Rechtbank Rotterdam, eerste aanleg - meervoudig strafrecht overig

ECLI:NL:RBROT:2025:13802

Op 28 November 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een eerste aanleg - meervoudig procedure behandeld op het gebied van strafrecht overig, wat onderdeel is van het strafrecht. Het zaaknummer is 71/142233-24, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBROT:2025:13802. De plaats van zitting was Rotterdam.

Soort procedure:
Instantie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
71/142233-24
Datum uitspraak:
28 November 2025
Datum publicatie:
28 November 2025

Indicatie

26Espeon. Onderzoek naar Common Law, een ideologische variant binnen de soevereinenbeweging. Veroordeling tot een gevangenisstraf van 365 dagen waarvan 190 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden en proeftijd van 3 jaar, en een taakstraf van 120 uren. Verdachte heeft als oprichter deelgenomen aan een criminele organisatie.

Verdachte is lid geweest van de criminele organisatie kerngroep CLNE/Volksraad. Verdachte heeft een grote rol gehad bij de oprichting en de organisatie van CLNE. De kerngroep CLNE had als oogmerk opruiing tot een terroristisch misdrijf (wederrechtelijke vrijheidsberoving met een terroristisch oogmerk) en het plegen van ambtsdwang en dwang en is een criminele organisatie.

Vrijspraak voorbereiding dan wel training voor terrorisme. De rechtbank kan niet vaststellen dat Operatie Enduring Freedom bedoeld is om terroristische daden te ondersteunen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1

Parketnummer: 71/142233-24

Datum uitspraak: 28 november 2025

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1958,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:

[adres] , [postcode] [plaats] ,

raadsman mr. B.H.A. Augustin, advocaat te Urmond.

1
Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 9 en 10 december 2024 en 7 maart, 21 mei, 7, 13, 14, 27 en 29 oktober 2025. Het onderzoek is gesloten op 28 november 2025.

2
Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de vordering nadere omschrijving tenlastelegging, waarbij de oorspronkelijke opgave van de feiten op vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de nader omschreven tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

De verdachte wordt – kort samengevat – verweten:

- het medeplegen van deelneming aan een terroristische/criminele organisatie, CLNE/Volksraad in de periode van 1 augustus 2022 tot en met 18 september 2024 (feit 1);

- het medeplegen van het voorbereiden en/of bevorderen van het opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven of beroofd houden, begaan met een terroristisch oogmerk, (feit 2 primair), dan wel training voor terrorisme (feit 2 subsidiair) door bijeenkomsten te organiseren waar het plan van ‘Operatie Enduring Freedom’ werd gepresenteerd in de periode 1 augustus 2022 tot en met 18 september 2024.

3
Eis officier van justitie

De officier van justitie, mrs. G. Sannes en D. Grip, heeft gevorderd:

bewezenverklaring van het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde;

veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden alsmede de dadelijke uitvoerbaarheid daarvan.

4
Aanleiding onderzoek 26Espeon

Op 12 maart 2024 heeft de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) een ambtsbericht verstrekt met daarin informatie over personen die bij ‘Common Law Nederland Earth’ (CLNE) betrokken zouden zijn.

Volgens het Kennis- en Expertisecentrum CTER van de politie is de 'Common Law beweging', een ideologische variant binnen de soevereinenbeweging. Het volk heeft in volgens de beweging het recht om zich te bewapenen en te verdedigen. Aanhangers van de ideologie roepen op tot het arresteren van 'vijanden van het vrije Nederlandse volk' en bepleiten hun berechting voor tribunalen. Indien nodig mag bij de arrestaties wat hen betreft dodelijk geweld gebruikt worden. Het ambtsbericht bevatte verder informatie over een CLNE-bijeenkomst waarbij aanwezigen zeiden bereid te zijn geweld tegen autoriteiten te gebruiken en over de handel in illegale vuurwapens.

Naar aanleiding van dit ambtsbericht is onderzoek 26Espeon gestart. Binnen het onderzoek zijn in totaal tien verdachten aangehouden en vonden doorzoekingen plaats, waarbij op verschillende locaties onder meer vuurwapens en munitie in beslag werden genomen.

5
Waardering van het bewijs
5.1.

Feit 1: Bewijswaardering

5.1.1.

Standpunt verdediging

De raadsman heeft vrijspraak bepleit. CLNE/Volksraad is geen terroristische of criminele organisatie. Er is geen sprake van een voldoende duidelijk samenwerkingsverband. Het zijn individuen met allemaal een eigen doel. Er is onvoldoende wetenschap bij de verdachte geweest ten aanzien van het vermeende oogmerk. Er is geen bewijs voor het oogmerk tot opruiing omdat niet is aangetoond wat er tijdens bijeenkomsten werd besproken. De website van CLNE is inmiddels offline en daarmee is de inhoud ervan niet meer te controleren. Zelfs wanneer de inhoud van Common Law documenten opruiend zou zijn, dan zijn die documenten slechts gedeeld in een beperkte groep. In de video’s op YouTube is niet opgeroepen tot enig strafbaar feit. Er is geen bewijs voor het oogmerk van (ambts)dwang. De kennisgeving en bevel tot plaatsvervanging is een ondeugdelijk middel om tot ambtsdwang dan wel dwang te komen.

5.1.2.

Juridisch kader

Artikel 140 en 140a van het Wetboek van Strafrecht

Van een criminele organisatie is sprake wanneer er een samenwerkingsverband is, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en ten minste één andere persoon. Daarbij hoeft niet komen vast te staan dat een persoon moet hebben samengewerkt, of bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. Een dergelijk samenwerkingsverband kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie. Van deelneming aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht kan slechts sprake zijn, indien de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel deze ondersteunt, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk.

