Rechtbank Overijssel, eerste aanleg - meervoudig strafrecht overig

ECLI:NL:RBOVE:2025:4656

Op 11 July 2025 heeft de Rechtbank Overijssel een eerste aanleg - meervoudig procedure behandeld op het gebied van strafrecht overig, wat onderdeel is van het strafrecht. Het zaaknummer is 08/329470-21, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBOVE:2025:4656. De plaats van zitting was Almelo.

Soort procedure:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
08/329470-21
Datum uitspraak:
11 July 2025
Datum publicatie:
11 July 2025

Indicatie

Ontneming. De rechtbank stelt het bedrag waarop het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op € 167.172,38 en legt hem de verplichting op om dit bedrag te betalen.

De verdachte was schuldig bevonden aan medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, meermalen gepleegd, diefstal door twee of meer verenigde personen door middel van verbreking, meermalen gepleegd, medeplegen van het voorhanden hebben van voorwerpen waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een overtreding van de Opiumwet en als leider deelnemen aan een criminele organisatie.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht

Zittingsplaats Almelo

Parketnummer: 08/329470-21

Datum vonnis: 11 juli 2025

Vonnis op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende op de vordering op grond van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht (Sr) van de officier van justitie ten aanzien van de veroordeelde:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1994 in [geboorteplaats] ,

wonende aan de [woonplaats]

.

1
De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie vordert dat de rechtbank het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e Sr wordt geschat en de veroordeelde de verplichting oplegt tot betaling aan de Staat van het geschatte voordeel tot een bedrag van € 169.913,90 met het daarbij behorende aantal dagen gijzeling.

2
De procedure

De vordering is behandeld op de openbare terechtzittingen van 3 en 27 juni 2025. De veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsman, mr. U. Ural, advocaat in Enschede, is op de terechtzitting van 3 juni 2025 verschenen en op de vordering gehoord. De officier van justitie en de raadsman hebben hun standpunten over de vordering kenbaar gemaakt.

Op de terechtzitting van 27 juni 2025 heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.

2.1

Het standpunt van de officier van justitie

Ter terechtzitting van 3 juni 2025 heeft de officier van justitie de vordering gehandhaafd en verzocht het wederrechtelijk verkregen voordeel vast te stellen op € 169.913,90.

2.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de rol van de veroordeelde bij een bewezenverklaring hoogstens kan worden gekwalificeerd als het verrichten van hand- en spandiensten tegen een beperkte vergoeding, van maximaal 2,5 à 5 procent van de netto opbrengsten.

Overwegingen

3
De beoordeling van de vordering
3.1

Veroordeling

De veroordeelde is bij vonnis van deze rechtbank van 11 juli 2025 veroordeeld voor, voor zover van belang, de strafbare feiten:

in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 9 mei 2022:

feit 1

het misdrijf: medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd

en

medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd;

feit 2

het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, meermalen gepleegd;

in de periode van 1 maart 2019 tot en met 9 mei 2022:

feit 4

het misdrijf: deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel in artikel 11, derde lid en vijfde lid en artikel 11a van de Opiumwet.

3.2

De beoordeling van de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel

Naar het oordeel van de rechtbank zijn er voldoende aanwijzingen dat de veroordeelde door het plegen van de hiervoor genoemde strafbare feiten waarvoor hij is veroordeeld wederrechtelijk voordeel heeft verkregen.

De rechtbank gaat bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit van het rapport 'Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht' van het Functioneel Parket Afpakken (voorheen BOOM) van 1 juni 2016, waarin standaardberekeningen en normen met betrekking tot het wederrechtelijk verkregen voordeel van hennepkwekerijen zijn vermeld. Dat rapport is ook de grondslag geweest voor de berekening in het als bewijsmiddel gebruikte Rapport berekening wederrechtelijk voordeel (verder: het rapport). De rechtbank neemt de vaststellingen en conclusies uit dat rapport over en maakt deze tot de hare en berekent het voordeel met correctie van rekenfouten bij de ruimtes 2 en 3, van vier eerder gerealiseerde oogsten als volgt:

3.2.1

[adres 1] in [plaats 1]

Kweekruimte 1

De totale bruto opbrengst per vier oogsten € 366.820,96

Af: totale kosten € 35.333,60

Netto opbrengst € 331.487,36

Kweekruimte 2

De totale bruto opbrengst per vier oogsten € 173.538,28

Af: totale kosten € 15.651,28

Netto opbrengst € 157.887,00

Kweekruimte 3

De totale bruto opbrengst per vier oogsten € 197.411,28

Af: totale kosten € 17.866,80

Netto opbrengst € 179.544,48.

