Rechtbank Overijssel, eerste aanleg - meervoudig strafrecht overig

ECLI:NL:RBOVE:2025:4645

Op 11 July 2025 heeft de Rechtbank Overijssel een eerste aanleg - meervoudig procedure behandeld op het gebied van strafrecht overig, wat onderdeel is van het strafrecht. Het zaaknummer is 08/323315-21 (P), bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBOVE:2025:4645. De plaats van zitting was Almelo.

Soort procedure:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
08/323315-21 (P)
Datum uitspraak:
11 July 2025
Datum publicatie:
11 July 2025

Indicatie

De rechtbank veroordeelt een 37-jarige man tot een gevangenisstraf van 30 maanden en betaling van schadevergoedingen van totaal € 20.169,47. De verdachte heeft zich in een periode van meerdere jaren schuldig gemaakt aan deelneming aan een crimineel samenwerkingsverband dat het plegen van hennepgerelateerde misdrijven tot oogmerk had en diefstal van elektriciteit .

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht

Meervoudige kamer

Zittingsplaats Almelo

Parketnummer: 08/323315-21 (P)

Datum vonnis: 11 juli 2025

Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum 1] 1988 in [geboorteplaats 1] ,

wonende aan de [adres 1]

.

1
Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 3, 5 en 27 juni 2025.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. J. Michels, advocaat in Oldenzaal, naar voren is gebracht.

2
De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 4 december 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

feit 1: samen met een ander of anderen of alleen opzettelijk bedrijfsmatig grote hoeveelheden hennep heeft geteeld of hennepplanten aanwezig heeft gehad in panden aan de [adres 2] , de [adres 3] , de [adres 4] , de [adres 5] , de [adres 6] en [adres 7] ;

feit 2: samen met een ander of anderen of alleen elektriciteit heeft gestolen;

feit 3: als leverancier en/of adviseur en/of uitvoerder of als lid heeft deelgenomen aan een crimineel samenwerkingsverband dat tot oogmerk had het plegen van hennepgerelateerde misdrijven.

Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:

1

hij in of omstreeks de periode van 01 mei 2020 tot en met 09 mei 2022 te Hengelo en/of

te Enschede en/of te Delden, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) in de uitoefening van een beroep of bedrijf,

-in een pand aan de [adres 2] (ZD02) en/of

-in een pand aan de [adres 3] (ZD12) en/of

-in een pand aan de [adres 4] (ZD09) en/of

-in een pand aan de [adres 5] (ZD08) en/of

-in een pand aan de [adres 6] (ZD10) en/of

-in een pand aan [adres 7] (ZD01),

(telkens) opzettelijk een (groot) aantal hennepplanten en/of delen daarvan heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep (waaronder hoeveelheden van (ongeveer) 2926 hennepplanten en/of 7904 hennepplanten/-stekken en/of 225 hennepplanten en/of 1407 hennepplanten en/of 11,3 kg hennep, althans een (grote) hoeveelheid henneptoppen en/of 860, althans een (grote) hoeveelheid hennepplanten/-stekken), zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel (een) middel(len) aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

2

hij in of omstreeks de periode van 31 december 2020 tot en met 09 mei 2022 te Hengelo en/of te Enschede en/of te Delden, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, ( telkens) heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit toebehorende aan [bedrijf 1] B.V., in elk geval een hoeveelheid elektriciteit, althans enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijf heeft/hebben

verschaft en/of de weg te nemen elektriciteit, althans het weg te nemen goed, onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;

3

hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2018 tot en met 09 mei 2022 te Enschede, in ieder geval in Nederland, als leverancier van hennepstekken en/of als adviseur en/of als uitvoerder, althans als lid, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten van hem, verdachte, en (onder andere) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven, te weten

- misdrijven als bedoeld in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet, te weten het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B en/of onder C van de Opiumwet gegeven verbod, te weten het telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren en/of aanwezig hebben van (een) middel(len) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, terwijl dit (telkens) betrekking had op een grote hoeveelheid van dat middel dan wel (een) middel(len) aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of

-misdrijven als bedoeld in artikel 11a van de Opiumwet, te weten het voorbereiden of

bevorderen van een feit als bedoeld in het derde en vijfde lid van artikel 11.

3
De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4. De bewijsmotivering

4.1

Inleiding

Op 9 juni 2021 is door de districtsrecherche Twente een strafrechtelijk onderzoek gestart onder de naam Agaran21. Het strafrechtelijk onderzoek richtte zich op het bedrijfsmatig inrichten, onderhouden en exploiteren van hennepkwekerijen en verhandelen van hennep door verdachte [medeverdachte 1] . Gedurende het onderzoek zijn meer verdachten in beeld gekomen en zijn meerdere hennepkwekerijen en hennepdrogerijen, een hennepstekkerij en vuurwerk aangetroffen die in verband worden gebracht met de verdachten [medeverdachte 1] (hierna ook: [medeverdachte 1] ), [medeverdachte 2] (hierna ook: [medeverdachte 2] ), [medeverdachte 4] (hierna ook: [medeverdachte 4] ), [medeverdachte 3] (hierna ook: [medeverdachte 3] ), [verdachte] (hierna ook: [verdachte] ), [medeverdachte 5] (hierna ook: [medeverdachte 5] ), [medeverdachte 6] (hierna ook: [medeverdachte 6] ) en [medeverdachte 7] (hierna ook: [medeverdachte 7] ).

De rechtbank stelt hierna (de) feiten vast op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting.

4.2

Identificatie gebruikers Encrochat en aliassen

Voor de bewijsvoering komt het in belangrijke mate aan op de inhoud van de ter beschikking gekomen Encrochat-berichten. Er werd gebruik gemaakt van de diensten van Encrochat. Met Encrochat werden berichten verzonden met of aan onder meer de volgende accounts, alle eindigend op @encrochat.com:

[gebruikersnaam 1]

[gebruikersnaam 2]

[gebruikersnaam 3] .

De vraag die in alle zaken, en al dan niet in reactie op een verweer, allereerst moet worden beantwoord, is of de personen tegen wie door het openbaar ministerie in het onderzoek Agaran21 vervolging is ingesteld, te identificeren zijn als de gebruikers van deze Encrochat-accounts, als de gebruikers van de aangetroffen telefoons en als de gebruikers van de in de berichten en contactgegevens gebruikte aliassen. Dat geldt met name voor [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] .

Als het antwoord op deze vragen bevestigend is, dan dient de vragen te worden beantwoord of zij betrokken zijn bij de aan hen ten laste gelegde strafbare feiten en hoe deze betrokkenheid gekwalificeerd kan worden.

4.2.1

Account [gebruikersnaam 1]

De rechtbank stelt vast, op basis van de bekennende verklaring van verdachte ter zitting en op grond van de feiten en omstandigheden die door de politie in het proces-verbaal van bevindingen van identificatie van [verdachte] en het proces-verbaal verdieping identificatie zijn opgenomen, dat [verdachte] de gebruiker is geweest van het account [gebruikersnaam 1] en dat hij daarmee onder diverse namen in de contactenlijst en berichten van medeverdachten figureerde.

De verklaring van [verdachte] dat hij het account ‘ [gebruikersnaam 1] ’ heeft gedeeld met een ander acht de rechtbank niet geloofwaardig. Verdachte heeft deze stelling op geen enkele wijze onderbouwd. Het dossier bevat ook geen aanwijzingen dat dit account (ook) door een ander dan [verdachte] werd gebruikt. Hierna zal de rechtbank de gebruiker van dit account aanduiden als [verdachte] .

4.2.2

Account [gebruikersnaam 2]

De rechtbank stelt vast, op grond van de feiten en omstandigheden die door de politie in het proces-verbaal van bevindingen van identificatie van [medeverdachte 1] en het proces-verbaal verdieping identificatie zijn opgenomen, dat [medeverdachte 1] de gebruiker is geweest van het account [gebruikersnaam 2] en dat hij daarmee onder diverse namen ( [alias 1] , [alias 2] , [alias 3] , [alias 4] , [alias 5] , [alias 6] , [alias 7] , [medeverdachte 1] en [alias 8] ) in de contactenlijsten van anderen figureerde. Alle berichten van dit account zijn aan [medeverdachte 1] toe te schrijven. Het dossier bevat geen aanwijzingen dat dit account (ook) door een ander dan [medeverdachte 1] werd gebruikt. Hierna zal de rechtbank de gebruiker van het account [gebruikersnaam 2] aanduiden als [medeverdachte 1] .

4.2.3

Account [gebruikersnaam 3]

De rechtbank stelt vast, op grond van de feiten en omstandigheden die door de politie in het proces-verbaal van bevindingen van identificatie van [medeverdachte 2] en het proces-verbaal verdieping identificatie zijn opgenomen, dat [medeverdachte 2] de gebruiker is geweest van het account [gebruikersnaam 3] en dat hij daarmee onder diverse namen ( [alias 9] , [alias 2] en [alias 10] ), onder andere met het alias [alias 11] , in de contactenlijst van anderen en in berichten voorkwam. Alle berichten van dit account zijn aan [medeverdachte 2] toe te schrijven. Het dossier bevat geen aanwijzingen dat dit account (ook) door een ander dan [medeverdachte 2] werd gebruikt. Hierna zal de rechtbank de gebruiker van het account [gebruikersnaam 3] aanduiden als [medeverdachte 2] .

4.3

Identificatie aangetroffen telefoons en aliassen

Op 9 mei 2022 zijn [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [verdachte] aangehouden en zijn hun woningen doorzocht. Daarbij werden de volgende telefoons aangetroffen en in beslag genomen. In de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres 8] vijf smartphones en een cryptotelefoon, bij [medeverdachte 2] aan de [adres 9] acht telefoons, bij [medeverdachte 3] aan de [adres 10] een telefoon en bij [verdachte] aan de [adres 3] twee Google Pixel telefoons (4A en 3A), drie iPhones en twee Nokia’s.

4.3.1

iPhone 11 Pro Max met telefoonnummer + [telefoonnummer 1] van [medeverdachte 1]

De onder [medeverdachte 1] in beslag genomen iPhone 11 Pro Max met telefoonnummer + [telefoonnummer 1] is onderzocht en uitgelezen. [medeverdachte 1] heeft bij de politie verklaard dat + [telefoonnummer 1] zijn telefoonnummer is en dat hij de enige gebruiker is van deze telefoon.

Op de telefoon zijn de volgende accountnamen aangetroffen:

WhatsApp: ‘ [gebruikersnaam 4] ’,

Signal: ‘ [gebruikersnaam 5] ’.

In de telefoon zijn de volgende contacten gevonden:

Signal: ‘ [gebruikersnaam 6] ’ + [telefoonnummer 2] en ‘ [gebruikersnaam 6] ’ + [telefoonnummer 3] .

WhatsApp: ‘ [gebruikersnaam 7] + [telefoonnummer 4] .

4.3.2

Contact ‘ [gebruikersnaam 6] ’ + [telefoonnummer 2] (Signal) en ‘ [gebruikersnaam 6] ’ + [telefoonnummer 3] (Signal)

Het telefoonnummer + [telefoonnummer 3] is getapt. Het nummer werd gebruikt in een telefoon met IMEI-nummer [IMEI-nummer 1] . Dit IMEI-nummer behoorde bij een Google Pixel 4A telefoon die bij de doorzoeking aan de [adres 3] , waar [verdachte] als enige aanwezig was, in beslag werd genomen.

[medeverdachte 1] had contact met het telefoonnummer + [telefoonnummer 2] van ‘ [gebruikersnaam 6] ’ tot en met 28 juni 2021 en vanaf 27 juni 2021 met het telefoonnummer + [telefoonnummer 3] van ‘ [gebruikersnaam 6] ’. De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat [gebruikersnaam 6] eerst telefoonnummer + [telefoonnummer 2] heeft gebruikt en daarna het telefoonnummer + [telefoonnummer 3] . De rechtbank stelt op grond van het bovenstaande vast dat ‘ [gebruikersnaam 6] ’ een bijnaam/alias is van [verdachte] .

4.3.3

iPhone 12 pro met telefoonnummer + [telefoonnummer 4] van [medeverdachte 2]

De onder [medeverdachte 2] in beslag genomen iPhone 12 pro met telefoonnummer + [telefoonnummer 4] is onderzocht en uitgelezen. Dit nummer is ook gebruikt in de hieronder genoemde iPhone X met telefoonnummer + [telefoonnummer 5] en alias ‘ [alias 11] ’ van [medeverdachte 2] .

4.3.4

iPhone X met telefoonnummer + [telefoonnummer 5] en alias ‘ [alias 11] ’ van [medeverdachte 2]

De iPhone X is op 9 mei 2022 in de woning aan de [adres 9] aangetroffen in een kastje in de woonkamer. In die woning was op 9 mei 2022 [medeverdachte 2] als enige persoon aanwezig. De Apple ID van deze telefoon is onder andere [e-mailadres 1] en de telefoonnaam is ‘ [alias 11] ’. Het laatst gebruikte telefoonnummer in dit toestel is + [telefoonnummer 5] . Het eerder gebruikte telefoonnummer is + [telefoonnummer 4] .

In de contacten staat ‘mama’ met telefoonnummer + [telefoonnummer 6] opgeslagen. Dit telefoonnummer wordt gebruikt door [naam 1] , zij is de moeder van [medeverdachte 2] . Ook staan de contacten ‘ [medeverdachte 4] ’ met het telefoonnummer + [telefoonnummer 7] en ‘ [medeverdachte 1] ’ met het telefoonnummer + [telefoonnummer 1] opgeslagen.

Bij de analyse van de data van deze telefoon zijn geen indicaties aangetroffen die erop wijzen dat de telefoon door meerdere personen is gebruikt. In verschillende chats werd [medeverdachte 2] aangesproken met de naam ‘ [medeverdachte 2] ’ en in verschillende berichten eindigde [medeverdachte 2] het bericht met ‘Mvg [medeverdachte 2] ’. Ook zijn op deze telefoon twee WhatsApp-gesprekken gevoerd. In beide WhatsApp-gesprekken werd gebruik gemaakt van de alias ‘ [alias 11] ’.

