Rechtbank Zeeland-West-Brabant, eerste aanleg - meervoudig belastingrecht

ECLI:NL:RBZWB:2022:2432

Op 4 May 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een eerste aanleg - meervoudig procedure behandeld op het gebied van belastingrecht, wat onderdeel is van het bestuursrecht. Het zaaknummer is AWB - 21 _ 2426, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBZWB:2022:2432. De plaats van zitting was Breda.

Soort procedure:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
AWB - 21 _ 2426
Datum uitspraak:
4 May 2022
Datum publicatie:
4 May 2022
Formele relaties:
Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2023:4252, Overig

Indicatie

Dividendbelasting / internationaal / misbruik van Unierecht / naheffing bij de juiste (rechts)persoon? / pleitbaar standpunt boeten

Belanghebbende is de rechtsopvolger van een BV die (dividend)uitkeringen heeft gedaan. Ten aanzien van de uitkeringen aan een Luxemburgse vennootschap (LuxCo) is, met een beroep op de inhoudingsvrijstelling, geen Nederlandse dividendbelasting ingehouden. Vóór de eerste uitkering waren de betreffende aandelen in de BV nog in handen van een op de Kaaimaneilanden gevestigde limited partnership. Deze limited partnership heeft de aandelen in de BV, in het zicht van de eerste uitkering, overgedragen aan LuxCo.

Naar het oordeel van de rechtbank is de inspecteur, in het licht van het arrest T-Danmark, geslaagd in de op hem rustende bewijslast dat sprake was van misbruik van Unierecht, gelet op onder meer het volgende. Zonder het tussenschuiven van LuxCo zou in Nederland 15% bronbelasting verschuldigd zijn geweest en na het tussenschuiven van LuxCo was dit – uitgaande van alleen de formele voorwaarden – niet het geval. Door te werken met letteraandelen en Preferred Equity Certificates is bronheffing in Luxemburg voorkomen. LuxCo heeft in een relatief kort tijdsbestek 99,84% van de ontvangen dividenden doorbetaald aan haar aandeelhouder en is kort daarna geliquideerd. LuxCo ontplooide geen daadwerkelijke economische activiteit.

Op grond van artikel 20 van de AWR moest de inspecteur naheffen bij belanghebbende als inhoudingsplichtige van de dividendbelasting. Het tweede lid is niet van toepassing, omdat er geen sprake van is dat een ander bepalingen uit de belastingwet niet heeft nageleefd. Daaraan doet niet af dat niet belanghebbende maar de ontvanger van de dividenden het misbruik heeft gepleegd.

Omdat belanghebbende een pleitbaar standpunt had heeft de rechtbank wel de verzuimboeten vernietigd.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, meervoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummers BRE 21/2426 en 21/3748

uitspraak van 4 mei 2022

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , gevestigd te Luxemburg,

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

Procesverloop

1
Ontstaan en loop van het geding
1.1.

De inspecteur heeft aan (een rechtsvoorganger van) belanghebbende de volgende naheffingsaanslagen dividendbelasting opgelegd en daarbij de volgende beschikkingen (af)gegeven:

voor het jaar 2015 (aanslagnummer [aanslagnummer 1] ) van € 3.367.362, met een verzuimboete van € 5.278 en belastingrente van € 641.753;

voor het jaar 2017 (aanslagnummer [aanslagnummer 2] ) van € 14.520.035, met een verzuimboete van € 5.278 en belastingrente van € 1.807.421.

1.2.

De inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van respectievelijk 21 april 2021 en 23 juli 2021 de bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft daartegen bij brieven van respectievelijk 28 mei 2021 en 31 augustus 2021, ontvangen bij de rechtbank op respectievelijk 31 mei 2021 en 31 augustus 2021, beroep ingesteld. Ter zake van deze beroepen heeft de griffier van belanghebbende telkens een griffierecht geheven van € 360. De beroepen zijn vervolgens (nader) gemotiveerd. Bij de brief met de (nadere) motivering van het beroep betreffende het jaar 2017 is een usb-stick gevoegd met een geluidsopname.

1.4.

De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft, na daartoe door de rechtbank in de gelegenheid te zijn gesteld, schriftelijk gerepliceerd, waarna de inspecteur schriftelijk heeft gedupliceerd.

1.6.

Bij beslissing van 24 februari 2022 heeft de geheimhoudingskamer van de rechtbank het verzoek van de inspecteur om geheimhouding van (delen) van stukken deels toegewezen. (Voetnoot 1)

1.7.

De inspecteur heeft, naar aanleiding van de beslissing van de geheimhoudingskamer, bij brief van 2 maart 2022, een nader stuk ingediend. Verder heeft de inspecteur, bij brief van 9 maart 2022, nadere stukken ingediend.

1.8.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 maart 2022 te Breda.

Aldaar zijn verschenen en gehoord, namens belanghebbende, [A] , vergezeld door de gemachtigde van belanghebbende, drs. H.C. Reinoud, mr. P.E. Halprin en mr. F. Niekoop, verbonden aan Dentons Europe LLP te Amsterdam, en namens de inspecteur, [inspecteur] , [inspecteur] , [inspecteur] , [inspecteur] en [inspecteur] . Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt waarvan een afschrift tegelijk met een afschrift van deze uitspraak aan partijen wordt gezonden.

2
Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

2.1.

De naheffingsaanslagen hebben betrekking op rechtshandelingen van [A BV] ( [A BV] ). Na een fusie is [A BV] opgegaan in de verkrijgende vennootschap [A S.à.r.l.] Deze vennootschap is op haar beurt, na een fusie, opgegaan in belanghebbende.

2.2.

[A LLC] ( [A LLC] ) is een Amerikaanse private equity onderneming. In 2007 heeft [A LLC] met haar fonds [A LP] ( [A LP] ) circa $ 12 mld. aan te beleggen vermogen verkregen van beleggers. [A LP] is gevestigd op de Kaaimaneilanden en is een naar het recht van de Kaaimaneilanden aangegane limited partnership. [A LP] is op haar beurt limited partner van [B LP] . [A Ltd] is de general partner van [C LP] . Ook [C LP] is gevestigd op de Kaaimaneilanden en is een naar het recht van de Kaaimaneilanden aangegane limited partnership.

2.3.

In 2007 heeft [C LP] samen met onder meer [Investments BV] opgericht, met als doel het gezamenlijk investeren in Nederlandse ( [TV aanbieder 1] ) en Belgische ( [TV aanbieder 2] ) aanbieders van satelliettelevisie. [C LP] had een belang van 52,8% in [Investments BV] . [Investments BV] houdt indirect diverse belangen in Nederlandse vennootschappen.

2.4.

Vanaf 30 maart 2007 kan de structuur, voor zover hier van belang, als volgt worden weergegeven:

[afbeelding structuur]