Het is niet vereist dat het plegen van misdrijven de voornaamste bestaansgrond van de organisatie is. Het gaat bij het misdrijf van artikel 140 Sr ook niet om het daadwerkelijk gepleegd zijn van misdrijven, maar om het ‘oogmerk’ tot het plegen van misdrijven. Voor dat oogmerk kan ook het naaste doel van de organisatie volstaan. Dat oogmerk behoeft in de tenlastelegging niet nader omschreven te zijn, maar zal uit de bewijsmiddelen moeten blijken. Daarbij kan onder meer betekenis toekomen aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.

Het oogmerk van een organisatie als bedoeld in art. 140a Sr moet zijn gericht op het plegen van (specifieke) misdrijven die zijn opgesomd in art. 83 Sr, mits die worden begaan met het in artikel 83a Sr omschreven terroristisch oogmerk. Hieronder wordt verstaan het oogmerk om onder meer een overheid wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, dan wel de fundamentele politieke of constitutionele structuren van een land ernstig te ontwrichten of te vernietigen.

5.1.3.

Beoordeling

5.1.3.1. Gedachtegoed Common Law

Tijdens het onderzoek zijn bij verschillende verdachten documenten aangetroffen die betrekking hebben op het Common Law gedachtegoed. De verdachte heeft verklaard dat zij rond 2013 in aanraking is gekomen met het Common Law gedachtegoed van [naam] en dat zij documenten van hem vanuit het Engels naar het Nederlands heeft vertaald.

In het document Resolutie van het soevereine Nederlandse volk - onder andere gedeeld in de CL.NL.earth Kerngroep op 16 oktober 2022 en aangetroffen op de CLNE-website in september 2022 - staat dat de huidige overheid, haar instituties en haar wetten alle legitimiteit ontberen. Onderdelen van de traditionele media en wetenschap zouden onder invloed/controle staan van een buitenlandse elite die het volk zou misleiden en knechten. Het volk wordt in het document opgeroepen om bij te dragen aan de aanhouding en de berechting van vijanden van het volk.

In het persbericht Opzegging staat en koning/ Uitroepen soeverein grondgebied van Nederland van wij de levende vrouwen en mannen, d.d. 17 juli 2022 - aangetroffen bij de verdachte - staat dat het volk alle macht moet terug claimen en daartoe moet een nieuw soeverein grondgebied worden opgeëist. Daarbij werden de banden met kroon en staat der Nederlanden verbroken door ‘Wij de Mensen van Vlees en Bloed’.

In het document Kennisgeving en bevel tot plaatsvervanging - aangetroffen bij de verdachte en de [medeverdachte 1] , de [medeverdachte 2] en op de website van CLNE - staat dat vertegenwoordigers van de huidige overheid moeten worden aangesproken op hun verantwoordelijkheden en misdaden. Het moet dwingend worden duidelijk gemaakt om plaats te maken voor rechtmatige vertegenwoordigers van het Common Law rechtssysteem.

In het document The Common Law Sheriff Trainings Handboek. Sheriffs training handleiding in Gewoonterecht - aangetroffen bij [medeverdachte 1] , de [medeverdachte 3] en op de website van CLNE - staat dat gewapende sheriffs onderdeel zijn het Common Law rechtssysteem. Sheriffs hebben handhavings- en opsporingsbevoegdheden en zij hebben een leidende rol in de strijd tegen de huidige overheid.

Ook in het document Jij bent de Vonk Ethische Code en Ambtseed - aangetroffen bij de verdachte en [medeverdachte 1] - staat dat de sheriffs een grote rol hebben bij het bevorderen van het Common Law gedachtegoed en haar instituties. De sheriffs mogen geweld toepassen.

Op het YouTube kanaal van [accountnaam] is een video gepost van een gesprek met de verdachte en [medeverdachte 1] van 2 september 2022 waarin [medeverdachte 1] zegt:

Ze zijn ook onwettig natuurlijk. We zitten met een onbeëdigd kabinet

eigenlijk, die een buitenlandse entiteit dienen. En daardoor hebben we zelfs de verplichting om ze eruit te werken.”

Zorg dat je een sterke achterhoede hebt als er acties worden uitgevoerd. Dat we een beetje massa hebben als, als er acties zijn.”

“Een mi-, een groepje militieleden zouden op een soort waarschuwing sein kunnen wachten van de lokale vredeshandhavers, de vredesofficieren, of sheriffs en hulpsheriffs.

En naar een bepaalde plek, of bij een bepaalde plek in de buurt komen. Kort voor het moment dat daar een actie plaatsvindt, zeg een kwartier, dan geef je de echte plek door zodat je, zodat de sheriffs en de handhavers een man of 30, 50 of 80, misschien wel meer, achter zich hebben staan bij zo'n actie.”

Ja, bij een arrestatie ga je natuurlijk ook niet vriendelijk vragen of de personen in kwestie met je mee, met je mee wil gaan. Dat maak je ook duidelijk en als er niet meegewerkt wordt, dan neem je zo iemand mee.”

“Ja, we hebben het recht ons te verdedigen. En alles dat ons lief is. Dan gaan we ook doen.”

De verdachte heeft vervolgens gezegd: “Ja, en we hebben ook het recht om onze grond terug te claimen. (…) Dat hebben we gedaan op 17 juli, en ehm, maar vandaar uit kunnen we zeggen, ja jongens het is de grond waarop wij geboren zijn. En wij hebben alle recht, vanuit ons geboorterecht, om degenen die ons niet goed behandelen om die weg te zetten. Om die te arresteren.”

Conclusie rechtbank

Uit de documenten en de video blijkt dat Common Law zich keert tegen de huidige overheid en een samenleving beoogt waarin mensen in kleinere verbanden beslissingen nemen en recht spreken. Binnen deze samenleving is een rol weggelegd voor bewapende sheriffs die zorgen voor opsporing en handhaving, arrestaties en het bestrijden van de vijanden van het volk.