De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat [medeverdachte 2] de enige gebruiker van deze telefoon is geweest.

Zoals eerder vastgesteld behoort het Encrochat-account ‘ [gebruikersnaam 2] ’ aan [medeverdachte 1] en het Encrochat-account ‘ [gebruikersnaam 3] ’ aan [medeverdachte 2] toe. [medeverdachte 1] heeft het account [gebruikersnaam 3] onder de naam ‘ [alias 11] ' opgeslagen. Op 3 mei 2020 vindt er middels Encrochat een gesprek plaats tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] waarin [medeverdachte 2] door [medeverdachte 1] wordt aangeduid als ‘ [alias 11] ’ en waar [medeverdachte 2] op reageert met ‘oke maat’.

De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat [medeverdachte 2] gebruik maakt van de alias ‘ [alias 11] ’.

4.3.5

iPhone 11 Pro met telefoonnummer + [telefoonnummer 8] van [medeverdachte 3] en alias ‘ [alias 12]

De onder [medeverdachte 3] in beslag genomen iPhone 11 Pro met telefoonnummer + [telefoonnummer 8] is onderzocht en uitgelezen. Op de telefoon zijn berichten in de app Telegram aangetroffen waarin de ‘owner’ zich ‘ [alias 12] ’ noemt.

Zoals vastgesteld behoort het Encrochat-account ‘ [gebruikersnaam 2] ’ aan [medeverdachte 1] en dat van ‘ [gebruikersnaam 3] ’ aan [medeverdachte 2] toe. Op 5 april 2020 vindt er via Encrochat een gesprek plaats tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , waaruit de rechtbank afleidt dat [medeverdachte 2] en ‘ [alias 12] ’ in een hennepkwekerij in Delden zijn en hier toezicht houden op ingehuurde hennepknippers. Omstreeks 15:38 uur vraagt [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 2] wat ze moeten eten. Hierop geeft [medeverdachte 2] de bestelling van hem en ‘ [medeverdachte 3] ’ door. Enkele minuten later stuurt [medeverdachte 2] nogmaals een lijst met voedingswaren door, maar ditmaal voor hem, ‘ [alias 12] ’ en de hennepknippers.

Vervolgens stuurt [medeverdachte 2] omstreeks 22:31 uur een bericht aan [medeverdachte 1] , waarin hij schrijft dat ‘ [alias 12] ’ zo gaat kijken en hij stuurt een foto waarop [medeverdachte 3] is afgebeeld. De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat [medeverdachte 3] gebruik maakt van de alias ‘ [alias 12] ’.

4.4

De feiten 1, 2 en 3

Zoals hiervoor al samengevat: feit 1 betreft de hennepkwekerijen, feit 2 de diefstal van stroom en feit 3 de deelneming aan een crimineel samenwerkingsverband zoals strafbaar gesteld in de Opiumwet.

4.4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, behoudens de onder 1 en 2 tenlastegelegde hennepkwekerij in een pand aan [adres 7] .

4.4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft ten aanzien van de feiten 1 en 2 bepleit dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat om vast te kunnen stellen dat [verdachte] betrokken is geweest bij de hennepkwekerijen en diefstal van elektriciteit in de panden aan de [adres 2] , [adres 4] en [adres 7] . Verdachte dient daarvan vrijgesproken te worden.

De rechtbank kan tot een bewezenverklaring komen van betrokkenheid bij de hennepkwekerijen in de panden aan de [adres 5] , [adres 3] , het aanwezig hebben van hennep aan de [adres 6] en diefstal van elektriciteit in de panden aan de [adres 5] en [adres 3] .

Van feit 3 dient verdachte te worden vrijgesproken wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.

4.4.3

Het oordeel van de rechtbank

4.4.3.1 Beoordelingskader voor medeplegen

Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Die kwalificatie is alleen gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde

– intellectuele en/of materiële – bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. Bij de vorming van zijn oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip. (Voetnoot 1)

4.4.3.2 De redengevende feiten en omstandigheden voor de feiten 1 en 2

De rechtbank stelt hierna per adres de relevante feiten en omstandigheden voor zowel de hennepkwekerijen en - drogerij (feit 1) als de diefstal van de elektriciteit (feit 2) vast.

De rechtbank overweegt vervolgens waarom zij op basis van de vastgestelde feiten en omstandigheden tot conclusies komt, mede op basis van nader vastgestelde feiten en omstandigheden, en beantwoordt daarna de bewijsvraag. De rechtbank zal gebruik maken van zogenoemd schakelbewijs en per locatie vermelden welke feiten en omstandigheden daarvoor van belang zijn. De vaststellingen en overwegingen over het schakelbewijs zijn aan het eind van de bewijsoverwegingen opgenomen.

4.4.3.3 [adres 2] (zaaksdossier 2)

Verklaring verdachte

[verdachte] verklaart dat hij wel in dit pand is geweest, maar ontkent betrokkenheid bij de kwekerij en diefstal van stroom.

De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.

Aantreffen hennepkwekerij

Op 25 februari 2021 is in een bedrijfspand aan de [adres 2] een hennepkwekerij aangetroffen met in totaal 2.926 hennepplanten verdeeld over vier kweekruimtes. De hennepplanten waren zeven tot acht weken oud. De professioneel ingerichte hennepkwekerij bevond zich in een afgetimmerde inpandige ruimte achterin het pand. Er bleek sprake van een gestuurde installatie ten behoeve van CO2-toevoeging. Deze was via een bedieningspaneel te bedienen. De elektriciteit voor de hennepkwekerij werd illegaal afgenomen. In de hennepkwekerij zijn op de deur(kozijn)en en wanden leuzen en symbolen aangetroffen die verwijzen naar nazi-Duitsland. In een van de ruimtes van het pand zijn meerdere bigshoppers met zonnebloemmotief aangetroffen.

Camerabeelden

Op beelden van de door de politie bij het pand geplaatste camera in de periode van 19 februari 2021 tot en met 25 februari 2021 is te zien dat [verdachte] op 19, 20, 21, 22, 24 en 25 februari 2021 telkens gedurende enkele uren in het pand is en dat hij bij het verlaten van het pand het hek slotvast afsluit. De rechtbank merkt hem ook aan als bestuurder van de Volkswagen Touran op 20 februari 2021 omdat hij op de andere dagen de bestuurder van diezelfde auto was en omdat hij ter terechtzitting heeft verklaard dat hij van de Volkswagen Touran gebruik maakte. De rechtbank gaat er vanuit dat [verdachte] op al deze momenten de gebruiker was van de Volkswagen Touran met kenteken [kenteken 1] .

Forensische bevindingen

Tijdens het forensisch onderzoek in de hennepkwekerij op 25 februari 2021 werd aan de muur tussen kweekruimte 1 en kweeruimte 2 een zaklamp aangetroffen. In de douche werd een washandschoen aangetroffen. De zaklamp (ruwe delen en het gehele koord) en de washandschoen (binnenzijde) zijn bemonsterd op humane sporen en zijn veiliggesteld. Uit de bemonsteringen is een DNA-profiel verkregen. Het DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van [verdachte] . Het DNA-profiel op de aangetroffen zaklamp en washandschoen is meer dan één miljard keer waarschijnlijker afkomstig van [verdachte] donor dan van iemand anders.

4.4.3.4 [adres 3] (zaaksdossier 11)

Verklaring verdachte

[verdachte] bekent feit 1 en 2 voor deze locatie.

De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.

Op 9 mei 2022 treft de politie in deze woning waarvan [medeverdachte 5] , de vader van [verdachte] , de eigenaar is, een hennepstekkerij met 7.904 hennepstekken en een geoogste hennepkwekerij, met 225 potten, aan. De stroom werd illegaal afgenomen. De politie heeft in de woning meerdere bigshoppers met zonnebloemmotief aangetroffen, potaarde van het merk Plagron en oranje wegwerphandschoenen. In een van die handschoenen was een stekkerdoos geplaatst en in de hennepkwekerij opgehangen.

4.4.3.5 [adres 4] (zaaksdossier 9)

Verklaring verdachte

[verdachte] verklaart dat hij wel in dit pand is geweest, maar ontkent betrokkenheid bij de kwekerij en diefstal van stroom.

De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.

Aantreffen hennepkwekerij

Op 9 mei 2022 werd in een bedrijfspand aan de [adres 4] op de eerste verdieping een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen met in totaal 1.407 hennepplanten verdeeld over drie kweekruimtes. Er was sprake van een hoge mate van professionaliteit. De elektriciteit voor de hennepkwekerij werd illegaal afgenomen. Tijdens de ontruiming van de hennepkwekerij trof het onderzoeksteam vaten aan met 750 liter rode diesel en een daarmee verbonden aggregaat aan.

Observaties

Op 24 januari 2022 om 19:36 uur reed [verdachte] in een Fiat Doblo met het kenteken [kenteken 2] in de richting van de loodsen aan de [adres 11] in Enschede. De percelen [adres 11] en [adres 4] delen een gemeenschappelijke oprijlaan.

Op 11 februari 2022 om 17:25 reed [verdachte] in een Fiat Doblo met het kenteken [kenteken 2] komende vanaf de [adres 6] naar de [adres 11] en [adres 12] .

Op 14 maart 2022 om 14:34 uur reed [verdachte] in een Fiat Doblo met het kenteken [kenteken 2] van de [adres 6] richting de garageboxen aan de achterzijde van [bedrijf 2] , gevestigd aan de [adres 13] .

Op 28 april 2022 om 16:22 uur parkeerde [verdachte] de Volkswagen (Touran) met kenteken

[kenteken 3] aan de [adres 14] waarna hij het pad links naast perceel [adres 12] opliep en daar uit beeld verdween. Om 18:17 uur kwam [verdachte] weer uit het pad naast perceel [adres 12] lopen. Hij had niets zichtbaars bij zich.

Voertuigwissel

Op 11 februari 2022 en op 14 maart 2022 reed [verdachte] met een Volkswagen Touran met kenteken [kenteken 3] naar de [adres 6] . Vervolgens wisselde hij daar zijn voertuig met een Fiat Doblo met kenteken [kenteken 2] , waarmee hij naar de [adres 4] reed. De Volkswagen Touran met kenteken [kenteken 3] stond op naam van [naam 2] en de Fiat Doblo met kenteken [kenteken 2] op naam van [naam 3] , partner van [naam 2] .

Camerabeelden

Op beelden van de door de politie bij het inrit van de [adres 15] geplaatste camera in de periode van 22 maart 2022 tot en met 8 april 2022 is te zien dat de Fiat Doblo met kenteken [kenteken 2] op 23, 25, 26, 28, 29, 30 en 31 maart en op 4, 5 en 6 april 2022 het terrein aan de [adres 4] oprijdt. De Fiat Doblo verlaat steeds na ongeveer twee uur het terrein. Door de positie van de camera is niet vast te stellen wie de gebruiker is van het voertuig, met uitzondering van 26 maart 2022. Dan is te zien dat [verdachte] de bestuurder is van de Fiat Doblo. De politie heeft [verdachte] in de periode van 24 januari en 26 maart 2022 op vijf verschillende dagen herkend als bestuurder van dit voertuig. [verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij van zowel de Fiat als de Volkswagen Touran gebruik maakte. De rechtbank gaat er vanuit dat [verdachte] op al deze momenten de gebruiker was van de Fiat Doblo met kenteken [kenteken 2] .

Forensische bevindingen

Tijdens het forensisch onderzoek in de hennepkwekerij werden in afvalzakken en op een gereedschapskar diverse oranjekleurige gedragen en binnenstebuiten uitgetrokken wegwerphandschoenen aangetroffen. Deze handschoenen zijn bemonsterd op humane sporen. Uit de bemonsteringen is een DNA-profiel verkregen. Het DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van [verdachte] . Het DNA-profiel op de aangetroffen handschoen is ongeveer 110 miljoen keer waarschijnlijker wanneer [verdachte] donor daarvan is dan wanneer een ander dan [verdachte] donor is.

Dagbesteding [verdachte]

stond bij de Kamer van Koophandel sinds 11 november 2020 ingeschreven als eigenaar van [bedrijf 3] . In de periode van 19 januari 2022 tot en met 28 april 2022 is hij geobserveerd. Hij verrichtte op doordeweekse dagen geen (legale) werkzaamheden als ondernemer met een klusbedrijf. Hij was thuis of aanwezig bij of onderweg naar de panden in Enschede waar hennepkwekerijen werden geëxploiteerd: de [adres 6] , [adres 5] , [adres 16] en [adres 4] .

4.4.3.6 [adres 5] (zaaksdossier 8) en [adres 6] (zaaksdossier 10)

Verklaring verdachte

[verdachte] bekent feit 1 en 2 voor de locatie [adres 5] en feit 1 voor de locatie [adres 6] .

De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.

Aantreffen hennepkwekerij en -drogerij

Op 9 mei 2022 wordt in een woning aan de [adres 5] een ingerichte hennepkwekerij aangetroffen, waar ongeveer 300 hennepplanten waren geoogst. [medeverdachte 7] is in deze door haar gehuurde woning aanwezig en had er werkzaamheden verricht in de periode waarin de kweek had plaatsgevonden. Zij was in die periode regelmatig in de woning aanwezig, omdat ze daar haar huisdier hield. De elektriciteit voor de hennepkwekerij werd illegaal afgenomen. In een berghok op de begane grond trof het onderzoeksteam twee bigshoppers met zonnebloemmotief aan. Ook werden lege zakken potaarde van het merk Plagron aangetroffen, net als oranje wegwerphandschoenen. In een van die handschoenen was een stekkerdoos geplaatst en in de hennepkwekerij opgehangen.

Ook op 9 mei 2022 wordt in een loods aan de [adres 6] een hennepdrogerij met 11,301 kilogram henneptoppen aangetroffen. [medeverdachte 7] was de huurder van dit pand en betaalde maandelijks de huur. Het onderzoeksteam trof vier tanks aan met 4.000 liter rode diesel en, in sporttassen, zakken potaarde van het merk Plagron.

