Rechtbank Oost-Brabant, kort geding civiel recht overig

ECLI:NL:RBOBR:2025:3896

Op 1 July 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een kort geding procedure behandeld op het gebied van civiel recht overig, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is C/01/414692 / KG ZA 25-193, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBOBR:2025:3896. De plaats van zitting was 's-Hertogenbosch.

Soort procedure:
Zaaknummer(s):
C/01/414692 / KG ZA 25-193
Datum uitspraak:
1 July 2025
Datum publicatie:
30 June 2025
Advocaat:
mr. M.P.G.M Gorgels;mr. Y.J.H. van Griensven

Indicatie

Vordering erfpachter tegen erfverpachtster (Eindhoven Airport) afgewezen.

Primaire vordering (tot betaling voorschot op schadevergoeding) afgewezen wegens ontbreken spoedeisend belang (huurovereenkomsten worden in ieder geval tot 1 januari 2026 nagekomen en kort geding is niet bedoeld enkel haar onderhandelingspositie trachten te versterken.

Subsidiaire vordering (gebod mededeling te doen aan haar huurder) afgewezen bij gebrek aan (spoedeisend) belang nu deze huurder zelf een procedure met eenzelfde inzet heeft aangespannen tegen Eindhoven Airport en de uitkomst daarvan kan worden afgewacht.

Uitspraak

RECHTBANK Oost-Brabant

Civiel recht

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

Zaaknummer: C/01/414692 / KG ZA 25-193

Vonnis in kort geding van 1 juli 2025

in de zaak van

GOMACON V B.V.,

te Eindhoven,

eisende partij,

hierna te noemen: Gomacon V,

advocaat: mr. M.P.G.M. Gorgels,

tegen

EINDHOVEN AIRPORT N.V.,

te Eindhoven,

gedaagde partij,

hierna te noemen: Eindhoven Airport,

advocaat: mr. Y.J.H. van Griensven.

1
De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 28 mei 2025;- de producties 1 tot en met 22 van Gomacon V;- de conclusie van antwoord van Eindhoven Airport;- de producties 1 tot en met 15 van Eindhoven Airport;- de mondelinge behandeling van 10 juni 2025;

- de pleitnota van Gomacon V;- de spreekaantekeningen van Eindhoven Airport.

Na de behandeling van het kort geding is het onderzoek gesloten en is vonnis bepaald.

2
De voor dit kort geding relevante feiten
2.1.

Eindhoven Airport exploiteert het civiele vliegverkeer op de militaire luchthaven Eindhoven.

2.2.

Bij akte van 11 juli 1986 is door de rechtsvoorganger van Eindhoven Airport (Vliegveld Welschap N.V.), aan de rechtsvoorganger van Gomacon V (Netherlines B.V.) voor de duur van 50 jaar in erfpacht uitgegeven een perceel grond nabij de Verbindingsweg, kadastraal bekend gemeente Veldhoven, [kadastrale aanduiding] .

2.3.

In artikel 2 van de erfpachtakte is met betrekking tot de bestemming het volgende opgenomen:

2a. Van de in erfpacht uitgegeven grond zal een gedeelte van ongeveer negentien aren en vierentwintig centiaren voor bebouwing bestemd zijn en een gedeelte van ongeveer vier aren en twee en zestig centiaren onbebouwd blijven.

b. Op de uit te geven grond moet worden gebouwd een kantoor alsmede een hangar voor het stallen van vliegtuigen en voor het plegen van onderhoud van vliegtuigen, een en ander volgens een door de erfverpachtster goed te keuren bouwplan. Het onbebouwd gedeelte moet door erfpachtster op haar kosten worden ingericht op basis van een door de erfverpachtster goed te keuren plan.

c. De hiervoor bedoelde bebouwing mag voor geen andere doeleinden worden gebruikt dan:

