Beslissing
De rechtbank:
verklaart de dagvaarding nietig voor zover het betreft het onder 1 ten laste gelegde;
verklaart de dagvaarding voor het overige geldig;
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 2 primair, subsidiair en meer subsidiair en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 4 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 (zestig) dagen;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:- gelast de teruggave aan verdachte van:
2. 1 tas;
3. 1 sjaal, [proces-verbaalnummer 1] ;
4. 1 sjaal, [proces-verbaalnummer 2] ;
5. 1 sjaal, [proces-verbaalnummer 3] ;
6. 1 sjaal, [proces-verbaalnummer 4] ;
7. 1 sjaal, [proces-verbaalnummer 5] ;
8. 1 tas inclusief 2 losse mapjes/tasjes, [proces-verbaalnummer 6] ;
9. 1 tas, [proces-verbaalnummer 7] ;
10. 1 tas, [proces-verbaalnummer 8] ;
11. 1 portemonnee, [proces-verbaalnummer 9] ;
12. 1 halsketting, [proces-verbaalnummer 10] ;
13. 1 halsketting, [proces-verbaalnummer 11] ;
14. 1 armband, [proces-verbaalnummer 12] ;
15. 1 halsketting, [proces-verbaalnummer 13] ;
16. 1 ring, [proces-verbaalnummer 14] ;
17. 1 ring, [proces-verbaalnummer 15] ;
18. 1 ring, [proces-verbaalnummer 16] ;
19. 1 oorbel, [proces-verbaalnummer 17] ;
20. 1 oorbel, [proces-verbaalnummer 18] ;
21. 1 oorbel, [proces-verbaalnummer 19] ;
22. 1 oorbel, [proces-verbaalnummer 20] ;
23. 1 oorbel, [proces-verbaalnummer 21] ;
24. 4 oorbellen, [proces-verbaalnummer 22] ;
25. 1 oorbel, [proces-verbaalnummer 23] ;
26. 1 oorbel, [proces-verbaalnummer 24] ;
27. 2 hangers, [proces-verbaalnummer 25] ;
28. 1 oorbel, [proces-verbaalnummer 26] ;
29. 1 oorbel, [proces-verbaalnummer 27] ;
30. 1 ring, [proces-verbaalnummer 28] ;
31. 1 ring, [proces-verbaalnummer 29] ;
32. 1 ring, [proces-verbaalnummer 30] ;
33. 1 ring, [proces-verbaalnummer 31] ;
34. 1 oorbel, [proces-verbaalnummer 32] .
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van der Leeden, voorzitter,
en mrs. P.C. Tuinenburg en G.C. Bos, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. J.G. Polke en J.A.M. de Ruiter-van der Vleuten, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter en de eerste griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
zij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 september 2018 tot en met 6 december 2022 te Rotterdam, althans (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, onder wie [medeverdachte 1] in haar hoedanigheid als ambtenaar op de fiscale afdeling bij het Douane Landelijk Technisch Centrum (DLTC) van de Douane Rotterdam, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, als ambtenaar op de fiscale afdeling bij het Douane Landelijk Technisch Centrum (DLTC) van de Douane Rotterdam, (om) één of meer giften of beloften dan wel diensten, te weten
- ( de belofte van) betalingen van een (grote contante) geldbedragen, althans één of meer geldbedragen, althans enige gift, dienst en/of belofte,
(sub 1)
heeft aangenomen terwijl zij, verdachte, wist of redelijkerwijs vermoedde dat deze giften, beloften en/of diensten haar en haar medeverdachte verleend, gedaan en/of aangeboden werden teneinde haar te bewegen om in haar huidige bediening iets te doen of na te laten,
en/of
(sub 2)
ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door haar in haar, medeverdachtes, huidige en/of vroegere bediening is gedaan of nagelaten, en/of
(sub 3)
teneinde haar en medeverdachte, te bewegen om in haar huidige bediening iets te doen of na te laten, en/of
(sub 4)
ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door haar, verdachte, en [medeverdachte 1] in haar huidige en/of vroegere bediening is gedaan of nagelaten, immers hebben zij en [medeverdachte 1] , ten behoeve van één of meer personen
- contact gelegd tussen haar medeverdachte en de genoemde één of meer personen
- informatie uit de systemen van de Douane (Rotterdam) geraadpleegd en/of vergaard met een ander doel dan waarvoor deze bestemd zijn en/of
- ( vervolgens) aan (onbekend gebleven) derden inzicht gegeven in en informatie verstrekt over, onder meer, de werkwijze van de Douane (Rotterdam) met betrekking tot de controle van één of meer containers, te weten de containers met de nummers [containernummer 1] , [containernummer 2] , Platonummer [nummer] , één of meer bedrijven, waaronder ‘ [bedrijf 1] ’, ‘ [bedrijf 2] ’, ‘ [bedrijf 3] ’, ‘ [bedrijf 4] , ‘ [bedrijf 5] ’, ‘ [bedrijf 6] ’ en ‘ [bedrijf 7] ’, en Risciodatabasesignalen, terwijl dat inzicht en die informatie voor die derden niet is/zijn bedoeld
- die door haar, verdachte, geraadpleegde en/of vergaarde informatie aan een of meer (onbekend gebleven) derden verstrekt
tot het plegen van welke misdrijven zij, verdachte, op of omstreeks de periode van 11 september 2018 tot en met 6 december 2022, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, immers heeft zij, verdachte
- contact gelegd tussen haar medeverdachte en de genoemde één of meer personen;
2.