4.4.3.7 [adres 7] (zaaksdossier 1)

Verklaring verdachte

[verdachte] ontkent betrokkenheid bij deze kwekerij en diefstal van stroom.

De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.

Aantreffen hennepkwekerij

Op 19 november 2020 werd in een bedrijfsruimte aan [adres 7] een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen met drie kweekruimtes. In kweekruimte 1 werden 860 hennepplanten van ongeveer zeven weken oud aangetroffen. In de twee overige kweekruimtes stonden geen hennepplanten, maar de ruimten waren wel ingericht als kweekruimtes. [adres 7] en [adres 17] vormen een geschakeld bedrijfspand, met twee afzonderlijke bedrijfsruimtes. De elektriciteit voor de hennepkwekerij werd illegaal afgenomen.

4.4.3.8 De overwegingen met betrekking tot de feiten 1 en 2

4.4.3.9 [adres 2] (zaaksdossier 2)

Feit 1

[verdachte] heeft ter zitting samengevat het volgende verklaard. Hij was in het pand om te helpen met het verwijderen van systeemplafonds en luchtkanalen. Hij wist dat er een hennepkwekerij in het pand zat, maar hij ontkent dat hij betrokken was bij deze hennepkwekerij en bij de diefstal van stroom.

De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig, al was het maar omdat in de periode dat [verdachte] bij het pand gezien is – een week voor de ontmanteling vrijwel dagelijks – de kwekerij volop floreerde waarbij sloopwerkzaamheden niet passen.

Het dossier bevat bewijsmiddelen waaruit zijn betrokkenheid blijkt.

Op 18 april 2020 heeft [verdachte] via Encrochat contact met ‘ [gebruikersnaam 8] ’. In dit chatgesprek zegt hij dat hij binnenkort een afspraak heeft met [naam 4] , aangeduid als ‘ [alias 13] ’. [naam 4] zou ‘zaken’ willen doen ‘met dat wit geld van em’. [naam 4] (verder [naam 4] ) en zijn partner [naam 5] (verder [naam 5] ) hebben op [datum] de (staats)loterij ter hoogte van 15 miljoen euro gewonnen. Zij zijn sinds 2 juni 2020 beiden voor de helft eigenaar van het pand aan de [adres 2] . Het energiecontract staat sinds 21 augustus 2020 op naam van [naam 5] . [naam 4] en [naam 5] verhuren het pand sinds 2 november 2020 aan [naam 6] . De huur werd iedere maand contant betaald en aan huis gebracht.

Op 25 februari 2021 is in het pand een hennepkwekerij aangetroffen met 2.926 hennepplanten. De planten waren op dat moment zeven à acht weken oud.

[verdachte] was vanaf 19 februari 2021 dagelijks gedurende enkele uren in het pand te vinden. Bij het verlaten van het pand sloot hij hek slotvast af.

Zijn DNA is aangetroffen op een washandschoen in de ruimte waarin de watervoorziening van de kwekerij zat en op een zaklamp in de gang van de plantage.

De rechtbank leidt uit dit alles af dat [verdachte] een leidende en cruciale rol heeft gehad door met [naam 4] en/of [naam 5] zaken te doen en het pand te vinden waarin gekweekt kon worden. [naam 4] en [naam 5] hadden het pand aan de [adres 2] en [naam 6] werd ingezet als katvanger voor de huur daarvan. [verdachte] verrichtte werkzaamheden in het pand, zogenaamd om systeemplafonds te verwijderen, maar feitelijk in de hennepkwekerij. De rechtbank concludeert dat [verdachte] de hennepkwekerij exploiteerde en komt in combinatie met het schakelbewijs tot een bewezenverklaring van dit feit.

Feit 2

Dat de stroom illegaal werd afgenomen is de gebruikelijke gang van zaken bij de kwekerijen die verdachte met zijn mededaders exploiteerde. De rechtbank is daarom van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte ten behoeve van het telen van hennep met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening stroom heeft weggenomen.

4.4.3.10 [adres 3] (zaaksdossier 11)

Feiten 1 en 2

De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder 1 en 2 op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

4.4.3.11 [adres 4] (zaaksdossier 9)

Feit 1

[verdachte] heeft ter zitting verklaard dat hij enkele keren in het pand aan de [adres 4] geweest, in het houtbewerkingsbedrijf van [naam 7] . Dat bedrijf bevond zich op de begane grond. [verdachte] tracht daarmee - vergeefs wat de rechtbank betreft - een verklaring te geven voor van hem aangetroffen sporen, zoals DNA op een oranje werkhandschoen van het type dat veelvuldig in de kwekerijen in dit dossier te vinden is en een kettingzaag met zijn naamlabel daaraan.

De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig.

[verdachte] is regelmatig bij het pand gezien tijdens de observaties. Alle aangetroffen handschoenen, dus ook die met het DNA van [verdachte] , zijn aangetroffen op de bovenverdieping waar de kwekerij was en niet beneden, waar het houtbewerkingsbedrijf zat. (Bij dat houtbewerkingsbedrijf kunnen overigens ook vraagtekens gezet worden gelet op de daarin aangetroffen tank met rode diesel en het daarmee verbonden aggregaat, beide in verband te brengen met hennepteelt.)

De rechtbank wijst er nog wel op dat het dossier geen stukken bevat waarin gerelateerd wordt met welke identificerende gegevens de (sporen op) de handschoenen werden ingezonden en onderzocht. Maar de combinatie van het relaasproces-verbaal en het NFI-rapport en het feit dat alle handschoenen op de bovenverdieping werden aangetroffen, brengt de rechtbank tot de conclusie dat buiten redelijke twijfel verheven is dat de handschoen met [verdachte] ’s DNA in de kwekerij is gevonden.

De rechtbank verwerpt het door [verdachte] geschetste scenario daarom als ongeloofwaardig.

Over de observaties overweegt de rechtbank verder nog het volgende. De Fiat Doblo met kenteken [kenteken 2] , waar [verdachte] gebruik van heeft gemaakt in de periode tussen 23 maart en 6 april 2022, is op tien bijna achtereenvolgende dagen het terrein van de [adres 4] opgereden, waarna [verdachte] gedurende circa twee uur in het pand heeft verbleven alvorens hij het pand weer verliet.

Op 9 mei 2022, het moment van aantreffen, waren de hennepplanten bijna volgroeid. Een kweekcyclus neemt tussen de zeven à tien weken in beslag. Gedurende de periode dat deze kweek plaatsvond was [verdachte] veelvuldig gedurende enige tijd in of bij het pand aanwezig.

Daarmee wordt zijn bewering dat hij slechts stekkenleverancier was weerlegd.

De rechtbank is van oordeel, in combinatie met het schakelbewijs, dat [verdachte] in deze kwekerij hennepplanten heeft geteeld en dat hij 1.407 hennepplanten opzettelijk aanwezig heeft gehad.

Feit 2

Dat stroom illegaal werd afgenomen is de gebruikelijke gang van zaken bij de kwekerijen die verdachte exploiteerde. De rechtbank concludeert dat het op zijn minst genomen niet anders kan zijn dan dat hij ten behoeve van het telen van hennep met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening stroom heeft weggenomen.

4.4.3.12 [adres 5] (zaaksdossier 8)

De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder 1 en 2 op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte het feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, aangevuld met de bewijsmiddelen voor medeplegen.

De rechtbank overweegt, in reactie op de verklaring van [verdachte] dat [medeverdachte 7] hierbij niet was betrokken nog het volgende.

De rechtbank is van oordeel dat [verdachte] en [medeverdachte 7] tezamen en in vereniging in deze kwekerij hennepplanten hebben geteeld en dat zij 300 hennepplanten opzettelijk aanwezig hebben gehad. Tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] was sprake van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. [medeverdachte 7] leverde daarvoor een bijdrage van voldoende gewicht. Voor het aanleggen en in werking brengen en houden van de kwekerij was de huur van de woning en het voldoen van de huurpenningen noodzakelijk. Daarvoor zorgde zij. Zij had ook een rol bij de verzorging van de planten. Zij verbleef regelmatig in de woning omdat zij daar haar huisdier hield, was er ook ten tijde van de inval door de politie, had er een slaapkamer, en haar uitgebreide collectie schoenen, kleding en tassen.

Ook is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] tezamen en in vereniging met een onbekend gebleven elektricien opzettelijk elektriciteit heeft weggenomen. [verdachte] heeft verklaard dat hij een elektricien heeft laten komen om de elektriciteitsvoorziening aan te leggen. Hij heeft daarvoor opdracht gegeven en wist dat de elektriciteit illegaal werd weggenomen.

4.4.3.13 [adres 6] (zaaksdossier 10)

De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder 1 op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte het feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

4.4.3.14 [adres 7] (zaaksdossier 1)

Feiten 1 en 2

De rechtbank volgt de officier van justitie en verdediging in hun standpunten dat voor bewezenverklaring van deze feiten onvoldoende bewijs is en zal verdachte daarvan vrijspreken.

4.4.3.15 Uitoefening van een beroep of bedrijf

De rechtbank komt tot bewezenverklaring van een hennepstekkerij, drie hennepkwekerijen en een hennepdrogerij. De gehele keten van stek tot eindproduct werd dus door verdachte en zijn mededaders bestreken. De capaciteit van de hennepkwekerijen tezamen was aanzienlijk. In totaal was sprake van 4.558 hennepplanten, 7.904 hennepstekken en 11,3 kilogram hennep en werden er kweekruimten aangetroffen waar al was geoogst. Dat betekent dat ook derden moeten zijn ingeschakeld om daarbij te helpen, hetgeen ook in chats wel wordt benoemd als er over knippers wordt gesproken (Voetnoot 2). De teeltprocessen geschiedden in afzonderlijke, daarvoor ingerichte ruimtes onder gecontroleerde condities en deels geautomatiseerd met behulp van technische middelen, kennelijk ter optimalisering van het teeltproces en minimalisering van de daarvoor van de telers vereiste inspanningen. De kweekruimtes waren op professionele wijze aangelegd, waaruit kan worden afgeleid dat ze waren opgezet met de bedoeling daarin verschillende keren te oogsten. Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat sprake is van hennepteelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.

4.4.4

Feit 3

4.4.4.1 Het juridisch kader

Voor bewezenverklaring van wat als feit 3 is ten laste gelegd, deelneming aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 11b Opiumwet, moet worden vastgesteld dat:

sprake is geweest van een organisatie

die organisatie tot oogmerk heeft gehad het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 11 van de Opiumwet, en

verdachte aan die organisatie heeft deelgenomen.

4.4.4.2 Vaststelling van feiten

Alle hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden (en de daaraan ten grondslag liggende bewijsmiddelen en overwegingen) betrekt de rechtbank bij de bewijsvraag van het ten laste gelegde onder 3. Als bewijsmiddel is verder het samenvattende proces-verbaal uit het zaaksdossier crimineel samenwerkingsverband artikel 11b Opiumwet gebruikt. Dit proces-verbaal is een correcte samenvatting van alle in de daarin opgenomen voetnoten aangeduide brondocumenten. De rechtbank neemt ook hier alle conclusies van de verbalisant over en maakt deze tot de hare.

4.4.4.3 Overwegingen en conclusie

De rechtbank heeft hiervoor vastgesteld dat verdachte in een periode van twee jaren samen met anderen bij de hennepteelt en diefstal van stroom betrokken is geweest. Daarbij ging het om (grote hoeveelheden) hennep die bedrijfsmatig werd(en) geteeld. Het bedrijfsmatige karakter bleek niet alleen uit de wijze waarop de kwekerijen waren ingericht maar uit de gehele organisatie die de complete keten van stekken naar oogst omvatte. Er was een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband waarvan onder andere de broers [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [verdachte] en [medeverdachte 3] deel uitmaakten. [verdachte] en [medeverdachte 1] hadden een regelende en sturende rol, zij onderhielden contact over opbouw van kwekerijen, levering van stekken, waarvoor [verdachte] zorgde, en over het oogsten. De broers en [verdachte] woonden in dezelfde straat, de [adres 18] , [medeverdachte 3] daar vlakbij. Hun levens waren met elkaar verbonden door het delen van woningen, tuinen en auto’s. Ook partners ( [medeverdachte 6] van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] van [verdachte] ) werden ingezet. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] verichtten de uitvoerende werkzaamheden. Alle verdachten wisten dat het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 11 Opiumwet en diefstal van stroom het doel was.

De rechtbank is van oordeel dat sprake was van een organisatie als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet met als oogmerk het beroeps- en bedrijfsmatig telen van hennep en het aanwezig hebben van hennep. [verdachte] heeft als leverancier van hennepstekken en als adviseur en uitvoerder aan deze organisatie deelgenomen. De rechtbank acht het tenlastegelegde onder 3 dan ook wettig en overtuigend bewezen.

4.4.5

Schakelbewijsoverweging

De rechtbank maakt voor de bewezenverklaring gebruik van zogenoemd schakelbewijs. Dit is een wijze van bewijsvoering waarbij voor de bewezenverklaring van een feit mede redengevend wordt geacht de - uit één of meer bewijsmiddelen blijkende - omstandigheid dat de verdachte bij één of meer andere strafbare feiten betrokken was. Daarbij is ten minste vereist dat de wijze waarop de onderscheidene feiten zijn begaan op essentiële punten overeenkomt. Daarvan is in deze zaak sprake. Het bewijsmateriaal voor de feiten vertoont op essentiële punten belangrijke overeenkomsten of kenmerkende gelijkenissen en duidt op een herkenbaar en gelijksoortig patroon in de handelingen van verdachte en de medeverdachten.

De rechtbank is van oordeel dat de redengevende feiten en omstandigheden met betrekking tot de afzonderlijke zaken, voor (het medeplegen van) elk van de kwekerijen en de diefstal van stroom en voor het crimineel samenwerkingsverband, voldoende wettig en overtuigend bewijs opleveren. In samenhang bezien versterken die feiten en omstandigheden bovendien het bewijs in elk van die zaken en in zoverre zijn deze over en weer redengevend omdat de wijze waarop de onderscheidene feiten zijn begaan op essentiële punten overeenkomen.

