De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte als bestuurder van een personenauto:
primair: terwijl hij onder invloed was van alcohol een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft veroorzaakt waardoor [slachtoffer 1] (zwaar) lichamelijk letsel werd toegebracht;
subsidiair: terwijl hij onder invloed was van alcohol opzettelijk de verkeersregels in ernstige mate heeft geschonden waardoor levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was;
meer subsidiair: terwijl hij onder invloed was van alcohol zodanig met zijn auto heeft gereden dat daardoor gevaar op de weg werd veroorzaakt en/of het verkeer werd gehinderd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 16 september 2023 te Delden, gemeente Hof van Twente, als
bestuurder van een voertuig (personenauto: merk Porsche), komende uit de
richting van Bentelo, gaande in de richting van Delden, daarmee rijdende op de
weg, de Europalaan/ Bentelosestraat/N740,
roekeloos, althans zeer dan wel aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of
onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl verdachte goed bekend is met de (verkeers)situatie ter plaatse en/of
terwijl meerdere verkeersdeelnemers zich op of naast de weg bevonden en/of
terwijl de waarschuwingsborden J20 (slipgevaar) en/of J25 (losliggende stenen) als
bedoeld in bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 langs
de door verdachte bereden weg waren geplaatst,
- op diverse punten dan wel trajecten van de Europalaan/Bentelosestraat/N740
heeft gereden met (veel) hogere snelheden dan de aldaar maximum toegestane
snelheid van 80 kilometer per uur, in elk geval met een hogere snelheid dan die voor
een veilig verkeer ter plaatse geboden was, immers heeft verdachte, rijdende op de
Europalaan/Bentelosestraat/N740:
- ter hoogte van de Bentelosestraat [nummer 1] ( [bedrijf 1] ) gereden met een
gemiddeld indicatieve snelheid van (ongeveer) 160 kilometer per uur en/of
- ter hoogte van de Bentelosestraat [nummer 2] ( [bedrijf 2] ) gereden met een snelheid
(ongeveer) gelegen tussen de 205 en 308 kilometer per uur en/of met voornoemde
snelheid een verkeersdeelnemer (autobus) ingehaald dan wel voorbij gereden en/of
- na het passeren van de St. Anna brug gereden met een gemiddeld indicatieve
snelheid gelegen tussen de 142 en 162 kilometer per uur,
en/of (vervolgens)
- zijn snelheid niet of onvoldoende heeft aangepast aan de verkeerssituatie en/of in
strijd met artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 de
snelheid van het door hem bestuurde voertuig niet zodanig heeft geregeld dat hij in
staat was dat voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die
weg kon overzien en deze vrij was en/of
- zijn voertuig (na het passeren van de St. Anna Brug) niet met de nodige
voorzichtigheid heeft bestuurd en/of onvoldoende onder controle heeft gehouden
dan wel kunnen houden en/of onvoldoende snelheid heeft geminderd en/of
- met het door hem bestuurde voertuig, in een slip/drift geraakt en/of werd de
stabiliteit van het door hem bestuurde voertuig ernstig verstoord en/of was de
besturing alsmede de beremming van de wielen (op de normale wijze) niet meer
mogelijk en/of
- met het door hem bestuurde voertuig, met hoge snelheid getold (om de Z-as
geroteerd) en/of rechts naast de rijbaan (gezien vanuit de oorspronkelijke rijrichting
van verdachte) terecht gekomen en/of (vervolgens) tot stilstand gekomen tegen een
boom,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (te weten [slachtoffer 1] )
zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit
tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is
ontstaan, terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste lid van
de Wegenverkeerswet 1994;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 16 september 2023 te Delden, gemeente Hof van Twente als
bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de
Europalaan/Bentelosestraat/N740,
terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de
Wegenverkeerswet 1994 en/of
terwijl verdachte goed bekend is met de (verkeers)situatie ter plaatse en/of
terwijl meerdere verkeersdeelnemers zich op of naast de weg bevonden en/of
terwijl de waarschuwingsborden J20 (slipgevaar) en/of J25 (losliggende stenen) als
bedoeld in bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 langs
de door verdachte bereden weg waren geplaatst,
- op diverse punten dan wel trajecten van de Europalaan/Bentelosestraat/N740
heeft gereden met (veel) hogere snelheden dan de aldaar maximum toegestane
snelheid van 80 kilometer per uur, in elk geval met een hogere snelheid dan die voor
een veilig verkeer ter plaatse geboden was, immers heeft verdachte, rijdende op de
Europalaan/Bentelosestraat/N740:
- ter hoogte van de Bentelosestraat [nummer 1] ( [bedrijf 1] ) gereden met een
gemiddeld indicatieve snelheid van (ongeveer) 160 kilometer per uur en/of
- ter hoogte van de Bentelosestraat [nummer 2] ( [bedrijf 2] ) gereden met een snelheid
(ongeveer) gelegen tussen de 205 en 308 kilometer per uur en/of met voornoemde
snelheid een verkeersdeelnemer (autobus) ingehaald dan wel voorbij gereden en/of
- na het passeren van de St. Anna brug gereden met een gemiddeld indicatieve
snelheid gelegen tussen de 142 en 162 kilometer per uur,
en/of (vervolgens)
- zijn snelheid niet of onvoldoende heeft aangepast aan de verkeerssituatie en/of in
strijd met artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 de
snelheid van het door hem bestuurde voertuig niet zodanig heeft geregeld dat hij in
staat was dat voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die
weg kon overzien en deze vrij was en/of
- zijn voertuig (na het passeren van de St. Anna Brug) niet met de nodige
voorzichtigheid heeft bestuurd en/of onvoldoende onder controle heeft gehouden
dan wel kunnen houden en/of onvoldoende snelheid heeft geminderd en/of
- met het door hem bestuurde voertuig, in een slip/drift geraakt en/of werd de
stabiliteit van het door hem bestuurde voertuig ernstig verstoord en/of was de
besturing alsmede de beremming van de wielen (op de normale wijze) niet meer
mogelijk en/of
- met het door hem bestuurde voertuig, met hoge snelheid getold (om de Z-as
geroteerd) en/of rechts naast de rijbaan (gezien vanuit de oorspronkelijke rijrichting
van verdachte) terecht gekomen en/of (vervolgens) tot stilstand gekomen tegen een