5.1.3.2. Organisatie CLNE/Volksraad

In 2022 is de verdachte in contact gekomen met andere mensen die zich in Nederland bezighielden met het Common Law gedachtegoed. Hieruit is in het voorjaar van 2022 Common Law Nederland (hierna: CLNL) ontstaan. Naast de verdachte was ook [medeverdachte 1] hierbij betrokken. Dit blijkt onder meer uit hun betrokkenheid bij de Opzegging Staat en Koning op 17 juli 2022 door CLNL.

In augustus 2022 heeft er een afsplitsing van CLNL plaatsgevonden die onder de naam Common Law Nederland Earth (hierna: CLNE) verder is gegaan. Onder anderen de verdachte en [medeverdachte 1] waren hierbij betrokken en vormden met anderen een kerngroep.

Vanuit de CLNE kerngroep zijn er diverse Telegram chatgroepen aangemaakt waaronder CLNL.Earth Kerngroep (met als deelnemers onder anderen de verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ), Kartrekkers (met als deelnemers onder anderen de verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] ) en CL Sheriff’s Nederland (met als deelnemers onder anderen [medeverdachte 1] , de verdachte, [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] ).

De kerngroep heeft regelmatig (wekelijks/tweewekelijks) overleggen georganiseerd, zowel fysiek als online. Binnen de kerngroep waren met name de verdachte en [medeverdachte 1] heel actief. De verdachte was voorzitter tijdens de vergaderingen, hield notulen bij en verspreide agenda’s en verslagen van de vergaderingen. Zij deelde veel Common Law documenten en hield contact met gelijkgestemden. Ook hield zij zich bezig met kleding voor de sheriffs en wierf mensen voor bepaalde functies. Zij was betrokken bij het opzetten van de CLNE website waarop Common Law documenten stonden. [medeverdachte 1] was vanuit de kerngroep de kartrekker van de sheriffs en onderhield het contact met de sheriffs. Hij was beheerder van de chatgroep CL Sheriff’s Nederland en organiseerde bijeenkomsten voor de sheriffs.

In april 2024 is CLNE onder de naam Volksraad voortgezet. Onder de naam Volksraad hebben er diverse vergaderingen/bijeenkomsten plaatsgevonden.

Conclusie

Uit voorgaande beschrijving volgt naar het oordeel van de rechtbank dat er binnen CLNE een kerngroep was met een taak/rolverdeling en een zekere duurzaamheid tussen meerdere personen. Dat er geen sprake was van een duidelijke hiërarchie binnen de CLNE kerngroep, doet niet af aan het feit dat er sprake was van een (horizontale) organisatiestructuur was. De kerngroep wordt aangemerkt als een organisatie.

5.1.3.3. Oogmerk van de organisatie

Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden bewezen dat de kerngroep het oogmerk had op het plegen van de terroristische misdrijven die op de tenlastelegging staan. Van een terroristische organisatie was dan ook geen sprake. De vraag is of de kerngroep kan worden aangemerkt als een criminele organisatie.

In diverse Common Law documenten, zoals het document The Common Law Sheriff Trainings Handboek wordt gesproken over het uitvoeren van burgerarrestaties, bewapende sheriffs, milities en tribunalen en het opzetten van een republiek. Deze documenten en de inhoud ervan zijn gedeeld tijdens bijeenkomsten of via video’s, chatgroepen en Telegram.

Door de verdachte en [medeverdachte 1] wordt in de voornoemde video op YouTube opgeroepen de huidige regering omver te werpen en met dat doel met veel mensen gezagsdragers te arresteren en te berechten. Er wordt daarmee opgeruid tot een terroristisch misdrijf namelijk wederrechtelijke vrijheidsberoving met een terroristisch oogmerk.

Het oogmerk van CLNE was verder gericht op het plegen van ambtsdwang en dwang. Tijdens een CLNE actieweek in februari 2023 zijn documenten genaamd “Kennisgeving en bevel tot plaatsvervanging” uitgereikt en verspreid om uitgereikt te worden. In het document worden vertegenwoordigers van de (huidige) overheid opgeroepen om over te stappen naar Common Law door een nieuwe eed af te leggen en volgens het gewoonterecht het werk te blijven doen. Zij dienen zich niet te verzetten tegen de Common Law vertegenwoordigers op straffe van vervolging. De bedoeling van de kennisgevingen is dat ambtenaren (vertegenwoordigers van de huidige overheid) hun werk niet meer uitvoeren naar geldend recht, maar naar de bepalingen van Common Law. Er is sprake van ambtsdwang en dwang. Dat de uitgereikte kennisgevingen niet hebben geleid tot het beoogde doel, doet aan het oogmerk niets af.

Conclusie

Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de kerngroep CLNE/Volksraad een criminele organisatie is. Niet blijkt dat met de naamswijziging ook het doel van deze organisatie is gewijzigd. Daarom wordt ook de kerngroep van Volksraad als criminele organisatie aangemerkt.

5.1.3.4. Rol verdachte

De verdachte is betrokken geweest bij het ontstaan van CLNE en maakte vanaf het begin deel uit van de CLNE kerngroep. De verdachte had een prominente rol binnen de kerngroep van CLNE. Zij organiseerde bijeenkomsten, verspreidde documenten, had veel contact met gelijkgestemden en had hierbij ook een coördinerende rol vanuit de kerngroep.

Op basis hiervan is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte als oprichter heeft deelgenomen aan de criminele organisatie kerngroep van CLNE/Volksraad.

5.1.4.

Conclusie

Het onder 1 ten laste gelegde feit is wettig en overtuigend bewezen.

5.2.

Feit 2: Vrijspraak voorbereiding dan wel training voor terrorisme

5.2.1.