Totale opbrengst € 668.918,84 minus de huisvestingskosten van € 36.000,-- is € 632.918,84.

Over de huisvestingskosten overweegt de rechtbank dat in het rapport wordt uitgegaan van betalingen van [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 2] van totaal € 46.000,-- waarbij de eerste twee betalingen van € 5.000,-- niet zijn meegerekend. Hoewel de term huisvestingskosten wordt gebruikt kan dit bedrag niet alleen zijn aangewend voor huisvestingskosten, omdat de huur € 1.000,-- per maand bedroeg. De ontnemingsperiode bedraagt dertien maanden (november 2019 tot en met november 2020), wat neerkomt op € 13.000,-- aan huur. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat de betalingen aan [medeverdachte 2] niet alleen zijn aangewend voor de huur, maar ook voor andere kosten en [medeverdachte 2] zelf. Omdat het bedrag van € 36.000,-- wel in zijn geheel betrekking heeft op de hennepteelten in [adres 1] waaruit het voordeel is genoten, komen deze kosten voor aftrek in aanmerking.

Uit de toelichting van Enexis Netbeheer BV op het verzoek tot schadevergoeding blijkt dat “de debiteur” in verband met een heraansluiting de helft van de vordering van Enexis die verband houdt met de diefstal van elektriciteit bij [adres 1] , te weten € 13.917,79 heeft betaald. Omdat ook de kosten van Enexis betrekking hebben op de hennepteelten in

[adres 1] waaruit het voordeel is genoten, komen ook deze kosten voor aftrek in aanmerking.

De rechtbank stelt op grond van wettige bewijsmiddelen de omvang van het totale wederrechtelijk verkregen voordeel bij [adres 1] vast op € 619.001,05.

3.2.2

[adres 2] in [plaats 2]

Kweekruimte 1

De totale bruto opbrengst per oogst € 119.427,48

Af: totale kosten € 9.211,31

Netto opbrengst € 110.216,17

Kweekruimte 2

De totale bruto opbrengst per oogst € 115.574,98

Af: totale kosten € 8.930,30

Netto opbrengst € 106.644,68.

De rechtbank stelt op grond van wettige bewijsmiddelen de omvang van het totale wederrechtelijk verkregen voordeel bij [adres 2] vast op € 216.860,85.

3.2.3

Totaal

De rechtbank stelt op grond van wettige bewijsmiddelen de omvang van het totale wederrechtelijk verkregen voordeel van [adres 1] en [adres 2] vast op € 835.861,90.

3.3

De verdeling van het wederrechtelijk verkregen voordeel

3.3.1

Beoordelingskader

Bij de verdeling van het wederrechtelijk verkregen voordeel gaat de rechtbank uit van het volgende beoordelingskader.

De rechter kan, in het geval er meer daders zijn, niet altijd de omvang van het voordeel van elk van die daders aanstonds vaststellen. Dan zal de rechter op basis van alle hem bekende omstandigheden van het geval, zoals de rol die de daders hebben gespeeld of het aantreffen van (neerslag van) het voordeel bij één of meer van hen, moeten bepalen welk deel van het totale voordeel aan elk van hen moet worden toegerekend. Indien de omstandigheden van het geval onvoldoende aanknopingspunten bieden voor een andere toerekening, kan dit ertoe leiden dat het voordeel pondspondsgewijze wordt toegerekend. Dat betekent niet dat de rechter, in het geval er meer daders zijn, verplicht is tot een verdeling te komen en evenmin dat pondspondsgewijze toerekening, ingeval de rechter wel tot een verdeling komt, dan op zichzelf het uitgangspunt dient te vormen. De omstandigheden van het geval zijn in deze beslissend.