<div class="ucgroup"> <div class="ucnr">2.5.</div> <p>Op 1 november 2013 zijn <span class='highlight'>[C LP]</span> , <span class='highlight'>[A LP]</span> , <span class='highlight'>[Investments BV]</span> en de Belastingdienst een Advance Tax Ruling (ATR) overeengekomen. Daarin is onder meer bepaald dat <span class='highlight'>[C LP]</span> voor de toepassing van de Nederlandse belastingwet kwalificeert als transparant lichaam en dat ten aanzien van winstuitkeringen van <span class='highlight'>[Investments BV]</span> aan <span class='highlight'>[C LP]</span> geen dividendbelasting is verschuldigd op grond van artikel 1, zevende lid, in samenhang met artikel 1, eerste lid, van de Wet op de dividendbelasting 1965 (Wet DB).</p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">2.6.</div> <p>Op 9 juli 2014 hebben de leden van <span class='highlight'>[Investments BV]</span> besloten tot verkoop van <span class='highlight'>[A BV]</span> aan de Franse private equity onderneming <span class='highlight'>[Franse onderneming]</span> . <span class='highlight'>[Franse onderneming]</span> heeft, omdat zij onbekend was met de branche, bedongen dat <span class='highlight'>[C LP]</span> en <span class='highlight'>[Investments BV]</span> nog minimaal twee jaar als minderheidsaandeelhouder verbonden zouden blijven aan <span class='highlight'>[A BV]</span> .</p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">2.7.</div> <p>Op 30 september 2014 heeft <span class='highlight'>[Investments BV]</span> 69,33% van de aandelen in <span class='highlight'>[A BV]</span> geleverd aan <span class='highlight'>[B. S.à.r.l.]</span> ., een tussenhoudster van <span class='highlight'>[Franse onderneming]</span> . Eveneens op 30 september 2014 heeft <span class='highlight'>[Investments BV]</span> de resterende aandelen in <span class='highlight'>[A BV]</span> uitgedeeld aan haar leden. Vanaf 30 september 2014 hield <span class='highlight'>[C LP]</span> rechtstreeks 15,37% van de aandelen in <span class='highlight'>[A BV]</span> . Vanaf 30 september 2014 kan de structuur, voor zover hier van belang, als volgt worden weergegeven:</p> <p><span class='highlight'>[afbeelding structuur]</span></p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">2.8.</div> <div class="ucblock"> <p>Op 30 september 2014 hebben de aandeelhouders in <span class='highlight'>[A BV]</span> een aandeelhoudersovereenkomst gesloten. De tekst van de aandeelhoudersovereenkomst luidt, voor zover hier van belang, als volgt:</p> <p> <emphasis role="italic">“</emphasis> <emphasis role="bold italic">Initial Board</emphasis> </p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <span class="ucnr">4.7</span> <div class="ucblock"> <p> <emphasis role="bold italic"> 4.7 </emphasis> <emphasis role="italic">At Completion, the Board will consist of the following nine (9) Directors:</emphasis> </p> <p> <emphasis role="bold italic">(a)</emphasis> <emphasis role="italic"> <span class='highlight'>[Persoon 1]</span> as chairman of the Board and as <span class='highlight'>[Franse onderneming]</span> Director;</emphasis> </p> <p> <emphasis role="bold italic">(b)</emphasis> <emphasis role="italic"> <span class='highlight'>[Persoon 2]</span> , <span class='highlight'>[Persoon 3]</span> , <span class='highlight'>[Persoon 4]</span> and <span class='highlight'>[Persoon 5]</span> as <span class='highlight'>[Franse onderneming]</span> Directors;</emphasis> </p> <p> <emphasis role="bold italic">(c)</emphasis> <emphasis role="italic"> <span class='highlight'>[Persoon 6]</span> and <span class='highlight'>[Persoon 7]</span> as <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> Directors; and</emphasis> </p> <p> <emphasis role="bold italic">(d)</emphasis> <emphasis role="italic"> <span class='highlight'>[Persoon 8]</span> and <span class='highlight'>[Persoon 9]</span> as <span class='highlight'>[Investments BV]</span> Directors.</emphasis> </p> <p> <emphasis role="italic">(…)</emphasis> </p> <p> <emphasis role="bold italic">Board decisions to be taken by a majority</emphasis> </p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <span class="ucnr">4.14</span> <div class="ucblock"> <p> <emphasis role="italic">Resolutions of the Board shall be passed:</emphasis> </p> <p> <emphasis role="bold italic">(a) </emphasis> <emphasis role="italic">at a duly convened and quorate meeting, by a simple majority of the Directors present or represented (…)</emphasis> </p> <p> <emphasis role="italic">(…)</emphasis> </p> <p> <emphasis role="bold italic">Intention to achieve an Exit</emphasis> </p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <span class="ucnr">9.1</span> <div class="ucblock"> <p> <emphasis role="italic">The Parties confirm their intention and commitment to work to achieve an Exit at an appropriate time in the future. Each Investor and the Company agrees to consult together with a view to determining a suitable time to effect an Exit. Subject to the other provisions of the Agreement, no Exit may take place without the prior written consent of <span class='highlight'>[Franse onderneming]</span> , and <span class='highlight'>[Franse onderneming]</span> shall, subject to its other obligations in this Clause and the Lock-in Period, generally determine any process initiated with a view to achieving an Exit, (…).</emphasis> </p> <p> <emphasis role="bold italic">14 MINORITY LIQUIDITY RIGHT</emphasis> </p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <span class="ucnr">14.1</span> <div class="ucblock"> <p> <emphasis role="italic">After the Lock-in Period, <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> or <span class='highlight'>[Investments BV]</span> may, by notice in writing to the Company and the other Investors (a </emphasis> <emphasis role="bold italic">“Liquidity Notice”</emphasis> <emphasis role="italic">), require <span class='highlight'>[Franse onderneming]</span> and the Company to comply with Clause 14.2 in respect of all of the relevant Investor’s Shares and that relevant Investor’s Coop Proportion of the Coop’s Shares (together, the </emphasis> <emphasis role="bold italic">“Liquidity Shares”</emphasis> <emphasis role="italic">). Following receipt of a Liquidity Notice from the other Investor, <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> or <span class='highlight'>[Investments BV]</span> (as applicable) may, by notice in writing to the Company and the other Investors delivered within 10 Business Days of the date of such Liquidity Notice (a </emphasis> <emphasis role="bold italic">“Participation Notice”</emphasis> <emphasis role="italic">), elect to require <span class='highlight'>[Franse onderneming]</span> and the Company to comply with Clause 14.2 in respect of all of the relevant Investor’s Liquidity Shares. (…)</emphasis> </p> <p> <emphasis role="italic">(…)</emphasis> </p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <span class="ucnr">14.2</span> <p> <emphasis role="italic">During the Liquidity Period, each of <span class='highlight'>[Franse onderneming]</span> and the Company shall use alle reasonable efforts to procure a Liquidity Event to be effected at the Relevant Price. Such Liquidity Event may include:</emphasis> </p> <div class="ucblock"> <p> <emphasis role="bold italic">(a) </emphasis> <emphasis role="italic">procuring the acquisition by another person of the Liquidity Shares at the Relevant Price;</emphasis> </p> </div> <div class="ucblock"> <p> <emphasis role="bold italic">(b)</emphasis> <emphasis role="italic"> to the extent legally permissible, causing the Group to undertake a buyback, redemption or dividend payment in respect of the Liquidity Shares at the Relevant Price, including without limitation by causing the Group to undertake a refinancing or incur additional indebtedness to fund such buyback, redemption or dividend. Following such event, each Party shall do all such acts and things as are necessary to put the Parties in the position they would have been in had such event been a buyback of all of the relevant part of (as determined by reference to the proceeds received by each holder of Liquidity Shares as a result of such Liquidity Event) the Liquidity Shares at the Relevant Price; or</emphasis> </p> </div> <div class="ucblock"> <p> <emphasis role="bold italic">(c)</emphasis> <emphasis role="italic"> causing the Group to undertake an Initial Public Offering at such a price that will, immediately following completion thereof, imply a valuation of the Liquidity Shares equal to at least their Relevant Price (and each Shareholder which is not a Relevant Investor irrevocably and unconditionally agrees that each holder of Liquidity Shares shall have priority with regard to the allocation of Shares to be sold on completion of such Initial Public Offering),</emphasis> </p> <p> <emphasis role="italic">(…)</emphasis> </p> <p>Bijlage 6 bij de aandeelhoudersovereenkomst geeft een overzicht van de in die overeenkomst gehanteerde definities. Daarin staat onder meer:</p> <p> <emphasis role="italic">“</emphasis> <emphasis role="bold italic">”Lock-in Period” </emphasis> <emphasis role="italic">the period of 24 months commencing on the date of Completion;</emphasis> </p> <p> <emphasis role="bold italic">“Completion” </emphasis> <emphasis role="italic">the completion of this Agreement, (…)” </emphasis> </p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">2.9.</div> <div class="ucblock"> <p>Begin 2015 verzoekt <span class='highlight'>[Franse onderneming]</span> de overige aandeelhouders in <span class='highlight'>[A BV]</span> om akkoord te gaan met een dividenduitkering door <span class='highlight'>[A BV]</span> van € 6.100.000. Op 3 februari 2015 heeft de heer <span class='highlight'>[Persoon 10]</span> , CFO van <span class='highlight'>[A BV]</span> , in dit verband een e-mailbericht gestuurd aan <span class='highlight'>[Persoon 7]</span> en <span class='highlight'>[Persoon 11]</span> , beiden werkzaam bij <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> (de heer <span class='highlight'>[Persoon 11]</span> is volgens de website van <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> “Managing Director, responsible for European tax restructuring and compliance”), waarin staat:</p> <p> <emphasis role="italic">“Please have a look at the minutes and calculation of the dividend distribution via <span class='highlight'>[A BV]</span> . </emphasis> </p> <p> <emphasis role="italic">I guess we need to withhold for all DR’s. </emphasis> </p> <p> <emphasis role="italic">Agree?</emphasis> </p> <p>De heer <span class='highlight'>[Persoon 11]</span> heeft op 3 februari 2015 onder meer geantwoord:</p> <p> <emphasis role="italic">“One point on the withholding though, as we now own direct from <span class='highlight'>[bedrijf]</span> , we would also have a 15% withholding. We had always planned to introduce a new holding company and were on the way to doing this but did not expect a dividend quite so early.</emphasis> </p> </div> <div class="ucblock"> <p> <emphasis role="italic">If it’s ok I will look into putting this in place in the next few days but will also check the requirements on withholding (to see if it is required).”</emphasis> </p> <p>Op 9 februari 2015 heeft de heer <span class='highlight'>[Persoon 11]</span> een e-mailbericht aan de heer <span class='highlight'>[Persoon 10]</span> gestuurd waarin staat:</p> <p> <emphasis role="italic">“We always intended to put in place a Lux entity to hold our interest in CDS <span class='highlight'>[A BV]</span> and if the timing works we will try and do that now (so as soon as possible, should be early next week).</emphasis> </p> </div> <div class="ucblock"> <p> <emphasis role="italic">If we do this then there should not be any withholding tax on the dividend payment to <span class='highlight'>[B. S.à.r.l.]</span> .”</emphasis> </p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">2.10.</div> <p> <span class='highlight'>[C LP]</span> heeft op 12 februari 2015 <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> ( <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> ) opgericht. <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> is een vennootschap naar Luxemburgs recht en is in Luxemburg gevestigd. Als eerste leden van het bestuur van <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> zijn vier personen benoemd, waarvan er twee in dienst waren van <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> , de heer <span class='highlight'>[Persoon 11]</span> en de heer <span class='highlight'>[Persoon 12]</span> (volgens de website van <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> “Director, Taxation”).