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Namens CLNE is door de verdachten [verdachte] en [medeverdachte 1] op 2 september 2022 in een YouTube video aangezet tot het vormen van milities die het zelfbestuur moeten gaan realiseren en daarbij onder meer burgemeesters moeten arresteren omdat zij verantwoordelijk worden gehouden voor het in de ogen van CLNE plegen van genocide onder de bevolking. In die video wordt ook aangemoedigd te verbinden met andere groepen. De verdachte heeft met het oog op dat verbinden kennisgenomen van het document Operatie Enduring Freedom. Dit plan omvat een communicatieplan voor noodsituaties waaronder begrepen situaties waarin burgerarrestaties zijn toegestaan. De officier van justitie vindt bewezen dat de verdachte op de hoogte was van de informatie in het plan ‘Operatie Enduring Freedom’ en de presentaties van [medeverdachte 4] . Zij wilde die informatie gebruiken om het doel van CLNE te realiseren. Zij heeft daartoe bijeenkomsten (mede) georganiseerd om ook anderen over het plan te informeren. Zij heeft burgerarresten voorbereid of bevorderd dan wel hiervoor getraind.

5.2.2.

Beoordeling rechtbank

5.2.2.1. Inhoud documenten en presentaties

Document ‘Operatie Enduring Freedom’

Bij de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 6] is het document Enduring Freedom of bladzijden daaruit aangetroffen. Zij hebben in wisselende samenstellingen over het plan gesproken en hebben bijeenkomsten bijgewoond waar het plan door de [medeverdachte 4] is gepresenteerd.

De aangetroffen Enduring Freedom documenten bevatten een plan voor een commandostructuur die kan functioneren als noodhulporganisatie. Elke provincie heeft een op die provincie toegespitste variant van het plan. De commandostructuur bestaat uit een landelijk en regionaal commando, drie geografische eenheden met daaronder groepen en subgroepen. De commandostructuur is bedoeld om te functioneren wanneer er bijvoorbeeld sprake is van uitval van elektriciteit, telefonie of internet of wanneer de overheid regelgeving uitvaardigt die zware gevolgen heeft voor de bewegingsvrijheid of wanneer een opdracht tot het uitvoeren van een burgerarrest wordt uitgevaardigd. In de paragraaf ‘doelstellingen’ staat een reeks activiteiten opgesomd die als onderdeel van de genoemde commandostructuur zou moeten worden uitgevoerd: noodhulp, inlichtingen, verkenningen, security, hit and run acties en het uitvoeren van burgerlijk arrest. Uit het document wordt niet duidelijk waarom en waarvoor een burgerlijk arrest mag worden uitgevoerd. Uit de documenten wordt ook niet duidelijk hoe de commandostructuur zich verhoudt tot bestaande verantwoordelijke overheidsorganisaties en -taken. De huidige overheid, haar crisisorganen en -functionarissen lijken in het plan vrijwel volledig afwezig te zijn. Daar waar de overheid wel wordt genoemd, is dat niet op positieve wijze. Er wordt in het document niet expliciet gesproken over bewapening dan wel wapens, noch over de toepassing van geweld.

Presentaties Enduring Freedom

Op een laptop van [medeverdachte 4] zijn meerdere versies aangetroffen van een PowerPoint presentatie Enduring Freedom, waaronder de variant Noord Holland versie 250123. In deze presentatie wordt onder meer het Common Law gedachtegoed besproken. Voordat de presentatie overgaat naar de landelijke indeling in regio’s, registratie en opzetten van noodhulpposten wordt toegelicht wat het effect is van structuur en organisatie. Ook worden drie redenen vermeld van de organisatie Enduring Freedom Holland: georganiseerd zijn voorafgaand aan een noodscenario, georganiseerd zijn op het moment van een noodscenario en georganiseerd blijven om vanuit een noodsituatie of gewijzigde maatschappij te bouwen aan iets nieuws. Vervolgens volgt een opsomming van scenario’s wanneer deze organisatie in werking treedt. Dat is onder andere wanneer de overheid uitzonderlijke regelgeving en/of noodverordeningen uitvaardigt en overgaat tot bijzonder handelen welke een alarmfase rechtvaardigt.

5.2.2.2. Conclusie

‘Operatie Enduring Freedom’ is een project van [medeverdachte 4] . Dit project omvat een plan voor burgers om noodhulp te organiseren in tijden van chaos. Die kan zijn ontstaan als gevolg van uitval van essentiële infrastructuur of door handelen van de overheid. De essentie van het plan is een landelijk communicatienetwerk.

Één van de situaties waarin het plan in werking kan treden is als er sprake is van een situatie waarin burgerarresten noodzakelijk zijn. In het plan zelf wordt dit niet verder uitgelegd. Wel wordt in het plan aangegeven dat het communicatienetwerk er is ten behoeve van onder meer hit and run acties en burgerlijk arrest. [medeverdachte 4] heeft lezingen over dit plan gegeven. In de presentaties die hij voor deze lezingen heeft gemaakt worden beelden getoond van anti-overheidssentimenten en wordt gesproken over verzet. In de presentaties wordt geen uitleg gegeven over het uitvoeren van burger arresten of hit and run acties. Onbekend is gebleven wat [medeverdachte 4] tijdens de lezingen heeft verteld.

Hoewel het plan en de presentaties de indruk wekken dat het communicatienetwerk ook gebruikt kan worden bij acties om de overheid omver te werpen en de maatschappij te veranderen, wordt dit niet expliciet gemaakt. De nadruk wordt -op papier- vooral gelegd bij het verlenen van hulp in noodsituaties. De rechtbank kan dan ook niet vaststellen dat Operatie Enduring Freedom en aanverwante documenten bedoeld is om terroristische daden te ondersteunen.

