Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikking in de zaak 9138223 TB VERZ 21-4434 BM 20815 van de rechtbank Noord-Nederland van 30 april 2021;
b. de beschikking in de zaak 200.297.817/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 8 februari 2022.
De rechthebbende heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De bewindvoerder heeft incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer een verweerschrift tot verwerping van het beroep ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de rechthebbende heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.