Zoeken naar rechterlijke uitspraken en jurisprudentie

Via Uitspraken.nl kunt u eenvoudig zoeken in onze online uitspraken databank door het invoeren van één of meerdere trefwoorden. Het is uiteraard ook mogelijk om te zoeken op wetsartikelen, zaaknummer, ECLI nummer of het oude LJN nummer.

Eerste aanleg - enkelvoudig Belastingrecht

25 april 2024
ECLI:NL:RBZWB:2024:2725

Op 25 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een eerste aanleg - enkelvoudig procedure behandeld op het gebied van belastingrecht, wat onderdeel is van het bestuursrecht. Het zaaknummer is BRE 23/2033 tot en met 23/2036, bekend onder ECLI code ECLI:NL:RBZWB:2024:2725. De plaats van zitting was Breda.

Soort procedure
Rechtsgebied
Zaaknummer(s)
BRE 23/2033 tot en met 23/2036
Datum uitspraak
25 april 2024
Datum gepubliceerd
25 april 2024
Vindplaatsen
  • FutD 2024-1064
  • NDFR Nieuws 2024/815
  • NTFR 2024/917 met annotatie van mr. drs. C.M. Dijk
  • Viditax (FutD) 2024050104
  • Viditax (FutD), 1-5-2024
Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummers: BRE 23/2033 tot en met 23/2036

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 april 2024 in de zaak tussen

[belanghebbende 1]
, uit
[plaats]
, (belanghebbende 1), (BRE 23/2033 en 23/2034),

[belanghebbende 2]
, uit
[plaats]
, (belanghebbende 2), (BRE 23/2035 en 23/2036),

samen belanghebbenden,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk, de heffingsambtenaar.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbenden tegen de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van 8 februari 2023.

1.1.

De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbenden voor het belastingjaar 2022 aanslagen BIZ-bijdrage op grond van Verordening bedrijveninvesteringszone Centrumgebied 2020-2024 (de Verordening) opgelegd.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft de bezwaren van belanghebbenden ongegrond verklaard.

1.3.

De heffingsambtenaar heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.

1.4.

De rechtbank heeft de beroepen op 19 maart 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbenden en, namens de heffingsambtenaar, mr. H. Chikar.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of de aanslagen terecht aan belanghebbenden zijn opgelegd. Meer specifiek beoordeelt de rechtbank of de Verordening in werking is getreden. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van belanghebbenden.

2.1.

De gronden van belanghebbenden hebben betrekking op de uitgevoerde draagvlakmeting. De hoogte van de aanslagen is niet in geschil.

2.2.

De rechtbank is van oordeel dat de procedure omtrent de inwerkingtreding van de Verordening rechtsgeldig is verlopen en dat de aanslagen terecht aan belanghebbenden zijn opgelegd. Na opsomming van de feiten legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit heeft.

Feiten

3. Belanghebbende 1 is eigenaar van de onroerende zaken gelegen aan

[adres 1]
en
[adres 2]
te
[plaats]
. Belanghebbende 2 is eigenaar van de onroerende zaken gelegen aan
[adres 3]
en
[adres 4]
te
[plaats]
(hierna voor beide belanghebbenden: de onroerende zaken).

3.1.

De heffingsambtenaar heeft voor het belastingjaar 2022 aan belanghebbenden ieder afzonderlijk een aanslag BIZ-bijdrage op grond van de Verordening opgelegd, omdat de onroerende zaken in het aangewezen Centrumgebied in de gemeente Waalwijk zijn gelegen.

3.2.

Het college van burgemeester en wethouder (het college) heeft op

22 november 2021 en op 13 december 2021 een draagvlakmeting georganiseerd.

Motivering

4. De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.

Mocht er een tweede stemronde plaatsvinden?

4.1.

Belanghebbenden stellen dat de Verordening niet in werking is getreden, omdat de daarvoor vereiste draagvlakmeting niet overeenkomstig de regelgeving heeft plaatsgevonden. De aanslagen moeten daarom worden vernietigd. In de kern betogen belanghebbenden dat het college geen tweede stemronde had mogen organiseren, omdat de regelgeving daarin niet expliciet voorziet. De organisatie van een draagvlakmeting is bovendien voorbehouden aan de gemeenteraad. Nu de gemeenteraad zich niet heeft uitgesproken voor een tweede stemronde moet de positieve uitslag daarvan buiten beschouwing blijven, aldus belanghebbenden.

4.2.

De heffingsambtenaar heeft het standpunt ingenomen dat de tweede stemronde noodzakelijk was, omdat aan de eerste stemronde onvoldoende stemgerechtigden hadden deelgenomen.

4.3.

