Rechtbank Overijssel, eerste aanleg - enkelvoudig civiel recht overig

ECLI:NL:RBOVE:2023:1873

Op 23 May 2023 heeft de Rechtbank Overijssel een eerste aanleg - enkelvoudig procedure behandeld op het gebied van civiel recht overig, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is 10288390 \\ CV EXPL 23-201, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBOVE:2023:1873. De plaats van zitting was Zwolle.

Soort procedure:
Zaaknummer(s):
10288390 \\ CV EXPL 23-201
Datum uitspraak:
23 May 2023
Datum publicatie:
26 May 2023

Indicatie

De vordering tot betaling van een factuur van een advocaat wordt toegewezen. Gedaagden hebben onvoldoende weersproken dat AdvoConsult de werkzaamheden heeft uitgevoerd voor gedaagden, en niet voor de B.V. van gedaagden.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht

Kantonrechter

Zittingsplaats Zwolle

Zaaknummer: 10288390 \\ CV EXPL 23-201

Vonnis van 23 mei 2023

in de zaak van

de besloten vennootschap

ADVOCONSULT B.V., handelend onder de naam ADVOCONSULT ADVOCATUUR,gevestigd en kantoorhoudende in 's-Gravenhage,

eisende partij, hierna te noemen AdvoConsult,

gemachtigde: mr. F.E. Boonstra,

tegen

1
[gedaagde 1] ,

2. [gedaagde 2],beiden wonende in [woonplaats] ,

gedaagde partijen, hierna te noemen [gedaagden] ,

procederend in persoon.

1
De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 28 februari 2023, waarin is bepaald dat een mondelinge behandeling zou worden gehouden;

- de akte met de aanvullende producties 7 tot en met 35 van AdvoConsult;

- de e-mails van 10 maart 2023, 15 maart 2023 en 23 april 2023 van [gedaagden] ;

- de mondelinge behandeling van 26 april 2023, waar mr. Boonstra namens AdvoConsult is verschenen. [gedaagden] zijn niet verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat er is besproken.

1.2.

Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat vandaag vonnis zal worden gewezen.

2
Inleiding
2.1.

Dit geschil gaat over de vraag of AdvoConsult werkzaamheden heeft uitgevoerd in opdracht en voor rekening van [gedaagden] of in opdracht en voor rekening van [bedrijf] B.V., een B.V. waarvan [gedaagde 1] enig eigenaar is.

2.2.

De kantonrechter is van oordeel dat AdvoConsult de werkzaamheden heeft uitgevoerd voor [gedaagden] . De vorderingen van AdvoConsult zullen worden toegewezen.

Overwegingen

3
De beoordeling

Wat staat er vast?

3.1.

AdvoConsult heeft tussen 29 november 2021 en 18 februari 2022 werkzaamheden uitgevoerd. Daartoe heeft AdvoConsult op 15 oktober 2021 een opdrachtbevestiging verzonden naar het emailadres van [bedrijf] B.V. In de e-mail staat als zaaknaam[gedaagde 1] /advies”.

3.2.

Op 10 februari 2022 heeft [gedaagde 2] aan AdvoConsult gemaild:

“(…)

Bij deze bevestig ik bij deze dat u ook namens mij mag optreden.

(…)”

3.3.

De eerste factuur voor de werkzaamheden is betaald door [bedrijf] B.V. De tweede factuur van 24 februari 2022 ten bedrage van € 7.925,19 is niet betaald.

Wat wil AdvoConsult?

3.4.

AdvoConsult wil dat [gedaagden] de factuur van 24 februari 2022 betalen. AdvoConsult vordert daarom dat de kantonrechter [gedaagden] hoofdelijk zal veroordelen om een bedrag van € 7.949,07 aan AdvoConsult te betalen, te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten, de wettelijke rente en de proceskosten.

Wat vinden [gedaagden] ?

3.5.

[gedaagden] hebben per e-mail verweer gevoerd. Zij betwisten dat zij een overeenkomst met AdvoConsult hebben gesloten. De overeenkomst is volgens [gedaagden] gesloten met [bedrijf] B.V. Daarnaast voeren [gedaagden] aan dat AdvoConsult de werkzaamheden niet goed heeft uitgevoerd.