( i) voor wat betreft de kantoorruimten voor kantoordoeleinden voor eigen gebruik in de meest ruime betekenis van het woord. Voor verhuur of het anderszins in gebruik geven aan derden is de toestemming van erfverpachtster vereist; deze toestemming zal niet op onredelijke gronden worden onthouden, waarbij partijen er van uit gaan dat verhuur of ingebruikgeving slechts zal plaatsvinden voorzover er sprake mocht zijn van (tijdelijke) overcapaciteit. In dit verband wordt nog overeengekomen dat erfpachtster geen additionele kantoorruimte zal realiseren anders dan met het oogmerk om deze zelf te gebruiken;

(ii) voor wat betreft de hangar voor stallings- en onderhoudsdoeleinden, waaronder worden begrepen alle doeleinden welke voor een doelmatige exploitatie van een luchtvaartbedrijf nuttig en/of wenselijk kunnen zijn, (voor in beginsel eigen gebruik en eventueel voor derden na overleg met erfverpachtster) een en ander in de meest ruime betekenis van het woord.

2.4.

In artikel 18 van de erfpachtakte is met betrekking tot schadeloosstelling na sluiting vliegveld het volgende opgenomen:

Indien om welke reden dan ook de exploitatie van Eindhoven Airport wordt gestaakt en/of het vliegveld

en/of de luchthaven waarvan het in erfpacht uitgegeven terrein deel uitmaakt wordt gesloten, dan heeft de erf-

pachtster het recht om met ingang van de datum van deze staking en/of sluiting het erfpachtsrecht te beëindigen.

Ingeval van een dergelijke beëindiging is de erfverpachtster gehouden ‘tenzij de staking van de exploitatie of

de sluiting erfverpachtster wegens overmacht, waaronder begrepen die, welke voortvloeit uit maatregelen van de

overheid, niet is aan te rekenen, waarbij overmacht tengevolge van doen of nalaten van Stichting Vliegveld Wel-

schap uitdrukkelijk als overmacht in de zin van deze bepaling is uitgesloten om aan de erfpachtster een vergoeding te betalen (daaronder begrepen - doch niet beperkt tot - een vergoeding voor te stichten of te verwerven opstallen), welke de erfpachtster in staat zal stellen zonder schade voor haar elders in Nederland haar

bedrijf voort te zetten onder vergelijkbare voorwaarden.

2.5.

De rechtsvoorganger van Gomacon V heeft op het perceel een hangar en een kantoor laten bouwen. De hangar dient voor het stallen en onderhouden van vliegtuigen, ten behoeve van luchtvaartbedrijven.

2.6.

De hangar is sinds 1986 in gebruik genomen/gegeven c.q. verhuurd voor stalling en onderhoud van vliegtuigen ten behoeve van General Aviation/Business Aviation (hierna: GA/BA).

2.7.

Gomacon V verhuurt sinds 1 oktober 2017 de hangar, inclusief kantoorruimten

aan JetNetherlands B.V. (hierna: JN), onderdeel van ASL Group. De huurovereenkomst met JN is gesloten voor de duur van vijftien jaar, tot en met 30 september 2032.

2.8.

Daarnaast verhuurt Gomacon V kantoorruimte aan in ieder geval de bedrijven Drieplus B.V., Fast Forward Freight B.V. en T&L Services.

2.9.

Voor het BA/GA-verkeer is op Eindhoven Airport een “Prior Permission

Requested-regeling” (hierna: PPR-regeling) van kracht.

2.10.

Eindhoven Airport is een slot-gecoördineerde luchthaven, hetgeen inhoudt dat vliegmaatschappijen op een slot-gecoördineerde luchthaven alleen binnen een toegewezen slot mogen landen of opstijgen.

2.11.

Airport Coordination Netherlands (hierna te noemen: ACNL), is de in de Wet Luchtvaart aangewezen onafhankelijke coördinator voor slot-gecoördineerde luchthavens in Nederland.

2.12.