3.3.2

Beoordelingskader toegepast

De rechtbank ziet aanknopingspunten voor het toerekenen van het voordeel aan de betrokken veroordeelden. Binnen het criminele samenwerkingsverband was sprake van een grotendeels traditionele lijnorganisatie. [medeverdachte 1] trad in dit samenwerkingsverband op als hoogste leidinggevende. De veroordeelde en [medeverdachte 3] rapporteerden binnen het samenwerkingsverband aan [medeverdachte 1] en namen opdrachten van hem aan. De veroordeelde had hierbij een prominentere rol dan [medeverdachte 3] . Gelet daarop zal de rechtbank 20 procent het totale wederrechtelijk verkregen voordeel aan de veroordeelde toerekenen.

Het totale voordeel dat aan de veroordeelde kan worden toegerekend is € 167.172,38.

3.5

De vaststelling van de betalingsverplichting

De rechtbank is van oordeel dat aan de veroordeelde de verplichting moet worden opgelegd tot betaling aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van € 167.172,38.

4
De wettelijke voorschriften

De oplegging van de maatregel is gegrond op artikel 36e, tweede lid, Sr.

Beslissing

5
De beslissing

De rechtbank:

stelt het bedrag waarop het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op € 167.172,38.

legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling van € 167.172,38 aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel;

bepaalt de duur van de gijzeling die met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering ten hoogste kan worden gevorderd op 1080 dagen;

wijst de vordering voor het overige af.

Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.M. Miltenburg, voorzitter, mr. P. van Kesteren en

mr. A.M.G. Ellenbroek, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2025.

Bijlage bewijsmiddelen

Leeswijzer

Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.

Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland, districtsrecherche Twente, met nummer ON2R021044 en onderzoeksnaam Agaran21. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.

[adres 1] in [plaats 1]

Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 19 november 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 289 - 292, zaaksdossier 1):

Binnentreden perceel (niet zijnde woning)

In perceel [adres 1] werd op donderdag 19 november 2020, om 10:30 uur, ter opsporing en inbeslagneming op grond van artikel 9, lid 1, onder b Opiumwet en artikel 96 Wetboek van Strafvordering, binnengetreden.

Omschrijving perceel

In deze hal zat de meterkast. Te zien was dat de elektriciteitsmeter was gemanipuleerd en dat er illegaal stroom werd afgenomen. In de gang stonden een leeg watervat en een aantal armaturen mat transformator tegen de raamzijde. De kweekruimtes bevonden zich aan de rechterzijde van deze gang. Op het keukenblad stond een beker met daarin twee met hennepresten vervuilde knipschaartjes. In de bergruimte stond een pot vol met droge henneptoppen.

Kweekruimte 1

In deze ruimte stonden 860 hennepplanten in potten met teelaarde van ongeveer 7 weken oud. In totaal hingen er in de kweekruimte 40 assimilatielampen met trafo van 1000 watt en een opticlamate. De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie met twee koolstoffilters. Er stonden 12 ventilatoren in deze ruimte.

Vaststelling hennep

Ik constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren.

Elektriciteitsvoorziening

De elektriciteitsvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door de fraude-inspecteur bij de netbeheerder Enexis, in mijn aanwezigheid. Hierbij werd geconstateerd dat de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat de elektriciteitsmeter was gemanipuleerd.

Het proces-verbaal van aangifte namens Enexis B.V. van 7 december 2020 met bijlagen waaronder een geschrift getiteld aangifte diefstal/verduistering namens Enexis Netbeheer B.V., van 19 november 2020, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 240 – 289, zaaksdossier 1):

Rapport indicatie voorgaande kweken  (Voetnoot 1)

Op het adres [adres 1] te [plaats 1] is op 19 november 2020 een hennepkwekerij aangetroffen.

Er is een analyse uitgevoerd op een specifiek netdeel, waarop bovengenoemd adres is aangesloten, over de periode van 19 oktober 2019 tot en met 21 november 2020. De gemeten patronen duiden op de aanwezigheid van een hennepkwekerij.

Patroon:

In de aangegeven meetperiode zijn 12 uurs verbruikspatronen te zien. In de geanalyseerde meetperiode van 19 oktober 2019 tot en met 21 november 2020 is te zien dat er 4 maal een volledige kweekperiode is geweest. Na de inval van de politie is er geen 12 uurs verbruikspatroon meer zichtbaar in het zgn. monitoringssysteem.

