overeenstemming met de tekst van het beding waar het gaat om “een” straal. In zijn algemeenheid behoefde [eiser 2] zonder nadere uitleg dan ook niet zo maar te begrijpen dat elk willekeurig punt op de grens van Breda het beginpunt van een unieke straal zou zijn. Lezing van de tekst van het concurrentiebeding dwingt daar niet toe en uit de bedoeling die volgens [gedaagde 3] voorlag, namelijk dat het erom ging het verzorgingsgebied ten Noordwesten van de praktijk in te sluiten, lag het naar het oordeel van de rechtbank ook niet voor de hand dat Tabema/ [eiser 2] moest begrijpen dat het concurrentiebeding zo breed werd getrokken dat elk willekeurig punt op de grens van Breda het beginpunt van een unieke straal zou zijn. Dan zou ook juist een heel groot gebied dat niet tot het verzorgingsgebied van de praktijk viel binnen het concurrentiebeding vallen. Het lag op de weg van Atlas als de professionele partij die dit beding heeft geformuleerd geen onduidelijkheid te laten bestaan over haar bedoelingen en Tabema/ [eiser 2] daarover adequaat voor te lichten, zodat Tabema/ [eiser 2] in staat was haar rechtspositie te bepalen. Dat heeft Atlas ten onrechte nagelaten. Onduidelijkheden komen voor rekening van Atlas als degene die het beding heeft opgesteld en als professionele partij die vaker dit soort bedingen hanteert.

De tekst van het beding was dus niet maar voor één uitleg vatbaar en in zoverre niet duidelijk en Atlas moest er op bedacht zijn dat Tabema/ [eiser 2]

het concurrentiebeding zo zou begrijpen dat dit ofwel een straal van 25 kilometer was gerekend vanaf de praktijk, dan wel vanaf de kern van Breda. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat in de overeenkomst van opdracht is beschreven dat het [eiser 2] vrijstond zich als tandarts te vestigen op een afstand van tenminste 25 kilometer “van het praktijkpand” in Breda. Tabema/ [eiser 2] behoefde er zonder nadere toelichting van Atlas, die niet is gegeven, niet op bedacht te zijn dat er wezenlijk verschil was tussen de bedingen.

[gedaagde 3] heeft ter zitting betoogd dat er reden was het concurrentiebeding van de koopovereenkomst ruimer te trekken dan dat van de overeenkomst van opdracht. Maar vaststaat dat dit helemaal niet aan de orde is geweest voorafgaande aan het sluiten van de overeenkomsten. Die uitleg is naar het oordeel van de rechtbank ook niet goed te volgen, aangezien bij een snelle voortijdige beëindiging van de overeenkomst van opdracht MCDent (en ook Atlas) er belang bij had dat [eiser 2] hen niet zou beconcurreren binnen het verzorgingsgebied van MCDent, als Numansdorp daar ook onder zou vallen. Vaststaat echter dat Numansdorp niet binnen een straal van 25 kilometer vanaf de praktijk ligt.

5.55.

De conclusie van het voorgaande is dat niet is komen vast te staan dat is overeengekomen dat het beginpunt van de straal van 25 kilometer een willekeurig punt is op de stadsgrenzen van Breda.

5.56.

Uit die conclusie volgt dat Tabema/ [eiser 2] het concurrentiebeding niet heeft overtreden door het verrichten van tandheelkundige werkzaamheden in Numansdorp.

Vorderingen 3 en 4 in reconventie worden afgewezen.

De winstuitkering

5.57.

Volgens Tabema is in artikel 3.2 sub c van de koopovereenkomst overeengekomen dat de winst over 2021 aan haar moest worden uitgekeerd door McDent. Volgens Tabema is dat niet volledig gebeurd. Atlas heeft het bedrag volgens Tabema berekend op € 42.524,56, maar die berekening zou niet zijn toegelicht. Atlas beroept zich er zich juist op dat Tabema slechts aanspraak heeft gemaakt op een bedrag van € 42.524,56 en dat dit bedrag in augustus 2022 is betaald. Daarmee zou de kous af zijn volgens Atlas.