Uit het dossier blijkt onvoldoende dat de verdachte het plan wilde gebruiken om zich of anderen daarmee voor te bereiden op terroristische daden. Dit geldt ook voor het organiseren van bijeenkomsten over dit plan.

5.2.3.

Conclusie

Het onder 2 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5.3.

Bewezenverklaring

In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

1.

zij in of omstreeks de periode van 01 augustus 2022 tot en met 18 september 2024 te Oostburg en/of (elders) in Nederland,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

heeft deelgenomen aan (een) organisatie(s), namelijk

- kerngroep Common Law Nederland Earth (CLNE)/Volksraad,

welke Organisatie(s) tot oogmerk had(den) het plegen van terroristische

misdrijven, namelijk

A. het ondernemen van een aanslag met het oogmerk om de

grondwettige regeringsvorm te vernietigen of op onwettige wijze te

veranderen (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals

bedoeld in artikel 94 jo 83 van het Wetboek van Strafrecht), en/of

B. het opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven of

beroofd houden (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals

bedoeld in artikel 282b van het Wetboek van Strafrecht), en/of

C. de samenspanning en/of opzettelijke voorbereiding van en/of

bevordering tot eerder vermelde misdrijven (zoals bedoeld in artikel

282c en/of 96 lid 1 jo 94 en/of 96 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht),

en/of

D. bedreiging met een terroristisch misdrijf (zoals bedoeld in artikel 285

lid 3 van het Wetboek van Strafrecht), en/of

E. het voorhanden hebben van een of meer wapens en/of van munitie

van de categorieën II en/of III (zoals bedoeld in artikel 26 lid 1 van de

Wet Wapens en Munitie) (te) begaan met een terroristisch oogmerk

en/of met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of

gemakkelijk te maken (zoals bedoeld in artikel 55 lid 1 en/of lid 5 van de

Wet Wapens en Munitie),

en

welke organisatie(s) tot oogmerk had(den) het plegen van misdrijven,

namelijk

F. door (bedreiging met) geweld of enige andere feitelijkheid een

ambtenaar dwingen tot het volvoeren of nalaten van een

ambtsverrichting (zoals bedoeld in artikel 179 van het Wetboek van

Strafrecht), en/of

G. een ander door (bedreiging met) geweld of enige andere feitelijkheid,

gericht tegen die ander of derden, wederrechtelijk dwingen iets te doen,

niet te doen of te dulden (zoals bedoeld in artikel 284 van het Wetboek

van Strafrecht), en/of

H. het in het openbaar mondeling/bij geschrift/bij afbeelding opruien

tot een terroristisch misdrijf, enig strafbaar feit en/of gewelddadig

optreden tegen het openbaar gezag (zoals bedoeld in artikel 131 van het

Wetboek van Strafrecht);

terwijl verdachte deze (terroristische) organisatie(s) (mede) heeft

opgericht en/of daaraan leiding heeft gegeven en/of bestuurd;

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.

6
Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:

1. als oprichter deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

Het feit is dus strafbaar.

7
Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.

De verdachte is dus strafbaar.

Overwegingen

8
Motivering straffen
8.1.

Algemene overweging

De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt het volgende in aanmerking genomen.

8.2.

Strafmaatverweer

8.2.1.

Standpunt verdediging

De verdediging heeft bepleit dat er sprake is van onherstelbare vormverzuimen in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering en dat daarom strafvermindering op zijn plaats is. Er is sprake van willekeur door de verdachte wel te vervolgen en andere leden van de kerngroep CLNE niet. Daarnaast is de verdediging de mogelijkheid onthouden om nadere onderzoekswensen in te dienen wegens uitlatingen van de officier van justitie die niet anders geduid kunnen worden als dat het openbaar ministerie de verdachte niet langer zal vervolgen voor het oprichten van CLNE.

8.2.2.

Beoordeling

De rechtbank stelt voorop dat artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) uitsluitend betrekking heeft op onherstelbare vormverzuimen. Indien sprake is van een onherstelbaar vormverzuim en de rechtsgevolgen daarvan niet uit de wet blijken, moet de rechter beoordelen of aan dat vormverzuim enig rechtsgevolg dient te worden verbonden en, zo ja, welk rechtsgevolg dan in aanmerking komt. Daarbij dient hij rekening te houden met de in het tweede lid van artikel 359a Sv genoemde factoren:

“het belang dat het geschonden voorschrift dient”,

“de ernst van het verzuim” en

“het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt”.

De rechtbank merkt op dat de verdediging geen uitdrukkelijk onderbouwd standpunt heeft ingenomen over deze drie factoren. Omdat op de zitting is gebleken dat het hier voor de verdachte gaat om wezenlijke punten, zal de rechtbank desondanks de door de raadsman gevoerde strafmaatverweren bespreken.

Willekeur in de vervolging van verdachte

Voor zover de verdediging heeft willen betogen dat het gelijkheidsbeginsel jegens de verdachte is geschonden, overweegt de rechtbank dat de verdediging onvoldoende heeft aangetoond dat en waarom sprake is van gelijke gevallen. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat de verdachte werd gezien als een van de oprichters van CLNE en behoorde tot de kerngroep CLNE, wat uiteindelijk ook is bewezenverklaard.

Van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv is geen sprake.

Uitlatingen OM ten aanzien van de oprichting van CLNE

De verdediging heeft op de zitting van 7 maart 2025 verzocht [persoon A] als getuige te horen over de verdenking dat de verdachte een terroristische organisatie zou hebben opgericht. Zij was in contact gekomen met [persoon A] die zich ook met gewoonterecht bezighield. Op dat moment zouden er al 1200 deelnemers zijn aan een chat.