De volgende overeenkomsten van in de panden aangetroffen voorwerpen, gebruikte auto’s en andere omstandigheden zijn van belang:

verwijzingen naar nazi-Duitsland, anti-politieleuzen en symbolen bij de [adres 2] , [adres 19] en [adres 20]

bigshoppers met zonnebloemmotief bij de [adres 2] , [adres 6] , [adres 5] en [adres 18] zowel op nummer [adres 3] als op nummer [adres 1]

oranje werkhandschoenen waarbij in twee van de drie gevallen een stekkerdoos was opgehangen in een van de handschoenen aan de [adres 5] , [adres 4] en [adres 3]

potaarde in (volle) zwarte sporttassen waarbij in twee gevallen, waar de originele zakken zijn aangetroffen, het merk identiek was aan de [adres 5] , [adres 6] en [adres 3]

rode diesel: met een dieselgenerator verbonden vaten met 750 liter aan de [adres 4] en vier opslagtanks met rode diesel aan de [adres 6]

diefstal elektriciteit ten behoeve van de kwekerijen

katvangers en/of dekmantels voor de huur van panden, zoals [naam 6] aan de [adres 2] en [medeverdachte 7] aan de [adres 5] en [adres 6]

gebruik van auto’s op naam van katvangers, zoals [naam 3] en [naam 2] .

Voor verdachte [verdachte] is daarbij nog het volgende van belang.

[verdachte] kweekte op grote schaal moederplanten waarvan hij de stekken leverde ten behoeve van de kwekerijen. Hij gaf advies aan [medeverdachte 1] ( [gebruikersnaam 2] ) over de stroomvoorziening, over de lengte van een slang voor de ‘opticimate’ en regelde iemand voor de diefstal van stroom: ‘dievstroom’. Hij regelde hennepknippers, haalde hennep op bij [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] en had een afnemer die hennep wilde kopen waarbij [verdachte] en [medeverdachte 1] over de prijs overleggen, [verdachte] [medeverdachte 1] instrueert om vijf kilo hennep in strijkzakken en in ‘die groene tas’ te doen.

4.5

De bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:

1.

hij in de periode van 1 mei 2020 tot en met 9 mei 2022 te Enschede, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), (telkens) in de uitoefening van een beroep of bedrijf,

-in een pand aan de [adres 3] en

-in een pand aan de [adres 5] ,

telkens opzettelijk een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan heeft geteeld en opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep (waaronder hoeveelheden van 7904 hennepstekken en 225 hennepplanten en 300 hennepplanten), zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;

en

hij in de periode van 1 mei 2020 tot en met 9 mei 2022 te Hengelo en Enschede, (telkens) in de uitoefening van een beroep of bedrijf,

-in een pand aan de [adres 2] en

-in een pand aan de [adres 4] en

-in een pand aan de [adres 6] en

(telkens) opzettelijk een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan heeft geteeld en opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep (waaronder hoeveelheden van (ongeveer) 2926 hennepplanten en 1407 hennepplanten en 11,3 kg hennep), zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,

2.

hij in de periode van 31 december 2020 tot en met 9 mei 2022 te Hengelo en te Enschede, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit toebehorende aan [bedrijf 1] B.V., een ander dan verdachte, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) het weg te nemen goed, onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van verbreking;

3.

hij in de periode van 1 maart 2019 tot en met 9 mei 2022 in Nederland, als leverancier van hennepstekken en als adviseur en als uitvoerder, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten van hem, verdachte, en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven, te weten

- misdrijven als bedoeld in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet, en/of

- misdrijven als bedoeld in artikel 11a van de Opiumwet, te weten het voorbereiden of

bevorderen van een feit als bedoeld in het derde en vijfde lid van artikel 11.

De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5
De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 47 en 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en artikelen 3, 11 en 11b van de Opiumwet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:

feit 1

het misdrijf: medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd

en

medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd;

en

het misdrijf: het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd

en

het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd;

feit 2

het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, meermalen gepleegd;

feit 3

het misdrijf: deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 11, derde lid en vijfde lid en artikel 11a van de Opiumwet.

6
De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7
De op te leggen straf of maatregel
7.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden, met aftrek van de tijd die hij in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

7.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft verzocht er rekening mee te houden dat er gedurende een langere periode sprake was van elektronische controle als schorsingsvoorwaarde, waarbij de raadsman acht maanden elektronische controle gelijkstelt aan vier maanden vrijheidsbeneming. Ook heeft de raadsman aangevoerd dat rekening moet worden gehouden met het aanzienlijke tijdsverloop tussen het moment van aanhouding en de inhoudelijke behandeling van de zaak. Hij heeft bepleit een taakstraf te combineren met een (voorwaardelijke) gevangenisstraf.

7.3

De gronden voor een straf of maatregel

Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.

- De aard en de ernst van de gepleegde feiten

Verdachte heeft zich in een periode van meerdere jaren schuldig gemaakt aan deelneming aan een crimineel samenwerkingsverband dat het plegen van hennepgerelateerde misdrijven tot oogmerk had, te weten het telen van hennep op verschillende locaties in Twente en diefstal van elektriciteit en heeft zich ook schuldig gemaakt aan het medeplegen van die misdrijven waarbij de hennepkweek bedrijfsmatig plaatsvond in grote hoeveelheden.

Verdachte leverde stekken en gaf adviezen aan [medeverdachte 1] , die zijn zakenpartner was. Daarnaast hield hij zich op grote schaal bezig met de teelt van en handel in hennep. De woning van zijn vader werd gebruikt voor zijn hennepstekkerij. Op de dag van zijn aanhouding werden daar ruim 7.900 stekken aangetroffen. De teelt van hennep vond plaats in woningen en bedrijfspanden die werden gehuurd door katvangers, veelal afkomstig uit het netwerk van verdachte. Verdachte zette daar onder andere zijn toenmalige partner, medeverdachte [medeverdachte 7] , voor in. De borg en huur werden vaak contant betaald en de elektriciteit illegaal afgenomen. Kenmerkend voor de kwekerijen van het samenwerkingsverband was niet alleen een hoge mate van professionaliteit, maar ook de aanwezigheid van anti-politieleuzen en teksten en symbolen die verwijzen naar nazi-Duitsland.

De werkwijze van het criminele samenwerkingsverband en van verdachte, die daar volop aan deelnam, getuigt van een totaal gebrek aan respect voor wetten, regels, gezag en het welzijn van anderen. Verdachte heeft zijn eigen financiële belangen voorop gesteld en geen oog gehad voor de maatschappelijke problemen die de teelt van en handel in hennep veroorzaken. De verslavende werking van softdrugs kan allerlei problemen teweegbrengen bij de gebruikers en hun omgeving, zoals gezondheidsschade, (vermogens)criminaliteit en verloedering van leefomgevingen. Diefstal van elektriciteit levert netbeheerders niet alleen financiële schade op, maar vergt van hen ook de nodige tijd en inspanningen om de schade voor elke locatie in kaart te brengen en te verhalen. De rechtbank rekent verdachte zwaar aan dat hij hieraan in deze mate heeft bijgedragen.

Verdachte heeft zich tot aan de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak op zijn zwijgrecht beroepen en ter zitting een deels bekennende verklaring afgelegd. Daarmee heeft hij op de rechtbank vooral een berekenende indruk gemaakt. De rechtbank heeft niet de indruk gekregen dat verdachte verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen en inzicht toont in de gevolgen daarvan.

- De persoon van verdachte

Bij het bepalen van de strafmaat houdt de rechtbank rekening met het strafblad van verdachte van 14 april 2025 waaruit blijkt dat hij eerder voor een Opiumwetfeit en diefstal van elektriciteit is veroordeeld, waarbij ook een ontnemingsvordering aan de orde was, en dat artikel 63 Sr van toepassing is.

Het meest recente over verdachte opgemaakte reclasseringsrapport van Reclassering Nederland van 19 mei 2025 bevat deels passages uit de eerder opgemaakte rapporten in deze zaak en beschrijft het verloop van het toezicht tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis. Het rapport houdt in dat de reclassering door de proceshouding van verdachte en zijn beperkte openheid het risico op recidive niet kan inschatten. Verdachte heeft geen hulpvragen en geen vertrouwen in justitie en de reclassering. Het advies is om bij een veroordeling een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.

- De redelijke termijn van berechting

De rechtbank stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. De inverzekeringstelling van de verdachte dient als een zodanige handeling te worden aangemerkt.

Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling op zitting moet zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van de zaak, de invloed van de verdachte en/of zijn raadsman op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.

De rechtbank overweegt over de aanvang van de redelijke termijn en het procesverloop in deze zaak het volgende. Verdachte is in verzekering gesteld op 9 mei 2022. Op die dag is de redelijke termijn aangevangen. Het eindvonnis wordt gewezen op 11 juli 2025. Dat is drie jaar en twee maanden later. De rechtbank is van oordeel dat zich in deze zaak verschillende bijzondere omstandigheden voordoen. Het gaat om een omvangrijk onderzoek met acht verdachten. Hun berechting heeft gelijktijdig plaatsgevonden. Op 13 november 2023 heeft een regiezitting plaatsgevonden, waarna op verzoek van de verdediging door de rechter-commissaris veel getuigen zijn gehoord. Vanaf november 2024 is geprobeerd om de inhoudelijke behandeling van de zaak te plannen. Door de vele verhinderdatums die door de verdediging werden opgegeven kon de behandeling pas zeven maanden later, in juni 2025, plaatsvinden. Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat er geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn.

- De op te leggen straf

Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van dertig maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden is.

Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

- De voorlopige hechtenis

De rechtbank zal het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen met ingang van heden. Het bevel is met ingang van 11 november 2022 geschorst en verdachte heeft zich sindsdien aan de voorwaarden gehouden. De rechtbank is van oordeel dat er geen grond meer is om de voorlopige hechtenis te laten voortduren.

7.4

De inbeslaggenomen voorwerpen

7.4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de in beslag genomen Volkswagen Touran met kenteken [kenteken 4] en een bigshopper verbeurd dienen te worden verklaard nu met deze goederen de feiten zijn gepleegd. Ten aanzien van de in beslag genomen telefoon verzoekt de officier van justitie het beslag te handhaven.

7.4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich ten aanzien van de Volkswagen Touran en de bigshopper gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsman heeft verzocht de telefoon terug te geven aan verdachte, nu deze telefoon niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer.

7.4.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank is van oordeel dat de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst vermelde voorwerpen onder 1 de inbeslaggenomen Volkswagen Touran met kenteken [kenteken 4] en de onder 18 inbeslaggenomen bigshopper met zonnebloemmotief (zonnebloempitten is een kennelijke verschrijving) verbeurd moet worden verklaard, omdat het voorwerpen betreffen met betrekking tot welke de feiten zijn begaan. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte, waarbij de rechtbank opmerkt dat door de verdediging geen draagkrachtverweer is gevoerd en ook overigens niet is gebleken dat de financiële draagkracht van verdachte ontoereikend is. De rechtbank zal de teruggave aan de verdachte gelasten van de onder 17 inbeslaggenomen Apple telefoon, nu deze telefoon niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

8
De schade van de benadeelde
8.1

De vorderingen van de benadeelde partij

[adres 7]

[bedrijf 1] BV heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 13.917,79, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:

- netwerkkosten elektriciteit € 866,60

- verbruik elektriciteit € 25.871,74

- kosten netmeting € 359,63

- uurtarief inspecteur (dag) € 300,00

- vooronderzoek en dossieraanleg € 62,37

- dossierverwerking en aangifte € 124,76

- opmaken factuur € 83,19

- afhandelingskosten € 124,76

- elektriciteitsmeter 3 fase € 42,53

totaal € 27.835,58

betaald door debiteur i.v.m. heraansluiting € 13.917,79

nog te vorderen € 13.917,79.

[adres 4]

[bedrijf 1] BV heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 6.251,68, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:

- administratiekosten € 407,40

- 1 fase kWh meter slim € 57,54

- gasmeter G4 € 44,80

- verbruik elektriciteit € 4.849,10

- uurtarief inspecteur (4 uren) € 312,00

- uurtarief monteur (3 uren) € 210,00

- netmeting € 370,84.

8.2

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [bedrijf 1] die betrekking heeft op de [adres 4] in het geheel kan worden toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat [bedrijf 1] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering die betrekking heeft op [adres 7] gelet op de gevorderde vrijspraak van het onder 2 tenlastegelegde.

8.3

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich, gelet op de bepleite vrijspraak, op het standpunt gesteld dat [bedrijf 1] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vorderingen.

8.4

Het oordeel van de rechtbank

[adres 7]

De vordering heeft betrekking op het onder 2 ten laste gelegde. Omdat verdachte van dit feit ten aanzien van de locatie [adres 7] wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.

[adres 4]

Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde onder 2 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 6.251,68, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. De rechtbank gaat daarbij uit van de datum waarop de betreffende hennepkwekerij door de politie is aangetroffen, te weten 9 mei 2022.

8.5

De schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.

De rechtbank zal niet overgaan tot het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel, nu de benadeelde partij als onderneming over zelfstandige invorderingsmogelijkheden beschikt.

9
De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 33, 33a en 57 van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

10
De beslissing

De rechtbank:

bewezenverklaring

- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;

- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;

strafbaarheid feiten

- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;

- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:

feit 1

het misdrijf: medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd

en

medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd;

en

het misdrijf: het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd

en

het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd;

feit 2

het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, meermalen gepleegd;

feit 3

het misdrijf: deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 11, derde lid en vijfde lid en artikel 11a van de Opiumwet;

strafbaarheid verdachte

- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde;

straf

- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig (30) maanden;

- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

schadevergoeding

- [adres 7]

- bepaalt dat de benadeelde partij [bedrijf 1] BV (feit 2) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;

- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;

- [adres 4]

- wijst de vordering van de benadeelde partij [bedrijf 1] BV toe tot een bedrag van

€ 6.251,68 (bestaande uit materiële schade);

- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [bedrijf 1] BV (feit 2): van een bedrag van € 6.251,68, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 mei 2022;

- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;

de in beslag genomen voorwerpen

- verklaart verbeurd de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 1 (Volkswagen Touran met kenteken [kenteken 4] ) en 18 (bigshopper met zonnebloemmotief);

- gelast de teruggave van het op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerp onder nummer 17, te weten een Apple telefoon;

opheffing bevel voorlopige hechtenis

- heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden.

Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.M. Miltenburg, voorzitter, mr. P. van Kesteren en

mr. A.M.G. Ellenbroek, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2025.

Bijlage bewijsmiddelen

Leeswijzer

Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.

Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland, districtsrecherche Twente, met nummer ON2R021044 en onderzoeksnaam Agaran21. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.

Van een aantal bewijsmiddelen worden, vanwege de omvang ervan, (redengevende delen uit) het integrale proces-verbaal aangehecht aan het vonnis, achter deze bijlage en deze maken daarmee ook deel uit van het vonnis.

De bewijsmiddelen worden in onderlinge samenhang voor alle feiten gebruikt.

Per zaaksdossier en/of kwekerij worden de specifiek daarop betrekking hebbende bewijsmiddelen opgenomen.

Voor zover in de bewijsmiddelen passages staan die als conclusies van verbalisanten zouden kunnen worden gekwalificeerd, zijn dit conclusies die naar het oordeel van de rechtbank op goede gronden getrokken zijn en neemt de rechtbank deze over en maakte deze tot de hare.

Identificatie van de Encrochat-accounts

De processen-verbaal van identificatie en verdieping identificatie zijn aan deze bewijsmiddelenbijlage gehecht. De rechtbank volstaat hier met een opsomming van die processen-verbaal uit het dossier:

Het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2022, betreft “proces-verbaal van identificatie [gebruikersnaam 2] ”, pagina’s 46 - 51, Encrochat-dossier),

Het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2022, betreft “proces-verbaal verdieping van identificatie [gebruikersnaam 2] ”, pagina’s 67 - 72, Encrochat-dossier),

Het proces-verbaal van bevindingen van 9 september 2022, betreft “proces-verbaal van identificatie [gebruikersnaam 3] ”, pagina’s 52 - 58, Encrochat-dossier),

Het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2022, betreft “proces-verbaal van verdieping identificatie [gebruikersnaam 3] ”, pagina’s 73 - 78, Encrochat-dossier),

Het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2022, betreft “proces-verbaal van identificatie [gebruikersnaam 1] ”, pagina’s 59 - 66, Encrochat-dossier),

Het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2022, betreft “proces-verbaal van verdieping identificatie [gebruikersnaam 1] ”, pagina’s 79 – 84, Encrochat-dossier).

Identificatie van de aliassen

Het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2022, betreft “proces-verbaal van gebruik schuilnaam [alias 11] door [medeverdachte 2] ”, pagina’s 93 - 95, Encrochat-dossier),

Het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2022, betreft “proces-verbaal van gebruik schuilnaam [alias 12] door [medeverdachte 3] ”, pagina’s 96 – 100, Encrochat-dossier).

Analyse telefoon

Het proces-verbaal van bevindingen van 13 september 2022, betreft “proces-verbaal van analyse iPhone 11 pro max [medeverdachte 1] ”, met bijlagen, pagina’s 550 – 595,

zaaksdossier 1).

Het proces-verbaal van bevindingen van 27 september 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 838 - 840, algemeen dossier):

Gegevens van de onderzochte telefoon

Merk en type: iPhone 12 pro

Last used MSISDN: + [telefoonnummer 4]

Aantreffen van de telefoon

Deze telefoon is op 9 mei 2022 in beslag genomen bij de actiedag van onderzoek

Agaran21. Deze telefoon lag in de woning aan de [adres 9] , in een slaapkamer naast het bed op de grond. In die woning was op die dag [medeverdachte 2] als enige persoon aanwezig.

Gebruiker van de telefoon

Uit de inhoud van het toestel is op te maken dat het toestel vermoedelijk in gebruik is bij

[medeverdachte 2] . Dit blijkt onder andere uit:

- Aan dit toestel is een Apple ID gekoppeld met de naam: [e-mailadres 1]

- De 'device name' van het toestel is: [medeverdachte 2] .

Het proces-verbaal van bevindingen van 12 mei 2022, betreft “proces-verbaal van analyse iPhone X”, met bijlagen, pagina’s 336 – 346, zaaksdossier 3),

Het proces-verbaal van bevindingen van 27 september 2022, betreft “proces-verbaal van analyse iPhone 11”, met bijlagen, pagina’s 184 – 190, zaaksdossier 5.

Verklaring verdachte

Het proces-verbaal van de terechtzitting van 6 juni 2025, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte:

Ik heb gebruik gemaakt van het voertuig Fiat Doblo met kenteken [kenteken 2] op naam van [naam 3] . Ook heb ik gebruik gemaakt van de Volkswagen Touran met kenteken [kenteken 3] op naam van [naam 2] . Het klopt dat ik vanaf 3 juni 2017 geen voertuig op naam had staan. Ik had geen eigen voertuig nodig. Later, vanaf 2022 wilde ik niet dat bij een ontdekking van een hennepkwekerij mijn auto in beslag werd genomen.

Ik heb gebruik gemaakt van het Encrochat-account [gebruikersnaam 1] .

[adres 2]

Het klopt dat ik vanaf 19 februari 2021 een aantal dagen achter elkaar in het pand aan de [adres 2] ben geweest. Ook klopt het dat mijn DNA op het koord van de zaklamp en op de washandschoen is aangetroffen die in het pand zijn aangetroffen. [adres 3]

De op 9 mei 2022 aangetroffen hennepkwekerij en hennepstekkerij in de woning aan de [adres 3] zijn van mij. Ik ben hiervoor verantwoordelijk. Ik heb gehandeld in stekken en ook geleverd. Ik heb iemand ingehuurd om de elektriciteit aan te leggen. Het was in mijn opdracht om de stroom illegaal af te nemen.

[adres 5]

Het klopt dat ik een relatie heb gehad met [medeverdachte 7] in de periode van januari 2020 tot juli 2022. Wij zouden gaan samenwonen aan de [adres 5] . Wij zijn uitgeweken naar deze woning, vanwege de Vlaamse reus van [medeverdachte 7] . [medeverdachte 7] stond op het huurcontract. Ik gaf contant geld aan [medeverdachte 7] om de huur te betalen. Zij betaalde de huur vervolgens via haar bankrekening aan de verhuurder. De op 9 mei 2022 reeds geoogste hennepkwekerij in de woning was van mij. De elektriciteit heb ik door een ander laten aanleggen. Ik heb daartoe opdracht gegeven. Ik wist dat de elektriciteit illegaal werd weggenomen.

[adres 6]

Het klopt dat de op 9 mei 2022 in het pand aan de [adres 6] aangetroffen hennep afkomstig was van de [adres 5] .

[adres 4]

In het pand aan de [adres 4] ben ik enkele keren geweest.

[adres 2] (zaaksdossier 2) feiten 1 en 2

Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij, van 25 februari 2021, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 53 - 81, zaaksdossier 2):

Controle kadaster

Het adres [adres 2] , [adres 2] , is eigendom van:

Ingangsdatum : 2 juni 2020

Achternaam : [naam 4]

Voornamen : [naam 4]

Ingangsdatum : 2 juni 2020

Achternaam : [naam 5]

Voornamen : [naam 5]

Doorzoeking ter inbeslagneming

Op de [adres 2] , [adres 2] , werd op 25 februari 2021 een doorzoeking ter inbeslagneming uitgevoerd.

Omschrijving aanwijzingen hennepteelt buiten de kweekruimte(n)

Achterin het pand werden meerdere ruimtes aangetroffen. Tussen de linker- en rechterruimte bevond zich een doorgang welke toegang verschafte tot een afgetimmerde inpandige ruimte. Deze inpandige ruimte was afgesloten middels een deur. Achter deze deur bevond zich een gang met aan weerszijden twee deuren. Bij elke deur hing een schakelbord en ander elektrisch apparatuur wat kenmerkend is voor kweekruimtes van een hennepkwekerij.

Kweekruimte 1

In totaal stonden er 736 hennepplanten. Deze planten waren naar schatting 7 tot 8 weken oud.

Kweekruimte 2

In totaal stonden er 736 hennepplanten. Deze planten waren naar schatting 7 tot 8 weken oud.

Kweekruimte 3

In totaal stonden er 736 hennepplanten. Deze planten waren naar schatting 7 tot 8 weken oud.

Kweekruimte 4

In totaal stonden er 718 hennepplanten. Deze planten waren naar schatting 7 tot 8 weken oud.

In alle kweekruimten werd voor de belichting gebruik gemaakt van kunstlicht, geschakeld op tijdklokken. Voor het kweken van de hennepplanten werd gebruik gemaakt van een afgescheiden, afgeschermde en/of verdeelde ruimte, binnen of buiten. De kweekruimte was geïsoleerd met betrekking tot daglicht en temperatuur. De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie. In de kweekruimte werd gebruik gemaakt van verwarming, thermostaat- of computergestuurd. Voor het kweken van de hennepplanten werd gebruik gemaakt van speciaal verrijkte aarde, potgrond. Er werd gebruik gemaakt van CO2 toevoeging.

Vaststelling hennep

Ik constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren.

Elektriciteitsvoorziening

De elektriciteitsvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door de fraude-inspecteur bij de netbeheerder [bedrijf 1] , in mijn aanwezigheid. Hierbij werd geconstateerd dat de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat de elektriciteit voor de meter was aangesloten en dus illegaal werd afgenomen.

Het proces-verbaal van bevindingen van 27 december 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina’s 100 – 103, zaaksdossier 2)

In de hennepkwekerijen aan de [adres 2] , het [adres 19] en aan de [adres 20] zijn teksten en symbolen aangetroffen die verwijzen naar nazi-Duitsland. Op kozijnen, deuren en wanden in de kwekerijen zijn swastika's en symbolen van de Schutzstaffel (SS) afgebeeld, alsmede leuzen als `arbeit macht frei', `mein kampf en `sieg heil'. Ook zijn in de hennepkwekerijen verwensingen aan het adres van de politie aangetroffen, waaronder 'kanker [naam 8] ' en 'gevaar pas op, 380 volt, homo [naam 8] '.

[afbeelding]

Het proces-verbaal van duiding factoren professionaliteit, van 16 februari 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 98 - 99, zaaksdossier 2):

Op 25 februari 2021 werd binnengetreden in het bedrijfspand gelegen aan de [adres 2] . Ik, verbalisant, zag dat er een in werking zijnde hennepkwekerij aanwezig was. Ik, verbalisant, zag dat er sprake was van een hoge mate van professionaliteit. Ik zag dit aan de manier waarop en waarin de hennepplanten werden opgekweekt. De ruimte waarin werd gekweekt was zeer professioneel opgebouwd. Ook de manier waarop geteeld, belicht, verwarmd, bevloeid, geklimatiseerd, werd was zeer professioneel.

Er bleek sprake van een gestuurde installatie ten behoeve van CO2 toevoeging. Deze was

via een bedieningspaneel te bedienen.

Het proces-verbaal van aangifte namens [bedrijf 1] B.V. met bijlagen waaronder een aangifte diefstal/verduistering van 3 maart 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 137 - 175, zaaksdossier 2):

Op 25 februari 2021 werd een hennepkwekerij met diefstal energie aangetroffen in het pand op het adres [adres 2] . Uit onze administratie blijkt dat

[naam 5] in elk geval op het moment van binnentreden op 25 februari 2021 contractant was op genoemd perceel. Uit onderzoek bleek dat er een illegale aansluiting voor de hoofdbeveiliging was gemaakt, op de aansluitleiding in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om liep en de elektrische installatie in het betreffende pand voorzag van elektriciteit. De illegale kabel is buiten de hoofdveiligheid in de aansluitkast van [bedrijf 1] om aangesloten. Door buiten de hoofdbeveiliging om aan te sluiten is er meer vermogen beschikbaar dan contractueel is overeengekomen met de contractant. Om deze aftakking te realiseren is het noodzakelijk geweest de verzegeling van de aansluitkast te verbreken en de kast te openen. De originele zegels zijn verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd. Hiervoor heeft [bedrijf 1] geen toestemming verleend.

Het proces-verbaal van bevindingen van 19 februari 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 21 - 22, zaaksdossier 2):

Tevens werden met mij de gegevens gedeeld van de contractant van de [adres 2]

. Dit betrof [naam 5] , geboortedatum [geboortedatum 2] 1997 contractant sinds 21 augustus 2020.

Het proces-verbaal van bevindingen van 7 april 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 367 - 368, zaaksdossier 2):

Encrochat

In de Encrochat-data van accountnaam [gebruikersnaam 1] is een aanwijzing te vinden die duidt op de betrokkenheid van de gebruiker van het voornoemde account bij de hennepkwekerij aan [adres 2] .

Bevindingen

In de Encrochat-data van het account [gebruikersnaam 1] is een relatie tussen [verdachte] en [naam 4] , de eigenaar van het pand aan de [adres 2] , te zien. Uit het berichtenverkeer tussen de accountnamen [gebruikersnaam 1] en [gebruikersnaam 8] stelt [gebruikersnaam 1] op 18 april 2020 dat hij binnenkort een afspraak heeft met een man genaamd [naam 4] . Deze [naam 4] zou 'zaken' willen doen. Uit het gesprek valt tevens op te maken dat [naam 4] , samen met zijn vriendin, de (staats)loterij heeft gewonnen. In onderstaande tabel staat het desbetreffende berichtenverkeer tussen [gebruikersnaam 1] en [gebruikersnaam 8] weergegeven.

Uit de politiesystemen blijkt dat voornoemde [naam 5] en [naam 4] , de eigenaren van de [adres 2] , op [datum] de staatsloterij van 15 miljoen euro hebben gewonnen.

[afbeelding]

Opvallend is dat [naam 4] en [naam 5] circa twee maanden daarna het pand aan de

[adres 2] op naam hebben gekregen. In dit pand is op 25 februari 2021 een in werking zijnde hennepkwekerij met 2.926 planten aangetroffen.