Kweekperiodes gemeten 12uurs-patronen:

Van 12-11-2019 t/m 16-01-2020

Van 03-02-2020 t/m 08-04-2020

Van 04-05-2020 t/m 06-07-2020

Van 27-07-2020 t/m 28-09-2020

Het proces-verbaal van bevindingen en fotoblad behorende bij aantreffen hennepkwekerij in [adres 1] in [plaats 1] , van 24 november 2020, met bijlagen voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 295 - 349, zaaksdossier 1):

Binnen werd achter de eerdergenoemde scheidingswand een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen met daarin nog ruim 860 hennepplanten van ongeveer 7 weken oud.

Deze beide kweekruimtes hadden tezamen een vloeroppervlakte van 25,2 m2 + 28,7

m2 samen is dit een vloeroppervlakte van 53,9 m2

In kweekruimte 1 stonden 16 hennepplanten op 1 m2, en omdat in kweekruimte 2

en 3 ook kweekpotten werden aangetroffen van 24 x 24 cm mag er vanuit worden

gegaan dat er in deze beide kweekruimtes ook 16 hennepplanten op een m2 hebben

gestaan. 53,9 x 16 is 862 hennepplanten welke vermoedelijk in de beide geoogste

kweekruimtes hebben gestaan.

INDICATOREN EERDERE OOGST:

Tijdens het ingestelde onderzoek in perceel [adres 1] te [plaats 1] zag ik dat:

- er op de aangetroffen apparatuur sprake was van een stofafzetting.

- de filterdoeken van de koolstoffilters in kweekruimtes aanzienlijk vervuild waren. Bij het

verplaatsen van de ophangbevestiging bleek dat op de plaats waar deze ophangbevestiging was aangebracht, het filterdoek een lichtere kleur vertoonde ten opzichte van de kleur van de overige filterdoek. Het is aannemelijk dat de vervuiling van de filterdoeken in de kweekruimtes is opgetreden nadat de koolstoffilters in de kweekruimte waren opgehangen. De vervuiling van het filterdoek treedt pas na langere tijd op en veroorzaakt kleine stofdeeltjes, voornamelijk afkomstig van het droge kweekmedium waarin hennepplanten worden gekweekt en van het vrijkomende stof bij het oogsten van hennepplanten. Door de sterke afzuiging van de afgewerkte lucht in de kwekerij komen deze stofdeeltjes op het filterdoek terecht.

- er witte kalkaanslag zat op de onderzijde van de zwarte kunststof bloempotten in de

kweekruimtes, en op het grondzeil.

- er sprake was van een kalkafzetting in de watervaten en op de dompelpomp.

- er werden resten van hennepplanten getroffen in en voor de kweekruimtes het houtwerk waaraan de lampen waren opgehangen was verkleurd onder inwerking van licht en warmte

er sprake was van diefstal van elektrische energie er was sprake van diefstal van water

In kweekruimte 2 waren meerdere zeer ernstig met hennepresten vervuilde klapstoelen

aanwezig.

- op het schakelbord voor de kweekruimte lagen resten van geoogste henneptoppen.

- er werd een pot met gedroogde henneptoppen aangetroffen voor kweekruimte 2 voor het aftimmeren van de kweekruimtes was gebruik gemaakt van gipsplaten met een productiedatum uit januari 2019. Van gipsplaten is het algemeen bekend dat ze vrij kort na de productie verwijderd worden.

- er werden meerdere zakken aangetroffen met daarin vermoedelijk resten van hennepplanten. Deze zakken werden in beslag genomen. Na inbeslagname werden de zakken op inhoud onderzocht. Hierbij bleek dat er resten van tuinaarde en afgeknipte wortelvoeten van geoogste hennepplanten in aanwezig waren. Na onderzoek zijn de zakken ter plaatse achtergelaten.

- Door Enexis werd teruggekeken in de meetapparatuur welke op de transformator waarop [adres 1] zijn aangesloten. Hierbij bleek dat er vermoedelijk 4 voorgaande oogsten van hennepplanten zijn geweest.

[adres 2] in [plaats 2]

Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij van 17 september 2021, met bijlagen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 261 - 309, zaaksdossier 4):

Binnentreden ter opsporing en inbeslagneming

In voornoemd perceel werd op 27 juli 2021, om 08:48 uur, ter opsporing en inbeslagneming op grond van artikel 9, lid 1, onder b Opiumwet en artikel 96 Wetboek van Strafvordering, binnengetreden.