</p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">2.11.</div> <p>Vanaf de oprichting was <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> gevestigd op het adres van een trustkantoor. Op 15 december 2015 is <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> verhuisd naar een zogenoemd verzamelgebouw, een gebouw waarin verschillende bedrijven zijn gehuisvest. In de jaarrekeningen 2015 tot en met 2017 van <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> zijn geen huisvestingskosten opgenomen. </p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">2.12.</div> <p>Bij notariële akte van 2 maart 2015 heeft <span class='highlight'>[C LP]</span> haar aandelen in <span class='highlight'>[A BV]</span> geleverd aan <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> . Als tegenprestatie heeft <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> letteraandelen uitgereikt en Preferred Equity Certificates (PEC’s) uitgegeven aan <span class='highlight'>[C LP]</span> . In de jaarrekening 2015 van <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> zijn de aandelen <span class='highlight'>[A BV]</span> gewaardeerd op € 50.014.883. Daarvan is € 15.000.000 toegerekend aan de letteraandelen en € 35.014.883 aan de PEC’s. Vanaf 2 maart 2015 kan de structuur, voor zover hier van belang, als volgt worden weergegeven:</p> <p><span class='highlight'>[afbeelding structuur]</span></p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">2.13.</div> <p>Op 11 maart 2015 heeft <span class='highlight'>[A BV]</span> een dividend uitgekeerd van € 6.100.000, waarvan € 937.299 aan <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> (dividend 1). Op de uitkering aan <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> is geen dividendbelasting ingehouden en afgedragen. In een door <span class='highlight'>[A BV]</span> gedane aangifte dividendbelasting is melding gemaakt van de uitkering aan <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> .</p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">2.14.</div> <p>Op 9 april 2015 is het bestuur van <span class='highlight'>[A BV]</span> akkoord gegaan met herfinanciering van een bankschuld en een dividenduitkering van € 140.000.000. Het aandeelhoudersbesluit tot de dividenduitkering is genomen op 28 juli 2015. Bij de dividenduitkering op die dag is € 21.511.778 uitgekeerd aan <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> (dividend 2). Op de uitkering aan <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> is geen dividendbelasting ingehouden en afgedragen. In een door <span class='highlight'>[A BV]</span> gedane aangifte dividendbelasting is melding gemaakt van de uitkering aan <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> .</p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">2.15.</div> <div class="ucblock"> <p>In de loop van 2015 heeft <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> aan <span class='highlight'>[C LP]</span> € 569.014 rente betaald op de PEC’s en daarop € 20.930.986 afgelost (tezamen betaling 1). Deze betalingen zijn gedaan uit de gelden verkregen met dividend 2. </p> <p> In 2016 heeft <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> aan <span class='highlight'>[C LP]</span> € 76.853 rente betaald op de PEC’s en daarop € 723.147 afgelost (tezamen betaling 2). Het totaal van betaling 1 en betaling 2 bedraagt 99,3 percent van het totaal van dividend 1 en dividend 2.</p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">2.16.</div> <div class="ucblock"> <p>Op 9 maart 2017 heeft <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> een Liquidity Notice gestuurd aan onder meer <span class='highlight'>[A BV]</span> . Daarin staat, voor zover hier van belang:</p> <p> <emphasis role="italic">“Pursuant to clause 14 (Minority Liquidity Right) of the Shareholders’ Agreement, we hereby serve this notice on you as a Liquidity Notice and request that <span class='highlight'>[Franse onderneming]</span> and the company accordingly comply with clause 14.2 of the Shareholders’ Agreement in respect of all of <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> ’s Liquidity Shares.”</emphasis> </p> <p>Op 20 maart 2017 heeft ook <span class='highlight'>[Investments BV]</span> een Liquidity Notice uitgevaardigd.</p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">2.17.</div> <div class="ucblock"> <p>Op 22 december 2017 is uitvoering gegeven aan het Minority Liquidity Right. Het totale geplaatste aandelenkapitaal van <span class='highlight'>[A BV]</span> is gewaardeerd op € 63.000.000 (€ 3.500 per aandeel). In totaal heeft <span class='highlight'>[A BV]</span> € 175.999.471 betaald onder de noemer ‘Distribution’, waarvan € 96.800.234 toekomt aan <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> (betaling 3). In het aandeelhoudersbesluit van <span class='highlight'>[A BV]</span> van 22 december 2017 staat, voor zover hier van belang:</p> <p> <emphasis role="italic">“2. Background</emphasis> </p> <p> <emphasis role="italic">(…)</emphasis> </p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <span class="ucnr">2.5</span> <p> <emphasis role="italic">It is proposed to declare a distribution from the freely distributable reserves to <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> , <span class='highlight'>[Investments BV]</span> , <span class='highlight'>[Persoon 10]</span> and <span class='highlight'>[Persoon 13]</span> on the Shares in the aggregate amount of EUR 175,999,471.30 (</emphasis> <emphasis role="bold italic">Distribution</emphasis> <emphasis role="italic">)</emphasis> </p> </div> <div class="ucgroup"> <span class="ucnr">2.6</span> <p> <emphasis role="italic">It is further proposed to reduce the issued and outstanding capital of the Company by means of a cancellation (intrekking) of the Shares (</emphasis> <emphasis role="bold italic">Cancellation</emphasis> <emphasis role="italic">) against a payment on the Shares of the aggregate amount of EUR 5,028.70 (</emphasis> <emphasis role="bold italic">Repayment</emphasis> <emphasis role="italic">).</emphasis> </p> </div> <div class="ucgroup"> <span class="ucnr">2.7</span> <div class="ucblock"> <p> <emphasis role="italic">The Company shall pay the Distribution and Repayment, as follows:</emphasis> </p> <p> <emphasis role="italic">(a) to <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> - EUR 96,803,000 (EUR 2,765.80 as repayment and EUR 96,800,234.20 as distribution):</emphasis> </p> <p> <emphasis role="italic">(…)</emphasis> </p> <p> <emphasis role="italic">3 Resolutions</emphasis> </p> <p> <emphasis role="italic">3 1 The General Meeting resolves to the Distribution, the Cancellation and the Repayment and to:</emphasis> </p> <p> <emphasis role="italic">(a) have the Company declare the Distribution. The Distribution will be payable as per the date thereof; and</emphasis> </p> <p> <emphasis role="italic">(b) hereby reduce the issued and outstanding share capital of the Company by means of a cancellation of the Shares as per the date hereof. (…)” </emphasis> </p> <p>Het bestuursbesluit van 22 december 2017 vermeldt onder meer:</p> <p> <emphasis role="italic">“2. Background</emphasis> </p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <span class="ucnr">2.5</span> <p> <emphasis role="italic">The general meeting of shareholders intends to declare a distribution from the freely distributable reserves to <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> , <span class='highlight'>[Investments BV]</span> , <span class='highlight'>[Persoon 10]</span> and <span class='highlight'>[Persoon 13]</span> on the Shares in the aggregate amount of EUR 175,999,471.30 (Distribution).</emphasis> </p> </div> <div class="ucgroup"> <span class="ucnr">2.6</span> <p> <emphasis role="italic">The general meeting of the Company further intends to reduce the issued and outstanding capital of the Company by means of a cancellation (intrekking) of the Shares (Cancellation) against a payment on the Shares of an aggregate amount of EUR 5,028.70 (Repayment).</emphasis> </p> </div> <div class="ucgroup"> <span class="ucnr">2.7</span> <div class="ucblock"> <p> <emphasis role="italic">The Company shall pay the Distribution and Repayment, as follows:</emphasis> </p> <p> <emphasis role="italic">(a) to <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> : EUR 96,803,000 (EUR 2,765.80 as repayment and EUR 96,800,234.20 as distribution);</emphasis> </p> <p> <emphasis role="italic">(…)</emphasis> </p> <p> <emphasis role="italic">3 Resolutions</emphasis> </p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <span class="ucnr">3.1</span> <p> <emphasis role="italic">The Board approves the Distribution, Cancellation and the Repayment in accordance with Sections 2:208 paragraph 6 and 2:216 of the Dutch Civil Code, (…).”</emphasis> </p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">2.18.</div> <p>Op 28 december 2017 heeft <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> aan <span class='highlight'>[C LP]</span> € 2.393.037 rente voldaan op de PEC’s en daarop het restant van € 13.360.750 afgelost. Verder heeft <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> de letteraandelen ingekocht voor € 81.011.175 en vervolgens ingetrokken. De feitelijke betalingen hebben plaatsgevonden op 2 januari 2018. Het totaalbedrag van rente, aflossing en inkoop beloopt dus € 96.764.962 (doorbetaling 3).</p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">2.19.</div> <p>Ter zake van de betalingen onder de noemer ‘Distribution’ aan <span class='highlight'>[Investments BV]</span> , <span class='highlight'>[Persoon 10]</span> en <span class='highlight'>[Persoon 13]</span> heeft <span class='highlight'>[A BV]</span> op 17 januari 2018 aangifte dividendbelasting gedaan. In het aangifteformulier is ter zake van de betaling aan <span class='highlight'>[Investments BV]</span> een vrijstelling geclaimd en is ter zake van de betalingen aan de twee andere aandeelhouders gemeld dat 15 percent dividendbelasting wordt ingehouden en is daarbij aangevinkt dat het gaat om inkoop van eigen aandelen. Op betaling 3 aan <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> is geen dividendbelasting ingehouden en afgedragen. Ter zake van deze betaling is op 17 januari 2018 – als bijlage bij de aangifte dividendbelasting – een ‘Opgaaf dividendbelasting Vrijgestelde uitkeringen aan buitenlandse gerechtigden in deelnemingssituaties’ gedaan. In deze opgaaf kan niet worden vermeld wat de aard van de dividenduitkering is. In de opgaaf wordt namens de uitkerende vennootschap verklaard dat aan de voorwaarden van artikel 4, leden 2, 3 en 4, van de Wet DB is voldaan. </p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">2.20.</div> <p>Dividend 1 en 2 en betaling 3 belopen tezamen € 119.249.311. Betaling 1 en 2 en doorbetaling 3 belopen tezamen € 119.064.962. Het verschil bedraagt € 184.349. In totaal is dus 99,84 percent van de door <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> ontvangen bedragen doorbetaald aan <span class='highlight'>[C LP]</span> .</p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">2.21.</div> <p>Volgens de jaarrekeningen 2015 tot en met 2017 van <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> bedroegen haar kosten, afgezien van de rentebetalingen op de PEC’s, in die jaren:</p> <informaltable> <tgroup cols="2"> <colspec colname="colA" /> <colspec colname="colB" /> <tbody> <row> <entry> <p>2015</p> </entry> <entry> <p>81.359</p> </entry> </row> <row> <entry> <p>2016</p> </entry> <entry> <p>27.681</p> </entry> </row> <row> <entry> <p>2017</p> </entry> <entry> <p>67.507</p> </entry> </row> <row> <entry> <p>Totaal</p> </entry> <entry> <p>176.547</p> </entry> </row> </tbody> </tgroup> </informaltable> <div class="ucblock"> <p>Voor 2015 gaat het om ‘notary fees’, ‘legal fees’, ‘tax advisor fees’, ‘bank fees’, ‘COC’ en ‘tax license fees’. </p> <p>Voor 2016 gaat het om ‘legal fees’, ‘tax advisor fees’, ‘bank fees’, ‘register of commerce’, ‘administrative expenses’, ‘wages’ (€ 10.975), ‘social security costs’ (€ 1.513), ‘director fees’ (€ 2.200) en ‘registration fees’.