Het proces-verbaal van bevindingen, van 10 maart 2021, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 32 - 40, zaaksdossier 2):

Ik, verbalisant, heb deze bevindingen gemaakt van de beelden van de camera welke geplaatst is aan de [adres 2] in de periode tussen 19 februari 2021 en 25 februari 2021.

19 februari 21

21:07 uur: Zwarte auto parkeert achter hek. 1 man (NN1) uit voertuig richting witte deur met tasje. Gaat pand binnen. 23.47 uur: De bestuurder komt uit het pand stapt in auto. Rijdt buiten de poort en sloot deze slotvast.

20 februari 2021 13.10 uur: Komt een zwarte Volkswagen Touran [kenteken 1] aanrijden. Rijdt de plas op en gaat voorwaarts met de neus naar links achter VW Golf vervolgens achteruit met achterzijde naar rolluik. Kort daarop gaat de roldeur omhoog.

14.57

uur: Lopen 3 man (NN1, NN2 en NN3) vanuit het pand weg naar de [adres 2] en

vervolgens in de richting van de [adres 21] waar ze uit beeld van de camera lopen.

15.17

uur: Lopen dezelfde 3 man weer terug richting pand. Rolluik blijft dicht dus

vermoedelijk via deur naar binnen.

21 februari 21

16:19 Komt zwarte Touran ( [kenteken 1] ) weer aan rijden. Stapt een man (NN1) uit. 17.32 uur: Komt bestuurder (NN1) Touran uit pand lopen. Stapt in de Touran sluit hek af en rijdt weg.

22 februari 21

21.40

uur: Komt zwarte Volkswagen Touran ( [kenteken 1] ) aanrijden. Bestuurder (NN1) doet hek open en rijdt naar binnen.

24 februari 21

19.40

uur: Zwarte Volkswagen Touran ( [kenteken 1] ) komt aanrijden, NN1 stapt uit als bestuurder en opent het hek.22.05 uur: Volkswagen Touran ( [kenteken 1] ) rijdt weg van het pand, NN1 sluit het hek.

25 februari 21

10.39

uur: NN1 loopt over plas voor pand met smartphone in de hand. Loopt richting [adres 2] kijkt de straat in en tiental seconden later komt grijze Volkswagen Golf ( [kenteken 5] ) aanrijden.

12.59

uur: Collega's arriveren ter plaatse. Hierbij wordt in achterste gedeelte pand een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen.

Personen

NN 1: [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1988 te [geboorteplaats 1] .

[afbeelding]

Afb 3: NN1, Volkswagen Touran [kenteken 1]

Het proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict ( [adres 2] ), van 10 maart 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 91 - 97,

zaaksdossier 2):

Op 25 februari 2021 kwamen wij voor een forensisch onderzoek aan op de locatie [adres 2] , [adres 2] .

Meterkast

Wij zagen stofverstoringen. Wij herkende deze stofverstoringen als verstoringen veroorzaakt

door handschoenen.

Werkplaats 2

- Waterruimte:

Wij zagen vanuit de deuropening, links, een douche. Wij zagen in de douche, ter hoogte van de douchekop, een washandschoen. Deze werd door mij, verbalisant, veiliggesteld (AAOF5964NL).

Hennep kweekruimte

- Gang:

Wij zagen aan de muur, tussen kweekruimte 1 en kweekruimte 2, een zaklamp hangen. Deze zaklamp werd door mij, verbalisant, veiliggesteld (AAOF5959NL).

Sporendragers

SIN : AAOF5964NL

Object : Handschoen

Bijzonderheden : Washandschoen - uit doucheruimte (ruimte met watervoorz.)

SIN : AAOF5959NL

Object : Handlamp

Bijzonderheden : Zaklamp - hing in gang plantage

Het proces-verbaal vooronderzoek lab van 22 april 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 118 - 122, zaaksdossier 2):

In verband met een onderzoek naar een vervaardigen softdrugs (lijst II) te Hengelo werd op verzoek van de Eenheid Oost-Nederland op 21 april 2021 een forensisch onderzoek verricht naar biologische en dactyloscopische sporen aan onderstaande sporendragers.

Sporendragers

SIN : AAOF5964NL

Object : Handschoen

Bijzonderheden : Washandschoen - uit doucheruimte (ruimte met watervoorz.)

SIN : AAOF5959NL

Object : Handlamp

Bijzonderheden : Zaklamp - hing in gang plantage

Onderzoek handlamp met SIN AAOF5959NL

Wij zagen dat het een zwart gekleurde en licht beschadigde zaklamp met onder andere de wit gekleurde opdruk 'www.jachtlamp.nl' met daaraan vast een zwart gek1eurd koord betrof. Ik heb de ruwe delen en het koord van de zaklamp bemonsterd op humaan biologische sporen. Ik, verbalisant, heb het spoor veiliggesteld, gewaarmerkt met SIN AAOG9014NL, verpakt en verzegeld.

Onderzoek handschoen met SIN AAOF5964NL

Wij zagen dat het een licht gekleurde washandschoen met aan de ene zijde stof en aan de andere zijde touw betrof. Ik heb de vingers en de aanzet van de vingers van de schuimzijde van de binnenzijde en de binnenzijde van de manchet separaat bemonsterd op humaan biologische sporen. Ik, verbalisant, heb de sporen veiliggesteld, respectievelijk gewaarmerkt met SIN AAOG9015NL en AAOG9016NL, verpakt en verzegeld.

Sporendragers

SIN : AAOG9014NL

Relatie met SIN : AAOF5959NL

Datum veiligstellen : 21 april 2021 om 14:19 uur

Plaats veiligstellen : Ruwe delen + gehele koord zaklamp

SIN : AAOG9015NL

Relatie met SIN : AAOF5964NL

Datum veiligstellen : 21 april 2021 om 14:49 uur

Plaats veiligstellen : Binnenzijde schuimzijde vingers + aanzet washandschoen

SIN : AAOG9016NL

Relatie met SIN : AAOF5964NL

Datum veiligstellen : 21 april 2021 om 14:53 uur

Plaats veiligstellen : Binnenzijde manchet washandschoen

Een deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoek van drs. B.J. Blankers van 14 mei 2021, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina’s 123 - 128, zaaksdossier 2):

2
Ontvangen materiaal

Ontvangen van: Nederlands Forensisch Instituut

Datum ontvangst: 28 mei 2021

SIN-nummer Beschrijving item

AAOG9014NL Bemonstering ruwe delen en gehele koord zaklamp

AAOG9015NL Bemonstering binnenzijde schuimzijde vingers en aanzet washandschoen

AAOG9016NL Bemonstering binnenzijde manchet washandschoen

4
Interpretatie DNA-resultaten

De resultaten van het vergelijkend DNA-onderzoek zijn weergegeven in Tabel 2.

[afbeelding]

24.

Een deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoek van drs. B.J. Blankers van 27 juli 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina’s 129 - 130, zaaksdossier 2):

Verzocht is om voor verdachte [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1988, met betrekking tot het DNA-mengprofiel verkregen van de bemonstering `ruwe delen en gehele koord zaklamp AAOG9014NL' een berekening van de bewijswaarde uit te voeren.

3
Berekening van de bewijswaarde

Om een uitspraak te doen over het mogelijk aanwezig zijn van DNA van verdachte

[verdachte] in de bemonstering 'ruwe delen en gehele koord zaklamp AAOG9014NL' is de likelihood -ratio (LR) methode toegepast. Daarbij worden de resultaten bezien in het licht van twee, elkaar uitsluitende hypothesen.

Hypothese 1: de bemonstering van het spoor bevat DNA van verdachte [verdachte] en twee onbekende, niet verwante personen.

Hypothese 2: de bemonstering van het spoor bevat DNA van drie onbekende, niet verwante personen.

De resultaten van het onderzoek aan de bemonstering zijn extreem veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is.

[adres 3] (zaaksdossier 12) feiten 1 en 2

25. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 6 juni 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;

25. Het proces-verbaal van aantreffen hennepstekkerij, van 15 juni 2022, met bijlage (pagina’s 157- 161, zaaksdossier 12);

25. Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij, van 15 juni 2022, met bijlagen (pagina’s 163 - 187, zaaksdossier 12);

25. Het proces-verbaal van aangifte namens [bedrijf 1] B.V. met bijlagen van 6 juli 2022 (pagina's 189 - 206, zaaksdossier 12).

25. Het proces-verbaal van bevindingen van 21 juni 2022 (pagina’s 140 – 156, zaaksdossier 12);

25. Het proces-verbaal van bevindingen van 10 augustus 2022,(pagina 246 – 264, zaaksdossier12;

[adres 4] (zaaksdossier 9) feiten 1 en 2

Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij, van 17 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 49 - 52, zaaksdossier 9):

Op 9 mei 2022 stelden wij een onderzoek in op het adres [adres 4] . Op de benedenverdieping zat een [bedrijf 4] . Op de eerste verdieping bevond zich een hennepkwekerij. In kweekruimte 1 stonden in totaal 444 hennepplanten. In kweekruimte 2 stonden 506 hennepplanten en in kweekruimte 3 stonden 457 hennepplanten.

Wij constateerden op grond van onze kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren. De elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij werd illegaal afgenomen.

Wij, verbalisanten, zagen dat er sprake was van een hoge mate van professionaliteit. Wij zagen dit aan de manier waarop en waarin de hennepplanten werden opgekweekt. De ruimtes waarin werd gekweekt waren zeer professioneel opgebouwd. Ook de manier waarop geteeld, belicht, verwarmd, bevloeid, geklimatiseerd, werd was zeer professioneel.

Het proces-verbaal van bevindingen van 31 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina 84, zaaksdossier 10):

Tijdens het ruimen van een hennepkwekerij in een loods aan de [adres 4]

trof het onderzoeksteam vaten aan met hierin een vloeistof. Na later bleek in deze vaten 750 liter aan rode diesel te zitten

Het proces-verbaal van aangifte namens [bedrijf 1] B.V. met bijlagen van 19 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 96 - 113, zaaksdossier 9):

Op 9 mei 2022 werd een hennepkwekerij met diefstal energie aangetroffen in het pand op het adres [adres 4] . Het pand betreft een bedrijfsruimte. Uit onze administratie blijkt dat Mezu Design in elk geval op het moment van binnentreden op 9 mei 2022 contractant was.

Uit onderzoek bleek dat er een illegale aansluiting voor de hoofdbeveiliging was gemaakt, op de aansluitleiding in de hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om liep en de elektrische installatie in het betreffende pand voorzag van elektriciteit. De illegale kabel is buiten de hoofdveiligheid in de aansluitkast van [bedrijf 1] om aangesloten. Door buiten de hoofdbeveiliging om aan te sluiten is er meer vermogen beschikbaar dan contractueel is overeengekomen met de contractant.

Om deze aftakking te realiseren is het noodzakelijk geweest de verzegeling van de aansluitkast te verbreken en de kast te openen. De originele zegels zijn verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd. Hiervoor heeft [bedrijf 1] geen toestemming verleend.

Het proces-verbaal van bevindingen van 4 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 40 - 48, zaaksdossier 9):

De in dit proces-verbaal vermelde tijdstippen van de camerabeelden betreffen de UTC-tijd. Dit betekent dat het werkelijke tijdstip een uur later (wintertijd) is. Na 27-03-2022 zijn de werkelijke tijden twee uur later(zomertijd) dan in de in dit proces-verbaal vermelde tijdstippen. De tijden in dit proces-verbaal zijn de werkelijke tijden.

Om vast te stellen wat er zich bij de Haaksbergerstraat afspeelt is er op 22 maart 2022 een camera geplaatst op de inrit van Haaksbergerstraat te Enschede en daarvan zijn beelden opgenomen en uitgekeken tot 8 april 2022 tot 18:00 uur.

23 maart 2022, tijdstip 18:01:48 uur

Een personenauto merk Fiat type Doblo voorzien van het kenteken [kenteken 2] rijdt de inrit van de [adres 15] op en om 20.11 uur komt de Fiat weer in beeld en rijdt van de oprit af. Uit gegevens van de RDW blijkt het kenteken te zijn afgegeven voor een Fiat type Doblo Cargo, ten name gesteld van [naam 3] , geboren op [geboortedatum 3] 1997. Wonende aan de [adres 22] .

25-03-2022,om 18:10:44 uur. De Fiat Doblo rijdt de oprit van de [adres 15] op.

[afbeelding]

26-03-2022 om 15:53:24 uur. De Fiat Doblo [kenteken 2] rijdt het terrein op en komt achterwaarts terug gereden en wordt geparkeerd op het trottoir. De bestuurder van de Fiat Doblo wordt herkend als [verdachte] . Hij stapt uit de Fiat Doblo.

28-03-2022 om 17:32:18 uur. De Fiat Doblo rijdt het terrein op.

28-03-2022 om 20:09:20 uur. De Fiat Doblo rijdt van het terrein.

29-03-2022 om 17:04:35 uur. De Fiat Doblo rijdt het terrein op.

29-03-2022 om 19:30:17 uur. De Fiat Doblo rijdt het terrein af.

30-03-2022 om 17:15:11 uur. De Fiat Doblo rijdt het terrein op.

31-03-2022 om 18:51:40 uur. De Fiat Doblo rijdt het terrein op.

31-03-2022 om 19:36:31 uur. De Fiat Doblo rijdt het terrein af.

31-03-2022 om 20:02:23 uur. De Fiat Doblo rijdt het terrein op.

31-03-2022 om 21:09:22 uur. De Fiat Doblo rijdt het terrein af.

04-04-2022 om 17:09:21 uur. De Fiat Doblo rijdt het terrein op.

04-04-2022 om 19:13:09 uur. De Fiat Doblo rijdt het terrein af.

05-04-2022 om 16:01:31 uur. De Fiat Doblo rijdt het terrein op.

05-04-2022 om 17:54:33 uur. De Fiat Doblo rijdt het terrein af.

06-04-2022 om 16:35:42 uur. De Fiat Doblo rijdt het terrein op.

