Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen met parketnummers 10/120593-24 en 01/168787-25.
De tenlastelegging van de dagvaarding met parketnummer 01/168787-25 is op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie gewijzigd.
De tekst van de (gewijzigde) tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
Parketnummer 10/120593-24
Kort gezegd wordt de verdachte onder 1 verweten dat hij heeft geprobeerd om verbalisanten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] van het leven te beroven dan wel hen zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door:
- met zijn auto, terwijl hij op hoge snelheid reed, plotseling te remmen, terwijl [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] dicht achter hem reden;
- met zijn auto recht op [slachtoffer 1] af te rijden, die daardoor moest uitwijken;
- zijn auto naar rechts te sturen, terwijl [slachtoffer 2] naar rechts stuurde om uit te wijken voor de verdachte;
- [slachtoffer 2] met zijn auto op een werkvlak op zeer korte afstand en met zeer hoge snelheid te passeren.
Onder 2 wordt de verdachte verweten dat hij met zijn auto op verschillende snelwegen zich ernstig gevaarzettend heeft gedragen door meermalen:
- de maximum snelheid fors te overschrijden;
- links en rechts andere weggebruikers in te halen;
- over de vluchtstrook te rijden;
- zonder noodzaak acuut af te remmen en
- zeer dicht achter andere weggebruikers te rijden.
Parketnummer 01/168787-25
De verdachte wordt primair verweten dat hij geprobeerd heeft om een medewerker van de penitentiaire inrichting zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door stekende bewegingen met een mes in haar richting te maken. Subsidiair is dit feit als een bedreiging ten laste gelegd.
Beslissing
De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit van parketnummer 01/168787-25 heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten met parketnummer 10/120593-24 en het subsidiair ten laste gelegde feit met parketnummer 01/168787-25, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld;
beveelt dat de terbeschikkinggestelde van overheidswege wordt verpleegd;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] , te betalen een bedrag van € 1.000,00 (zegge: duizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 april 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 1] te betalen € 1.000,00 (zegge: duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 april 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.000,00 niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 20 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] , te betalen een bedrag van € 1.000,00 (zegge: duizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 april 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 2] te betalen € 1.000,00 (zegge: duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 april 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.000,00 niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 20 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij het slachtoffer met personeelsnummer [personeelsnummer X] , te betalen een bedrag van
€ 750,00 (zegge: zevenhonderdvijftig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 8 oktober 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van het slachtoffer met personeelsnummer [personeelsnummer X] te betalen
€ 750,00 (zegge: zevenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
8 oktober 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 750,00 niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 15 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. den Hollander, voorzitter,
en mrs. J.L. Luiten en A. Boer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.G. Kuijs, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter en de oudste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Tekst (gewijzigde) tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Parketnummer 10/120593-24
1
hij op of omstreeks 7 april 2024 te Rotterdam en/of te Vlaardingen, althans in
Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om de ambtenaren van
de politie [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gedurende en/of terzake van de
rechtmatige uitoefening van hun bediening
opzettelijk
van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
- meermalen, althans eenmaal met de auto op (zeer) hoge snelheid heeft gereden
en/of (vervolgens) zonder noodzaak acuut en extreem heeft geremd, terwijl die
[slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] dicht achter hem reed/reden en/of daardoor
onverwachts extreem moest(en) remmen en/of uitwijken,
- in het midden van de weg heeft gereden en/of daarbij recht/frontaal op die
[slachtoffer 1] is afgereden, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] moest uitwijken (om
een frontale botsing te voorkomen),
- zijn auto naar rechts heeft gestuurd, terwijl die [slachtoffer 2] naar rechts stuurde om
voor het voertuig van hem, verdachte, uit te wijken, en/of
- die [slachtoffer 2] heeft gevolgd op een niet voor het openbaar verkeer bestemde weg
(een werkvlak) en/of die [slachtoffer 2] (van achter) met hoge snelheid heeft genaderd
en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] op zeer kleine afstand heeft gepasseerd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op of omstreeks 7 april 2024 te Rotterdam en/of Vlaardingen en/of Amsterdam
en/of meerdere plaatsen gelegen aan de Rijksweg A16 en A20 en A13 en A4, althans
in Nederland,
als bestuurder van een voertuig (Mercedes met kenteken [kentekennummer] ),
daarmee rijdende op de weg, de Rijksweg A16 en A20 en A13 en A4 en A10,
zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate
werden geschonden door
- het (meermalen) (ernstig) overschrijden van de maximum snelheid en/of
- het meermalen gevaarlijk – zowel links als rechts - inhalen en/of
- meermalen over een vluchtstrook te rijden en/of
- zonder noodzaak acuut en extreem af te remmen en/of
- ( meermalen) zeer dicht achter (een) ander(e) voertuig(en) te rijden
door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar
lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
Parketnummer 01/168787-25
hij op of omstreeks 8 oktober 2024 te Vught
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan een ander, te weten een medewerker van de Penitentiaire Inrichting Vught met
personeelsnummer [personeelsnummer Y]
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, stekende bewegingen in de
richting van de romp, althans het lichaam van die medewerker heeft gemaakt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen
leiden:
hij op of omstreeks 8 oktober 2024 te Vught
een medewerker van de Penitentiaire Inrichting Vught met personeelsnummer [personeelsnummer X]
heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, dreigend in de richting van die
medewerker te houden en/of met dat mes stekende bewegingen te maken in de richting
van die medewerker;