In de Europese Slotverordening (Voetnoot 1) is de slot coördinator als enige bevoegd om slots toe te wijzen. Het op voorhand reserveren van slots voor BA/GA-verkeer middels een PPR-

regeling is in strijd met de Slotverordening, omdat hiermee de (bindende) verdeelregels

van de Slotverordening worden gepasseerd. De ACNL heeft Eindhoven Airport al in 2023 medegedeeld dat op grond van de Europese Slotverordening ook het zakelijke en algemene verkeer slotplichtig verkeer is en een PPR- regeling niet meer mogelijk zal zijn. ACNL heeft Eindhoven Airport verzocht om met een voorstel te komen voor de afbouw van de PPR-regeling.

2.13.

Bij brief van 19 september 2023 heeft Eindhoven Airport aan JN medegedeeld dat

zij het besluit hebben moeten nemen om met ingang van 1 januari 2026 te stoppen met het uitgeven van PPR's voor het GA/BA segment.

2.14.

JN heeft gelet hierop op 2 november 2023 de huurovereenkomst met Gomacon V opgezegd per januari 2026.

2.15.

Gomacon V heeft nadat zij geconfronteerd werd met de huuropzegging van JN met Eindhoven Airport gesproken over de gevolgen voor Gomacon V als exploitant van de hangar door het besluit tot intrekking van de PPR-regeling. Volgens Gomacon V is dan de exploitatie van de hangar zoals is voorgeschreven in artikel 2 van de akte van erfpacht onmogelijk geworden.

2.16.

Partijen hebben in de loop van 2024 in het kader van een minnelijke regeling gesproken over de overname van het onroerend goed door Eindhoven Airport per 1 januari 2026 en daarmee de erfpachtovereenkomst tussentijds te beëindigen.

2.17.

Hierna hebben over en weer in 2024 taxaties van (onder meer) het onroerend goed plaatsgevonden.

2.18.

Gomacon V heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat naast de waardering van het onroerend goed ook gekeken dient te worden naar de exploitatieschade voor Gomacon V als gevolg van de voortijdige beëindiging van de erfpacht.

2.19.

Eindhoven Airport was hiertoe evenwel niet bereid omdat zij in haar visie niet

schadeplichtig is jegens Gomacon V.

2.20.

De advocaat van Eindhoven Airport heeft in het e-mailbericht van 7 januari 2025 het standpunt van Eindhoven Airport als volgt verwoord:

“Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Nederlandse slotcoördinator (ACNL) hebben inmiddels aangegeven dat uit hoofde van de Europese slotverordening ook het zakelijke en algemene verkeer slotplichtig verkeer is bij cliënte als slot-

gereguleerde luchthaven op het gebied van slots. Uit de slotverordening volgt dat de slotcoördinator (ACNL) als enige bevoegd is om slots te alloceren.

Deze aanpassing zal per 1 januari 2026 worden gerealiseerd. Er komt dan een slotpool voor al het luchtverkeer, zonder een afzonderlijke reservering voor het GA/BA-verkeer. Tot dat moment geldt een overgangsregeling, waarbij voor het GA/BA-verkeer nog een afzonderlijke reservering in de capaciteitsdeclaratie wordt opgenomen.

Er heeft vanaf 1 januari 2026 geen verbod te gelden voor GA/BA-verkeer op Eindhoven Airport.

(…)

Cliënte betwist dat de hangar vanaf januari 2026 niet meer is te gebruiken overeenkomstig de bestemming uit de erfpachtakte.

Deze kan immers nog steeds worden gebruikt voor stallings- en onderhoudsdoeleinden, waaronder volgens de erfpachtakte worden begrepen alle doeleinden welke voor een doelmatige exploitatie van een luchtvaartbedrijf nuttig en/of wenselijk kunnen zijn (voor in beginsel eigen gebruik en eventueel voor derden na overleg met cliënte) een en ander in de meest ruime betekenis van het woord.