Omschrijving aanwijzingen hennepteelt buiten de kweekruimte(n)

Via een dubbele deur kwam ik in de ruimte achter de muur. Hier was een soort opslag/werkruimte waar gereedschap en gebruikte en nieuwe kweektoebehoren lagen. Ik zag dat hier meerdere klapstoelen stonden met daaraan hennepresten. Er lagen drie snoeischaren met daaraan hennepresten in een stellingkast. Rondom deze snoeischaren lagen tevens droge hennepresten op de stellingkast.

Kweekruimte 1

Ik zag een ruimte met daarin 899 hennepplanten welke in kweekpotten stonden welke strak aan elkaar stonden. In de kweekpotten stonden jonge hennepstekken van ongeveer 15 centimeter hoog en ongeveer 1,5 week oud. De totale kweekoppervlakte bedroeg 52,55 vierkante meter. Op l vierkante meter stonden 17 hennepplanten.

Door middel van twee hotboxen, van elk 4,5 kilowatt, werd CO2 aan de kweekruimte toegevoegd.

Kweekruimte 2

In kweekruimte 2 stonden 870 hennepplanten welke in kweekpotten stonden welke strak aan elkaar stonden. In de kweekpotten stonden jonge hennepstekken van ongeveer 60 centimeter hoog en ongeveer 3 weken oud. De totale kweekoppervlakte bedroeg 51,38 vierkante meter. Op l vierkante meter stonden 17 hennepplanten. Door middel van twee hotboxen, van elk 4,5 kilowatt, werd CO2 aan de kweekruimte toegevoegd.

Vaststelling hennep

Ik constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren.

Elektriciteitsvoorziening

De elektriciteitsvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door de fraude-inspecteur bij de netbeheerder Enexis. Hierbij werd geconstateerd dat de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat door middel van een extra aansluiting, voor de meter, de stroom illegaal werd afgenomen.

Het proces-verbaal van bevindingen van 27 oktober 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (pagina's 325- 326, zaaksdossier 4):

Op 21 april 2021 tot en met 05 mei 2021 heeft er een netmeting uitgestaan op de kabel

waarop perceel [adres 2] is aangesloten. Uit deze meting kwam een zeer duidelijk profiel waaruit bleek dat er een in werking zijnde hennepkwekerij aanwezig was.

Op 27 juli 2021 is het pand door de Politie betreden en is er een in werking zijnde

hennepkwekerij aangetroffen met in totaal 1797 (de rechtbank begrijpt: 1769) hennepplanen, verdeeld over twee nagenoeg identieke kweekruimtes. Er zijn indicaties dat er een (1) eerdere oogst plaats heeft gevonden en dat hieruit een wederrechtelijk voordeel is verkregen met deze eerdere oogst.

INDICATOREN EERDERE OOGST:

- Op 30 maart 2021 was de eerste melding bekend bij de Politie. In de periode van 21

april 2021 tot en met 5 mei 2021 was er een positieve netmeting met onder andere een

begincyclus van een kweekperiode. Bij de instap waren de hennepplanten, in

kweekruimte 1, ongeveer 1,5 week oud en, in kweekruimte twee, ongeveer 3 weken oud.

Uit berekening is gebleken dat men met de eerdere kweek is begonnen omstreeks 27

april 2021. Dit komt overeen met de informatie uit de netmeting waarin het

begincyclus van een kweek te zien is. Het afgenomen vermogen van de kwekerij kwam

overeen met de netmeting.

- op de aangetroffen apparatuur was sprake van stofafzetting;

- in het voorportaal werden hennepresten aangetroffen;

- ondanks reiniging, was het bevloeiingssysteem versmeerd met alg en kalkresten;

- er werden, op twee plaatsen, met hennepresten vervuilde klapstoelen aangetroffen;

- er werden meerdere, met hennepresten versmeerde, knipscharen aangetroffen;

- Op de folie langs de wand, in de kweekruimte, werden contouren van volgroeide

hennepplanten aangetroffen;

- er zijn, met hennep versmeerde, badslippers aangetroffen;

- knoppen op het schakelbord waren versmeerd met een plakkerige, naar hennep

ruikende, substantie;

- de deurposten, van de ingang naar de twee kweekruimtes, waren versmeerd;

- er zijn vervuilde maatbekers aangetroffen voor het afmeten en toedienen van

voedingsmiddelen aan het bevloeiingssysteem.

