Hoge Raad, cassatie strafrecht overig
ECLI:NL:HR:2024:809
Op 11 June 2024 heeft de Hoge Raad een cassatie procedure behandeld op het gebied van strafrecht overig, wat onderdeel is van het strafrecht. Het zaaknummer is 23/02706, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:HR:2024:809.
Indicatie
Medeplegen poging tot moord (meermalen gepleegd) door in 2020 in Amsterdam met AK-47 tientallen keren op woning, waarin anderen verblijven, te schieten, art. 289 Sr.
HR: art. 80a RO, zonder schriftelijk standpunt AG.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 23/02706
Datum 11 juni 2024
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 11 juli 2023, nummer 23-002539-21, in de strafzaak
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2000,
hierna: de verdachte.
Procesverloop
1
Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft M. Berndsen, advocaat in Amsterdam, een schriftuur ingediend. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Overwegingen
2
Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen. De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren M. Kuijer en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 juni 2024.