Overigens is de in de erfpachtakte opgenomen bestemming niet beperkt tot general aviation. Integendeel, uit de bestemming zoals opgenomen in de (notariële) erfpachtakte (…) blijkt juist dat het gebruik ziet op doeleinden welke voor een doelmatige exploitatie van een luchtvaartbedrijf nuttig en/of wenselijk kunnen zijn, een en ander in de meest ruime betekenis van het woord. (…).

Van een staking of sluiting van het vliegveld in de zin van artikel 18 van de erfpachtakte is geen sprake. Cliënte wijst elke aansprakelijkheid jegens uw cliënte af en behoudt zich ter zake alle rechten en weren voor.

Cliënte wil nog altijd onderzoeken of een tussentijdse beëindiging met wederzijds goedvinden per 1 januari 2026 tot de mogelijkheden behoort. Eerder door uw cliënte genoemde schikkingsbedragen waren verre van redelijk of realistisch. Indien uw cliënte dit nog op prijs stelt, kan naar een redelijke afwikkeling gezocht worden. Cliënte verneemt graag indien dit het geval is en zal zich dan beraden”.

2.21.

ASL en de vereniging Dutch Business Aviation Association (DBAA) hebben de Staat, ACNL en Eindhoven Airport in maart 2025 verzocht om af te zien van de voorgenomen beëindiging van de PPR-regeling. De Staat heeft het standpunt ingenomen dat de PPR-regeling niet conform de Slotverordening is en dat uitsluitend ACNL als slotcoördinator bevoegd is om beschikbare capaciteit op de luchthaven te verdelen.

2.22.

JL., ASL en DBAA hebben de Staat, ACNL en Eindhoven Airport in kort geding gedagvaard voor de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem. ASL c.s. verzetten zich ertegen dat de zakelijke luchtvaart ook conform de Slotverordening moet worden verdeeld. In dat kort geding vorderen zij onder andere dat de PPR-regeling nog van kracht blijft op de Luchthaven Eindhoven. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 6 juni 2025.

3
Het geschil
3.1.

Gomacon V vordert - samengevat -:

Primair: veroordeling van Eindhoven Airport om vooruitlopend op de bodemprocedure bij wijze van voorschot een bedrag aan schadeloosstelling c.q. schadevergoeding te voldoen aan Gomacon V ter grootte van € 90.000,--, danwel een door de voorzieningenrechter in goede justitie vast te stellen bedrag;

Subsidiair: Eindhoven Airport te gebieden om de mededeling aan JN van 20 september 2023 inhoudende dat vanaf 1 januari 2026 geen PPR's meer worden uitgegeven voor GA/BA-vluchten, in te trekken, en om Eindhoven Airport te gebieden om aan de huurder van Gomacon V, ASL Group/JN, alsook aan Gomacon V schriftelijk te bevestigen dat dit besluit met (rechts)gevolgen wordt ingetrokken danwel wordt opgeschort, danwel dat aan het besluit geen uitvoering zal worden gegeven, zodanig dat ASL Group/JN ook na 1 januari 2026 ongehinderd gebruik kan maken van de hangar voor het doel waarvoor deze is gebouwd, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom;

Primair en subsidiair:

Eindhoven Airport te veroordelen in de kosten van deze procedure en in de nakosten.

3.2.

Gomacon V legt aan de vorderingen – in de kern - het volgende ten grondslag.

3.2.1.

Het niet meer uitgeven van PPR’s, leidt de facto tot het sluiten van de luchthaven. Door het niet meer kunnen gebruiken van de hangar waarvoor die blijkens artikel 2 van de erfpachtovereenkomst bedoeld is, wordt het bepaalde in artikel 18 van de erfpachtovereenkomst actief op grond waarvan Gomacon V schadeloosgesteld moet worden zodat zij één op één op een andere locatie verder kan ondernemen: artikel 18 ziet immers op volledige schadeloosstelling, dus niet alleen de getaxeerde waarde van de opstallen, maar ook de herbouwwaarde.

3.2.2.