5.58.

De berekening van het bedrag aan winst waarop Tabema aanspraak maakt is als volgt (productie 5 bij dagvaarding):

Bijschrijving winst 2021 (na vennootschapsbelasting) € 175.983

Reeds uitgekeerd voor 31-12-2021 - € 24.659

Resteert een overige reserve van € 151.324

Ontvangen in 2022 van MC Dent BV

14-01-2022 € 13.425

21-01-2022 € 16.041

aug-22 € 42.525

Totaal € 71.990

Derhalve nog niet ontvangen winst 2021 € 79.334

5.59.

Volgens Atlas is de berekening van (de accountant van) Tabema niet juist. Atlas legt een berekening (productie 18 Atlas c.s.) over die leidt tot het door haar betaalde bedrag van € 42.524,56:

5.60.

Atlas voert daarnaast een controleberekening uit die uitgaat van het volgens [eiser 2] te betalen bedrag van € 79.344,00. Dat bedrag wordt afgetrokken van de liquide middelen van € 41.527,00. waarna -/- € 37.817,00 resteert. Indien de berekening wordt gevolgd blijkt dat er volgens Atlas weer € 79.344,00 moet worden terugbetaald, zodat 0 resteert.

5.61.

Naar het oordeel van de rechtbank heeft Atlas met haar berekening het gelijk aan haar zijde. Uit de korte toelichting door [eiser 2] tijdens de mondelinge behandeling leidt de rechtbank af dat [eiser 2] zich op het standpunt stelt dat slechts ten tijde van de overdracht op 1 januari 2022 € 40.000,-- netto werkkapitaal in MCDent aanwezig hoefde te zijn, waarna alsnog de volledige winst over 2021 uitgekeerd dient te worden, ongeacht de gevolgen voor het netto werkkapitaal. Maar dat standpunt strookt naar het oordeel van de rechtbank niet met het bepaalde in artikel 3.2. sub c van de koopovereenkomst waaruit volgt dat slechts een surplus als winst uitgekeerd wordt aan verkoper (Tabema) bij vaststelling van de definitieve jaarrekening over 2021. Dit betekent dat Tabema naast hetgeen al is betaald geen recht meer heeft op een (aanvullende) winstuitkering over 2021. Ook de nevenvorderingen tot vergoeding van rente en buitengerechtelijke kosten over de winstuitkering zijn niet toewijsbaar. Vorderingen 3, 4, 8 en 9 in conventie worden afgewezen.

De facturen van Tabema aan MCDent voor tandheelkundige werkzaamheden

5.62.

Tabema vordert betaling door MCDent van facturen, zonder een concreet bedrag te noemen. Bij randnummer 10 van de dagvaarding heeft Tabema/ [eiser 2] het over een bedrag van € 33.612,00 dat nog betaald moet worden (de laatste twee facturen over september en oktober 2022, productie 10 bij dagvaarding).

5.63.

MCDent stelt dat de facturen niet zijn onderbouwd met omzetcijfers of urenstaten en dat daarom de juistheid van de aanspraak van Tabema niet beoordeeld kan worden.

5.64.

Dit verweer gaat naar het oordeel van de rechtbank niet op. In de eerste plaats niet omdat Atlas/MCDent aan de hand van haar eigen omzetcijfers de aanspraak van Tabema kan beoordelen en zij daartegen niets (inhoudelijks) naar voren heeft gebracht. In de tweede plaats niet omdat de facturen qua onderbouwing niet verschillen van eerdere facturen voor tandartswerkzaamheden die door MCDent wel zijn voldaan. En in de derde plaats niet omdat Atlas/MCDent de verschuldigdheid van het bedrag van de facturen op 2 december 2022 heeft erkend in haar verrekeningsverklaring (productie 11 bij dagvaarding). Op de geldigheid van het beroep op verrekening komt de rechtbank hierna terug.