Het proces-verbaal van bevindingen van 6 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 255 -260, algemeen dossier):

Fiat Doblo ( [kenteken 2] ) op naam van [naam 3]

[afbeelding]

Het proces-verbaal van bevindingen van 8 juli 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 16 -18, zaaksdossier 9):

De percelen [adres 11] en [adres 4] delen een gemeenschappelijke oprijlaan.

Het proces-verbaal van observatie 24 januari 2022, van 26 januari 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 19 -21, zaaksdossier 9):

Wij hebben, op 24 januari 2022 geobserveerd en daarbij de volgende waarnemingen, bevindingen gedaan en/of handelingen verricht:

[afbeelding]

Het proces-verbaal van observatie 24 januari 2022, van 26 januari 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 19 -21, zaaksdossier 9):

Wij hebben, op 11 februari 2022 geobserveerd en daarbij de volgende waarnemingen, bevindingen gedaan en/of handelingen verricht:

[afbeelding]

[afbeelding]

Het proces-verbaal van observatie 14 maart 2022, van 14 maart 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 26 – 29, zaaksdossier 9):

Wij hebben op 14 maart 2022 geobserveerd en daarbij de volgende waarnemingen, bevindingen gedaan en/of handelingen verricht:

[afbeelding]

Het proces-verbaal van observatie 28 april 2022, van 3 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 176 – 180, algemeen dossier):

Wij hebben op 28 april 2022 geobserveerd en daarbij hebben wij de volgende waarnemingen, bevindingen gedaan en/of handelingen verricht:

[afbeelding]

[afbeelding]

Het proces-verbaal van bevindingen van 6 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 255 – 260, algemeen dossier)

[afbeelding]

[afbeelding]

Het proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict ( [adres 4] ) van 16 mei 2022, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 61 – 72, zaaksdossier 9)

Op 9 mei 2022 kwamen wij voor forensisch onderzoek aan op de locatie [adres 4]

Onderzoek werkplaats

Ter plaatse zijn wij door een grote openstaande bedrijfsdeur het pand binnengegaan.

Achter in de werkplaats stond een metalen constructie als draagconstructie van een hierboven gesitueerde verdieping.

Achter in de hoek, rechts, van dit verlaagde deel stond een tank met daarin een rode

naar brandstof riekende vloeistof. Hierin was een slang gekoppeld met een aggregaat

welke hier nabij stond in een afgetimmerde ruimte. Deze ruimte was voorzien van een

deur en aan de binnenzijde was deze ruimte voorzien van een akoestische isolatie.

Rechts hiernaast was een trap gelegen welke op een verdieping uitkwam boven de

werkplaats.

Onderzoek verdieping

Tijdens het ingestelde onderzoek werd door ons het navolgende bevonden en

waargenomen. Wij zagen bij opkomst van deze verdieping diverse goederen,

afzuiginstallatie, gevulde afvalzakken, tanks deels gevuld met een substantie en zakken

met potaarde. Wij zagen in de afvalzakken diverse oranje kleurige, gedragen en

binnenstebuiten uitgetrokken wegwerphandschoenen (gebruikt) liggen. Deze werden door ons veiliggesteld in daarvoor bestemde ademende zakken en voorzien van de benodigde

gegevens. Aan de wand was een schap bevestigd met daarop diverse maatbekers en een

doos met daarin oranjekleurige wegwerphandschoenen, ongebruikt, van het merk Wurth.

In deze ruimte was een wand gesitueerd met een deur. Na het open van deze deur zagen wij

drie ruimtes welke grotendeels waren gevuld met planten in aarde en kunststof potten. De

wanden, vloer en plafond waren voorzien met kwekerij benodigdheden (isolatie, afzuiging,

verlichting-, ventilatie-, elektriciteit- en bewateringsysteem).

Wij zagen op een gereedschapskar oranje kleurige, gedragen en

binnenstebuiten uitgetrokken wegwerphandschoenen (gebruikt). Deze werden door ons

veiliggesteld in daarvoor bestemde ademende zakken en voorzien van de benodigde

gegevens.

Alle door ons veiliggestelde sporendragers werden door ons gefotografeerd. Deze

sporendragers werden ter plaatse verwerkt op een sporenlijst en voorzien van een SIN

nummer. In overleg met de collega's van de recherche en in afwachting van het verloop

van het tactisch onderzoek, danwel de beslissing van het openbaar ministerie zijn de

veiliggestelde sporendragers in dit onderzoek overgedragen aan de collega's van de

recherche ter plaatse.

[afbeelding]

Het relaas proces-verbaal voor zover inhoudende (pagina 8, zaaksdossier 1) waarbij de rechtbank opmerkt dat de brondocumenten in het dossier lijken te ontbreken:

Uitslag DNA onderzoek:

Op verzoek van het onderzoeksteam Agaran21 zijn [is] door de afdeling Forensisch Opsporing de handschoen AAOF5310NL, aangetroffen in kwekerij aan de [adres 4]

ingestuurd naar het Nederlands Forensisch Instituut voor nader onderzoek.

Een rapport aanvullend DNA-onderzoek van Msc P.W. Sjoukema, deskundige bij het NFI, van 11 januari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina’s 93 - 95, zaaksdossier 9):

[afbeelding]

AAOF5310NL#01 (originele binnenzijde handschoen)

Voor deze berekeningen is aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van vier personen.

Ten aanzien van [verdachte]

DNA-mengprofiel AAOF5310NL#01 is ongeveer 110 miljoen keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van [verdachte] en drie willekeurige onbekende personen, dan wanneer het DNA afkomstig is van vier willekeurige onbekende personen.

Het proces-verbaal dagbesteding van 27 oktober 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina’s 279 - 283, zaaksdossier 9):

Blijkens het handelsregister van de Kamer van Koophandel is [verdachte] sinds 11 november 2020 eigenaar van [bedrijf 3] .

Op verzoek van het onderzoeksteam AGARAN21 heeft het observatieteam op meerdere dagen [verdachte] geobserveerd. Op de volgende dagen hebben er observaties plaatsgevonden op [verdachte] :

[afbeelding]

Tijdens deze observaties zijn geen aanwijzingen gevonden waaruit blijkt [verdachte] tijdens deze (doordeweekse) dagen werkzaamheden heeft verricht voor zijn eenmanszaak [bedrijf 3] . Het merendeel van de tijd was [verdachte] thuis in de woning aan de [adres 18] of was hij fysiek aanwezig bij/ onderweg naar de in onderzoek AGARAN21 ontmantelde henneplocaties:

[adres 6] , [adres 6]

[adres 5] , [adres 5]

[adres 16] , [adres 16]

[adres 4] , [adres 4] .

[adres 5] (zaaksdossier 8) feiten 1 en 2

46. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 6 juni 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;

46. Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 29 mei 2022, met bijlagen, (pagina's 65 - 78, zaaksdossier 8);

Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , met bijlage, van 16 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige (pagina’s 159 – 170), zaaksdossier 8):

V: Aan wie heeft u het betreffende pand verhuurd?

A: Aan [medeverdachte 7] . Op 5 mei 2020 is haar eerste betaling geweest. [medeverdachte 7] betaalt een huur van 720 euro per maand.

V: Is [medeverdachte 7] de enige persoon op het huurcontract?

A: Ja. Dat is ook de enige met wie ik contact heb gehad.

Het proces-verbaal van bevindingen algehele toestand perceel [adres 5] voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 59 -64, zaaksdossier 8):

Op 9 mei 2022 werd in het kader van het Agaran21 onderzoek een doorzoeking gedaan

in het perceel [adres 5] .

Tijdens het betreden van dit perceel werd [medeverdachte 7] (v) geboren

[geboortedatum 4] -1991 te [geboorteplaats 2] aangetroffen. Zij zat/lag op een luchtbed in een slaapkamer op de 2-de verdieping van deze woning.

Op de koel-vries combinatie in de keuken van de [adres 5] werden een aantal foto’s aangetroffen van [medeverdachte 7] . Tevens werd een kentekenbewijs, rijbewijs bankpas, paspoort en diverse poststukken aangetroffen allemaal op naam van [medeverdachte 7] .

Schoenen

In de woning werd in de slaapkamer op de 2-de verdieping (daar waar [medeverdachte 7] werd aangetroffen) een kast aangetroffen vol met dure damesschoenen en laarzen, waaronder collector items van Nike.

Tassen

Tevens werd in deze zelfde slaapkamer een aantal dure damestassen aangetroffen.

Sportkleding

In deze slaapkamer bevond zich ook een rek met (Sport)kleding van de merken Nike, Adidas en Cruyff.

Het proces-verbaal van bevindingen van 2 september 2022, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 178 - 198, zaaksdossier 8 en pagina’s 68-88, zaaksdossier 17):

Ik, verbalisant, onderzocht een op 9 mei 2022 in beslag genomen Iphone 13 Pro Max telefoon. De telefoon is onder [medeverdachte 7] in beslag genomen. Deze telefoon lag in de woning aan de [adres 5] .

1
Gegevens van de onderzochte telefoon

Type: Iphone 13 Pro Max

Apple ID: [e-mailadres 2]

IMEI 1: [IMEI-nummer 2]

IMEI 2: [IMEI-nummer 3]

]MS]: [nummer 1]

Last used MSISDN: + [nummer 2]

Telefoon naam: iPhone van [medeverdachte 7]

11
Opdracht van [verdachte] aan [medeverdachte 7]

Ik zag dat [medeverdachte 7] via Signal een gesprek had met het telefoonnummer + [telefoonnummer 3] dat opgeslagen stond onder de naam ' [gebruikersnaam 6] '. Uit onderzoek blijkt dat dit telefoonnummer werd

gebruikt door [verdachte] . Ik zag dat dit gesprek begon op 9 maart 2022 en eindigde op 31 maart 2022.

[afbeelding]

[afbeelding]

In bovenstaande gesprek stuurde [verdachte] een foto naar [medeverdachte 7] toe. Op die foto is te zien dat, vermoedelijk [verdachte] , een lijn op een groene bak aanwijst. Hij vraagt daarbij op 2 verschillende dagen aan [medeverdachte 7] of zij die bak kan bijvullen met water en of ze er 64ml regulator in kan doen. Mij is ambtshalve bekend dat regulator vloeistof een groeimiddel is dat gebruikt wordt voor hennepkwekerijen.

Ook zijn op de actiedag op 9 mei 2022 soortgelijke groene bakken aangetroffen aan de [adres 3] waar [verdachte] op die dag werd aangehouden.

[adres 6] (zaaksdossier 10) feit 1

51. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 6 juni 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;

51. Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 29 mei 2022, met bijlagen, (pagina's 82 - 83, zaaksdossier 10);

51. Het proces-verbaal van bevindingen van 24 mei 2022, met bijlagen, (pagina’s 111 – 118, zaaksdossier 10);

51. Het proces-verbaal van bevindingen van 31 mei 2022 (pagina 84, zaaksdossier 10);

Diesel

Tijdens de doorzoeking op 9 mei 2022 in de loods aan de [adres 6]

werd door het onderzoeksteam een 4 tal tanks aangetroffen met hierin een onbekende vloeistof. Door het onderzoeksteam werd de brandweer ingeschakeld om te beoordelen wat deze onbekende vloeistof betrof. Door de brandweer werd aangegeven dat het vermoedelijk rode diesel betrof. In deze 4 tanks bleek later 4000 liter rode diesel te zitten. Door het onderzoeksteam werd contact gelegd met de douane. Door de douane werden monsters genomen en hierna werden de tanks met inhoud afgevoerd.

Feiten 1 en 2

Het proces-verbaal van bevindingen verbindingsdossier [verdachte] van 10 augustus 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 591 - 603, algemeen dossier);

In dit proces-verbaal worden relaties gelegd tussen verdachte [verdachte] en een aantal

(aangetroffen) inbeslaggenomen goederen uit woningen, hennepkwekerijen, hennepstekkerij en hennepdrogerijen waarbij het vermoeden bestaat dat [verdachte] de eigenaar is van de

goederen.

Bigshopper met zonnebloem motief

Op 25 februari 2021 is aan de [adres 2] een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. Op camerabeelden en aangetroffen dacty blijkt dat [verdachte] betrokkenheid heeft bij deze kwekerij. In een van de ruimtes werden meerdere bigshoppers met zonnebloem motief aangetroffen.

Op 9 mei 2022, tijdens de actie dag van het onderzoek Agaran21, zijn er in de woning van [verdachte] aan de [adres 1] , in de woning van de vader van [verdachte] aan de [adres 3] , in de woning aan de [adres 5] en in de loods aan de [adres 6] bigshoppers met zonnebloem motief aangetroffen.

Oranje kleurige wegwerp handschoenen

Op 9 mei 2022 werd er tijdens de doorzoeking in de woning aan de [adres 3] op de eerste verdieping in twee slaapkamers een hennepstekkerij en op zolder een reeds geruimde hennepkwekerij aangetroffen.

Op 9 mei 2022 hebben opsporingsambtenaren van de afdeling Forensisch Opsporing een

onderzoek verricht naar de aangetroffen hennepstekkerij in de slaapkamers en de reeds geruimde hennenkwekerij op zolder. Tijdens het onderzoek hebben opsporingsambtenaren van de afdeling Forensisch Opsporing op zolder oranje kleurige wegwerp handschoenen aangetroffen. De opsporingsambtenaren zagen dat een stekkerdoos in een oranje kleurige wegwerp handschoen was geplaatst en in de hennepkwekerij was opgehangen.

Op 9 mei 2022 werd er tijdens actiedag van het onderzoek Agaran21 een reeds geruimde

hennepkwekerij aangetroffen aan de [adres 5] en in werking zijnde

hennepkwekerij met 1407 hennepplanten aan de [adres 4] .

Op 9 mei 2022 hebben opsporingsambtenaren van de afdeling Forensisch Opsporing een

onderzoek verricht naar de reeds geruimde hennepkwekerij aan de [adres 5] en de inwerking zijnde hennepkwekerij aan de [adres 4] . Tijdens het onderzoek hebben opsporingsambtenaren van de afdeling Forensisch Opsporing oranje kleurige wegwerphandschoenen aangetroffen.