Op dit verzoek heeft de officier van justitie als volgt gereageerd:

“Allereerst wordt mevrouw [persoon A] als getuige aangedragen. Ik verzoek u dat af te wijzen. Ter onderbouwing wordt door de verdediging aangegeven dat die persoon de verklaring van [verdachte] over het ontstaan van CLNE in de zomer van 2022 kan bevestigen. Het Openbaar Ministerie stelt uitdrukkelijk dat die verklaring van [verdachte] al bevestiging vindt in andere bewijsmiddelen en ook zo wordt gevolgd door het Openbaar Ministerie. Over de feiten en omstandigheden over het ontstaan van CLNE in de zomer van 2022 zal er tussen het Openbaar Ministerie en de verdediging dan ook geen discussie zijn. Daarmee is er naar de mening van het Openbaar Ministerie geen verdedigingsbelang meer.”

De rechtbank deelt de opvatting van de verdediging niet dat de officier van justitie hiermee te kennen heeft gegeven dat de beschuldiging jegens de verdachte niet langer mede gericht was op de oprichting van CLNE. [persoon A] was betrokken bij Common Law Nederland (CLNL) en gezien de verklaring van de verdachte die is aangehaald, wilde de verdediging haar daar over horen. Over de oprichting van CLNL bestaat tussen de officier van justitie en de verdediging geen verschil van inzicht. Dat de officier van justitie in zijn reactie niet CLNL, maar CLNE heeft genoemd maakt dit niet anders. [persoon A] is bovendien door de rechter-commissaris in aanwezigheid van de advocaat als getuige gehoord. Van schending van het recht op een eerlijk proces is geen sprake. Dit kan dan ook niet leiden tot een geslaagd beroep op artikel 359a Sv.

Het verzoek om aanhouding van de zaak om alsnog getuigen te horen over het ontstaan van CLNL wordt afgewezen omdat de rechtbank daartoe geen noodzaak aanwezig acht.

Het verzoek van de verdediging tot strafvermindering wordt verworpen.

8.3.

Feit waarop de straffen zijn gebaseerd

De verdachte is lid geweest van de criminele organisatie kerngroep CLNE later Volksraad. De verdachte heeft een grote rol gehad bij de oprichting en de organisatie van CLNE. Zij maakte actief deel uit van de kerngroep die het gedachtegoed van Common Law vertaalde en verder verspreidde. Vanuit de kerngroep heeft de verdachte opruiend gehandeld en geïnteresseerden in het gedachtegoed van Common Law aangespoord tot het plegen van terroristische misdrijven. Zo werd opgeroepen tot het opzetten van lokale milities en het desnoods met geweld uitvoeren van burgerarrestaties, waarbij overheidsfunctionarissen moesten worden opgepakt en volgens onder Common Law opgerichte volkstribunalen worden berecht. Het op deze wijze oproepen tot geweld is onacceptabel, werkt ontwrichtend en is zorgwekkend. Anderen kunnen hierdoor bewogen worden om daadwerkelijk over te gaan tot bewapening en fysiek geweld. Ook werden kennisgevingen en bevelen tot plaatsvervanging gedeeld, die tot doel hadden overheidsfunctionarissen te dwingen tot het beëindigen van hun werk binnen de huidige gezagsstructuren en zich aan te sluiten bij Common Law. Deze kennisgevingen hebben weinig effect gehad omdat het de organisatie aan massa ontbrak.

Hoewel de verdachte ter zitting heeft verklaard dat zij zich heeft laten meeslepen en dat haar bubbel vol complotten inmiddels is gebarsten, constateert de rechtbank dat de verdachte niet doordrongen lijkt van de strafwaardigheid van haar gedragingen en hiervoor nauwelijks verantwoordelijkheid neemt.

8.4.

Persoonlijke omstandigheden van de verdachte

8.4.1.

Strafblad

De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 8 juli 2025, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.

8.4.2.

Rapportage

De rechtbank heeft acht geslagen op het over de verdachte uitgebrachte reclasseringsadvies gedateerd 24 september 2025 van Reclassering Nederland. Uit dit rapport komt – kort gezegd – naar voren dat de reclassering een grote discrepantie ziet tussen de persoon in combinatie met de tenlastelegging (een leider, organisator en faciliteerder) en de persoon die gezien en gesproken wordt in het kader van het schorsingstoezicht (een instabiele, emotionele vrouw die de wereld saamhoriger wil maken). De aanhouding lijkt een kentering te zijn geweest in de manier van leven en trauma’s uit het verleden te hebben blootgelegd. De reclassering concludeert dat de verdachte een sterke toewijding en motivatie heeft om het gedachtegoed van het gewoonterecht uit te dragen en hieromtrent een eigen gemeenschap te creëren zonder daarbij de huidige rechtsstaat en democratie te ontkennen, laat staan omver te werpen. De behandelaars van De Waag, waar de verdachte tijdens haar schorsingsperiode een behandeling is gestart, bevestigen het gebrek aan eigen identiteit en het mogelijk onvoldoende kritische handelen in de ten laste gelegde feiten. Ze lijkt gemotiveerd om aan zichzelf te werken. De psychische gesteldheid van de verdachte en de intrinsieke motivatie dan wel het ideaalbeeld van een bepaalde manier van een samenleving hebben volgens de reclassering ten grondslag gelegen aan het tenlastegelegde. Ze lijkt volledig afstand te hebben genomen van alles wat het Common Law te maken heeft.

Er is bij de verdachte een kwetsbaarheid die voortkomt uit haar ideologie en het nog onvoldoende kunnen stellen van grenzen ten opzichte van anderen. Een voortzetting van de behandeling is noodzakelijk. Om de voortgang van de behandeling te monitoren, acht de reclassering toezicht wenselijk.