Vordering 13 in conventie is toewijsbaar. De primaire rentevordering 14 is niet bestreden en eveneens toewijsbaar.

Buitengerechtelijke incassokosten over de toegewezen bedragen

5.65.

Tabema maakt aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten conform de staffel Buitengerechtelijke Incasso Kosten (BIK) over de facturen van september en oktober 2022. Volgens Tabema heeft zij MCDent/Atlas op 2 januari 2023 aangemaand om de facturen te voldoen, bij gebreke waarvan aanspraak gemaakt zal worden op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (productie 10 Tabema).

5.66.

Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering toewijsbaar tot een bedrag van € 1.111,12 conform de staffel Buitengerechtelijke Incasso Kosten (BIK) omdat Atlas/MCDent hiertegen geen verweer heeft gevoerd. Vordering 15 en 16 in conventie worden in zoverre toegewezen.

5.67.

Tabema maakt ook aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten over de onbetaald gelaten som van de geldlening. Deze vordering is echter in het geheel niet onderbouwd of toegelicht. Tabema stelt er niets over. Vordering 11 en 12 in conventie worden daarom afgewezen.

5.68.

De gevorderde rente over de buitengerechtelijke incassokosten is toewijsbaar vanaf de dag van dagvaarding, 20 oktober 2023, zoals gevorderd.

De vorderingen tegen de bestuurders [gedaagde 3] en [gedaagde 4]

5.69.

De hiervoor toegewezen vorderingen van Tabema met betrekking tot de koopsom en de onbetaald gelaten declaraties richten zich ook tegen de (uiteindelijke) bestuurders van Atlas, [gedaagde 3] (via [F] BV ) en [gedaagde 4] . De tandartspraktijk in MCDent is op enig moment overgedragen aan een andere vennootschap binnen de Atlasgroep.

Volgens Tabema moet worden gevreesd dat verhaal op MCDent, dan wel haar pandrecht op de aandelen in MCDent waardeloos is geworden en dat MCDent inmiddels een lege huls zou zijn.

5.70.

Atlas betwist dat MCDent een lege huls zou zijn. [gedaagde 3] heeft tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat de overdracht van de tandartspraktijk naar een andere vennootschap te maken had met de noodzaak tot het verkrijgen van een eigen inlogcertificaat (AGB-code) en dat er in ieder geval een overnamesom in MCDent zit van tussen de € 100.000 en € 500.000,--.

5.71.

De rechtbank stelt voorop dat een bestuurder onder omstandigheden persoonlijk aansprakelijk kan zijn voor de schade van een schuldeiser van de vennootschap als de vennootschap haar contractuele verplichtingen niet nakomt en daarvoor ook geen verhaal biedt. Daarvan is sprake als het betrokken handelen of nalaten zodanig onzorgvuldig kan worden geacht dat hem daarvan - mede gelet op zijn verplichtingen ex artikel 2:9 BW tot een behoorlijke taakuitoefening - persoonlijk een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt.

5.72.

Met inachtneming van deze maatstaf is de rechtbank van oordeel dat Tabema haar vorderingen tegen de bestuurders volstrekt onvoldoende heeft onderbouwd. De enkele omstandigheid dat de praktijk – zoals vast staat – is ingebracht in een andere vennootschap van de Atlasgroep, om redenen zoals gesteld, is onvoldoende om aan te nemen dat sprake is van verhaalsfrustratie. Een nadere onderbouwing of uitwerking van deze stelling ontbreekt. Evenmin is toegelicht dat en waarom het handelen van [gedaagde 3] en [gedaagde 4] – los van het bestaande geschil tussen partijen – in de gegeven omstandigheden als zodanig onzorgvuldig moet worden aangemerkt, dat hen daarvan een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. De vorderingen wegens bestuurdersaansprakelijkheid worden afgewezen.

5.73.

Tabema vordert daarnaast een verklaring voor recht dat de bestuurders en [gedaagde 3] onrechtmatig hebben gehandeld doordat zij, althans [gedaagde 3] , actief heeft gefraudeerd met declaraties van MCDent door handelingen in rekening te brengen die niet zijn verricht. Hiermee zou de goede naam van [eiser 2] zijn aangetast.

5.74.

[gedaagde 3] en [gedaagde 4] betwisten dat zij hebben gefraudeerd. De beschuldigingen ontberen volgens hen iedere feitelijke grondslag en zij wijzen erop dat Tabema/ [eiser 2] nimmer een tuchtklacht of strafrechtelijke aangifte heeft gedaan tegen [gedaagde 3] . [gedaagde 3] heeft het door Tabema/ [eiser 2] aan de orde gestelde majoreren van declaraties gemotiveerd weersproken en zich op het standpunt gesteld dat een eventuele fout in een declaratie niet meteen gelijkstaat aan fraude.

5.75.

Naar het oordeel van de rechtbank heeft Tabema/ [eiser 2] het gestelde onrechtmatig handelen dat zou bestaan uit fraude met declaraties onvoldoende onderbouwd. De stellingen van Tabema/ [eiser 2] over het bewust wijzigen van behandelcodes en majoreren van declaraties en de daarbij gegeven voorbeelden, die door [gedaagde 3] zijn weersproken, vormen een onvoldoende basis om in rechte aan te nemen dat sprake is van fraude. De beperkte omvang en bestaande mogelijkheid dat fouten worden gemaakt, leiden ertoe dat Tabema haar beschuldiging onvoldoende hard heeft gemaakt. [eiser 2] /Tabema hebben daarnaast onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij een reëel risico lopen voor verdenking van fraude met declaraties en daardoor schade zullen lijden. Ook op deze grondslag worden de vorderingen jegens [gedaagde 3] en [gedaagde 4] afgewezen.

De omzet van assistentes als bedoeld in artikel 4a van de koopovereenkomst

5.76.

Vordering 7 strekt tot betaling van een bedrag van € 7.329,57. De grondslag van die vordering is dat [eiser 2] over de periode tot aan het einde van de overeenkomst door opzegging recht kan doen gelden op 42% van de omzet van de medewerksters die onder zijn hoede werken als bedoeld in artikel 4a van de koopovereenkomst.

5.77.

Atlas/MCDent betwist de vordering. Zij voert aan dat Tabema geen recht heeft op omzet van assistentes die werkzaam zijn geweest in andere behandelkamers dan de behandelkamers waarin [eiser 2] werkzaam was. De omzet van de assistentes die werkzaam waren in de behandelkamers van [eiser 2] , zijn volgens Atlas/MCDent reeds vergoed (met uitzondering van de onbetaald gelaten facturen over september en oktober 2022).

5.78.

De rechtbank stelt vast dat Tabema haar vordering pas in zeer laat stadium heeft ingesteld, zonder adequaat toe te lichten waarom assistentes die in andere behandelkamers werkzaam waren, moeten worden aangemerkt als assistentes ‘direct onder zijn hoede’ als bedoeld in artikel 4a van de koopovereenkomst. Gelet op het door Atlas/MCDent gevoerde verweer, dat door Tabema onvoldoende is weerlegd, wordt vordering 7 in conventie afgewezen.

Beslagkosten

5.79.

Tabema maakt aanspraak op vergoeding van beslagkosten. Zij stelt hierover in de dagvaarding: ‘Bij die stand van zaken verzochten eisers om beslag te mogen leggen ten

laste van gedaagden, zoals blijkt uit de beslagverloven (gezien de omvang

exclusief de bijbehorende bijlagen), betekeningen door de deurwaarder en

de afgelegde verklaringen’. Tabema verwijst daarbij naar productie 16 bij dagvaarding, maar beslagstukken heeft de rechtbank daar niet aangetroffen. De beslagkosten worden daarom afgewezen.