</p> <p>Voor 2017 gaat het om ‘notary fees’, ‘legal fees’, ‘tax advisor fees’, ‘bank fees’, ‘liquidation fees’, ‘register of commerce’, ‘administrative expenses’, ‘wages’ (€ 13.716), ‘social security costs’ (€ 1.786) en ‘director fees’ (€ 2.590).</p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">2.22.</div> <p> <span class='highlight'>[C LP]</span> heeft op 18 oktober 2018 <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> geliquideerd. De enige activiteiten die <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> gedurende haar bestaan heeft ontplooid zijn het houden van aandelen <span class='highlight'>[A BV]</span> , het ontvangen van bedragen van <span class='highlight'>[A BV]</span> en het doorbetalen van deze bedragen aan <span class='highlight'>[C LP]</span> .</p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">2.23.</div> <p>Volgens de inspecteur is <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> louter tussengeschoven om dividendbelasting te besparen. Hij heeft dit als volgt schematisch weergegeven:</p> <p><span class='highlight'>[afbeelding structuur]</span></p> <div class="ucblock"> <p>Omdat volgens de inspecteur <span class='highlight'>[A BV]</span> de inhoudingsvrijstelling ten onrechte heeft toegepast ter zake van dividend 1 en 2 en betaling 3 aan <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> , heeft hij de in 1.1 bedoelde naheffingsaanslagen opgelegd en boete- en rentebeschikkingen (af)gegeven. </p> </div> </div> </div> <div class="ucsection"> <div class="uctitle"> <div class="ucnr">3</div>Geschil</div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">3.1.</div> <p>In geschil is of de naheffingsaanslagen, de boetebeschikkingen en de rentebeschikkingen terecht en tot juiste bedragen zijn opgelegd/(af)gegeven.</p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">3.2.</div> <div class="ucblock"> <p>Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen, vernietiging van de uitspraken op bezwaar, de naheffingsaanslagen, de boete- en de rentebeschikkingen en vergoeding van de daadwerkelijk gemaakte proceskosten. </p> <p>De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van de beroepen.</p> </div> <p> <?linebreak ?> </p> </div> </div> <div class="inhoudtitle ucoverwegingen"><h2>Overwegingen</h2> <div class="uctitle"> <div class="ucnr">4</div>Beoordeling van het geschil</div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.1.</div> <p> <emphasis role="italic">Inhoudingsvrijstelling ten onrechte niet toegepast? Misbruik van Unierecht?</emphasis> </p> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.1.1.</div> <div class="ucblock"> <p>Tussen partijen is niet in geschil dat <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> opbrengstgerechtigde is ter zake van dividend 1 en 2 en betaling 3 (de betalingen). Evenmin in geschil is dat aan de voorwaarden zoals neergelegd in artikel 4, tweede lid, van de Wet DB, voor toepassing van de inhoudingsvrijstelling wordt voldaan ter zake van de betalingen. </p> <p> De inspecteur stelt echter dat desondanks de inhoudingsvrijstelling niet van toepassing is, (i) op de grond dat <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> niet de uiteindelijk gerechtigde is in de zin van artikel 4, vierde lid al dan niet in combinatie met het zevende lid, van de Wet DB, (ii) omdat sprake is van fraus legis, dan wel (iii) omdat sprake is van misbruik van Unierecht. Omdat deze laatste stelling de meest verstrekkende stelling is, gaat de rechtbank daarop als eerste in. De inspecteur beroept zich in dat kader vooral op het arrest T-Danmark.  <a href="#_0bcab299-5d62-461b-8f73-f6c446b04cc0">(Voetnoot 2)</a></p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.1.2.</div> <div class="ucblock"> <p>De rechtbank stelt voorop dat het Hof van Justitie van de Europese Unie (Hof) heeft beslist dat een lidstaat de toepassing van de Unierechtelijke bepalingen moet weigeren indien die bepalingen niet worden ingeroepen ter verwezenlijking van de doelstelling daarvan maar om een Unierechtelijk voordeel te verkrijgen, terwijl slechts formeel is voldaan aan de voorwaarden om op dit voordeel aanspraak te maken. <a href="#_253eb470-2f73-40c9-b6c4-00986d0ba161">(Voetnoot 3)</a></p> <p> Ter zitting heeft belanghebbende desgevraagd gesteld dat toepassing van de inhoudingsvrijstelling geen Unierechtelijk voordeel betreft, omdat Nederland de inhoudingsvrijstelling ruimer verleent dan waartoe de Moeder-dochterrichtlijn <a href="#_37aa31d1-4587-4181-91fb-bfc4b211c63f">(Voetnoot 4)</a> verplicht.</p> <p> Naar het oordeel van de rechtbank behelst in dit geval de toepassing van de inhoudingsvrijstelling een Unierechtelijk voordeel als hiervoor bedoeld. Terecht is niet in geschil dat de inhoudingsvrijstelling zoals neergelegd in artikel 4, tweede lid, van de Wet DB een implementatie van de Moeder-dochterrichtlijn betreft. Voor zover sprake is van een implementatie is de inhoudingsvrijstelling daarmee in elk geval een Unierechtelijk voordeel. <a href="#_466a15e3-4d63-49f0-9faa-4252b9cd15af">(Voetnoot 5)</a> De enkele omstandigheid dat Nederland de inhoudingsvrijstelling ruimer verleent dan waartoe de Moeder-dochterrichtlijn verplicht, doet niet eraan af dat in dit geval sprake is van een Unierechtelijk voordeel, aangezien – zoals ook niet in geschil is – dit geval onder de reikwijdte van de Moeder-dochterrichtlijn valt. </p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.1.3.</div> <div class="ucblock"> <p>Het arrest T-Danmark ziet ook op de vrijstelling van dividendbelasting aan de bron onder de Moeder-dochterrichtlijn. Voor het bewijs van misbruik onderscheidt het Hof een objectief bestanddeel (strijd met het doel van de regeling) en een subjectief bestanddeel (de bedoeling om op kunstmatige wijze een Unierechtelijk voordeel te behalen). Of deze bestanddelen aanwezig zijn, moet worden beoordeeld aan de hand van een onderzoek van alle feiten (rov. 97-98). Het Hof geeft daarbij het volgende richtsnoer:</p> <p> <emphasis role="italic">“100. Een concern dat niet is opgericht om redenen die de economische realiteit weerspiegelen, een zuiver formele structuur heeft en als voornaamste doel of een van zijn voornaamste doelen heeft een belastingvoordeel te verkrijgen dat de strekking of het doel van de toepasselijke belastingwetgeving ondermijnt, kan worden beschouwd als een kunstmatige constructie. Dit is met name het geval wanneer de betaling van belasting over de dividenden wordt vermeden doordat aan de concernstructuur een doorstroomvennootschap wordt toegevoegd tussen de vennootschap die de dividenden uitkeert en de uiteindelijk gerechtigde tot deze dividenden.”</emphasis> </p> <p>Verder geeft het Hof diverse ‘aanwijzingen’ voor de aanwezigheid van misbruik, waarbij het Hof overigens niet expliciet een onderscheid maakt tussen het objectieve en subjectieve bestanddeel (rov. 101-106). In dit kader benoemt het Hof ook elementen om te bepalen of sprake is van een doorstroomvennootschap als bedoeld door het Hof (rov. 104; hierna: ‘doorstroomvennootschap’). Het Hof noemt verder een contra-indicatie voor misbruik (rov. 110). Ook geeft het een uiteenzetting van de bewijslast (rov. 115-117).</p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.1.4.</div> <p>De inspecteur – op wie in dit opzicht de bewijslast rust – voert aan dat <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> enkel door <span class='highlight'>[C LP]</span> in de structuur is tussengeschoven om de verschuldigdheid van Nederlandse dividendbelasting te voorkomen zodat <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> niet kan worden aangemerkt als de uiteindelijk gerechtigde tot de van <span class='highlight'>[A BV]</span> ontvangen bedragen.</p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.1.5.</div> <div class="ucblock"> <p>Naar het oordeel van de rechtbank is de inspecteur geslaagd in de op hem rustende bewijslast in het licht van de aanwijzingen die in het arrest T-Danmark zijn gegeven voor de bepaling of sprake is van misbruik. De rechtbank neemt daarbij het volgende in aanmerking:</p> <p> <span class='highlight'>[C LP]</span> is niet een entiteit die aanspraak kan maken op de voordelen van de Moeder-dochterrichtlijn gelet op haar vestigingsplaats en rechtsvorm.</p> <p> Ter zake van een dividenduitkering door <span class='highlight'>[A BV]</span> aan <span class='highlight'>[C LP]</span> zou in Nederland een bronheffing van 15 percent verschuldigd zijn. Dit is gemotiveerd en onweersproken door de inspecteur aangevoerd en het is ook verwoord in het e-mailbericht van de heer <span class='highlight'>[Persoon 11]</span> aan de heer <span class='highlight'>[Persoon 10]</span> van 3 februari 2015 (zie 2.9).</p> <p> Op het moment dat bekend werd dat <span class='highlight'>[A BV]</span> een dividend zou gaan uitkeren zette <span class='highlight'>[C LP]</span> in een kort tijdsbestek de oprichting van <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> in werking en leverde <span class='highlight'>[C LP]</span> de aandelen in <span class='highlight'>[A BV]</span> aan <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> (zie 2.9 tot en met 2.12). Deze ‘timing’ is als zodanig ook een aanwijzing voor misbruik. <a href="#_50d11f51-1ed8-46b9-94bc-73224a66b9a8">(Voetnoot 6)</a></p> <p> <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> heeft letteraandelen en PEC’s uitgegeven (zie 2.12) omdat in Luxemburg geen bronbelasting is verschuldigd ter zake van de inkoop van letteraandelen en de aflossing op PEC’s. Dit is door de inspecteur aangevoerd en door belanghebbende onvoldoende gemotiveerd weersproken. Aldus is door het opnemen van <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> in de structuur een situatie ontstaan waarbij – uitgaande van alleen de formele voorwaarden – de dividendopbrengsten vanuit <span class='highlight'>[A BV]</span> zonder inhouding van Nederlandse en Luxemburgse bronbelasting bij <span class='highlight'>[C LP]</span> zouden kunnen terechtkomen, terwijl zonder <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> in de structuur een Nederlandse bronheffing van 15 percent verschuldigd zou zijn. Dit is niet alleen een aanwijzing voor de aanwezigheid van het subjectieve bestanddeel van misbruik. Het laatste houdt ook in dat een contra-omstandigheid voor misbruik afwezig is. Verder zijn de omstandigheden waarmee de verhanging van <span class='highlight'>[A BV]</span> gepaard is gegaan, in het bijzonder de uitgifte van de letteraandelen en PEC’s, tevens aanwijzingen dat sprake is van een kunstmatige constructie waarbij <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> als ‘doorstroomvennootschap’ fungeert. <a href="#_1d49f0e7-b261-4acc-bd0f-48b818c1add0">(Voetnoot 7)</a></p> <p> Door de betaling van rente op de PEC’s, de aflossing op de PEC’s en de inkoop van letteraandelen (zie 2.15 en 2.18) is 99,84 percent van dividend 1, dividend 2 en betaling 3 door <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> doorbetaald aan <span class='highlight'>[C LP]</span> (zie 2.20). De inspecteur heeft verklaard dat op de doorbetaling geen Luxemburgse bronbelasting is ingehouden. Belanghebbende heeft dat ter zitting van de rechtbank, niet nader gemotiveerd, bestreden. In het hiervoor genoemde percentage ziet de rechtbank echter een bevestiging dat in Luxemburg geen bronbelasting is ingehouden. </p> <p> De hoogte van het hiervoor genoemde percentage duidt er tevens op dat <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> optrad als ‘doorstroomvennootschap’ die geldstromen mogelijk maakte van <span class='highlight'>[A BV]</span> naar de uiteindelijk gerechtigde tot de uitgekeerde bedragen. Dat <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> een ‘doorstroomvennootschap’ is, vindt ook bevestiging in het volgende. </p> <p> De enige activiteiten die <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> tijdens haar bestaan heeft ontplooid zijn het houden van aandelen <span class='highlight'>[A BV]</span> , het ontvangen van bedragen van <span class='highlight'>[A BV]</span> en het doorbetalen van deze bedragen aan <span class='highlight'>[C LP]</span> (zie 2.22). Een daadwerkelijke economische activiteit werd door <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> niet ontplooid. Dit vindt ook steun in de aard van de kosten (zie 2.21) en de afwezigheid van werknemers afgezien van bestuurders.