De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: kinderporno in zijn bezit heeft gehad en heeft verspreid, en daarvan een gewoonte heeft gemaakt;
feit 2: dierenporno in zijn bezit heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2022 tot en met 13 november 2023 te Almelo, althans in Nederland meermalen, althans eenmaal
afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s en/of films en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen - te weten twee telefoons (One plus 11 en/of One Plus 6T) en/of een Laptop (HP) en/of een harde schijf (WD 2TB),
bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
heeft verspreid en/of aangeboden en/of verworven en/of in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het als persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt met de/een
vinger/hand en/of met voorwerp vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam
(afbeeldingsnummer(s) in overzicht geselecteerde afbeeldingen en toonmap 1, 2 en 3)
en/of
het met de/een mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingsnummer in overzicht geselecteerde afbeeldingen en toonmap 4)
en/of
het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of
borsten van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het door een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt betasten en/of
aanraken van het geslachtsdeel van een dier
(afbeeldingsnummer in overzicht geselecteerde afbeeldingen en toonmap 5)
en/of
het geheel naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaar nog niet had bereikt, waarbij nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) die afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling
(afbeeldingsnummer in overzicht geselecteerde afbeeldingen en toonmap 6)
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) die afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling
(afbeeldingsnummer in overzicht geselecteerde afbeeldingen en toonmap 7)
terwijl hij, verdachte, van het plegen van dit misdrijf aldus een gewoonte heeft gemaakt;
2
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 mei 2022 tot en met 13
november 2023 te Almelo, althans in Nederland, (telkens) (een) (aantal/hoeveelheid) afbeelding(en), te weten 196 foto’s en 259 video’s, in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (telkens) (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een mens en een dier is/zijn betrokken en/of schijnbaar is/zijn
betrokken,
welke voornoemde ontuchtige handeling(en) – zakelijk weergegeven - (telkens)
bestond(en) uit (onder meer)
- het door een dier (te weten een hond en/of paard) oraal en/of vaginaal en/of anaal
penetreren van een volwassen persoon en/of
- het door een volwassen persoon penetreren van een dier (te weten een paard).
Overwegingen
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht beide feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 1 betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het verspreiden en aanbieden van kinderporno, omdat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat de bestanden die verdachte binnen de tenlastegelegde periode heeft gedeeld zijn aan te merken als kinderporno. Ten aanzien van feit 1 en feit 2 heeft de raadsvrouw betoogd dat verdachte geen gewoonte heeft gemaakt van het in zijn bezit hebben van kinder- en dierenporno.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
(Voetnoot 1)
Feit 1
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – omdat verdachte heeft bekend en door de verdediging geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
- de verklaring van verdachte tijdens de zitting van 26 mei 2025;
- het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, inclusief bijlagen (‘overzicht aantallen’ en ‘collectiescan’) op pagina 124 tot en met 134.
Ten aanzien van het verspreiden en aanbieden van kinderporno overweegt de rechtbank dat verdachte weliswaar zelf heeft verklaard dat hij ‘heel sporadisch’ kinderporno heeft gedeeld via Kik, maar dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat hij dat in de tenlastegelegde periode heeft gedaan. Uit pagina 18 en 19 in combinatie met pagina 12 en 13 van het proces-verbaal blijkt wel dat verdachte op 3 augustus 2022 via Kik kinderporno heeft verstuurd naar een in Duitsland wonende contactpersoon, maar dat is ruim voor aanvang van de periode die verdachte is ten laste gelegd (1 november 2022 tot en met 13 november 2023). De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het verspreiden en aanbieden van kinderporno.
Verder zal de rechtbank verdachte ervan vrijspreken dat hij van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt. Het gaat – in vergelijking met andere ‘kinderpornozaken’ – om een relatief beperkt aantal bestanden (47 foto’s en 16 video’s). Die bestanden zijn bovendien niet zodanig opgeslagen (bijvoorbeeld als collectie geordend en/of moeilijk vindbaar) dat daaruit volgt dat hij een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van dit misdrijf. Uit het dossier blijkt ook niet van een zodanige frequentie waarin verdachte die bestanden heeft verworven dat op basis daarvan geconcludeerd kan worden dat hij een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van dit misdrijf.
Feit 2
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – omdat verdachte heeft bekend en door de verdediging geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359 lid 3 Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
- de verklaring van verdachte tijdens de zitting van 26 mei 2025;
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van 4 juli 2024, ongenummerd.
