Rechtbank Overijssel, kort geding civiel recht overig

ECLI:NL:RBOVE:2016:4019

Op 14 October 2016 heeft de Rechtbank Overijssel een kort geding procedure behandeld op het gebied van civiel recht overig, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is C/08/192466 / KG ZA 16-334, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBOVE:2016:4019. De plaats van zitting was Zwolle.

Soort procedure:
Zaaknummer(s):
C/08/192466 / KG ZA 16-334
Datum uitspraak:
14 October 2016
Datum publicatie:
17 October 2016
Advocaat:
mr. M.G.J. Smit te Rotterdam
Formele relaties:
Einduitspraak: ECLI:NL:RBOVE:2016:4135

Indicatie

Executiegeschil ontruiming woning.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Zwolle

zaaknummer / rolnummer : C/08/192466 / KG ZA 16-334

Vonnis in kort geding van 14 oktober 2016

in de zaak van

[eiser] ,

wonende te [plaats] ,

eisende partij, hierna te noemen [eiser] ,

advocaat: mr. M.G.J. Smit te Rotterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

MARPI B.V.,

kantoorhoudende te Raalte,

gedaagde partij, hierna te noemen Marpi,

procederend in persoon, bijgestaan door mr. J.A. van Emden, werkzaam bij Janssen & Janssen gerechtsdeurwaarders te Eindhoven.

1
De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de vrijwillige verschijning van partijen

de conclusie van eis met producties 1 tot en met 12

de producties 1 tot en met 4 van de zijde van Marpi

de mondelinge behandeling op 13 oktober 2016

de mondelinge toelichting van de zijde van [eiser]

de pleitnota van Marpi.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2
Het geschil
2.1.

[eiser] vordert dat de voorzieningenrechter - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad - en op de minuut:

Marpi zal verbieden over te gaan tot ontruiming van de woning, totdat er in de bodemprocedure is beslist;

de tenuitvoerlegging van het vonnis van 14 juni 2016 zal verbieden totdat er in de bodemprocedure is beslist;

Marpi zal gebieden om de huurovereenkomst met [eiser] voort te zetten totdat er in de bodemprocedure is beslist;

Marpi zal gebieden de vaststellingsovereenkomst na te leven;

Marpi zal verbieden over te gaan tot ontruiming van de woning, voor het einde van de maand oktober 2016, dan wel voor een andere datum die de voorzieningenrechter redelijk voorkomt, indien en voor zover ontruiming van de woning door de voorzieningenrechter wel rechtmatig wordt bevonden,

Marpi zal veroordelen in de kosten van dit geding.

2.2.

Marpi voert verweer.

Overwegingen

3
De beoordeling
3.1.

Van een spoedeisend belang van [eiser] bij het gevorderde is in voldoende mate gebleken.

3.2.

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het door [eiser] gevorderde verbod tot ontruiming in zoverre toewijsbaar dat de ontruiming op 14 oktober 2016 zal worden verboden. De voorzieningenrechter zal Marpi voorts gebieden de ontruiming van de woning vooraf te laten gaan door een (nieuw) exploot in de zin van artikel 555 Rv, waarin de in dat artikel genoemde termijn van drie dagen in acht wordt genomen. Het onder A tot en met E meer of anders gevorderde zal niet worden toegewezen. Bij eindvonnis zal de voorzieningenrechter de gronden waarop deze beslissing rust geven. De beslissing over de proceskosten zal worden aangehouden.

Beslissing

4
De beslissing

De voorzieningenrechter

4.1.

verbiedt Marpi om op 14 oktober 2016 over te gaan tot ontruiming van de woning aan het [adres] [plaats] ,

4.2.

gebiedt Marpi een ontruiming van de woning aan het [adres] [plaats] op grond van artikel 555 Rv vooraf te laten gaan door een (nieuw) exploot van de deurwaarder waarin is voldaan aan de in artikel 555 Rv genoemde termijn van drie dagen,

4.3.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

4.4.

wijst het meer of anders onder A tot en met E gevorderde af,

4.5.

houdt verder iedere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. F. Koster en in het openbaar uitgesproken op 14 oktober 2016.