Wat vindt de kantonrechter?

3.6.

Op de mondelinge behandeling heeft AdvoConsult toegelicht dat [gedaagde 1] AdvoConsult opdracht heeft gegeven hem bij te staan in een privé-geschil met de Rabobank. [gedaagde 2] heeft later bevestigd dat AdvoConsult in het betreffende geschil (ook) namens haar op mocht treden. [gedaagde 1] heeft gevraagd de facturen op naam van [bedrijf] B.V. te zetten, omdat hij vreesde voor problemen in verband met het geschil met de Rabobank. Alle werkzaamheden zijn echter uitgevoerd voor [gedaagden] . Dat blijkt ook uit het feit dat het geschil met de Rabobank ging over problemen met de borgstelling en over (het voorkomen van) uitwinning van de privéwoning van [gedaagden] . De vaststellingsovereenkomst die uiteindelijk met Rabobank is gesloten, is door [gedaagden] ondertekend en niet namens de B.V. De werkzaamheden werden dus niet uitgevoerd voor [bedrijf] B.V., aldus AdvoConsult. Omdat [gedaagden] niet op de zitting zijn verschenen, hebben zij deze stellingen niet weersproken. De kantonrechter neemt het voorgaande dan ook als vaststaand aan en concludeert dat de werkzaamheden door AdvoConsult voor [gedaagden] zijn uitgevoerd.

3.7.

Dat AdvoConsult de werkzaamheden niet naar behoren heeft uitgevoerd, hebben [gedaagden] niet onderbouwd. Daarom gaat de kantonrechter aan dat verweer voorbij.

3.8.

AdvoConsult heeft een bedrag van € 7.949,07 gevorderd. De factuur bedraagt echter € 7.925,19. AdvoConsult heeft desgevraagd niet kunnen verklaren waarom het gevorderde bedrag hoger is dan het bedrag op de factuur. Er zal dan ook een bedrag van € 7.925,19 worden toegewezen. De wettelijke rente over dit bedrag zal worden toegewezen vanaf 11 maart 2022 (de datum waarop [gedaagden] de factuur uiterlijk hadden moeten betalen) tot de dag van volledige betaling.

3.9.

De vordering tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen voor een bedrag van € 771,26. AdvoConsult heeft aan [gedaagden] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het in de dagvaarding genoemde bedrag van € 772,45 is echter gebaseerd op het bedrag van € 7.949,07 en is dus hoger dan het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten genoemde tarief. Het bedrag van € 771,26, dat in de aanmaning wel correct is vermeld, komt overeen met het in het Besluit genoemde tarief en zal wel worden toegewezen.

3.10.

[gedaagden] zullen, zoals gevorderd, hoofdelijk worden veroordeeld om de genoemde bedragen te betalen. Dat betekent dat als één van beiden betaalt, de ander ook van de betalingsverplichting zal zijn bevrijd.

De proceskosten

3.11.

[gedaagden] worden in deze procedure in het ongelijk gesteld. Zij moeten daarom de proceskosten van AdvoConsult betalen. Deze worden tot op heden begroot op:

kosten dagvaarding: € 107,29

griffierecht: € 514,00

salaris gemachtigde € 660,00 (2 punten x tarief € 330,00)

totaal € 1.281,29

Beslissing

4
De beslissing

De kantonrechter

4.1.

veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, in die zin dat indien de één betaalt, de ander zal zijn bevrijd, om aan AdvoConsult een bedrag van € 7.925,19 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 11 maart 2022 tot de dag van volledige betaling;

4.2.

veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, in die zin dat indien de één betaalt, de ander zal zijn bevrijd, om aan AdvoConsult een bedrag van € 771,26 aan buitengerechtelijke incassokosten te betalen;

4.3.

veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, in die zin dat indien de één betaalt, de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van AdvoConsult begroot op € 1.281,29;

4.4.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

4.5.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst en in het openbaar uitgesproken op 23 mei 2023. (SB)