</p> <p> Twee van de vier bestuursleden van <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> waren in dienst van <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> (zie 2.10) en waren bovendien werkzaam op het gebied van het belastingrecht (zie 2.9 en 2.10). In de conclusie van repliek merkt belanghebbende op dat mogelijk niet alle kosten van deze bestuurders en van twee accountants en twee juristen die in dienst waren bij <span class='highlight'>[C LP]</span> zijn doorberekend aan <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> Dit is echter verder niet onderbouwd. Bovendien duiden deze gestelde kosten niet op de aanwezigheid van een daadwerkelijke economische activiteit. </p> <p> <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> was eerst gevestigd op het adres van een trustkantoor en later in een verzamelgebouw.</p> <p> <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> heeft slechts € 184.349 van de van <span class='highlight'>[A BV]</span> ontvangen bedragen niet doorbetaald aan <span class='highlight'>[C LP]</span> (zie 2.20). Dit bedrag had <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> nodig om haar betrekkelijk geringe kosten, ter hoogte van € 176.547 in de jaren 2015 tot en met 2017 (zie 2.21), te voldoen.</p> <p> Nadat de banden met <span class='highlight'>[A BV]</span> waren verbroken en <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> de hiervoor bedoelde doorbetaling aan <span class='highlight'>[C LP]</span> had gedaan is <span class='highlight'>[C LP]</span> overgegaan tot liquidatie van <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> (zie 2.22). Ook dit ondersteunt weer dat <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> geen andere rol had dan het houden van de aandelen in <span class='highlight'>[A BV]</span> en het fungeren als ‘doorstroomvennootschap’.</p> <p> Van belang is tot slot ook de snelheid waarmee <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> de ontvangen bedragen nagenoeg geheel heeft doorbetaald aan <span class='highlight'>[C LP]</span> . Dividend 2 is binnen een half jaar doorbetaald (zie 2.14 en 2.15) en betaling 3 is binnen een maand doorbetaald (zie 2.18). De doorbetaling van dividend 1 heeft wat langer geduurd (zie 2.13 en 2.15), maar dat heeft ermee te maken dat het ontvangen bedrag is aangehouden om kosten mee te betalen. Er is geen sprake van dat de gelden zijn gebruikt voor een economische activiteit. </p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.1.6.</div> <p>De rechtbank onderkent dat niet alle feiten en omstandigheden die hiervoor in aanmerking zijn genomen, reeds bekend waren ten tijde van de uitkering van dividend 1. Dat geeft geen aanleiding om anders te oordelen voor dividend 1. Zwaarwegend bij dividend 1 is namelijk dat deze dividenduitkering de directe aanleiding was om <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> op te richten en de aandelen in <span class='highlight'>[A BV]</span> te laten houden, terwijl het uiteindelijke belang niet wijzigde en niets is overgelegd waaruit objectief blijkt dat er ten tijde van de verhanging een ander dan fiscaal motief was voor de verhanging. Dit een en ander duidt prima facie op aanwezigheid van zowel het objectieve bestanddeel als het subjectieve bestanddeel van misbruik van Unierecht. Het is vervolgens ook nadien niet gebleken dat de wijziging in de structuur wel een reële economische betekenis had, integendeel.</p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.1.7.</div> <div class="ucblock"> <p>Aan het voorgaande doet niet af dat – zoals belanghebbende stelt – <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> geen contractuele of wettelijke verplichting had om de van <span class='highlight'>[A BV]</span> ontvangen bedragen door te betalen aan <span class='highlight'>[C LP]</span> . Naar het oordeel van de rechtbank had <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> , gelet op hetgeen in 4.1.5 in aanmerking is genomen – in onderlinge samenhang bezien – in wezen niet het recht op het gebruik en genot van de van <span class='highlight'>[A BV]</span> ontvangen bedragen. Het stond <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> , als ‘doorstroomvennootschap’, vanuit economisch oogpunt niet vrij om over de van <span class='highlight'>[A BV]</span> ontvangen bedragen te beschikken.</p> <p> Verder stelt belanghebbende dat ten tijde van de oprichting van <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> nog niet was te voorzien dat <span class='highlight'>[A BV]</span> in 2017 een betaling zou doen. Ook dat maakt het oordeel niet anders. Indien eenmaal is geconstateerd dat <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> een ‘doorstroomvennootschap’ was en niet de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, dan geldt dat voor alle uitkeringen aan <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> ongeacht of een specifieke uitkering reeds voorzienbaar was ten tijde van de verhanging. </p> <p> Ook was – anders dan belanghebbende meent – met het tussenschuiven van <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> geen sprake van een duurzame reorganisatie, althans niet een met een reële economische betekenis. <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> heeft immers slechts gefungeerd als ‘doorstroomvennootschap’ en is, nadat vrijwel alle van <span class='highlight'>[A BV]</span> ontvangen gelden waren doorbetaald aan <span class='highlight'>[C LP]</span> , ontbonden. Dat <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> en andere aandeelhouders van <span class='highlight'>[A BV]</span> meerdere vennootschappen in Luxemburg hadden, maakt – anders dan belanghebbende meent – nog niet dat het tussenschuiven van <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> een reëel karakter had.</p> <p> Tot slot kan het betoog van belanghebbende dat (i) <span class='highlight'>[A BV]</span> niets van doen had met het gestelde misbruik en, samenhangend, dat (ii) de inspecteur met zijn stellingnames ten onrechte <span class='highlight'>[A BV]</span> vereenzelvigt met <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> , belanghebbende niet baten. Het is voor de beoordeling of de inhoudingsvrijstelling moet worden onthouden wegens misbruik van Unierecht, alleen relevant óf sprake is van misbruik van Unierecht. Als daarvan sprake is, is niet relevant of <span class='highlight'>[A BV]</span> bij het misbruik betrokken was noch of <span class='highlight'>[A BV]</span> daarvan wist of had moeten weten noch of <span class='highlight'>[A BV]</span> te goeder trouw was.</p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.1.8.</div> <p>Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, was <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> niet de uiteindelijk gerechtigde tot de door haar van <span class='highlight'>[A BV]</span> ontvangen bedragen en is het door <span class='highlight'>[C LP]</span> tussenschuiven van <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> in de structuur aan te merken als misbruik van Unierecht. <span class='highlight'>[A BV]</span> heeft de inhoudingsvrijstelling dan ook ten onrechte toegepast op de uitkeringen aan <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> .</p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.2.</div> <p> <emphasis role="italic">Naheffing bij de juiste (rechts)persoon?</emphasis> </p> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.2.1.</div> <p>Belanghebbende stelt dat de naheffingsaanslagen moeten worden vernietigd omdat de inspecteur deze, op grond van artikel 20, tweede lid, tweede volzin, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), aan <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> had moeten opleggen. Belanghebbende voert aan dat, als sprake is van misbruik, dit niet aan <span class='highlight'>[A BV]</span> kan worden toegerekend maar aan <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> moet worden toegerekend.</p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.2.2.</div> <div class="ucblock"> <p>Artikel 20, tweede lid, tweede volzin, van de AWR luidt als volgt (onderstreping door de rechtbank):</p> <p> <emphasis role="italic">“In gevallen waarin </emphasis> <emphasis role="underline italic">ten gevolge van het niet naleven van bepalingen van de belastingwet door een ander dan</emphasis> <emphasis role="italic"> de belastingplichtige, onderscheidenlijk </emphasis> <emphasis role="underline italic">de inhoudingsplichtige</emphasis> <emphasis role="italic">, te weinig belasting is geheven, wordt de naheffingsaanslag aan die ander opgelegd.” </emphasis> </p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.2.3.</div> <div class="ucblock"> <p>De rechtbank stelt voorop dat – anders dan belanghebbende in de stukken nog leek te betogen – de inspecteur geen keuzevrijheid heeft ter zake van aan wie een naheffingsaanslag wordt opgelegd. <a href="#_35c556d2-0aab-4dfa-9646-00a523039643">(Voetnoot 8)</a> Artikel 20 van de AWR is dwingendrechtelijk. Hoofdregel is – voor zover hier van belang – naheffing bij de inhoudingsplichtige. Indien aan de voorwaarden van het tweede lid wordt voldaan, moet de naheffingsaanslag aan de desbetreffende ‘ander’ worden opgelegd. Indien niet aan die voorwaarden is voldaan, dan moet naheffing plaatsvinden bij de inhoudingsplichtige.</p> <p> De regeling in het tweede lid is bij de parlementaire behandeling niet toegelicht. <a href="#_c9e8bef6-8cca-4e34-a34c-399e435def87">(Voetnoot 9)</a> Voorwaarde is dat “ten gevolge van het niet naleven van bepalingen van de belastingwet door een ander (…) te weinig belasting is geheven”. Dit betekent onder meer dat het enkele feit dat te weinig is geheven door toedoen van een ander, nog niet voldoende is voor intreden van het rechtsgevolg van het tweede lid. <a href="#_350fa361-cef1-469d-8084-8e1340b2955e">(Voetnoot 10)</a> Het enkele feit dat in dit geval te weinig dividendbelasting is geheven omdat sprake is van misbruik van Unierecht door <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> en/of <span class='highlight'>[C LP]</span> , is dus onvoldoende als grond om de naheffingsaanslag niet aan belanghebbende maar aan <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> of <span class='highlight'>[C LP]</span> op te leggen. Er moet ook sprake zijn van ‘het niet naleven van bepalingen van de belastingwet’. Daarvan kan sprake zijn indien een derde niet voldoet aan een wettelijke verplichting om informatie te verstrekken aan – in dit geval – de inhoudingsplichtige. Bijvoorbeeld de loonbelasting kent dergelijke wettelijke verplichtingen. <a href="#_de34c12a-b03d-4394-b9a2-d31596ecf907">(Voetnoot 11)</a></p> <p> Weliswaar is het gebruik van een ‘doorstroomvennootschap’ – in dit geval – misbruik zodat geen recht bestaat op de inhoudingvrijstelling, maar dat gebruik op zichzelf houdt niet in dat een bepaling van de belastingwet niet is nageleefd. Ter zitting heeft belanghebbende desgevraagd ook geen wettelijke bepaling kunnen noemen die door <span class='highlight'>[C LP]</span> en/of <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> niet is nageleefd. Wel heeft belanghebbende gesteld dat indien sprake is van misbruik, <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> aangifte voor de vennootschapsbelasting had moeten doen dan wel <span class='highlight'>[C LP]</span> als die uiteindelijk gerechtigde is. De rechtbank laat in het midden of er op dit punt sprake is van een niet naleven van de belastingwet, want zelfs als dit het geval is, dan nog is daarmee niet voldaan aan de voorwaarden van het tweede lid. Het causaal verband tussen dat niet-naleven en het te weinig heffen van dividendbelasting ontbreekt immers. </p> <p> Tot slot, ook het arrest T-Danmark bevat geen aanwijzingen dat het Unierecht vereist dat in een geval als het onderhavige alleen kan worden nageheven bij degene die misbruik van het Unierecht heeft gemaakt. De rechtbank merkt daarbij op dat in een van de zaken die in het arrest aan de orde was, ook sprake was van ‘naheffing’ (in dat geval genoemd aansprakelijkstelling) bij de uitkerende vennootschap (rov. 60).</p> <p> Nu het tweede lid niet van toepassing is, dient op basis van de wet de naheffingsaanslag aan belanghebbende te worden opgelegd.</p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.2.4.