De opsporingsambtenaren zagen dat in de reeds geruimde hennepkwekerij aan de [adres 5] een stekkerdoos in een oranje kleurige wegwerp handschoen was geplaatst en in de hennepkwekerij was opgehangen. In de inwerking zijnde hennepkwekerij aan de [adres 4] werden acht (8) oranje kleurige wegwerp handschoenen aangetroffen.

Zakken met potaarde

Op 9 mei 2022 werden er tijdens de doorzoeking in de woning aan de [adres 3] in de hal meerdere volle sportassen aangetroffen. De tassen waren gevuld met zakken met potaarde, welke nog dicht en ongebruikt waren. Op de overloop werd een groene rugtas welke ook was gevuld met een zak met potaarde aangetroffen. Ook deze zak met potaarde was nog dicht en ongebruikt. In het middelste slaapkamer, alwaar een hennepstekkerij was aangetroffen, werden meerdere zakken met potaarde aangetroffen die nog dicht en ongebruikt waren. Op zolder, alwaar een reeds geruimde hennepkwekerij was aangetroffen, werden meerdere lege zakken, waar potaarde in had gezeten, aangetroffen. Op 9 mei 2022 werden tijdens de doorzoeking aan de [adres 5] lege zakken, waar potaarde in zat, aangetroffen. De aangetroffen lege zakken lagen in een afval zak in de kwekerij. Ook werden er tijdens de doorzoeking aan de [adres 6] volle sportassen met zakken met potaarde aangetroffen.

Feit 3

Het proces-verbaal van bevindingen van 15 september 2022, betreft “Rolverdeling tussen [gebruikersnaam 2] , [gebruikersnaam 3] en [medeverdachte 3] / [alias 12] in Encrochat”, (pagina’s 199 - 208, Encrochat), dit proces-verbaal van bevindingen zal aan de bewijsmiddelenbijlage worden gehecht.

Het proces-verbaal van bevindingen van 15 september 2022, betreft “Rolverdeling tussen [gebruikersnaam 2] en [gebruikersnaam 1] ”, (pagina’s 209 - 215, Encrochat), dit proces-verbaal van bevindingen zal aan de bewijsmiddelenbijlage worden gehecht.

Het proces-verbaal van bevindingen van 15 september 2022, betreft “Intimidatie, geweld en vuurwapenbezit in Encrochat”, (pagina’s 221 - 224, Encrochat), dit proces-verbaal van bevindingen zal aan de bewijsmiddelenbijlage worden gehecht.

Het proces-verbaal van bevindingen van 15 september 2022, betreft “Contante betalingen, verhulling en ongebruikelijk bezit in Encrochat”, (pagina’s 225 - 231, Encrochat), dit proces-verbaal van bevindingen zal aan de bewijsmiddelenbijlage worden gehecht.

Het proces-verbaal van bevindingen van 13 september 20222, betreft “Analyse (iPhone 11 pro Max [medeverdachte 1] ”, met bijlagen, (pagina’s 550 – 595, zaaksdossier 1), dit proces-verbaal van bevindingen zal aan de bewijsmiddelenbijlage worden gehecht.

Het proces verbaal van bevindingen nummer 1013 van 6 december 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 1 – 12, zaaksdossier crimineel samenwerkingsverband artikel 11b Opiumwet)

BEVINDINGEN

1. ORGANISATIEOMSCHRIJVING

De kern van dit criminele samenwerkingsverband lijkt te bestaan uit:

[medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum 5] 1989;

[medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 6] 1994;

[medeverdachte 3] , geboren op [geboortedatum 7] 2001;

[verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1988.

[medeverdachte 1] treedt in deze organisatie op als hoogste leidinggevende; andere personen rapporteren aan hem en nemen opdrachten van hem aan. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] kunnen worden gezien als de medewerkers van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] en [verdachte] lijken in communicatie op gelijkwaardige manier met elkaar om te gaan en kunnen derhalve meer gezien worden als zakenpartners. In het onderzoek zijn aanwijzingen gevonden dat [verdachte] op zijn beurt weer opdrachten aan andere personen toebedeelt.

Naast de samenwerking op crimineel vlak, zijn voornoemde kernleden ook op familiair, zakelijk en geografisch gebied nauw verweven:

[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn broers.

• De verdachten maken gebruik van elkaars woningen en voertuigen. [medeverdachte 3] is

tijdens de actiedag op 9 mei 2022 in bed aangehouden in de woning van [medeverdachte 2]

, terwijl [medeverdachte 2] is aangehouden in de woning van [medeverdachte 1] . Bovendien

maken [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] gebruik van dezelfde

voertuigen.

• Zowel [medeverdachte 2] als [medeverdachte 3] staan op de loonlijst van [bedrijf 5] , een onderneming van [medeverdachte 1] .

[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [verdachte] wonen in de [adres 18] , op niet meer dan 100 meter van elkaar. [medeverdachte 3] staat ingeschreven in een woning aan de [adres 23] , op hemelsbreed 150 meter afstand van de overige woonadressen.

2. ROLBESCHRIJVING EN BETROKKENHEID BIJ FASES CRIMINEEL PROCES

HENNEPTEELT

Op basis van het procesmodel "Georganiseerde Hennepteelt" kunnen één of meerdere rollen aan de verdachten worden gekoppeld. In dit hoofdstuk zal per persoon beschreven worden welke rol(len) hij/zij vervult binnen het criminele samenwerkingsverband.

[medeverdachte 1]

heeft een leidende rol in het criminele samenwerkingsverband. Uit onderschepte communicatie tekent zich een verantwoordingslijn af tussen [medeverdachte 1] en andere leden van het criminele samenwerkingsverband. [medeverdachte 1] deelt, op een veelal directieve wijze, opdrachten uit aan andere personen uit het criminele samenwerkingsverband, onder andere over hoe locaties moeten worden ingericht, waar en wanneer goederen en personen moeten worden opgehaald en de wijze van kweken en oogsten. Deze andere personen leggen verantwoording bij hem af over de door hen verrichte werkzaamheden. Indien er problemen zijn wordt hij daarvan op de hoogte gesteld. Hieruit blijkt onder meer zijn regelende en sturende rol.

Binnen het proces hennepteelt is [medeverdachte 1] betrokken bij het verwerven, inrichten en onderhouden van kweeklocaties, de aanschaf van kweekmateriaal, het oogsten en de opslag van de opbrengst en de afzet daarvan. [medeverdachte 1] zoekt actief naar onroerend goed voor de teelt van hennep, onderhoudt contacten met (ver)huurders/ katvangers en een professionele elektromonteur, coördineert zowel ter plaatse als op afstand de inrichting, de oogst, het drogen en het onderhoud van de kweeklocaties, is betrokken bij de aankoop van hennepstekken en andere kweekmaterialen en beslist over de verkoop van de geoogste hennep. Bovendien is [medeverdachte 1] betrokken bij het deelproces gebruik van de opbrengst, in de vorm van het, al dan niet contant, doen van uitgaven voor luxe goederen, waaronder voer- en vaartuigen, jacuzzi’s en een horloge, en onroerend goed.

[medeverdachte 2]

Uit onderschepte communicatie blijkt dat [medeverdachte 2] onder leiding staat van [medeverdachte 1]

. [medeverdachte 2] vervult binnen de organisatie meerdere rollen, met name een uitvoerende rol. Ook valt uit onderschepte communicatie op te maken dat [medeverdachte 2] op zijn beurt weer opdrachten geeft aan personen binnen de beschreven kern van het criminele samenwerkingsverband. Hieruit blijkt een meer coördinerende rol.

Binnen het criminele proces hennepteelt worden de activiteiten van [medeverdachte 2] gerelateerd aan het verwerven en inrichten van kweeklocaties, de aanschaf van kweekmateriaal, het kweken, oogsten en opslag van hennep en uiteindelijk ook het vervoer, afzet en handel in hennep. Uit onderschepte communicatie blijkt dat [medeverdachte 2] hennepkwekerijen bezoekt en hier zich bezighoudt met het opbouwen van de kwekerij, het verzorgen/ onderhouden van de planten en het houden van (fysiek) toezicht op hennepknippers bij hun werkzaamheden. Tevens heeft [medeverdachte 2] een rol bij de opslag en afzet van de geoogste hennep, het verwerven van onroerend goed en het onderhouden van contact met huurders/ katvangers. Tot slot koopt én verkoopt [medeverdachte 2] hennepattributen en vervoert hij hennepknippers en een elektromonteur van en/of naar hennepkwekerijen.

[medeverdachte 3]

Uit onderschepte data uit Encrochat blijkt dat [medeverdachte 3] onder leiding staat van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 3] heeft een ondersteunende en uitvoerende rol binnen het criminele

samenwerkingsverband. Uit de onderschepte communicatie blijkt dat hij allerhande hand- en

spandiensten verricht binnen het criminele samenwerkingsverband.

Binnen het procesmodel worden de activiteiten van [medeverdachte 3] gerelateerd aan de

aanschaf van kweekmateriaal, het kweken van hennepplanten en het oogsten en de opslag hiervan. [medeverdachte 3] bezoekt de panden waarin de hennepkwekerijen aanwezig zijn, alwaar hij zich bezig houdt met het opruimen/ schoonmaken van kweeklocaties, het knippen van henneptoppen en het toezicht houden op de (ingehuurde) hennepknippers. Vermoedelijk speelt [medeverdachte 3] eveneens een rol bij het onderhouden van hennepplanten. Ook haalt [medeverdachte 3] hennepstekken op bij de leverancier en speelt hij een rol bij acties die ontdekking van de hennepkwekerij moeten voorkomen.

[verdachte]

is een criminele zakenpartner van (de organisatie van) [medeverdachte 1] . [verdachte] verstrekt werkopdrachten aan personen die buiten het beschreven criminele samenwerkingsverband vallen.

Binnen het criminele proces is [verdachte] , ten aanzien van het criminele

samenwerkingsverband rondom [medeverdachte 1] , betrokken bij het inrichten van de locatie, aanschaf/ levering van kweekmateriaal en de uiteindelijke kweek en oogst van de hennepplanten. Bovendien speelt [verdachte] een rol in het deelproces vervoer, afzet en handel. [verdachte] is verantwoordelijk voor het leveren van hennepstekken aan het criminele samenwerkingsverband. Daarnaast treedt [verdachte] op adviseur voor wat betreft de wijze waarop een hennepkwekerij ingericht kan worden en regelt hij, op verzoek van [medeverdachte 1] , personen voor het knippen van henneptoppen en het aanleggen van elektra c.q. het verzorgen van de illegale stroomvoorziening. Tevens is [verdachte] betrokken bij het deelproces vervoer, afzet en handel, in de zin van dat [verdachte] en [medeverdachte 1] gezamenlijk en in onderling overleg de opbrengst van de hennepteelt verkopen. Tot slot is [verdachte] betrokken bij het deelproces gebruik van de opbrengst; [verdachte] doet, al dan niet contant, de nodige uitgaven voor luxe goederen/ diensten, waaronder voer- en vaartuigen, vakanties, een kachel en een horloge.

Uit onderschepte communicatie en camerabeelden blijkt dat [verdachte] op een grootschalige wijze handelt in hennepstekken en ook levert aan personen die niet vallen binnen de criminele organisatie van [medeverdachte 1] . Bovendien is [verdachte] , los van de organisatie van [medeverdachte 1] , betrokken bij de teelt van hennep.

3. MODUS OPERANDI

De organisatie rondom [medeverdachte 1] houdt zich op grote schaal bezig met het telen van hennep en de handel in hennep. Door de organisatie worden doorlopend meerdere hennepkwekerijen tegelijkertijd geëxploiteerd.

Naast zijn aandeel in de organisatie van [medeverdachte 1] , in de zin van het leveren van

hennepstekken en -knippers, is [verdachte] te relateren aan diverse aanvullende hennepkwekerijen en drogerijen. De organisatie rondom [medeverdachte 1] heeft, met

uitzondering van [verdachte] , geen betrokkenheid bij deze strafbare feiten.

De hennepkwekerijen en -drogerijen zijn voor zover bekend allen gevestigd in Twente. De criminele organisatie rondom [medeverdachte 1] exploiteert hennepkwekerijen in woningen en met name bedrijfspanden. De voorkeur van de organisatie lijkt uit te gaan naar bedrijfspanden en loodsen met een grote toegangsdeur, waardoor (bestel)auto's naar binnen kunnen rijden en hennepattributen, hennepstekken en/of geoogste henneptoppen ongezien in en uit kunnen worden geladen. In de bedrijfspanden wordt veelal een extra ruimte en/of verborgen ruimte gecreëerd, waarin meerdere kweekruimten worden ingericht. Bovendien worden de bedrijfspanden aan de straatzijde ingericht als zijnde een legitieme onderneming, al dan niet door middel van de inschrijving van een (schijn)onderneming, zodat het pand van buitenaf in bedrijf lijkt. Voor de huur van bedrijfspanden worden katvangers gebruikt; bekenden van de familie [medeverdachte 1] of personen met een buitenlandse nationaliteit.

De hennepkwekerijen van de organisatie van [medeverdachte 1] zijn gekenmerkt door een hoge mate van professionaliteit. De professionaliteit blijkt onder andere uit de manier waarop en waarin de hennepplanten worden opgekweekt, de manier waarop wordt geteeld, belicht, verwarmd, bevloeid en geklimatiseerd. Tevens kenmerkend aan de hennepkwekerijen, naast de gebruikte materialen en de wijze van opbouw, is de aanwezigheid van nazi-Duitsland en anti-politie leuzen en symbolen. Ten aanzien van de hennepteelt valt op dat het knipproces door de organisatie wordt uitbesteed aan gespecialiseerde hennepknippers met een Aziatische migratieachtergrond.

Voetnoot

Voetnoot 1

Vgl. HR 22 februari 2022 ECLI:NL:HR:2022:289.

Voetnoot 2

Het proces-verbaal van bevindingen van 13 september 2022, pagina’s 353 tot en met 360, zaaksdossier 12.