Gomacon V beschouwt de mededeling van Eindhoven Airport over het stoppen met het uitgeven van de PPR’s als een opzegging door Eindhoven Airport van de erfpachtovereenkomst per 1 januari 2026 voor wat betreft de hangar. Het is volgens Gomacon V dan niet meer noodzakelijk om zelf de overeenkomst op te zeggen, want door de gedane mededeling van Eindhoven Airport treedt artikel 18 al in werking.

3.2.3.

In het geval er geoordeeld wordt dat Eindhoven Airport niet schadeplichtig

is op grond van artikel 18 van de erfpachtovereenkomst is Eindhoven Airport alsnog gehouden de door Gomacon V geleden en nog te lijden schade te vergoeden, wegens een Eindhoven Airport toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de erfpachtovereenkomst. Eindhoven Airport heeft op grond van die overeenkomst immers Gomacon V de gelegenheid gegeven een hangar te exploiteren voor GA/BA-vluchten en maakt daar nu een einde aan.

3.2.4.

De hoogte van de schadeloosstelling op grond van artikel 18, danwel de hoogte van de schade op grond van de door Gomacon V gestelde aan Eindhoven Airport toerekenbare tekortkoming zal Gomacon V in een nog te starten bodemprocedure begroten, maar zij zal aansluiten bij de in artikel 18 genoemde “herbouwwaarde” en de door Gomacon V overgelegde taxatie c.q. waardering van [A] van [bedrijfsnaam A] B.V. (productie 13 dv), waarin de herbouwwaarde is getaxeerd op een bedrag van € 6.210.000,--. Gomacon V heeft nu belang bij een voorschot van € 90.000,00.

3.2.5.

Als met ingang van 1 januari 2026 het uitgeven van PPR's voor het GA/BA segment niet meer mogelijk is, wordt Gomacon V ermee geconfronteerd dat de hangar waardeloos wordt, althans niet meer kan worden gebruikt zodra daar geen GA/BA- of andere vliegtuigen meer kunnen komen. De exploitatie wordt dan onmogelijk gemaakt en dat geldt ook voor een groot deel van het kantoorpand: ASL heeft namelijk ook de huur van de eerste verdieping van het kantoorpand opgezegd. In totaal valt hiermee ongeveer 75% van de huidige huurinkomsten weg en leidt het vertrek van ASL tot aanzienlijke leegstand, ook in het kantoorgebouw. Dit maakt het voor zittende huurders minder aantrekkelijk en ook eventuele kopers van het gebouw of nieuwe potentiële huurders zullen afhaken. Gomacon V heeft spoedeisend belang nu Gomacon V vanaf 1 januari 2026 aanzienlijke huurinkomsten zal missen. ASL betaalt aan huur voor de hangar en kantoorruimte ruim € 180.000,00 per jaar. In het geval de subsidiaire vorderingen van Gomacon V aan de orde komen, dan heeft Gomacon V er spoedeisend belang bij dat zij ASL zo snel mogelijk kan berichten dat zij wellicht alsnog door kan huren, vóórdat zij een andere locatie heeft gevonden.

3.3.

Eindhoven Airport voert verweer.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

Overwegingen

4
De beoordeling
4.1.

De primaire vordering strekt tot betaling van een geldsom, namelijk een voorschot op een in de bodemprocedure te vorderen schadevergoeding. Voor toewijzing aan een dergelijke vordering is in kort geding slechts plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering voldoende aannemelijk zijn en uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist.

4.2.

Als meest verstrekkende verweer heeft Eindhoven Airport gesteld dat ten aanzien van de primaire vordering het spoedeisend belang ontbreekt. Dit verweer slaagt.

4.3.