Omdat verdachte niet ten laste is gelegd dat hij een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van dit misdrijf komt de rechtbank niet toe aan de bespreking van het verweer van de raadsvrouw.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij in de periode van 1 november 2022 tot en met 13 november 2023 in Nederland
afbeeldingen, te weten foto’s en video’s en gegevensdragers bevattende afbeeldingen - te weten een One plus 11 telefoon en een Laptop (HP),
bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
heeft verworven en in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
het als persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt met een
vinger/hand en/of met een voorwerp vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam
het met de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of
borsten van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het door een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt betasten en/of
aanraken van het geslachtsdeel van een dier
het geheel naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaar nog niet had bereikt, waarbij nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, waarbij die afbeeldingen aldus een onmiskenbaar seksuele strekking hadden en/of strekten tot seksuele prikkeling
het houden van een penis bij/naast het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij die afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling;
2
hij in de periode van 1 mei 2022 tot en met 13 november 2023 in Nederland, afbeeldingen, te weten 196 foto’s en 259 video’s, in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeeldingen ontuchtige handelingen zichtbaar zijn, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken,
welke voornoemde ontuchtige handelingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit
- het door een dier te weten een hond en/of paard oraal en/of vaginaal en/of anaal
penetreren van een volwassen persoon en/of
- het door een volwassen persoon penetreren van een dier te weten een paard.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
4
De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Per 1 juli 2024 is de Wet seksuele misdrijven van kracht, waarmee de zedentitel in het Wetboek van Strafrecht is vervangen door de titel Seksuele misdrijven. De aan verdachte ten laste gelegde feiten zijn echter voor 1 juli 2024 gepleegd, wat betekent dat voor deze feiten de bepalingen van toepassing zijn zoals deze golden tot de wetswijziging van 1 juli 2024. Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 240b en 254a van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: een afbeelding of een gegevensdrager bevattende een afbeelding, van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben, en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang verschaffen, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: een afbeelding of een gegevensdrager bevattende een afbeelding, van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
6
De op te leggen straf of maatregel
6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 21 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen waarbij verdachte geen zorg meer kan dragen voor zijn zoon en waarbij verdachte zijn baan en daardoor ook zijn woning zal verliezen.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verwerven en in bezit hebben van kinderporno (47 foto’s en 16 video’s). Het verwerven en bezit van kinderporno is bijzonder verwerpelijk. Het gaat om beelden van (ernstig) seksueel misbruik van kinderen. Voor de effectieve bestrijding van kinderporno is het belangrijk dat niet alleen de personen worden aangepakt die kinderporno vervaardigen, maar ook degenen die kinderporno verwerven en in hun bezit hebben. Deze laatste groep houdt immers de vraag naar kinderporno in stand. Het is algemeen bekend dat kinderen die seksuele handelingen moeten verrichten ten behoeve van de kinderporno-industrie aanzienlijke psychische schade (kunnen) oplopen en dit vele jaren later nog diepe sporen kan nalaten. Verdachte heeft zich daar niet door laten weerhouden. Daarnaast was verdachte ook in het bezit van dierenporno (196 foto’s en 259 video’s). Voor de vervaardiging van deze afbeeldingen zijn niet alleen dieren misbruikt ten behoeve van behoeftebevrediging van personen, maar zijn ook personen in mensonterende situaties gefotografeerd of gefilmd. Ook hiervoor geldt dat door de vraag naar dergelijke afbeeldingen de productie ervan in stand wordt gehouden. De rechtbank rekent dit alles verdachte aan.
Naast de ernst van de feiten houdt de rechtbank rekening met de persoon van verdachte. Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
Uit het reclasseringsadvies van 14 mei 2025 blijkt een laag recidiverisico. De reclassering adviseert om een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen en vindt interventies of toezicht niet nodig. Verdachte is volgens de reclassering gemotiveerd en in staat zijn psychosociale problemen in een vrijwillig kader op te pakken en te organiseren. Tijdens de zitting is gebleken dat verdachte hiervoor op korte termijn een afspraak heeft met de praktijkondersteuner van zijn huisarts.
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) als uitgangspunt genomen. Daarin wordt voor het bewezenverklaarde verwerven en bezitten van kinderporno een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan een kort gedeelte onvoorwaardelijk, en een onvoorwaardelijke taakstraf van 240 uren als oriëntatiepunt gegeven.
De rechtbank zal echter afwijken van dit uitgangspunt, omdat – in vergelijking met andere ‘kinderpornozaken’ – het in deze zaak gaat om een relatief beperkt aantal bestanden en dat de psychische kwetsbaarheid van verdachte en problemen in zijn gezin van invloed kunnen zijn geweest op het plegen van de feiten. Omdat de rechtbank niet kan uitsluiten dat verdachte mogelijk (ook) heeft gehandeld vanuit seksueel motief, is een forse voorwaardelijke straf wel op zijn plaats. Dit zal hopelijk voor verdachte dienen als stok achter de deur om niet nog een keer de fout in te gaan, en hem extra motiveren zijn psychische – en mogelijk psychoseksuele – problemen aan te pakken.
Alles afwegende ziet de rechtbank de oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van drie jaren en een taakstraf van maximale duur als passende straf. Gezien artikel 22b, derde lid, Sr acht de rechtbank zich echter gehouden om daarnaast een minimale onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één dag op te leggen. In dat artikel is namelijk bepaald dat bij een veroordeling voor (onder andere) het bezit van kinderporno, alleen een taakstraf kan worden opgelegd als daarnaast ook een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel wordt opgelegd.
6.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de inbeslaggenomen gegevensdragers waarvan geen afstand is gedaan door verdachte moeten worden onttrokken aan het verkeer, omdat daarop de strafbare afbeeldingen zijn aangetroffen (overigens zonder een beslaglijst te overleggen of dat nader te duiden).
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank is van oordeel dat de op pagina 145 van het proces-verbaal vermelde in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- ONRBD23004.01.01.001 (Mobiele telefoon One plus 11);
ONRBD23004.01.01.002 (Laptop HP);
ONRBD23004.01.03.004 (One Plus);
ONRBD23004.03.02.001 (Harde schijf WD),
vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen de feiten zijn begaan en zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf: een afbeelding of een gegevensdrager bevattende een afbeelding, van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben, en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang verschaffen, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: een afbeelding of een gegevensdrager bevattende een afbeelding, van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) dag;
- veroordeelt verdachte daarnaast tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de proeftijd van 3 (drie) jaren de navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer de op pagina 145 van het proces-verbaal vermelde in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- ONRBD23004.01.01.001 (Mobiele telefoon One plus 11);
ONRBD23004.01.01.002 (Laptop HP);
ONRBD23004.01.03.004 (One Plus);
ONRBD23004.03.02.001 (Harde schijf WD).
Dit vonnis is gewezen door mr. T.M. Weeda, voorzitter, mr. P.M.F. Schreurs en mr. R.A. Heblij, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.P. Ponsteen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2025.
Mr. Weeda en mr. Ponsteen zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.