Vast staat dat de gemeenteraad van de gemeente Waalwijk bij Verordening van 30 september 2021 een BIZ-bijdrage heeft ingesteld overeenkomstig artikel 1, eerste en derde lid van de Wet op de bedrijveninvesteringszones (Wet BIZ). Op grond van artikel 4 Wet BIZ treedt een dergelijke Verordening niet eerder in werking dan nadat gebleken is van voldoende steun onder de bijdrageplichtigen (de zogenoemde draagvlakmeting).

4.4.

Uit het proces-verbaal van de op 22 november 2021 gehouden draagvlakmeting blijkt dat minder dan 50% van de bijdrageplichtigen zich voor of tegen de inwerkingtreding van de Verordening heeft uitgesproken. Dit betekent dat de draagvlakmeting onvoldoende resultaat heeft opgeleverd en de uitslag daarvan buiten beschouwing blijft. Voor zover belanghebbenden menen dat de uitslag van de stemronde van 22 november 2021 als geldig dient te worden beschouwd, volgt de rechtbank dat standpunt daarom niet.

4.5.

Naar aanleiding van de uitslag heeft het college opnieuw een draagvlakmeting gehouden op 13 december 2021. De rechtbank oordeelt dat die tweede stemronde in overeenstemming met de regelgeving heeft plaatsgevonden. Met de stelling dat het college niet bevoegd was tot het organiseren van de (eerste of) tweede draagvlakmeting miskennen belanghebbenden artikel 16 van de Verordening waarin is bepaald dat de uitvoering van de draagvlakmeting door de gemeenteraad is gedelegeerd aan het college. Dat de mogelijkheid voor een tweede stemronde niet expliciet is opgenomen in de tekst van de Wet BIZ en de Verordening brengt, anders dan belanghebbenden stellen, niet mee dat de mogelijkheid niet bestaat. Gelet op de wetsgeschiedenis heeft de wetgever zelfs rekening gehouden met de mogelijkheid dat meerdere metingen nodig zijn. In de derde alinea van de Memorie van Toelichting staat:

“Niet altijd blijkt van voldoende steun voor het inwerkingtreden van de verordening. Dit gebrek aan draagvlak kan aanleiding geven tot een nieuwe poging waarbij, met behulp van bijvoorbeeld betere voorlichting, alsnog wordt geprobeerd tot de vereiste steun te komen.”

4.6.

De rechtbank stelt vast dat uit het proces-verbaal van de tweede draagvlakmeting blijkt dat wel wordt voldaan aan de wettelijke vereisten en dat er voldoende steun en draagvlak is onder de bijdrageplichtigen voor de invoering van een Bedrijveninvesteringszone voor het Centrumgebied Waalwijk. Dit betekent dat de op 13 december 2021 gehouden draagvlakmeting rechtsgeldig is georganiseerd door het college en de uitslag voldoet aan de aan artikel 5 van de Wet BIZ gestelde eisen.

Is de tweede stemronde correct verlopen?

4.7.

Belanghebbende stellen verder dat de draagvlakmeting niet eerlijk en transparant is verlopen. Zij voeren daartoe aan dat de draagvlakmeting niet tijdig en niet op de juiste wijze is gepubliceerd, het proces-verbaal van de draagvlakmetingen in strijd met de regelgeving is opgemaakt en dat sprake was van ronselen van stemmen.

4.8.

De rechtbank stelt voorop dat uit de wetsgeschiedenis van de Wet BIZ blijkt dat de wetgever het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid heeft gegeven om naar eigen inzicht invulling te geven aan een eerlijke procedure voor het uitvoeren van de draagvlakmeting. De rechtbank stelt vast dat de te volgen procedure voor het uitvoeren van de draagvlakmeting is vastgelegd in het Reglement draagvlakmeting Bedrijveninvesteringszone Centrumgebied Waalwijk 2022-2026 (het Reglement).

4.9.

De rechtbank is van oordeel dat niet gebleken is dat het college met zijn handelwijze bij het ophalen van de uitgereikte stembiljetten de grenzen van de aan de gemeente toekomende vrijheid bij het uitvoeren van de draagvlakmeting, zoals vastgelegd in het Reglement, heeft overschreden. Het gegeven dat de processen-verbaal van de draagvlakmetingen door verschillende notarissen zijn vastgelegd betekent evenmin dat de draagvlakmeting in strijd met de regelgeving is uitgevoerd.

De heffingsambtenaar heeft ter zitting verklaard dat de in artikel 7 van het Reglement aangewezen notaris niet beschikbaar was voor het opstellen van het proces-verbaal van de tweede draagvlakmeting. De rechtbank heeft geen reden om aan die verklaring te twijfelen. De rechtbank stelt daarnaast vast dat artikel 9 van het Reglement het mogelijk maakt om de uitslag van de draagvlakmeting, in afwijking van artikel 7 van het Reglement, te laten vaststellen door een andere notaris. Belanghebbenden hebben hun stelling, dat sprake zou zijn geweest van het ronselen van stemmen, niet onderbouwd. De rechtbank begrijpt dat de huurders van de onroerende zaken van belanghebbenden minder bekend waren met de regelgeving. Dit maakt echter niet dat het langsgaan en informeren van ondernemers door gemeenteambtenaren als intimiderend of het ronselen van stemmen kan worden bestempeld.