De kans op herhaling wordt ingeschat als laag. Bij het uitblijven van interventies schat de reclassering, op basis van haar professionele oordeel, het algemene risico op herhaling in als matig. Het risico op extremistisch geweld wordt ingeschat als matig.

De reclassering adviseert bij oplegging van een eventueel (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf, daaraan bijzondere voorwaarden van meldplicht, ambulante behandeling en contactverbod met medeverdachten te verbinden.

Daarnaast heeft de reclassering de dadelijke uitvoerbaarheid van de opgelegde bijzondere voorwaarden geadviseerd.

8.5.

Conclusies van de rechtbank

Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Daarbij heeft de rechtbank rekening gehouden met de rol van de verdachte, de context waarin de feiten zich afspeelden en haar persoonlijke omstandigheden. De straf is lager dan door het openbaar ministerie is geëist. Dit wordt veroorzaakt door de vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde. De rechtbank zal een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen met daaraan verbonden de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden. De rechtbank ziet in het reclasseringsrapport aanleiding het onvoorwaardelijk deel van de gevangenisstraf gelijk te laten zijn aan het voorarrest. Aan de verdachte wordt daarnaast een taakstraf van enige duur opgelegd. De vordering van de officier van justitie om het reclasseringstoezicht en de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren wordt afgewezen, omdat niet is voldaan aan de daarvoor geldende eis dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

9
In beslag genomen voorwerpen
9.1.

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie hebben het volgende gevorderd:

- onttrekking aan het verkeer van:

o 1 STK Administratie ( [omschrijving 1] / Documenten Common Law juridisch en adressenlijst);

o 1 STK Administratie ( [omschrijving 2] / Documenten Common Law en Volksraad);

- verbeurdverklaring van:

o 1 STK Computer ( [omschrijving 3] / in rode hoes, Lenovo);

o 1 STK Computer ( [omschrijving 4] / laptop wit);

o 1 STK Telefoontoestel ( [omschrijving 5] / Smartphone incl doorzicht hoesje, Motorola);

o 1 STK Telefoontoestel ( [omschrijving 6] , HUAWEI);

o 1 STK Computer ( [omschrijving 7] / Harde schijf (extern geheugen), Sony).

9.2.

Standpunt verdediging

De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

9.3.

Beoordeling

De in beslag genomen

1 STK Administratie ( [omschrijving 1] / Documenten Common Law juridisch en adressenlijst); en

1 STK Administratie ( [omschrijving 2] / Documenten Common Law en Volksraad);

1 STK Computer ( [omschrijving 3] / in rode hoes, Lenovo);

1 STK Computer ( [omschrijving 4] / laptop wit);

1 STK Telefoontoestel ( [omschrijving 5] / Smartphone incl doorzicht hoesje, Motorola);

1 STK Telefoontoestel ( [omschrijving 6] , HUAWEI);en

1 STK Computer ( [omschrijving 7] / Harde schijf (extern geheugen), Sony).

zullen worden verbeurd verklaard.

Het bewezen feit is met behulp van deze voorwerpen begaan.

10
Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, en 140 van het Wetboek van Strafrecht.

11
Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12
Beslissing

De rechtbank:

verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;

verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte (ook) daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur 365 (driehonderdvijfenzestig) dagen;

bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 190 (honderdnegentig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;

verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 3 jaren;

tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;

stelt als algemene voorwaarde:

- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;

stelt als bijzondere voorwaarden:

1. de veroordeelde neemt bij een onherroepelijke veroordeling contact op met mevrouw [persoon B] ( [telefoonnummer 1] ) of mevrouw [persoon C] ( [telefoonnummer 2] ) van Reclassering Nederland. Zij blijft zich melden zo vaak en zolang de reclassering dat nodig acht. Hieronder valt ook het meewerken aan eventuele huisbezoeken.

De meldplicht heeft tot doel betrokkene te kunnen begeleiden bij en controleren op de naleving van de opgelegde bijzondere voorwaarden. De reclassering wordt toegestaan om informatie uit te wisselen met trajectrelevante instanties waaronder ook de gemeente. De reclassering bepaalt welke gespreksonderwerpen van belang zijn om een inschatting te kunnen maken van de recidive- en veiligheidsrisico’s, waarbij de privacy van betrokkene zoveel mogelijk gerespecteerd zal worden. De veroordeelde moet op een constructieve wijze meewerken aan deze gesprekken en openheid van zaken geven over de door de reclassering bepaalde gespreksonderwerpen, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;

2. de veroordeelde laat zich behandelen door de Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling, als de zorgverlener dat nodig vindt;

3. de veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met de medeverdachten:

- De heer [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1969

- De heer [medeverdachte 3] , geboren op [geboortedatum 3] 1979

de verboden gelden zolang het Openbaar Ministerie de verboden nodig vindt. De politie ziet toe op handhaving van de contactverboden;

verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden

- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;

- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;

geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;

veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;

beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 (zestig) dagen;

beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten:

o 1 STK Computer ( [omschrijving 3] / in rode hoes, Lenovo);

o 1 STK Computer ( [omschrijving 4] / laptop wit);

o 1 STK Telefoontoestel ( [omschrijving 5] / Smartphone incl doorzicht hoesje, Motorola);

o 1 STK Telefoontoestel ( [omschrijving 6] , HUAWEI);en

o 1 STK Computer ( [omschrijving 7] / Harde schijf (extern geheugen), Sony);

o 1 STK Administratie ( [omschrijving 1] / Documenten Common Law juridisch en adressenlijst); en

o 1 STK Administratie ( [omschrijving 2] / Documenten Common Law en Volksraad);

heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.

Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.J. Peeck, voorzitter,

en mrs. J. de Lange en D. van Putten, rechters,

in tegenwoordigheid van mrs. B.A.M. Elst en L. Hessing, griffiers,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 28 november 2025.