Geen vergoeding van de volledige proceskosten /misbruik van recht

5.80.

Tabema vordert primair vergoeding van haar werkelijke proceskosten en subsidiair van de forfaitaire proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente, vorderingen 18 en 19 in conventie.

5.81.

Bij de vraag of al dan niet een veroordeling in (een deel van) de werkelijke proceskosten moet volgen neemt de rechtbank het volgende tot uitgangspunt. Voor een veroordeling in de werkelijk gemaakte proceskosten kan volgens vaste rechtspraak alleen plaats zijn in buitengewone omstandigheden. Daarbij dient te worden gedacht aan onrechtmatig procederen of misbruik van procesrecht. Hiervan is bijvoorbeeld sprake indien het instellen van de vordering gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. De eiser moet zijn vordering dan gebaseerd hebben op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. Dat kan zich ook voordoen bij het voeren van verweer. Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig procederen als grond voor een veroordeling in de werkelijk gemaakte proceskosten past terughoudendheid, gelet op het recht van toegang tot de rechter, dat mede wordt gewaarborgd door artikel 6 EVRM

5.82.

Met inachtneming van deze maatstaf heeft Tabema ter onderbouwing van de vordering tot vergoeding van haar werkelijke proceskosten volstrekt onvoldoende gesteld. Van misbruik van procesrecht of een onrechtmatige proceshouding aan de zijde van Atlas c.s. is geen sprake. De rechtbank begroot de proceskosten op basis van het liquidatietarief.

De proceskosten conform het liquidatietarief

5.83.

Hoewel een groot gedeelte van de vorderingen in conventie wordt afgewezen, hebben Atlas en MCDent in verband met de toewijsbaarheid van de hoofdvorderingen (de geldlening en de declaraties) te gelden als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij. Atlas en MCDent moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Tabema worden begroot op:

- kosten van de dagvaarding

106,73

- griffierecht

5.737,00

- salaris advocaat

5.428,00

(2 punten × € 2.714,00)

- nakosten

139,00

(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)

Totaal

11.410,73

5.84.

Atlas is in reconventie in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Tabema worden begroot op:

- salaris advocaat

4.357,00

(1 punt × € 4.357,00)

- nakosten

139,00

(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)

Totaal

4.496,00

5.85.

De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

Beslissing

6
De beslissing

De rechtbank

in conventie

6.1.

verklaart [eiser 2] in zijn vorderingen niet-ontvankelijk,

6.2.

veroordeelt Atlas om aan Tabema te betalen een bedrag van € 225.000,00, te vermeerderen met de contractuele rente ad 3 % op jaarbasis vanaf de dag van dagvaarding, 20 oktober 2023, tot het moment van volledige betaling;

6.3.

veroordeelt MCDent tot betaling van de facturen van Tabema over september en oktober 2022 zoals die aan MCDent werden gericht, voor zover deze nog niet werden voldaan, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldatum van iedere factuur tot het moment van volledige betaling,

6.4.

veroordeelt MCDent tot voldoening aan Tabema van een bedrag van € 1.111,12 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, 20 oktober 2023, tot het moment van volledige betaling,

6.5.

veroordeelt Atlas en MCDent in de proceskosten van € 11.410,73, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Atlas en MCDent niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,

6.6.

veroordeelt Atlas en MCDent tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald

in reconventie

6.7.

wijst de vorderingen van Atlas c.s. af,

6.8.

veroordeelt Atlas c.s. in de proceskosten van 4.496,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Atlas niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,

6.9.

veroordeelt Atlas c.s. tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,

in conventie en in reconventie

6.10.

verklaart alle veroordelingen van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,

6.11.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. Bik en in het openbaar uitgesproken op 17 december 2025.