</div> <div class="ucblock"> <p>Belanghebbende heeft nog een beroep gedaan op de onderdelen 5.2 en 5.3 van het besluit van de Staatsecretaris van Financiën van 21 november 2011 (het besluit). <a href="#_d34206d5-ba06-4a32-b16b-38d448068e86">(Voetnoot 12)</a></p> <p> De rechtbank overweegt dat de onderdelen 5.2 en 5.3 van het besluit worden voorafgegaan door onderdeel 5.1, waarin staat dat inhouding van dividendbelasting niet achterwege mag blijven als – zoals in het onderhavige geval – de ontvanger van het dividend niet wordt beschouwd als uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden. </p> <p> Voor toepassing van onderdeel 5.2 van het besluit is bovendien een schriftelijke verklaring van de dividendontvanger nodig, waarin staat dat deze uiteindelijk gerechtigd is tot de dividenden, en belanghebbende is niet in het bezit van een dergelijke verklaring. Belanghebbende heeft wel verwezen naar het e-mailverkeer zoals weergegeven in 2.9, maar wat de heer <span class='highlight'>[Persoon 11]</span> opmerkt kan niet worden aangemerkt als een zodanige verklaring.</p> <p> Voor toepassing van onderdeel 5.3 van het besluit is bovendien vereist dat sprake is van een duurzame, niet fiscaal gedreven, reorganisatie en daarvan is geen sprake aangezien in 4.1.8 is geoordeeld dat sprake was van misbruik van Unierecht.</p> <p> Belanghebbende beroept zich dus tevergeefs op het besluit.</p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.2.5.</div> <p>Gelet op wat is overwogen in 4.2.3 en 4.2.4, is de naheffingsaanslag terecht aan belanghebbende opgelegd. De rechtbank begrijpt dat belanghebbende dit als onrechtvaardig ervaart nu <span class='highlight'>[A BV]</span> het misbruik niet heeft gepleegd en belanghebbende nu wordt opgezadeld met het verhaal van dividendbelasting op de voormalige aandeelhouder. Dit laatste is echter een keuze van de wetgever die besloten ligt in de hoofdregel dat naheffing bij de inhoudingsplichtige plaatsvindt.</p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.3.</div> <p> <emphasis role="italic">Beroep op het belastingverdrag met Luxemburg; is betaling 3 een dividenduitkering?</emphasis> </p> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.3.1.</div> <p>Belanghebbende stelt dat betaling 3 geen uitkering van dividend betreft, maar een betaling tegenover de inkoop door <span class='highlight'>[A BV]</span> van de door <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> gehouden aandelen. Belanghebbende betoogt dat nu sprake is van inkoop van aandelen, Nederland op grond van het belastingverdrag met Luxemburg niet het heffingsrecht heeft. De inspecteur bestrijdt zowel de feitelijke stelling als de gevolgtrekking die belanghebbende eraan verbindt.</p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.3.2.</div> <div class="ucblock"> <p>Naar het oordeel van de rechtbank is betaling 3 wél een uitkering van dividend door <span class='highlight'>[A BV]</span> . In het aandeelhoudersbesluit van <span class='highlight'>[A BV]</span> van 22 december 2017 wordt immers gesproken over een uitkering uit de vrij uitkeerbare reserves (zie 2.17). Het aandeelhoudersbesluit maakt bovendien expliciet een onderscheid tussen enerzijds de uitkering (‘Distribution’) en anderzijds de intrekking van aandelen (‘Cancellation’) tegenover een betaling (‘Repayment’). Een en ander komt ook terug in het bestuursbesluit (zie 2.17). Gelet op dit een en ander kan de betaling niet anders worden opgevat dan als een dividenduitkering. De door belanghebbende in de bezwaarfase overgelegde notariële akte geeft geen aanleiding voor een ander oordeel. Deze akte – die bovendien achteraf en op verzoek van belanghebbende is opgesteld – behelst vooral een beschrijving van hetgeen is gebeurd, een verklaring van belanghebbende hoe een en ander geduid moet worden en een beknopte verklaring c.q. zienswijze in dat verband van de notaris.</p> <p> Belanghebbende wijst erop dat <span class='highlight'>[Franse onderneming]</span> geen dividenduitkering heeft ontvangen, en betoogt dat, mede gelet daarop, de betaling 3 geen dividenduitkering kán zijn omdat het op basis van de statuten niet mogelijk is dat dividend niet op gelijke wijze wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders van <span class='highlight'>[A BV]</span> . De rechtbank volgt belanghebbende niet in dit betoog. De tekst van het aandeelhoudersbesluit is duidelijk. Of met de dividenduitkering in strijd met de statuten is gehandeld, hoeft geen beantwoording, want ook als dat zo zou zijn, neemt dat niet weg dat dividend is uitgekeerd.</p> <p> Voor zover belanghebbende een fiscale herkwalificatie van betaling 3 bepleit als ‘inkoop van aandelen’, ziet de rechtbank daarvoor geen aanleiding. Daarbij is in aanmerking genomen dat niet gezegd kan worden dat de aan de gekozen rechtshandelingen – dividenduitkering naast inkoop van aandelen – verbonden fiscale gevolgen niet aanvaardbaar zijn gezien het economische resultaat ervan en gelet op de strekking van de belastingwet. <a href="#_80748661-e2fd-4ca0-8b12-812e3833b800">(Voetnoot 13)</a></p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.3.3.</div> <p>Voor het geval sprake is van dividend, is niet in geschil dat het heffingsrecht (ook) aan Nederland toekomt.</p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.4.</div> <p> <emphasis role="italic">Schending van algemene beginselen van behoorlijk bestuur?</emphasis> </p> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.4.1.</div> <p>Belanghebbende stelt dat de inspecteur, door het opleggen van de naheffingsaanslag over het jaar 2015, het vertrouwensbeginsel heeft geschonden. Daarnaast stelt belanghebbende dat de inspecteur ten aanzien van beide jaren het zorgvuldigheidsbeginsel heeft geschonden.</p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.4.2.</div> <div class="ucblock"> <p>Naar het oordeel van de rechtbank heeft belanghebbende – tegenover de gemotiveerde betwisting door de inspecteur – niet aannemelijk gemaakt dat de inspecteur het in rechte te beschermen vertrouwen heeft gewekt dat, nadat hij had kennisgenomen van alle vereiste bijzonderheden van het geval, toepassing van de inhoudingsvrijstelling op de dividenduitkeringen in 2015 aan <span class='highlight'>[A BV]</span> , zijn goedkeuring had. <a href="#_8942cb3d-72ad-4604-9bd5-383b7301128e">(Voetnoot 14)</a> De rechtbank neemt daarbij het volgende in aanmerking.</p> <p> De inspecteur heeft geen expliciete standpunten ingenomen of toezeggingen gedaan waaruit kan worden afgeleid dat niet zou worden nageheven. Ook heeft belanghebbende geen feiten of omstandigheden gesteld op basis waarvan de conclusie gerechtvaardigd is dat belanghebbende redelijkerwijs de indruk kon hebben dat de inspecteur de toepassing van de inhoudingsvrijstelling goedkeurde dan wel zou afzien van naheffing, nadat hij kennis had genomen van de relevante omstandigheden van het geval.</p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.4.3.</div> <div class="ucblock"> <p>Naar het oordeel van de rechtbank heeft belanghebbende – tegenover de gemotiveerde betwisting door de inspecteur – evenmin aannemelijk gemaakt dat de inspecteur het zorgvuldigheidsbeginsel heeft geschonden. De rechtbank neemt daarbij het volgende in aanmerking.</p> <p> De naheffingsaanslagen zijn opgelegd binnen de wettelijke naheffingstermijn van vijf jaar. De eis van voortvarendheid komt voort uit jurisprudentie van het Hof inzake de verlengde navorderingstermijn van 12 jaar. Bovendien heeft de inspecteur, toen hij eenmaal bekend was met alle relevante feiten en omstandigheden (zie ook 4.4.2), naar het oordeel van de rechtbank voortvarend gehandeld.</p> <p> De inspecteur heeft – anders dan belanghebbende meent – niet voor de gemakkelijke weg gekozen door na te heffen bij belanghebbende en niet de rechtsopvolger van <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> . Zoals overwogen in 4.2.5, had de inspecteur niet de mogelijkheid om bij een ander dan belanghebbende na te heffen.</p> <p> Dat de inspecteur in een e-mailbericht aan een collega spreekt van een saillant detail als hij opmerkt dat <span class='highlight'>[C LP]</span> als mede-aandeelhouder betrokken was bij de zaak die voorlag in het arrest T-Danmark, maakt nog niet dat de inspecteur vooringenomen of bevooroordeeld was. </p> </div> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.5.</div> <p> <emphasis role="italic">De hoogte van de naheffingsaanslagen</emphasis> </p> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.5.1.</div> <div class="ucblock"> <p>Belanghebbende stelt dat er tot 30 september 2014 een structuur bestond waarbij, mede op grond van de in 2.5 bedoelde ATR, geen dividendbelasting was verschuldigd ter zake van een dividenduitkering door <span class='highlight'>[A BV]</span> aan <span class='highlight'>[C LP]</span> . Daarom zou een compartimentering moeten plaatsvinden waardoor alleen de waardestijging van de aandelen <span class='highlight'>[A BV]</span> in de periode van 30 september 2014 tot 2 maart 2015 (de datum van inbreng van de aandelen <span class='highlight'>[A BV]</span> door <span class='highlight'>[C LP]</span> in <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> ) kan worden belast. </p> <p> De rechtbank overweegt dat de dividendbelasting een tijdstipbelasting is, zodat voor compartimentering geen plaats is. Of de uitkeringen (deels) te relateren zijn aan een waardestijging in een periode waarin een ander de aandelen hield en er geen dividendbelasting verschuldigd zou zijn geweest bij dividenduitkering, is niet van belang.</p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.5.2.</div> <div class="ucblock"> <p>Ten aanzien van betaling 3 stelt belanghebbende dat de totale betaling aan de aandeelhouders € 175.999.471 beloopt (zie 2.17), dat <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> een belang had in <span class='highlight'>[A BV]</span> van 15,37%, dat daarom niet meer dan 15,37% van € 175.999.471, dus € 27.051.118, als dividenduitkering kan worden aangemerkt en dat het meerdere geen dividend is maar een betaling ‘bovenlangs’ door <span class='highlight'>[Franse onderneming]</span> aan <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> . Dit betoog faalt. Zoals in 4.3.1 overwogen is sprake van een dividenduitkering van € 96.800.234 aan belanghebbende en is voor een fiscale herkwalificatie geen aanleiding, ook niet op de wijze zoals belanghebbende hier bepleit.</p> <p> Subsidiair stelt belanghebbende dat <span class='highlight'>[C. S.à.r.l.]</span> op 2 maart 2015 een bedrag van € 50.014.883 aan <span class='highlight'>[C LP]</span> heeft betaald voor de aandelen <span class='highlight'>[A BV]</span> en dat er dus nooit meer dan dat bedrag aan dividend ‘gestript’ kan zijn. Dit betoog faalt reeds omdat het ervan uitgaat dat de inhoudingsvrijstelling niet van toepassing is op grond van de bepalingen inzake dividendstripping. De vrijstelling wordt echter geweigerd wegens misbruik van Unierecht op grond van het kunstmatige karakter van de structuur. </p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.5.3.</div> <p>Voor het overige is de hoogte van de naheffingsaanslagen niet in geschil. </p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.6.</div> <p> <emphasis role="italic">Tussenconclusie</emphasis> </p> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.6.1.</div> <p>Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, zullen de naheffingsaanslagen worden gehandhaafd.</p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.7.</div> <p> <emphasis role="italic">De beschikkingen belastingrente</emphasis> </p> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.7.1.</div> <p>Belanghebbende heeft geen afzonderlijke argumenten aangevoerd op basis waarvan zou moeten worden geoordeeld dat de in rekening gebrachte belastingrente moet worden gematigd. Bij de onderbouwing van de stelling dat de inspecteur het zorgvuldigheidsbeginsel heeft geschonden heeft belanghebbende wel aangevoerd dat de inspecteur lang heeft gewacht met het opleggen van de naheffingsaanslagen. </p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.7.2.</div> <p>De rechtbank overweegt dat uit 4.4.3 volgt dat het zorgvuldigheidsbeginsel niet is geschonden. De beschikkingen belastingrente zullen dan ook worden gehandhaafd.</p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.8.</div> <p> <emphasis role="italic">De verzuimboeten</emphasis> </p> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.8.1.</div> <p>Bij het opleggen van de naheffingsaanslagen is telkens een verzuimboete van € 5.278 opgelegd voor het te weinig inhouden en afdragen van dividendbelasting (ex artikel 67c van de AWR).</p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.8.2.</div> <p>De rechtbank stelt voorop dat bij het opleggen van een verzuimboete geen onderscheid wordt gemaakt in de mate van schuld of nalatigheid. Alleen in geval van afwezigheid van alle schuld of als sprake is van een pleitbaar standpunt wordt geen boete opgelegd. <a href="#_b26fa59b-d456-4a9c-a2be-377f13cb91d9">(Voetnoot 15)</a> Van een pleitbaar standpunt is sprake indien aan de aangifte een standpunt ten grondslag ligt dat gebaseerd kan worden op een pleitbare uitleg van het (fiscale) recht, in die zin dat de belasting- of inhoudingsplichtige ten tijde van het doen van de aangifte – naar objectieve maatstaven gemeten – redelijkerwijs kon en mocht menen dat deze uitleg en daarmee de door hem gedane aangifte juist was. <a href="#_f3a5d573-d69b-41e2-8fcf-dd17cc48fa99">(Voetnoot 16)</a> Naar het oordeel van de rechtbank kon belanghebbende, ten tijde van het doen van de onderhavige dividenduitkeringen – ook bij dividend 1 –, gelet op de stand van de rechtsontwikkeling, naar objectieve maatstaven gemeten, redelijkerwijs menen dat ter zake van de dividenduitkeringen aan <span class='highlight'>[A BV]</span> geen dividendbelasting hoefde te worden ingehouden en afgedragen. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de toepassing van inhoudingsvrijstelling volgens de hoofdregel juist was (zie 4.1.1), dat – zoals de inspecteur ook heeft erkend – hier geen sprake is van een ‘klassieke’ vorm van dividendstripping, dat het begrip ‘uiteindelijk gerechtigde’ niet een uitgekristalliseerd begrip is, dat het arrest T-Danmark nog niet gewezen was en dat niet kan worden gezegd – mede gelet op de conclusie van A-G Kokott voorafgaand aan het arrest T-Danmark – dat de betekenis van het Unierechtelijke anti-misbruikbeginsel zonneklaar was voor een geval als dit. De verzuimboeten zullen dan ook worden vernietigd. </p> </div> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.9.</div> <p> <emphasis role="italic">Slot</emphasis> </p> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">4.9.1.</div> <p>Gelet op wat is overwogen in 4.6.1, 4.7.2 en 4.8.2, dienen de beroepen gegrond te worden verklaard maar alleen voor zover ze betrekking hebben op de boeten.</p> </div> </div> </div> <div class="ucsection"> <div class="uctitle"> <div class="ucnr">5</div>Proceskosten</div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">5.1.</div> <p>De rechtbank vindt aanleiding de inspecteur te veroordelen in de kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van de bezwaren en de beroepen redelijkerwijs heeft moeten maken. </p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">5.2.</div> <p>Anders dan belanghebbende, acht de rechtbank geen bijzondere omstandigheden, als bedoeld in artikel 2, derde lid, van het Besluit proceskosten bestuursrecht (het Besluit), aanwezig die vergoeding van de daadwerkelijk gemaakte proceskosten rechtvaardigen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de inspecteur geen besluit gehandhaafd terwijl het op dat moment duidelijk was dat het besluit in een daartegen ingestelde procedure geen stand zou houden. <a href="#_34c5c444-2252-46aa-9e9b-4495cb847ab4">(Voetnoot 17)</a> Schending van het inzagerecht in de bezwaarfase is, zeker nu de naheffingsaanslagen gehandhaafd blijven, geen bijzondere omstandigheid als hiervoor bedoeld.</p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">5.3.</div> <p>Bij het vaststellen van de te vergoeden kosten op de voet van het Besluit acht de rechtbank dat de zaken samenhangen in de zin van artikel 3, tweede lid, van het Besluit. Deze zaken zijn immers (nagenoeg) gelijktijdig door de inspecteur en door de rechtbank behandeld en de werkzaamheden van de gemachtigde van belanghebbende konden in elk van deze zaken (nagenoeg) identiek zijn.</p> </div> <div class="ucgroup"> <div class="ucnr">5.4.</div> <p>De proceskosten zijn op de voet van het Besluit voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 4.871 (1 punt voor het indienen van de bezwaarschriften en 1 punt voor het verschijnen ter hoorzitting met een waarde per punt van € 269, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 0,5 punt voor het indienen van de conclusie van repliek en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 759, maal 1 wegens het aantal samenhangende zaken en een wegingsfactor 2). Belanghebbende heeft in elk van de zaken recht op de helft van dit bedrag, te weten € 2.435,50. </p> </div> </div> <div class="ucsection"> <div class="uctitle"> <div class="ucnr">6</div>Beslissing</div> <div class="ucblock"> <p> <emphasis role="italic">In de zaak met zaaknummer 21/2426</emphasis> </p> <p>De rechtbank:</p> </div> <itemizedlist mark="-"> <listitem> <p>verklaart het beroep gegrond maar alleen voor zover het de boete betreft;</p> </listitem> <listitem> <p>vernietigt de uitspraak op bezwaar tegen de boete;</p> </listitem> <listitem> <p>vernietigt de boetebeschikking;</p> </listitem> </itemizedlist> <p>- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 2.435,50;</p> <p>- gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 360 aan deze vergoedt.</p> <div class="ucblock"> <p> <emphasis role="italic">In de zaak met zaaknummer 21/3748</emphasis> </p> <p>De rechtbank:</p> </div> <itemizedlist mark="-"> <listitem> <p>verklaart het beroep gegrond maar alleen voor zover het de boete betreft;</p> </listitem> <listitem> <p>vernietigt de uitspraak op bezwaar tegen de boete;</p> </listitem> <listitem> <p>vernietigt de boetebeschikking;</p> </listitem> </itemizedlist> <p>- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 2.435,50;</p> <p>- gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 360 aan deze vergoedt.</p> <div class="ucblock"> <p>Deze uitspraak is gedaan door mr. M.R.T. Pauwels, voorzitter, mr. S.A.J. Bastiaansen en mr. J.P.M. Kooijmans, rechters, in aanwezigheid van mr. I. van Wijk, griffier, op 4 mei 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.</p> </div> <div class="ucblock"> <p>De griffier, De voorzitter,</p> </div> <div class="ucblock"> <p>Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op: <?linebreak ?></p> </div> <div class="ucblock"> <p>Aan deze uitspraak hoeft eerst uitvoering te worden gegeven als de uitspraak onherroepelijk is geworden. De uitspraak is onherroepelijk als niet binnen zes weken na verzending van de uitspraak een rechtsmiddel is aangewend of onherroepelijk op het aangewende rechtsmiddel is beslist (artikel 27h, derde lid en artikel 28, zevende lid AWR). </p> </div> <div class="ucblock"> <p> <emphasis role="bold">Rechtsmiddel</emphasis> </p> </div> <div class="ucblock"> <p>Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ ’s-Hertogenbosch.</p> </div> <div class="ucblock"> <p>Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:</p> </div> <p>1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;<?linebreak ?>2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:</p> <div class="ucblock"> <p> a. de naam en het adres van de indiener;</p> <p> b. een dagtekening;</p> <p> c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;</p> <p> d. de gronden van het hoger beroep.</p> </div> <div class="ucblock"> <p>Voor burgers is het mogelijk hoger beroep digitaal in te stellen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de formulieren op Rechtspraak.nl / Digitaal loket bestuursrecht.</p> </div> </div> <h2>Voetnoot</h2><footnote id="_984eda21-fb5f-4b8d-ba04-086fe6a8d35b" label="1"><span>Voetnoot 1</span> <p> ECLI:NL:RBZWB:2022:963.</p> </footnote> <footnote id="_0bcab299-5d62-461b-8f73-f6c446b04cc0" label="2"><span>Voetnoot 2</span> <p> Zie HvJ 26 februari 2019, ECLI:EU:C:2019:135.</p> </footnote> <footnote id="_253eb470-2f73-40c9-b6c4-00986d0ba161" label="3"><span>Voetnoot 3</span> <p> Arrest T-Danmark, punt 72.</p> </footnote> <footnote id="_37aa31d1-4587-4181-91fb-bfc4b211c63f" label="4"><span>Voetnoot 4</span> <p> Richtlijn 2011/96/EU.</p> </footnote> <footnote id="_466a15e3-4d63-49f0-9faa-4252b9cd15af" label="5"><span>Voetnoot 5</span> <p> Zie arrest T-Danmark.</p> </footnote> <footnote id="_50d11f51-1ed8-46b9-94bc-73224a66b9a8" label="6"><span>Voetnoot 6</span> <p> Vgl. T-Danmark, rov. 106.</p> </footnote> <footnote id="_1d49f0e7-b261-4acc-bd0f-48b818c1add0" label="7"><span>Voetnoot 7</span> <p> Vgl. T-Danmark, rov. 105.</p> </footnote> <footnote id="_35c556d2-0aab-4dfa-9646-00a523039643" label="8"><span>Voetnoot 8</span> <p> HR 21 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1463.</p> </footnote> <footnote id="_c9e8bef6-8cca-4e34-a34c-399e435def87" label="9"><span>Voetnoot 9</span> <p> Onderdeel 3.2 van de conclusie van A-G Van den Berge voor HR 1 juli 1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2329.</p> </footnote> <footnote id="_350fa361-cef1-469d-8084-8e1340b2955e" label="10"><span>Voetnoot 10</span> <p> Vgl. HR 5 september 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF0417.</p> </footnote> <footnote id="_de34c12a-b03d-4394-b9a2-d31596ecf907" label="11"><span>Voetnoot 11</span> <p> Bijv. artikel 29 van de Wet op de loonbelasting 1964 en de artikelen 7.9, 9.6 en 10.2 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011.</p> </footnote> <footnote id="_d34206d5-ba06-4a32-b16b-38d448068e86" label="12"><span>Voetnoot 12</span> <p> Nr. DGB 2011/6870M.</p> </footnote> <footnote id="_80748661-e2fd-4ca0-8b12-812e3833b800" label="13"><span>Voetnoot 13</span> <p> Vgl. Hoge Raad 15 december 1999, ECLI:NL:HR:1999:AA3862.</p> </footnote> <footnote id="_8942cb3d-72ad-4604-9bd5-383b7301128e" label="14"><span>Voetnoot 14</span> <p> Vgl. Hoge Raad 14 augustus 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ5128, rov. 3.3.2.</p> </footnote> <footnote id="_b26fa59b-d456-4a9c-a2be-377f13cb91d9" label="15"><span>Voetnoot 15</span> <p> Paragraaf 4 van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst.</p> </footnote> <footnote id="_f3a5d573-d69b-41e2-8fcf-dd17cc48fa99" label="16"><span>Voetnoot 16</span> <p> Bijv. Hoge Raad 11 augustus 2017, ECLI:NL:HR:2017:1611.</p> </footnote> <footnote id="_34c5c444-2252-46aa-9e9b-4495cb847ab4" label="17"><span>Voetnoot 17</span> <p> Zie Hoge Raad 12 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU3785, rov. 3.3</p> </footnote></div> </div> <div class="column column-4 sidebar"> <div class="adcontainer"> <ins class="adsbybinq" id="adsbtop"></ins> </div> <div id="gerelateerdnieuws"> <h3>Gerelateerd nieuws</h3> <ul id="sblNieuws" class="sidebar-list"> </ul> </div> <div id="gerelateerdeuitspraken"> <h3 id="gerelateerdtitle">Gerelateerde uitspraken</h3> <ul id="sblUitspraken" class="sidebar-list"> </ul> </div> <div class="adcontainer"> <ins class="adsbybinq" id="adsbbottom"></ins> </div> </div> </main> <div class="adcontainer"> <ins class="adsbybinq" id="adlbbottom"></ins> </div> <footer class="bg-dark text-white py-4"> <div class="container"> <div class="row"> <div class="col-12 col-md-4 mb-5"> <h5 class="text-uppercase column-heading">Procedure soorten</h5> <ul class="list-unstyled mb-4"> <ul> <li><a href="/proceduresoort/" class="text-white text-decoration-none d-block"></a></li> <li><a href="/proceduresoort/cassatie" class="text-white text-decoration-none d-block">Cassatie</a></li> <li><a href="/proceduresoort/eerste-aanleg-enkelvoudig" class="text-white text-decoration-none d-block">Eerste aanleg - enkelvoudig</a></li> <li><a href="/proceduresoort/eerste-aanleg-meervoudig" class="text-white text-decoration-none d-block">Eerste aanleg - meervoudig</a></li> <li><a href="/proceduresoort/herziening" class="text-white text-decoration-none d-block">Herziening</a></li> <li><a href="/proceduresoort/hoger-beroep" class="text-white text-decoration-none d-block">Hoger beroep</a></li> <li><a href="/proceduresoort/hoger-beroep-kort-geding" class="text-white text-decoration-none d-block">Hoger beroep kort geding</a></li> <li><a href="/proceduresoort/kort-geding" class="text-white text-decoration-none d-block">Kort geding</a></li> <li><a href="/proceduresoort/raadkamer" class="text-white text-decoration-none d-block">Raadkamer</a></li> <li><a href="/proceduresoort/verstek" class="text-white text-decoration-none d-block">Verstek</a></li> <li><a href="/proceduresoort/verzet" class="text-white text-decoration-none d-block">Verzet</a></li> <li><a href="/proceduresoort/voorlopige-voorziening" class="text-white text-decoration-none d-block">Voorlopige voorziening</a></li> <li><a href="/proceduresoort/voorlopige-voorziening-bodemzaak" class="text-white text-decoration-none d-block">Voorlopige voorziening+bodemzaak</a></li> <li><a href="/proceduresoort/wraking" class="text-white text-decoration-none d-block">Wraking</a></li> </ul> </ul> <h5 class="text-uppercase column-heading mt-4">Zie ook</h5> <ul class="list-unstyled"> <li class="mb-2"> <a href="https://www.oozo.nl" class="text-white text-decoration-underline fw-bold">Oozo.nl</a> <span class="d-block text-white-50 small">Weet wat er in je buurt gebeurt</span> </li> <li class="mb-2"> <a href="https://www.faillissementsdossier.nl" class="text-white text-decoration-underline fw-bold">Faillissementsdossier.nl</a> <span class="d-block text-white-50 small">Alle faillissementen en surseances in Nederland</span> </li> <li> <a href="https://www.faillissementsdossier.be" class="text-white text-decoration-underline fw-bold">Faillissementsdossier.be</a> <span class="d-block text-white-50 small">Alle falingen en opschortingen in België</span> </li> </ul> <h5 class="text-uppercase column-heading mt-4">Contactinformatie</h5> <ul class="list-unstyled"> <li> <strong>Adres:</strong><br> Uitspraken.nl<br> Binq Media B.V.<br /> Mart Smeetslaan 1<br> 1217 ZE Hilversum<br> </li> <li class="mt-2"> <strong>E-mail:</strong><br> <span id="email"></span> </li> </ul> </div> <div class="col-12 col-md-4 mb-5"> <h5 class="text-uppercase column-heading">Rechtsgebieden</h5> <ul class="list-unstyled"> <ul> <!-- Make the header clickable by wrapping the Literal in a HyperLink --> <h5> <a id="rpRechtsgebieden_HoofdrechtsgebiedLink_0" class="text-white text-decoration-none" href="/rechtsgebied/bestuursrecht">Bestuursrecht</a> </h5> <li> <a href="/rechtsgebied/bestuursrecht/ambtenarenrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Ambtenarenrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/bestuursrecht/belastingrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Belastingrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/bestuursrecht/bestuursprocesrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Bestuursprocesrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/bestuursrecht/bestuursrecht-overig" class="text-white text-decoration-none d-block"> Bestuursrecht overig </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/bestuursrecht/bestuursstrafrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Bestuursstrafrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/bestuursrecht/europees-bestuursrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Europees bestuursrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/bestuursrecht/mededingingsrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Mededingingsrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/bestuursrecht/omgevingsrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Omgevingsrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/bestuursrecht/socialezekerheidsrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Socialezekerheidsrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/bestuursrecht/vreemdelingenrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Vreemdelingenrecht </a> </li> <br /> <!-- Make the header clickable by wrapping the Literal in a HyperLink --> <h5> <a id="rpRechtsgebieden_HoofdrechtsgebiedLink_1" class="text-white text-decoration-none" href="/rechtsgebied/civiel-recht">Civiel recht</a> </h5> <li> <a href="/rechtsgebied/civiel-recht/aanbestedingsrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Aanbestedingsrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/civiel-recht/arbeidsrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Arbeidsrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/civiel-recht/burgerlijk-procesrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Burgerlijk procesrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/civiel-recht/civiel-recht-overig" class="text-white text-decoration-none d-block"> Civiel recht overig </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/civiel-recht/europees-civiel-recht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Europees civiel recht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/civiel-recht/goederenrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Goederenrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/civiel-recht/insolventierecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Insolventierecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/civiel-recht/intellectueel-eigendomsrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Intellectueel-eigendomsrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/civiel-recht/internationaal-privaatrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Internationaal privaatrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/civiel-recht/mededingingsrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Mededingingsrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/civiel-recht/ondernemingsrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Ondernemingsrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/civiel-recht/personen-en-familierecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Personen- en familierecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/civiel-recht/verbintenissenrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Verbintenissenrecht </a> </li> <br /> <!-- Make the header clickable by wrapping the Literal in a HyperLink --> <h5> <a id="rpRechtsgebieden_HoofdrechtsgebiedLink_2" class="text-white text-decoration-none" href="/rechtsgebied/strafrecht">Strafrecht</a> </h5> <li> <a href="/rechtsgebied/strafrecht/europees-strafrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Europees strafrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/strafrecht/internationaal-strafrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Internationaal strafrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/strafrecht/materieel-strafrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Materieel strafrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/strafrecht/penitentiair-strafrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Penitentiair strafrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/strafrecht/strafprocesrecht" class="text-white text-decoration-none d-block"> Strafprocesrecht </a> </li> <li> <a href="/rechtsgebied/strafrecht/strafrecht-overig" class="text-white text-decoration-none d-block"> Strafrecht overig </a> </li> <br /> </ul> </ul> </div> <div class="col-12 col-md-4"> <h5 class="text-uppercase column-heading">Vindplaatsen uitspraken</h5> <ul class="list-unstyled"> <ul> <li><a href="/vindplaats/actuele-rechtspraak-ondernemingspraktijk" class="text-white text-decoration-none">Actuele rechtspraak ondernemingspraktijk (ARO )</a></li> <li><a href="/vindplaats/belastingblad" class="text-white text-decoration-none">Belastingblad (BB )</a></li> <li><a href="/vindplaats/beslissingen-in-belastingzaken-nederlandse-belastingrechtspraak" class="text-white text-decoration-none">Beslissingen in belastingzaken / Nederlandse Belastingrechtspraak (BNB )</a></li> <li><a href="/vindplaats/bijblad-bij-de-industriele-eigendom" class="text-white text-decoration-none">Bijblad bij de Industriële Eigendom (BIE )</a></li> <li><a href="/vindplaats/bopz-jurisprudentie" class="text-white text-decoration-none">BOPZ-jurisprudentie (BJ )</a></li> <li><a href="/vindplaats/bouwrecht" class="text-white text-decoration-none">Bouwrecht (BR )</a></li> <li><a href="/vindplaats/feds-fiscaal-weekblad" class="text-white text-decoration-none">Fed's Fiscaal weekblad (FED )</a></li> <li><a href="/vindplaats/intellectuele-eigendom-en-reclamerecht" class="text-white text-decoration-none">Intellectuele Eigendom en Reclamerecht (IER )</a></li> <li><a href="/vindplaats/jurisprudentie-aansprakelijkheid" class="text-white text-decoration-none">Jurisprudentie Aansprakelijkheid (JA )</a></li> <li><a href="/vindplaats/jurisprudentie-algemene-bijstandwet" class="text-white text-decoration-none">Jurisprudentie Algemene Bijstandwet (JABW )</a></li> <li><a href="/vindplaats/jurisprudentie-arbeidsrecht" class="text-white text-decoration-none">Jurisprudentie Arbeidsrecht (JAR )</a></li> <li><a href="/vindplaats/jurisprudentie-bestuursrecht" class="text-white text-decoration-none">Jurisprudentie Bestuursrecht (JB )</a></li> <li><a href="/vindplaats/jurisprudentie-burgelijk-procesrecht" class="text-white text-decoration-none">Jurisprudentie Burgelijk Procesrecht (JBPr )</a></li> <li><a href="/vindplaats/jurisprudentie-milieurecht" class="text-white text-decoration-none">Jurisprudentie Milieurecht (JM )</a></li> <li><a href="/vindplaats/jurisprudentie-onderneming-en-recht" class="text-white text-decoration-none">Jurisprudentie Onderneming en Recht (JOR )</a></li> <li><a href="/vindplaats/jurisprudentie-ontnemingswetgeving" class="text-white text-decoration-none">Jurisprudentie Ontnemingswetgeving (JOW )</a></li> <li><a href="/vindplaats/jurisprudentie-sociale-voorzieningen" class="text-white text-decoration-none">Jurisprudentie Sociale Voorzieningen (JSV )</a></li> <li><a href="/vindplaats/jurisprudentie-verhaal-bijstand" class="text-white text-decoration-none">Jurisprudentie Verhaal Bijstand (JVB )</a></li> <li><a href="/vindplaats/jurisprudentie-vreemdelingenrecht" class="text-white text-decoration-none">Jurisprudentie Vreemdelingenrecht (JV )</a></li> <li><a href="/vindplaats/jurisprudentie-wet-werk-en-bijstand" class="text-white text-decoration-none">Jurisprudentie Wet Werk en Bijstand (JWWB )</a></li> <li><a href="/vindplaats/kort-geding" class="text-white text-decoration-none">Kort Geding (KG )</a></li> <li><a href="/vindplaats/nederlandsejurisprudentie" class="text-white text-decoration-none">Nederlandse Jurisprudentie (NJ )</a></li> <li><a href="/vindplaats/nederlandse-jurisprudentie-feitenrechtsrpaak-straf" class="text-white text-decoration-none">Nederlandse Jurisprudentie Feitenrechtsrpaak Straf (NJFS )</a></li> <li><a href="/vindplaats/nederlandse-jurisprudentie-feitenrechtspraak" class="text-white text-decoration-none">Nederlandse Jurisprudentie Feitenrechtspraak (NJF )</a></li> <li><a href="/vindplaats/nederlandse-tijdschrift-voor-fiscaal-recht" class="text-white text-decoration-none">Nederlandse Tijdschrift voor fiscaal recht (NTFR )</a></li> <li><a href="/vindplaats/nieuwsbrief-strafrecht" class="text-white text-decoration-none">Nieuwsbrief Strafrecht (NS )</a></li> <li><a href="/vindplaats/praktijkgids" class="text-white text-decoration-none">Praktijkgids (PRG )</a></li> <li><a href="/vindplaats/rechtspraak-arbeidsrecht" class="text-white text-decoration-none">Rechtspraak Arbeidsrecht (RAR )</a></li> <li><a href="/vindplaats/rechtspraak-bestuursrecht" class="text-white text-decoration-none">Rechtspraak Bestuursrecht (AB )</a></li> <li><a href="/vindplaats/rechtspraak-familierecht" class="text-white text-decoration-none">Rechtspraak Familierecht (RFR )</a></li> <li><a href="/vindplaats/rechtspraak-sociale-verzekerningen" class="text-white text-decoration-none">Rechtspraak Sociale Verzekerningen (RSV )</a></li> <li><a href="/vindplaats/rechtspraak-van-de-week" class="text-white text-decoration-none">Rechtspraak van de Week (RvdW )</a></li> <li><a href="/vindplaats/schip-en-schade" class="text-white text-decoration-none">Schip en Schade (SES )</a></li> <li><a href="/vindplaats/tijdscrift-voor-ambtenarenrecht" class="text-white text-decoration-none">Tijdscrift voor Ambtenarenrecht (TAR )</a></li> <li><a href="/vindplaats/uitspraken-sociale-zekerheid" class="text-white text-decoration-none">Uitspraken Sociale Zekerheid (USZ )</a></li> <li><a href="/vindplaats/vakstudie-nieuws" class="text-white text-decoration-none">Vakstudie Nieuws (VN )</a></li> <li><a href="/vindplaats/verkeersrecht" class="text-white text-decoration-none">Verkeersrecht (VR )</a></li> <li><a href="/vindplaats/weekblad-fiscaal-recht" class="text-white text-decoration-none">Weekblad Fiscaal Recht (WFR )</a></li> <li><a href="/vindplaats/woonrecht" class="text-white text-decoration-none">Woonrecht (WR )</a></li> </ul> </ul> </div> </div> </div> </footer> </form> <script src="https://cdn.jsdelivr.net/npm/bootstrap@5.3.0/dist/js/bootstrap.bundle.min.js"></script> </body> </html>