Hoge Raad, cassatie belastingrecht

ECLI:NL:HR:2023:834

Op 2 June 2023 heeft de Hoge Raad een cassatie procedure behandeld op het gebied van belastingrecht, wat onderdeel is van het bestuursrecht. Het zaaknummer is 21/02522, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:HR:2023:834.

Soort procedure:
Instantie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
21/02522
Datum uitspraak:
2 June 2023
Datum publicatie:
1 June 2023

Indicatie

Douanerechten; postonderverdelingen 3006 40 en 3506 10 van de GN; tariefindeling van producten die worden gebruikt voor het bevestigen van brackets voor beugels op tanden; producten voor tandvulling; lijm en andere bereide kleefmiddelen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 21/02522

Datum 2 juni 2023

ARREST

in de zaak van

[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 mei 2021, nrs. 19/00705 tot en met 19/00707 (Voetnoot 1), op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nrs. HAA 16/3769, HAA 16/3770 en HAA 16/3771) betreffende aan belanghebbende uitgereikte uitnodigingen tot betaling van douanerechten.

1
Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door T.H. Scheer, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P] , heeft een verweerschrift ingediend.

De Advocaat-Generaal C.M. Ettema heeft op 30 september 2022 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie. (Voetnoot 2)

Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.

Overwegingen

2
Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. Het Hof heeft – naar redelijkerwijs niet voor twijfel vatbaar is – op goede gronden een juiste beslissing gegeven.

3
Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

Beslissing

4
Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.

Dit arrest is gewezen door de vice-president M.E. van Hilten als voorzitter, en de raadsheren E.N. Punt en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 2 juni 2023.

Voetnoot

Voetnoot 1

ECLI:NL:GHAMS:2021:2253.

Voetnoot 2

ECLI:NL:PHR:2022:979, met gemeenschappelijke bijlage ECLI:NL:PHR:2022:980.