Bijlage I

Tekst nader omschreven tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

1

zij in of omstreeks de periode van 01 augustus 2022 tot en met 18

september 2024 te Oostburg en/of (elders) in Nederland,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

heeft deelgenomen aan (een) Organisatie(s), namelijk

- Common Law Nederland Earth (CLNE), en/of

- Volksraad,

welke Organisatie(s) tot oogmerk had(den) het plegen van terroristische

misdrijven, namelijk

A. het ondernemen van een aanslag met het oogmerk om de

grondwettige regeringsvorm te vernietigen of op onwettige wijze te

veranderen (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals

bedoeld in artikel 94 jo 83 van het Wetboek van Strafrecht), en/of

B. het opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven of

beroofd houden (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals

bedoeld in artikel 282b van het Wetboek van Strafrecht), en/of

C. de samenspanning en/of opzettelijke voorbereiding van en/of

bevordering tot eerder vermelde misdrijven (zoals bedoeld in artikel

282c en/of 96 lid 1 jo 94 en/of 96 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht),

en/of

D. bedreiging met een terroristisch misdrijf (zoals bedoeld in artikel 285

lid 3 van het Wetboek van Strafrecht), en/of

E. het voorhanden hebben van een of meer wapens en/of van munitie

van de categorieën II en/of III (zoals bedoeld in artikel 26 lid 1 van de

Wet Wapens en Munitie) (te) begaan met een terroristisch oogmerk

en/of met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of

gemakkelijk te maken (zoals bedoeld in artikel 55 lid 1 en/of lid 5 van de

Wet Wapens en Munitie),

en

welke Organisatie(s) tot oogmerk had(den) het plegen van misdrijven,

namelijk

F. door (bedreiging met) geweld of enige andere feitelijkheid een

ambtenaar dwingen tot het volvoeren of nalaten van een

ambtsverrichting (zoals bedoeld in artikel 179 van het Wetboek van

Strafrecht), en/of

G. een ander door (bedreiging met) geweld of enige andere feitelijkheid,

gericht tegen die ander of derden, wederrechtelijk dwingen iets te doen,

niet te doen of te dulden (zoals bedoeld in artikel 284 van het Wetboek

van Strafrecht), en/of

H. het in het openbaar mondeling/bij geschrift/bij afbeelding opruien

tot een terroristisch misdrijf, enig strafbaar feit en/of gewelddadig

optreden tegen het openbaar gezag (zoals bedoeld in artikel 131 van het

Wetboek van Strafrecht);

terwijl verdachte deze (terroristische) Organisatie(s) (mede) heeft

opgericht en/of daaraan leiding heeft gegeven en/of bestuurd;

2

zij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2022 tot en met 18

september 2024 te Oostburg en/of (elders) in Nederland,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

meermalen, althans eenmaal,

opzettelijk, met het oogmerk om ter voorbereiding en/of ter bevordering

van het te plegen misdrijf omschreven in artikel 282b van het Wetboek

van Strafrecht, te weten:

- het opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven of

beroofd houden (te) begaan met een terroristisch oogmerk,

- een ander heeft getracht te bewegen om het misdrijf te plegen, te doen

plegen of mede te plegen en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om

daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of

- gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van het

misdrijf zich en/of anderen heeft getracht te verschaffen, en/of

- een of meer voorwerpen, voorhanden heeft gehad waarvan hij,

verdachte, wist dat deze bestemd waren tot het plegen van het misdrijf,

immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader(s) (telkens)

A. zich en/of een of meer ander(en) het document ‘Operatie Enduring

Freedom’ verschaft/getracht te verschaffen, waarin onder meer

informatie is gegeven over hoe te handelen bij het uitvoeren van

burgerarresten, regelgeving van de overheid die ernstige gevolgen heeft

voor de bewegingsvrijheid of bijzonder handelen van de overheid die

een alarmfase rechtvaardigt, welke informatie onder meer gaat over het

opzetten, de samenstelling en functiebepaling van groepen,

het opzetten en functiebepaling van locaties (safehouse, noodhulppost,

commando post), overlegstructuren en communiceren via portofoons

hij de uitvoering van burgerarresten en/of hit-and-run-acties, en/of

B. een of meer lezingen/presentatie(s) over ‘Operatie Enduring

Freedom’ georganiseerd en/of een of meer ander(en) daarop

geattendeerd;

Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling

mocht of zou kunnen leiden:

zij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2022 tot en met 18

september 2024 te Oostburg en/of (elders) in Nederland,

meermalen, althans eenmaal (telkens),

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

opzettelijk

- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of

inlichtingen heeft verschaft en/of heeft trachten te verschaffen, en/of

- kennis en/of vaardigheden heeft verworven en/of (een) ander(en) heeft

bijgebracht tot het plegen van een terroristisch misdrijf en/of een

misdrijf ter voorbereiding en/of vergemakkelijking van een terroristisch

misdrijf,

immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader(s) (telkens)

A. zich en/of een of meer ander(en) het document ‘Operatie Enduring

Freedom’ verschaft/getracht te verschaffen, waarin onder meer

informatie is gegeven over hoe te handelen bij het uitvoeren van

burgerarresten, regelgeving van de overheid die ernstige gevolgen heeft

voor de bewegingsvrijheid of bijzonder handelen van de overheid die

een alarmfase rechtvaardigt, welke informatie onder meer gaat over het

opzetten, de samenstelling en functiebepaling van groepen, het opzetten

en functiebepaling van locaties (safehouse, noodhulppost, commando

post), overlegstructuren en communiceren via portofoons bij de

uitvoering van burgerarresten en/of hit-and-run-acties, en / of

B. een of meer lezingen/presentatie(s) over ‘Operatie Enduring

Freedom’ georganiseerd en/of een of meer ander(en) daarop

geattendeerd.