boom,
en aldus in strijd met het in artikel 5a van de WVW1994 gestelde verbod, zich
opzettelijk zodanig in het verkeer heeft gedragen dat voormelde verkeersregels in
ernstige mate werden geschonden, waardoor daarvan levensgevaar of gevaar voor
zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 16 september 2023 te Delden, gemeente Hof van Twente als
bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de
Europalaan/Bentelosestraat/N740,
terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de
Wegenverkeerswet 1994 en/of
terwijl verdachte goed bekend is met de (verkeers)situatie ter plaatse en/of
terwijl meerdere verkeersdeelnemers zich op of naast de weg bevonden en/of
terwijl de waarschuwingsborden J20 (slipgevaar) en/of J25 (losliggende stenen) als
bedoeld in bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 langs
de door verdachte bereden weg waren geplaatst,
- op diverse punten dan wel trajecten van de Europalaan/Bentelosestraat/N740
heeft gereden met (veel) hogere snelheden dan de aldaar maximum toegestane
snelheid van 80 kilometer per uur, in elk geval met een hogere snelheid dan die voor
een veilig verkeer ter plaatse geboden was, immers heeft verdachte, rijdende op de
Europalaan/Bentelosestraat/N740:
- ter hoogte van de Bentelosestraat [nummer 1] ( [bedrijf 1] ) gereden met een
gemiddeld indicatieve snelheid van (ongeveer) 160 kilometer per uur en/of
- ter hoogte van de Bentelosestraat [nummer 2] ( [bedrijf 2] ) gereden met een snelheid
(ongeveer) gelegen tussen de 205 en 308 kilometer per uur en/of met voornoemde
snelheid een verkeersdeelnemer (autobus) ingehaald dan wel voorbij gereden en/of
- na het passeren van de St. Anna brug gereden met een gemiddeld indicatieve
snelheid gelegen tussen de 142 en 162 kilometer per uur,
en/of (vervolgens)
- zijn snelheid niet of onvoldoende heeft aangepast aan de verkeerssituatie en/of in
strijd met artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 de
snelheid van het door hem bestuurde voertuig niet zodanig heeft geregeld dat hij in
staat was dat voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die
weg kon overzien en deze vrij was en/of
- zijn voertuig (na het passeren van de St. Anna Brug) niet met de nodige
voorzichtigheid heeft bestuurd en/of onvoldoende onder controle heeft gehouden
dan wel kunnen houden en/of onvoldoende snelheid heeft geminderd en/of
- met het door hem bestuurde voertuig, in een slip/drift geraakt en/of werd de
stabiliteit van het door hem bestuurde voertuig ernstig verstoord en/of was de
besturing alsmede de beremming van de wielen (op de normale wijze) niet meer
mogelijk en/of
- met het door hem bestuurde voertuig, met hoge snelheid getold (om de Z-as
geroteerd) en/of rechts naast de rijbaan (gezien vanuit de oorspronkelijke rijrichting
van verdachte) terecht gekomen en/of (vervolgens) tot stilstand gekomen tegen een
boom,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd.
Beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
primair, het misdrijf: overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl de schuld bestaat in roekeloosheid en het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht en terwijl de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van deze wet;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van 8 (acht) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de proeftijd van 3 (drie) jaren de navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien verdachte gedurende de
proeftijd van 3 (drie) jaren de navolgende bijzondere voorwaarden
niet is nagekomen:
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
- zich op afspraken met de reclassering meldt, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
actief deelneemt aan de gedragsinterventie COVA of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
meewerkt aan urineonderzoek om zijn alcoholgebruik in kaart te brengen en te
monitoren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd. Indien uit de middelencontrole blijkt dat er sprake is van problematisch alcoholgebruik dan werkt verdachte mee aan ambulante behandeling door JustAct of een soortgelijke hulpverlener. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- ontzegt verdachte de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van 3 (drie) jaren;
schadevergoeding [naam 1]
- wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 17.500,00, bestaande uit affectieschade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€ 17.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 september 2023;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 17.500,00, (zegge: zeventienduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 september 2023, ten behoeve van de benadeelde partij, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 121 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
schadevergoeding [slachtoffer 2]
- wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 17.500,00, bestaande uit affectieschade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€ 17.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 september 2023;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 17.500,00, (zegge: zeventienduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 september 2023, ten behoeve van de benadeelde partij, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 122 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
schadevergoeding [slachtoffer 3]
- wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 17.500,00, bestaande uit affectieschade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€ 17.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 september 2023;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 17.500,00, (zegge: zeventienduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 september 2023, ten behoeve van de benadeelde partij, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 122 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Rikken, voorzitter, mr. M.A.H. Heijink en
mr. T.H. Kapinga, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Kannegieter, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 31 juli 2025.
Buiten staat
Mr. Heijink is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met zaaksregistratienummer PL0600-2024427081 (Deel 1 en Deel 2). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.