4.10.

De klachten van belanghebbenden tegen onjuiste publicatie van de uitslag van de draagvlakmeting slagen naar het oordeel van de rechtbank evenmin. Artikel 16, tweede lid van de Verordening bepaalt dat het college uiterlijk 31 december 2021 mededeling moet doen van de draagvlakmeting, als uit die uitslag vast is komen te staan dat sprake is van voldoende steun als bedoeld in artikel 5 van de wet BIZ.

4.11.

De rechtbank stelt vast dat pas bij de tweede draagvlakmeting sprake was van voldoende steun in de zin van artikel 5 Wet BIZ. Dit betekent dat alleen die uitslag volgens de Verordening moest worden (vastgelegd en) gepubliceerd. Voornoemde uitslag is op 14 december 2021 vastgelegd door een notaris in een proces-verbaal en op 20 december 2021 gepubliceerd in het Gemeenteblad van Waalwijk. Daarmee is naar het oordeel van volgens de rechtbank voldaan aan de Verordening. Dat de uitslag ook is gepubliceerd op de website van de bij de Verordening ingestelde Stichting BIZ (www.bizwaalwijk.nl) maakt dat niet anders.

4.12.

Gelet op voorgaande overwegingen oordeelt de rechtbank dat, nu de (tweede) door het college uitgevoerde draagvlakmeting, in overeenstemming met de wet- en regelgeving, is georganiseerd, de Verordening rechtsgeldig in werking is getreden. Dit betekent dat de aan belanghebbenden opgelegde aanslagen BIZ-bijdrage voor het jaar 2022 terecht zijn opgelegd.

Conclusie en gevolgen

5. De beroepen zijn ongegrond. Dat betekent dat de aanslagen in stand blijven. Belanghebbenden krijgen daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgen ook geen vergoeding van hun proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M.Z.B. Sterk, rechter, in aanwezigheid van

mr. M.M. van de Langerijt-Suurmeijer, griffier, op 25 april 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

griffier

rechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Digitaal beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

In de Wet op de bedrijveninvesteringszones (Wet BIZ) is onder meer het volgende bepaald:

Artikel 1

1. De gemeenteraad kan onder de naam BIZ-bijdrage een belasting instellen ter zake van binnen een bepaald gebied in de gemeente (bedrijveninvesteringszone) gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen.

2. De BIZ-bijdrage is een bestemmingsheffing die strekt ter bestrijding van de kosten die verbonden zijn aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

3. Bij verordening wordt bepaald of de BIZ-bijdrage wordt geheven van:

a. eigenaren, waaronder voor de toepassing van deze wet worden verstaan degenen die bij het begin van het kalenderjaar van in de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken het genot hebben krachtens eigendom, bezit of beperkt recht,

gebruikers, waaronder voor de toepassing van deze wet worden verstaan degenen die bij het begin van het kalenderjaar in de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruiken of

eigenaren en gebruikers.

4. Onverminderd het derde lid, onder b en c, kan de verordening bepalen dat indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage wordt geheven van de eigenaar.

(…).

Artikel 4

1. De verordening waarbij de BIZ-bijdrage wordt ingesteld treedt niet in werking dan nadat gebleken is van voldoende steun onder de bijdrageplichtigen.

2. Het college van burgemeester en wethouders stelt iedere bij de gemeente bekende bijdrageplichtige na vaststelling van de verordening in de gelegenheid zich schriftelijk voor of tegen inwerkingtreding uit te spreken. In afwijking van het peilmoment, bedoeld in artikel 1, derde en vierde lid, wordt degene die blijkens de bij de gemeente op dat moment bekende gegevens een onroerende zaak in de beoogde bedrijveninvesteringszone gebruikt of daarvan het genot heeft aangemerkt als bijdrageplichtige.

3. Bij de toepassing van het tweede lid zorgt het college van burgemeester en wethouders dat alle bijdrageplichtigen zijn geïnformeerd over de strekking van de verordening.

4. Het college zorgt er voor dat de vertrouwelijkheid van de strekking van de schriftelijke verklaring van de bijdrageplichtige gewaarborgd is.

Artikel 5

1. Van voldoende steun is sprake indien na toepassing van artikel 4 blijkt dat:

ten minste de helft van de bijdrageplichtigen zich voor of tegen inwerkingtreding heeft uitgesproken,

ten minste tweederde deel daarvan zich vóór inwerkingtreding heeft uitgesproken, en

de som van de WOZ waarden, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van onroerende zaken in gebruik bij danwel in eigendom van bijdrageplichtigen die zich hebben uitgesproken vóór inwerkingtreding hoger is dan de som van de WOZ waarden in gebruik bij danwel in eigendom van bijdrageplichtigen die zich hebben uitgesproken tegen inwerkingtreding.