Gomacon V heeft niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van feiten en omstandigheden die met zich brengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening geboden is. De voorzieningenrechter ontgaat wat op dit moment voor Gomacon V nu precies de dringende noodzaak voor betaling van € 90.000,00 bij wijze van voorschotbedrag is. Gomacon V heeft bijvoorbeeld niet gesteld dat zij in een positie verkeert waarin zij een onmiddellijke behoefte heeft aan betaling van een voorschot op de schade. Zo is gesteld noch gebleken dat zij dringend verlegen zitten om financiële middelen op grond waarvan betaling op korte termijn van € 90.000,00 (wat slechts een fractie is van het gestelde schadebedrag van ca 6 miljoen euro) geboden is. De voorzieningenrechter betrekt daarbij dat de huurbetalingen van alle huurders van Gomacon in ieder geval tot 1 januari 2026 doorlopen. Uit de dagvaarding, alsook op de zitting, is gebleken dat het belang van Gomacon V niet zozeer gelegen in het ontvangen van een voorschot ad € 90.000,00, maar dat dit belang veeleer is gelegen in het verkrijgen van een voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter over de al dan niet toepasselijkheid van artikel 18 van de erfpachtakte om zo te trachten haar onderhandelingspositie tegenover Eindhoven Airport te versterken. Een dergelijk (oneigenlijk) belang bij de door Gomacon V ingestelde primaire geldvordering behoort naar het oordeel van de voorzieningenrechter in beginsel niet tot de belangen die in het kader van de beoordeling van toewijsbaarheid van een geldvordering in kort geding voor bescherming in aanmerking komen. Een kort geding is namelijk bedoeld voor situaties waarin redelijkerwijs niet kan worden gewacht op een oordeel in een bodemprocedure. Bovendien is er nog geen sprake van beëindiging of opzegging van de erfpachtakte, althans geen van partijen is hiertoe overgegaan. De stelling van Gomacon V dat de erfpachtakte de facto is beëindigd door Eindhoven Airport omdat het vliegveld volgens Gomacon V op termijn wordt gesloten voor BA/GA-verkeer kan de voorzieningenrechter niet volgen. Deze stelling van Gomacon V valt niet te rijmen met de huidige situatie. Vast staat dat alle huurders, ook JN, tot in ieder geval 1 januari 2026 van Gomacon V huren. Bovendien is ter zitting gebleken dat onder meer JN een kort geding heeft aangespannen tegen onder meer Eindhoven Airport met als inzet dat ook na 1 januari 2026 gehandeld moet worden als ware de PPR-regeling nog onverkort van kracht is. Niet is gebleken dat de overige huurders de huur van de kantoorruimtes hebben opgezegd of dit ook van plan zijn. Daaruit volgt dat een beëindiging van de erfpachtakte nu nog niet aan de orde is.

4.4.

De subsidiaire vordering wordt ook afgewezen nu vaststaat dat JN tegen onder meer Eindhoven Airport een kort geding heeft aangespannen bij de Rechtbank Noord-Holland met een vergelijkbare inzet. Eindhoven Airport heeft Gomacon V hiervan bij conclusie van antwoord onder overlegging van de processtukken op de hoogte gebracht. Uit die procedure volgt of en zo ja welke “mededeling” Eindhoven Airport in het kader van de intrekking van de PPR-regeling aan JN zal moeten doen. Tegen deze achtergrond valt niet in te zien welk (spoedeisend) belang Gomacon V heeft om naast deze procedure een eigen procedure te voeren bij een andere rechtbank.

4.5.

Nu de gevorderde voorzieningen van Gomacon V gelet op het voorgaande moeten worden ontzegd kunnen de overige stellingen en weren van partijen verder onbesproken blijven.

4.6.

Gomacon V is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van Eindhoven Airport worden begroot op:

- griffierecht

714,00

- salaris advocaat

1.661,00

Totaal

2.375,00

Beslissing

5
De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1.

wijst de vorderingen van Gomacon V af,

5.2.

veroordeelt Gomacon V in de proceskosten van € 2.375,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,

5.3.

verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. T. Zuidema en in het openbaar uitgesproken op 1 juli 2025.

Voetnoot

Voetnoot 1

Verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de

toewijzing van “slots” op communautaire luchthavens (PB L 14).