Het proces-verbaal ‘Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij ex artikel 36e 2e lid Wetboek van Strafrecht’, met bijlagen, opgemaakt op 20 maart 2023, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende, op pagina 1 tot en met 10, 17 en 18:

Het wederrechtelijk verkregen voordeel is op de volgende wijze berekend:

Vaststelling eerdere oogst(en)

In de hierna vermelde berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt uitgegaan van reeds eerder gerealiseerde oogst(en). Uitgangspunt hierbij is een gemiddelde kweekcyclus van tien weken per oogst.

[adres 1] te [plaats 1] :

Het huurcontract gaat in op 2 februari 2019 (de rechtbank begrijpt: 1 februari 2019), de betalingen van [verdachte] en [medeverdachte 2] starten ook rond deze datum:

[Afbeelding]

De in de berekening opgenomen eerdere oogsten vallen dan in de periode november 2019 tot en met 20 november 2020. Gevolg hiervan is dat van de huisvestingskosten de kosten over de periode februari 2019 tot en met november 2019 niet volledig in aftrek zullen worden genomen. Van de totale € 46.000 zal € 36.000 in mindering worden gebracht op het voordeel. De eerste twee betalingen van € 5.000 op 1 maart en 1 juni 2019 worden niet in mindering gebracht als kosten. Bij de berekening wordt uitgegaan van 4 eerder oogsten in de periode november 2019 tot en met november 2020. In voordeel van de verdachten worden geen oogsten berekend in de periode februari 2019 tot en met oktober 2019.

[adres 2] te [plaats 2] :

Door Enexis is een rapport indicatie voorgaande kweken opgemaakt. Hieruit blijkt dat een analyse is opgemaakt over de periode 1 februari tot en met 29 juli 2021. Hieruit kwam naar voren dat er 1 eerdere oogst is geweest.

Berekening Wederrechtelijk verkregen voordeel

[adres 1] te [plaats 1]

In dit pand werden 3 kweekruimten aangetroffen.

In de eerste kweekruimte werden 860 aangetroffen. Hier werden de planten geteld. Oppervlakte was 47,2 m2. Per m2 stonden 19 planten. Dit genereert volgens de BOOM norm een opbrengst van 26,2 gram per plant.

In de tweede kweekruimte werden geen planten aangetroffen. Oppervlakte bedraagt 25,2 m2. Indien het aantal planten per m2 niet bekend is wordt volgens de BOOM norm uitgegaan van 15 planten per m2. Dit genereert volgens de BOOM norm een opbrengst van 28,2 gram per plant. 15 planten per m2 geeft een totaal van 15 planten x 25,2m2 = 378 planten.

In de derde kweekruimte werden geen planten aangetroffen. Oppervlakte bedraagt 28,7 m2. Indien het aantal planten per m2 niet bekend is wordt volgens de BOOM norm uitgegaan van 15 planten per m2. Dit genereert volgens de BOOM norm een opbrengst van 28,2 gram per plant 15 planten per m2 geeft een totaal van 15 planten x 28,7m2 = 430 planten.

[Afbeelding]

[adres 2] te [plaats 2]

In dit panden werden 2 kweekruimten aangetroffen.

In kweekruimte 1 werden 899 planten aangetroffen (geteld). De oppervlakte van de beplanting in deze kweekruimte was 52,2 m2. Per m2 stonden 17 planten. Dit genereert volgens de BOOM norm een opbrengst van 27,2 gram per plant.

In kweekruimte 2 werden 870 planten aangetroffen (geteld). De oppervlakte van de beplanting in deze kweekruimte was 51,4 m2. Per m2 stonden 17 planten. Dit genereert volgens de BOOM norm een opbrengst van 27,2 gram per plant.

[Afbeelding]

In het proces-verbaal Criminele samenwerkingsverband 11B Opiumwet staat beschreven dat

kan worden vastgesteld dat in de periode maart 2020 en mei 2022 sprake is geweest van een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet. Gezien de aan het samenwerkingsverband toe te rekenen hennepkwekerijen is het zeer aannemelijk dat het samenwerkingsverband vóór maart 2020 actief was en zich al langere tijd bezighoudt met het gehele criminele proces van georganiseerde hennepteelt.

Op basis van bovenstaande kan het wederrechtelijk verkregen voordeel procentueel als volgt

worden verdeeld:

[Afbeelding]

Voetnoot

Voetnoot 1

Pagina 288