2. In afwijking van het eerste lid blijkt reeds van voldoende steun indien voldaan wordt aan de criteria, bedoeld in dat lid, onder a en b, indien de verordening voorziet in heffing van een voor iedere bijdrageplichtige gelijk bedrag als bedoeld in artikel 2, zesde lid.

3. Indien de BIZ-bijdrage wordt geheven van eigenaren en gebruikers als bedoeld in artikel 1, derde lid, onder c, wordt degene die zowel gebruiker als eigenaar is van een bepaalde onroerende zaak in beide hoedanigheden betrokken bij de vaststelling of sprake is van voldoende steun en is, onverminderd het eerste lid, pas sprake van voldoende steun indien:

a. ten minste de helft van de gebruikers en ten minste de helft van de eigenaren zich voor of tegen inwerkingtreding heeft uitgesproken, en daarvan

ten minste de helft van de gebruikers en ten minste de helft van de eigenaren zich vóór inwerkingtreding heeft uitgesproken.

In de Verordening Bedrijveninvesteringszone Centrumgebied Waalwijk 2022-2026 wordt onder meer het volgende bepaald:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

• Bedrijveninvesteringszone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage, als bedoeld in artikel 2, wordt geheven, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart;

• College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

• Uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente Waalwijk en Stichting BIZ Waalwijk Centrum op 15 december 2021 gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;

• Wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.

Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting

1. Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

2. De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

(…)

Artikel 16 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2022 mits aan de hand van de door het college van burgemeester en wethouders geboden gelegenheid, als bedoeld in artikel 4 van de wet, is gebleken van voldoende steun onder de bijdrageplichtigen, als bedoeld in artikel 5 van de wet.

2. Het college van burgemeester en wethouders stelt uiterlijk 15 december 2021 vast of al dan niet sprake is van voldoende steun als bedoeld in artikel 5 van de wet. Indien sprake is van voldoende steun, doet het college daarvan zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 31 december 2021, mededeling in het Gemeenteblad van Waalwijk.

In het Reglement draagvlakmeting Bedrijveninvesteringszone Centrumgebied Waalwijk 2022-2026 staat onder meer:

Artikel 1 Begripsomschrijving

In dit regelement wordt verstaan onder:

Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalwijk

De verordening: de Verordening Bedrijveninvesteringszone Centrumgebied Waalwijk 2022-2026

De wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

De WOZ: de Wet waardering onroerende zaken;

Artikel 2 Organisatie draagvlakmeting

Het college draagt de organisatie en uitvoering van de draagvlakmeting voor een Bedrijveninvesteringszone (BIZ) op aan de heffingsambtenaar van Team Vergunningverlening en Belastingen.

(….)

Artikel 4 Procedure draagvlakmeting

1. De draagvlakmeting staat onder toezicht van een notaris.

(….)

Artikel 7 Uitslag draagvlakmeting

Notaris mr. K.J.A. Labout-de Jong stelt schriftelijk, met inachtneming van artikel 5 van de wet, de uitslag van de desbetreffende draagvlakmeting zo spoedig mogelijk na de sluitingsdatum vast.

Artikel 8 Bekendmaking uitslag

De uitslag van de draagvlakmeting wordt bekendgemaakt door publicatie op www.waalwijk.nl en de gemeentepagina van het Weekblad Waalwijk.

Artikel 9 Niet voorziene gevallen

De teammanager van Team Ruimte, Economie en Werk beslist over de betekenis van dit reglement en over de daarin niet voorziene gevallen.

(…)

Artikel 5 van de Wet BIZ.

Memorie van Toelichting bij de Wet op de bedrijveninvesteringszones, Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 33 917, nr. 3, blz. 7.

Zie Memorie van toelichting bij artikel 4 Wet BIZ, waaruit blijkt dat dit artikel ongewijzigd is overgenomen uit de Experimentenwet BGV-zones, Kamerstukken II 2007-2008, 31 430, nr. 3 pag. 21.

Gemeenteblad 2021, nr. 46277.

Zie ook

Oozo.nl
Weten wat er in jouw buurt of straat gebeurt?
FaillissementsDossier.nl
Alle faillissementen en surseances in Nederland
FaillissementsDossier.be
Alle faillissementen en opschortingen in België
ProcedureCollective.fr
Alle faillissementen in Frankrijk
DatIsSlimBedacht.nl
Tips - Ideeën - Slimmigheden
  • Uitspraken.nl is een produkt van Binq Media B.V. - Mart Smeetslaan 1, 1217 ZE Hilversum - Kvk nummer 54506158