één of meer (onbekend gebleven) personen, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 september 2018 tot en met 6 december 2022 te Rotterdam, althans (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk, binnen het grondgebied van Nederland hebben gebracht een of meerdere hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 september 2018 tot en met 6 december 2022 in Rotterdam, althans (elders) in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, immers heeft zij, verdachte
- een medeverdachte, te weten [medeverdachte 1] , in contact gebracht met één of meer personen voor wie die medeverdachte vervolgens, in de functie van ambtenaar bij de Douane Rotterdam, ambtelijk corrupte handelingen heeft verricht;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 september 2018 tot en met 6 december 2022 te Rotterdam, althans (elders) in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een of meer hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1, voor te bereiden en/of te bevorderen,
een of meer anderen heeft getracht te bewegen om die feiten te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, immers heeft zij, verdachte
- een medeverdachte, te weten [medeverdachte 1] , in contact gebracht met één of meer personen voor wie die medeverdachte vervolgens, in de functie van ambtenaar bij de Douane Rotterdam, ambtelijk corrupte handelingen heeft verricht;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] , althans één of meer anderen, in of omstreeks de periode
van 11 september 2018 tot en met 6 december 2022 te Rotterdam, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een of meer hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne
hebben voorbereid en/of bevorderd, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 11 september 2018 tot en met 6 december 2022 te Rotterdam, althans (elders) in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, immers heeft zij:
- wederrechtelijk binnen gedrongen in het systeem Plato van de Douane Rotterdam, en/of
- in genoemd systeem vertrouwelijke gegevens overgenomen, afgetapt of opgenomen,
- een of meer schermafbeeldingen van genoemde (vertrouwelijke) (Douane) informatie gemaakt, in een of meer documenten geplaatst, en/of (naar zichzelf) ge-e-maild, geëxporteerd en/of geprint, en/of
- ( vervolgens) aan een of meer daartoe niet-gerechtigde personen verstrekt en/of te geopenbaard
- advies gegeven aan derden over hoe een zending goederen zonder risico ingevoerd kan worden;
3.
zij in of omstreeks de periode van 4 september 2022 tot en met 6 december 2022 (in elk geval) op of omstreeks 6 december 2022 te Rotterdam, althans in Nederland alleen, althans tezamen en in vereniging met (een) ander(en), een of meer (twee) wapens als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1° van de Wet Wapens en Munitie, te weten twee vuurwapens in de zin van artikel 1, onder 3° van die wet in de vorm van
- een pistool van het merk Tala, type m87, kaliber .22
- een pistool van het merk PEG, type TT58, kaliber 9 mm
en de daarbij behorende munitie in de zin van art. 1 onder 4° van de Wet Wapens en Munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie II onder 1° te weten
- 100 ( honderd) kogelpatronen, kaliber .22, en/of
- 27 ( zevenentwintig) kogelpatronen, kaliber 9 mm
zijnde munitie die uitsluitend geschikt is voor vuurwapens van Categorie II en/of van de Categorie III
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen aan haar, verdachtes, ouders;
4.
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 februari 2018 tot en met 6 december 2022 te Rotterdam en/of te Makreshi i Epërm, althans in Nederland en/of in
Kosovo, tezamen en in vereniging, althans alleen,
- een of meer voorwerpen (tassen, sieraden, goud, contante geldbedragen van in totaal in elk geval € 400.000,00)
- onroerend goed (een of meer appartementen)
heeft verworven en/of voorhanden gehad en/of daarvan de werkelijke aard en/of de herkomst heeft verhuld, terwijl zij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat deze voorwerpen en/of dit onroerend goed onmiddellijk of middellijk afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf.