Beslissing
De rechtbank:
- spreekt verdachte vrij van het onder 8 ten laste gelegde feit;
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1: oplichting;
feit 2 primair: oplichting;
feit 3: oplichting;
feit 4: oplichting;
feit 5 primair: oplichting, meermalen gepleegd;
feit 6 primair: oplichting, meermalen gepleegd;
feit 7 primair: oplichting, meermalen gepleegd;
feit 9: oplichting;
feit 10 primair: oplichting;
feit 11: oplichting;
feit 12: oplichting;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 6 maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
Benadeelde partij [benadeelde 1] (feit 1)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 1] van € 30.500,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 5 juni 2015 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de materiële vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering, voor zover deze ziet op de kosten van rechtsbijstand;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1] , € 30.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 5 juni 2015 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 187 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 2] (feit 2)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] van € 5.018,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 mei 2015 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2] , € 5.018,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 mei 2015 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 60 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 3] B.V. (feit 3)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 3] B.V. van € 35.000,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 18 december 2015 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 3] B.V., € 35.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 18 december 2015 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 210 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 4] (feit 4)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 4] van € 150.000,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 15 januari 2014 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 4] , € 150.000 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 15 januari 2014 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 365 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 5] (feit 5)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 5] van € 59.923,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 mei 2015 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 5] , € 59.923,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 mei 2015 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 318 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 6] (feit 5)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 6] van € 100.000,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 mei 2015 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 6] , € 100.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 mei 2015 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 365 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 7] (feit 5)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 7] van € 13.000,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 mei 2015 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 7] , € 13.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 mei 2015 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 100 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 8] (feit 6)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 8] van € 8.000,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 21 februari 2011 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 8] , € 8.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 21 februari 2011 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 75 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 10] (feit 6)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 10] van € 10.000,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 21 februari 2011 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 10] , € 10.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 21 februari 2011 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 85 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 9] (feit 6)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 9] van € 12.500,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 21 februari 2011 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de materiële vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering, voor zover deze ziet op de kosten van rechtsbijstand;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 9] , € 12.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 21 februari 2011 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 97 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 11] (feit 6)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 11] van € 10.000,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 21 februari 2011 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de materiële vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 11] , vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 21 februari 2011 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 85 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 13] (feit 7)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 13] van € 125.500,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 24 september 2015 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering, voor zover deze ziet op de kosten van rechtsbijstand;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 13] , € 125.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 24 september 2015 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 365 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 17] (feit 8)
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde 17] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van verdachte, tot nu toe begroot op nihil;
Benadeelde partij [benadeelde 18] (feit 9)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 18] van € 10.441,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 7 september 2015 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 18] , € 10.441,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 7 september 2015 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 87 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 19] (feit 10)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 19] van € 10.200,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 23 november 2010 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 19] , € 10.200,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 23 november 2010 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 86 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 20] (feit 11)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 20] van € 2.000,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 april 2016 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 20] , € 2.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 april 2016 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 30 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 21] (feit 12)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 21] van € 2.000,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 april 2016 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 21] , € 2.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 april 2016 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 30 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.B. Prenger, voorzitter, en mr. S.W.M. Speekenbrink en mr. P.E. van Althuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D. van Spelde, griffier,
en is uitgesproken ter de openbare zitting op 16 december 2025.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I: De gewijzigde tenlastelegging
1
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 7 mei 2015 tot en met 5 juni 2015 te [plaats] , gemeente Terneuzen, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van (in totaal) een geldbedrag van 30.500,- euro, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, zonder vergunning als bedoeld in artikel 3:5, eerste lid van de Wet op het financieel toezicht, die [benadeelde 1] aangeraden om bij zijn, verdachte’s, assurantiekantoor een rekening-courant te openen en/of een doorlopend krediet van in totaal 35.000,- euro af te sluiten om vervolgens die 35.000,- euro op die rekening-courant te storten en/of verteld dat zij, [benadeelde 1] , op die rekening-courant 8,6% rente per jaar zou ontvangen en/of (daarmee) een winst van 3,2% zou maken en/of hij, verdachte, die [benadeelde 1] verteld dat dit via Crowdfunding zou gaan, waardoor [benadeelde 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 8 september 2009 tot en met 1 mei 2015 te [plaats] , gemeente Terneuzen, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 2] en haar man heeft bewogen tot de afgifte van (in totaal) een geldbedrag van 59.518,- euro, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, zonder vergunning als bedoeld in artikel 3:5, eerste lid van de Wet op het financieel toezicht, die [benadeelde 2] en haar man aangeraden en/of gezegd haar/hun spaargeld in het bedrijf van verdachte te stoppen en/of daar tegenover 10% rente zou(den) ontvangen, terwijl hij, verdachte de boekhouding van die [benadeelde 2] en haar man deed en/of (mede waardoor) die [benadeelde 2] en haar man vertrouwen had(den) in verdachte, waardoor [benadeelde 2] en haar man werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
( art 326 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 8 september 2009 tot en met 1 mei 2015 te [plaats] , gemeente Terneuzen, althans in Nederland opzettelijk een geldbedrag van 59.518 Euro, in elk geval enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorend aan [benadeelde 2] , in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed/geldbedrag verdachte uit hoofde van zijn beroep, te weten financieel adviseur en/of als bestuurder van [bedrijf] B.V., elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
( art 321 Wetboek van Strafrecht, art 322 Wetboek van Strafrecht);
3
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 december 2015 tot en met 21 december 2015 te [plaats] , gemeente Terneuzen, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 3] BV en/of [benadeelde 3] heeft bewogen tot de afgifte van (in totaal) een geldbedrag van 35.000,- euro, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, zonder vergunning als bedoeld in artikel 3:5, eerste lid van de Wet op het financieel toezicht, die [benadeelde 3] aangeraden/verteld een rekening-courant bij zijn, verdachte’s, assurantiekantoor te openen en/of op die rekening geld te storten en/of verteld dat hij, [benadeelde 3] , op die rekening-courant 5% rente per jaar zou ontvangen, terwijl hij,
verdachte, de administratie van [benadeelde 3] BV deed en/of (mede waardoor) die [benadeelde 3] vertrouwen had in verdachte, waardoor [benadeelde 3] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
4
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 december 2013 tot en met 15 januari 2014 te [plaats] , gemeente Terneuzen, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 4] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 150.000,- euro, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, zonder vergunning als bedoeld in artikel 3:5, eerste lid van de Wet op het financieel toezicht, met die [benadeelde 4] contact opgenomen en/of aan die [benadeelde 4] verteld dat die te veel geld op zijn spaarrekening had staan met 1,5% rente en/of dat hij, verdachte, een andere manier wist om hier meer geld van te maken en/of aan die [benadeelde 4] voorgesteld geld naar een rekening-courant bij zijn, verdachte’s, assurantiekantoor over te maken en/of over dat geld 6% rente per jaar zou ontvangen, terwijl hij, verdachte, de belastingaangiftes van die [benadeelde 4] deed en/of (mede waardoor) die [benadeelde 4] vertrouwen had in verdachte, waardoor die [benadeelde 4] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
5
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2011 tot en met 1 mei 2015 te [plaats] , gemeente Terneuzen, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] en/of [benadeelde 7] heeft bewogen tot de afgifte van (in totaal) een geldbedrag van 172.923,- euro, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, zonder vergunning als bedoeld in artikel 3:5, eerste lid van de Wet op het financieel toezicht, die [benadeelde 7] te vertellen dat hij, verdachte, haar en haar man een hogere rente op haar spaargeld kon geven, te weten 5% en/of een of meer depositorekening(en) bij zijn, verdachte’s assurantiekantoor te openen en/of gelden op die rekening(en) te laten storten, terwijl hij, verdachte, de financiële zaken van die [benadeelde 5] en [benadeelde 7] deed en/of (mede) waardoor die [benadeelde 5] en/of [benadeelde 7] vertrouwen had(den) in verdachte, waardoor die [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] en/of [benadeelde 7] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 maart 2011 tot en met 1 mei 2015 te [plaats] , gemeente Terneuzen, althans in Nederland opzettelijk een geldbedrag van 172.923 Euro, in elk geval enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorend aan [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] en/of [benadeelde 7] , in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed/geldbedrag verdachte uit hoofde van zijn beroep, te weten financieel adviseur en/of als bestuurder van [bedrijf] B.V., elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
( art 321 Wetboek van Strafrecht, art 322 Wetboek van Strafrecht);
6
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2010 tot 21 februari 2011 te [plaats] , gemeente Terneuzen, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 8] en/of [benadeelde 9] en/of [benadeelde 10] en/of [benadeelde 11] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 40.500,- euro, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, zonder vergunning als bedoeld in artikel 3:5, eerste lid van de Wet op het financieel toezicht, aan die [benadeelde 8] en/of [benadeelde 9] verteld dat wanneer zij een bedrag bij zijn, verdachte’s, assurantiekantoor zouden storten en/of voor twee jaar zouden vastzetten ze een rente van 5% zouden ontvangen en/of een of meer depositorekening(en) te laten openen en/of gelden op die rekening(en) te laten storten, terwijl verdachte’s assurantiekantoor de belastingaangiftes deed van die [benadeelde 8] en/of [benadeelde 9] en/of (mede) waardoor die [benadeelde 8] en/of [benadeelde 9] vertrouwen had(den) in verdachte, waardoor die [benadeelde 8] en/of [benadeelde 9] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 oktober 2010 tot en met 21 februari 2011 te [plaats] , gemeente Terneuzen, althans in Nederland opzettelijk een geldbedrag van 40.500 Euro, in elk geval enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorend aan [benadeelde 8] en/of [benadeelde 9] en/of [benadeelde 10] en/of [benadeelde 11] , in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed/geldbedrag verdachte uit hoofde van zijn beroep, te weten financieel adviseur en/of als bestuurder van [bedrijf] B.V., elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
(art 321 Wetboek van Strafrecht, art 322 Wetboek van Strafrecht);
7
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 december 2011 tot en met 24 september 2015 te [plaats] , gemeente Terneuzen, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 12] en/of [benadeelde 13] en/of [benadeelde 14] en/of [benadeelde 15] heeft bewogen tot de afgifte van (in totaal) een geldbedrag van 125.500,- euro, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, zonder vergunning als bedoeld in artikel 3:5, eerste lid van de Wet op het financieel toezicht, aan die [benadeelde 12] en/of [benadeelde 13] en/of [benadeelde 14] en/of [benadeelde 15] verteld dat hij, verdachte, op zijn assurantiekantoor een goede constructie had en/of die [benadeelde 12] en/of [benadeelde 15] depositorekeningen te laten openen en/of gelden op die rekeningen te laten storten tegen een rente van 5% en/of 4%, terwijl hij, verdachte, de financiële zaken van de familie van die [benadeelde 12] deed en/of (mede waardoor) die [benadeelde 12] en/of [benadeelde 13] vertrouwen hadden in verdachte, waardoor die [benadeelde 12] en/of [benadeelde 13] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 december 2011 tot en met 24 september 2015 te [plaats] , gemeente Terneuzen, althans in Nederland opzettelijk een geldbedrag van 125.500 Euro, in elk geval enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorend aan [benadeelde 12] en/of [benadeelde 13] en/of [benadeelde 14] en/of [benadeelde 15] , in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed/geldbedrag
verdachte uit hoofde van zijn beroep, te weten financieel adviseur en/of als bestuurder van [bedrijf] BV., elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
(art 321 Wetboek van Strafrecht, art 322 Wetboek van Strafrecht);
8
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot en met 1 december 2015 te [plaats] , gemeente Terneuzen, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 16] en/of [benadeelde 17] heeft bewogen tot de afgifte van (in totaal) een geldbedrag van 72.208,- euro, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, zonder vergunning als bedoeld in artikel 3:5, eerste lid van de Wet op het financieel toezicht, die [benadeelde 16] en/of [benadeelde 17] een of meer rekeningen te laten openen bij zijn, verdachte’s, assurantiekantoor en/of bank en/of gelden op die rekeningen te laten storten tegen een hoge rente, terwijl hij, verdachte, eerder de financiële zaken van die [benadeelde 16] en/of [benadeelde 17] deed en/of (mede waardoor) die [benadeelde 16] en/of [benadeelde 17] vertrouwen hadden in verdachte, waardoor die [benadeelde 16] en/of [benadeelde 17] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
( art 326 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot en met 1 december 2015 te [plaats] , gemeente Terneuzen, althans in Nederland opzettelijk een geldbedrag van 72.208 Euro, in elk geval enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorend aan [benadeelde 16] en/of [benadeelde 17] , in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed/geldbedrag verdachte uit hoofde van zijn beroep, te weten
financieel adviseur en/of als bestuurder van [bedrijf] BV., elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
(art 321 Wetboek van Strafrecht, art 322 Wetboek van Strafrecht);
9
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 7 september 2015 tot en met 1 juni 2016 te [plaats] , gemeente Terneuzen, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 18] heeft bewogen tot de afgifte van (in totaal) een geldbedrag van 10.441,- euro, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, zonder vergunning als bedoeld in artikel 3:5, eerste lid van de Wet op het financieel toezicht, die [benadeelde 18] aangeraden het aan een lening afgeloste bedrag terug op te nemen en/of (vervolgens) bij zijn, verdachte’s, assurantiekantoor te beleggen en/of aan die [benadeelde 18] te zeggen dat daar een rente van 8,5% op jaarbasis voor zou worden ontvangen, terwijl hij, verdachte, de belastingpapieren en/of verzekeringen van die [benadeelde 18] deed en/of (mede waardoor) die [benadeelde 18] vertrouwen had in verdachte, waardoor die [benadeelde 18] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
10
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2008 tot en met 23 november 2010 te [plaats] , gemeente Terneuzen, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 19] heeft bewogen tot de afgifte van (in totaal) een geldbedrag van 15.000,- euro, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, zonder vergunning als bedoeld in artikel 3:5, eerste lid van de Wet op het financieel toezicht, die [benadeelde 19] aangeraden middels een rekening-courantkrediet spaargeld bij zijn, verdachte’s, assurantiekantoor onder te brengen en/of aan te geven daar 8% rente voor zou krijgen, terwijl hij, verdachte, jaren de verzekeringen van die [benadeelde 19] deed en/of (mede waardoor) die [benadeelde 19] vertrouwen had in verdachte, waardoor die [benadeelde 19] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
( art 326 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2008 tot en met 23 november 2010 te [plaats] , gemeente Terneuzen, althans in Nederland opzettelijk een geldbedrag van 15.000 Euro, in elk geval enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorend aan [benadeelde 19] , in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed/geldbedrag verdachte uit hoofde van zijn beroep, te weten financieel adviseur en/of als bestuurder van [bedrijf] B.V., elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
(art 321 Wetboek van Strafrecht, art 322 Wetboek van Strafrecht);
11
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2015 tot en met 1 april 2016 te [plaats] , gemeente Terneuzen, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 20] heeft bewogen tot de afgifte van (in totaal) een geldbedrag van 2.000,- euro, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, zonder vergunning als bedoeld in artikel 3:5, eerste lid van de Wet op het financieel toezicht, voor die [benadeelde 20] een levensloopregeling met een rente van 5% per jaar af te sluiten, terwijl hij, verdachte, jarenlang de verzekeringen van de ouders van die [benadeelde 20] heeft geregeld en/of (mede waardoor) die [benadeelde 20] vertrouwen had in verdachte, waardoor die [benadeelde 20] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
12
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2015 tot en met 1 april 2016 te [plaats] , gemeente Terneuzen, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 21] heeft bewogen tot de afgifte van (in totaal) een geldbedrag van 2.000,- euro, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, zonder vergunning als bedoeld in artikel 3:5, eerste lid van de Wet op het financieel toezicht, voor die [benadeelde 21] een levensloopregeling met een rente van 5% per jaar af te sluiten, terwijl hij, verdachte, jarenlang de verzekeringen van die [benadeelde 21] heeft geregeld en/of (mede waardoor) die [benadeelde 21] vertrouwen had in verdachte, waardoor die [benadeelde 21] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht )