Hoge Raad, artikel 81 ro-zaken civiel recht overig

ECLI:NL:HR:2023:1134

Op 25 August 2023 heeft de Hoge Raad een artikel 81 ro-zaken procedure behandeld op het gebied van civiel recht overig, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is 22/02372, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:HR:2023:1134.

Soort procedure:
Instantie:
Zaaknummer(s):
22/02372
Datum uitspraak:
25 August 2023
Datum publicatie:
24 August 2023
Advocaat:
N.E Groeneveld-Tijssens;B.I. Kraaipoel

Indicatie

Art. 81 lid 1 RO. Bestuurdersaansprakelijkheid. Verjaring van vorderingen van vennootschap op eigen bestuurder. Toerekening van wetenschap aan de vennootschap.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 22/02372

Datum 25 augustus 2023

ARREST

In de zaak van

[Holding] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats],

EISERES tot cassatie,

hierna: [Holding],

advocaat: N.E. Groeneveld-Tijssens,

tegen

[verweerder],

wonende te [woonplaats], Denemarken,

VERWEERDER in cassatie,

hierna: [verweerder],

advocaat: B.I. Kraaipoel.

Procesverloop

1
Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

a. de vonnissen in de zaak C/02/300388 / HA ZA 15-375 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 18 november 2015, 16 november 2016 en 13 maart 2019;

b. de arresten in de zaken 200.264.909/01 en 200.277.356/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 11 februari 2020, 9 juni 2020 en 29 maart 2022.

[Holding] heeft tegen het arrest van het hof van 29 maart 2022 beroep in cassatie ingesteld.

[verweerder] heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.

De zaak is voor [verweerder] toegelicht door zijn advocaat en mede door T.V.J. Bil.

De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

De advocaat van [Holding] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

Overwegingen

2
Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

Beslissing

3
Beslissing

De Hoge Raad:

- verwerpt het beroep;

- veroordeelt [Holding] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 2.135,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [Holding] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.

Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide en S.J. Schaafsma, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 25 augustus 2023.